Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Meierijstad 2017

Geldend van 24-01-2017 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Meierijstad 2017

De raad van de gemeente Meierijstad,

gelezen het voorstel van de Stuurgroep fusie Meierijstad;

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Meierijstad 2017

1. Artikel 1. Begrippen

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

a. inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet, en de algemene bijstand;

b. peildatum: datum waartegen een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt en aan de voorwaarden voldoet;

c. referteperiode: periode van 3 jaar voorafgaand aan de peildatum.

2. Artikel 2. Indienen verzoek

Een verzoek als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet, moet worden ingediend op een daartoe bestemd aanvraagformulier, onder overlegging van de benodigde bewijsstukken, of –indien dit naar het oordeel van het college doelmatiger is – in overeenstemming met een hiervoor door het college vastgestelde werkwijze.

3. Artikel 3. Uitsluitingsgronden

1. Een persoon komt niet in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag, indien aan deze gedurende het jaar voorafgaande aan de peildatum een maatregel is opgelegd wegens een schending van een arbeids- of re-integratieverplichting als bedoeld in de Participatiewet en/of de Afstemmingsverordening Participatiewet, de IOAW, IOAZ Meierijstad 2017 of is opgelegd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV).

2. Een persoon welke uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs volgt of tijdens de referteperiode heeft gevolgd, komt niet in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag.

4. Artikel 4. Langdurig laag inkomen

Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm zoals bedoeld in Hoofdstuk 3, paragraaf 3.2. van de wet.

5. Artikel 5. Hoogte individuele inkomenstoeslag

1. Een individuele inkomenstoeslag bedraagt voor het kalenderjaar 2017

a. € 388,00 voor een alleenstaande;

b. € 498,00 voor een alleenstaande ouder;

c. € 554,00 voor gehuwden.

2. Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

3. Voor toepassing van het eerste en tweede lid is de situatie op de peildatum bepalend.

4. De bedragen genoemd in het eerste lid worden jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s.

6. Artikel 6. Uitvoering

Het college kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 7. Bijzondere situaties

In bijzondere situaties kan het college afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Meierijstad 2017.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 2 januari 2017.

De raad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

A.F.J. Franken M.A. Fränzel