Regeling bezwarencommissie personeelsaangelegenheden gemeente Meierijstad

Geldend van 10-02-2017 t/m heden

Intitulé

Regeling bezwarencommissie personeelsaangelegenheden gemeente Meierijstad

De raad van de gemeente Meierijstad;

gelezen het voorstel van de Stuurgroep fusie Meierijstad;

  • gelet op de bepalingen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

  • na overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

Regeling bezwarencommissie personeelsaangelegenheden gemeente Meierijstad.

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Werkgever: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad.

  • b.

    Medewerker: de medewerker als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a van de CAR/UWO. Voor de toepassing van dit artikel wordt eveneens als werknemer beschouwd hij die aangesteld is als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand.

  • c.

    Commissie: de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften, als bedoeld in artikel 2 genaamd bezwarencommissie personele aangelegenheden.

  • d.

    (Plaatsvervangend) lid: een persoon die is aangewezen om zitting te nemen in de commissie en die geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

  • e.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht.

  • f.

    Verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het besluit, waar een medewerker bezwaar tegen maakt, heeft genomen.

Artikel 2 Taak

  • 1.

    Er is een bezwarencommissie personele aangelegenheden als bedoeld in de Awb.

  • 2.

    De commissie adviseert over de door het verwerend orgaan te nemen beslissing op bezwaar met betrekking tot een personele aangelegenheid.

Artikel 3 Samenstelling commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden die worden benoemd, geschorst en ontslagen door de werkgever. De benoeming van de twee leden gebeurt in overleg met de commissie voor Georganiseerd overleg. Deze twee leden kiezen gezamenlijk een voorzitter die vervolgens wordt benoemd door de werkgever.

  • 2.

    De werkgever benoemt overeenkomstig het eerste lid een plaatsvervangend voorzitter en een voldoende aantal plaatsvervangende leden. De benoeming van de plaatsvervangende leden gebeurt in overleg met de commissie voor Georganiseerd overleg. De benoeming van een plaatsvervangend voorzitter gebeurt in overleg met de leden van de commissie.

  • 3.

    De voorzitter en de leden van de commissie alsmede de plaatsvervangend voorzitter en plaatsvervangende leden dienen onafhankelijk te zijn en deskundig op het gebied van de regelingen die het werkterrein van de commissie betreffen, onder andere op het gebied van de plaatsingsprocedure en HR21 functiewaardering.

  • 4.

    De voorzitter en de overige leden van de commissie zijn in 2016 geen lid geweest van de plaatsingscommissie Meierijstad en vervullen niet de volgende betrekkingen:

    • a.

      Lid van het college van de gemeente Meierijstad;

    • b.

      Lid van de gemeenteraad van de gemeente Meierijstad;

    • c.

      Werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het college of de raad van de gemeente Meierijstad, of op andere wijze hiervoor werkzaam zijn;

    • d.

      Bestuurder van een vakorganisatie;

    • e.

      Lid van een herplaatsingscommissie of inpassingscommissie of een vergelijkbare functie binnen de gemeente Meierijstad.

  • 5.

    Artikel 12 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing op de leden van de commissie.

Artikel 4 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    Door de werkgever wordt aan de commissie een ambtelijk secretaris toegevoegd.

  • 2.

    De ambtelijk secretaris is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

  • 3.

    Voor bezwaren naar aanleiding van de plaatsingsprocedure Meierijstad wordt een externe secretaris aan de commissie toegevoegd.

Artikel 5 Benoeming, zittingsduur en ontslag

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie, alsmede hun plaatsvervangers worden op basis van de in artikel 3 opgenomen werkwijze door de werkgever benoemd, geschorst en ontslagen. Zij worden benoemd voor de duur van 4 jaar. Zij kunnen voor ten hoogste eenmaal worden herbenoemd.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Ontvangst bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk aan de commissie verstrekt.

  • 3.

    Bij de ontvangstbevestiging vermeldt het bestuursorgaan dat een commissie over het bezwaarschrift zal adviseren.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

  • 1.

    De bevoegdheden op grond van de volgende artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze regeling uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

    • a.

      artikel 2:1 lid 2 Awb (schriftelijke machtiging);

    • b.

      artikel 6:6 Awb, voor wat betreft het, ten aanzien van de indiener, stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van het niet voldoen aan de vereisten (niet ontvankelijk) gesteld in artikel 6:5 Awb, kan worden hersteld;

    • c.

      artikel 6:17 Awb, voor zover het betreft de verzending van de stukken tijdens de behandeling door de commissie (stukken naar gemachtigde);

    • d.

      artikel 7:4 lid 2 Awb (stukken ter inzage leggen);

    • e.

      artikel 7:6 lid 4 Awb (horen in elkaars aanwezigheid, tenzij).

  • 2.

    De voorzitter kan deze bevoegdheden mandateren aan de ambtelijk secretaris.

Artikel 8 Verstrekking stukken aan de commissie

Het verwerend orgaan is verplicht aan de commissie alle stukken over te leggen die betrekking hebben op het bezwaarschrift.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe ter zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van de werkgever nodig.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de medewerker en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 Awb.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan gemotiveerd mededeling aan de medewerker en het verwerend orgaan.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter nodigt de medewerker(s) en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit voor de hoorzitting.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kan een medewerker of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval één week voor het tijdstip van de zitting aan de medewerker(s) en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere gevallen af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste tot en met derde lid.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is, onverminderd het bepaalde in artikel 7:13 lid 3 Awb, vereist dat minimaal twee leden of hun plaatsvervangers, aanwezig zijn.

Artikel 13 Onpartijdigheid

De voorzitter of een (plaatsvervangend) lid van de commissie neemt niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift als daarbij zijn onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

De zitting van de commissie is niet openbaar.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte en zakelijke vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overlegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 4.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter op eigen initiatief of op verzoek van de commissie, dit onderzoek instellen.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de medewerker(s) toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de medewerker(s) kunnen binnen één week na verzending van de in het tweede lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter neemt een beslissing over een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in dit reglement, die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien de minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het uit te brengen advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het ingestelde bezwaar.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies

  • 1.

    Het advies wordt, met verzending van het verslag als bedoeld in artikel 15 van deze regeling en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangt de commissie of haar kamers en de medewerker(s) een afschrift.

Artikel 19 Toezending afschrift beslissing

Het verwerend orgaan doet de commissie een afschrift toekomen van zijn beslissing op het bezwaarschrift.

Artikel 20 Geheimhouding

De leden van de commissie en de secretaris van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen bij de uitoefening van hun lidmaatschap ter kennis komt.

Artikel 21 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 22 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling bezwarencommissie personeelsaangelegenheden gemeente Meierijstad” en treedt in werking met ingang van de eerste dag na de bekendmaking.

  • 2.

    Vanaf de inwerkingtreding van deze regeling vervallen de bestaande regelingen:

    • Schijndel en Sint-Oedenrode: Verordening commissie bezwaarschriften gemeenten Sint-Oedenrode en Schijndel 2014 en

    • Veghel: Verordening inzake de behandeling bezwaarschriften personeelsaangelegenheden 2014.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 2 januari 2017.

De raad voornoemd,

De griffier,

A.F.J. Franken

De voorzitter,

M.A. Fränzel MSc