Regeling vervallen per 01-01-2020

Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2015

Geldend van 08-08-2015 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2015

Intitulé

Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2015

Het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag;

gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 17 juni 2015;

gelet op artikel 3:1 van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014, op grond waarvan de Metropoolregio is belast met de behartiging van het belang van de verbetering van het economisch vestigingsklimaat en tevens als taak heeft zorg te dragen voor de uitvoering van de gestelde doelstellingen op dit terrein;

overwegende dat de Metropoolregio Rotterdam Den Haag zich in de Agenda Economisch Vestigingsklimaat ten doel heeft gesteld om de economische kracht en het woon- en leefklimaat verder te versterken;

dat jaarlijks in de programmabegroting budgetten voor de versterking van het economisch vestigingsklimaat worden opgenomen om deze doelstelling te realiseren;

dat het wenselijk is deze budgetten beschikbaar te stellen in de vorm van financiële bijdragen ter uitvoering van projecten die bijdragen aan de versterking van het economisch vestigingsklimaat;

dat het wenselijk is de criteria om in aanmerking te komen voor een financiële bijdrage, schriftelijk vast te leggen;

gelet op artikel 3.3., eerste lid, van de gemeenschappelijke regeling waarin aan het algemeen bestuur alle bevoegdheden worden toebedeeld voor zover deze niet bij het dagelijks bestuur zijn neergelegd;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat Metropoolregio Rotterdam 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Bestuurscommissie: Bestuurscommissie economisch vestigingsklimaat van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag;

  • b.

    MRDH: Metropoolregio Rotterdam Den Haag;

  • c.

    Project: in de tijd begrensde activiteit of onderdeel van die activiteit;

Artikel 2 Bevoegdheid Bestuurscommissie economisch vestigingsklimaat MRDH

De Bestuurscommissie is belast met de uitvoering van deze regeling.

Artikel 3 Doelen financiële bijdrage

De MRDH stelt, binnen de relevante wettelijke kaders, financiële bijdragen beschikbaar aan gemeenten ten bate van projecten die tot doel hebben bij te dragen aan de realisering van de ambities van de MRDH die zijn vastgelegd in de Agenda economisch vestigingsklimaat, voor zover uit de bijdragen betaalde projectfinancieringen stroken met de toepasselijke staatssteunregels.

Artikel 4 Projecten die voor een bijdrage in aanmerking komen

Een bijdrage in het kader van de versterking van het economisch vestigingsklimaat wordt verstrekt voor projecten die:

  • a.

    bijdragen aan het beter functioneren van het gebied als één ruimtelijk economisch systeem;

  • b.

    aansluiten bij één of meer van de strategische thema’s van de Agenda Economisch Vestigingsklimaat, te weten:

    • 1.

      metropoolvorming;

    • 2.

      het toenemend belang van kennisontwikkeling in de economie;

    • 3.

      de opkomst van de nieuwe maakindustrie;

    • 4.

      ecologisering van de economie;

    • 5.

      het toenemend belang van aantrekkelijkheid stedelijk leven voor de economie.

  • c.

    projecten die bijdragen aan de versterking van één of meer van de werkvelden van de Agenda Economisch Vestigingsklimaat, te weten:

    • 1.

      bereikbaarheid;

    • 2.

      werklocaties;

    • 3.

      smart-infrastructuur;

    • 4.

      branding;

    • 5.

      clusters en campussen;

    • 6.

      financiering;

    • 7.

      onderwijs en arbeidsmarkt;

    • 8.

      nieuwe economische dragers landelijk gebied.

Artikel 5 Overige projectvoorwaarden

Een project als bedoeld in artikel 4 komt alleen in aanmerking voor een bijdrage wanneer naar het oordeel van de Bestuurscommissie is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    het project past binnen de doelstellingen van de Agenda Economisch vestigingsklimaat;

  • b.

    zonder bijdrage van de MRDH zal het project niet, niet in de voorgestelde opzet of niet tijdig worden uitgevoerd;

  • c.

    het project heeft een regionaal effect;

  • d.

    het project moet daadwerkelijk starten binnen 12 maanden nadat de bijdrage is verleend;

Artikel 6 Ontvanger van de bijdrage

Uitsluitend de aan de gemeenschappelijke regeling MRDH deelnemende gemeenten kunnen op grond van deze regeling een bijdrage ontvangen.

Artikel 7 Aanvraag bijdrage

  • 1. Een gemeente dient een aanvraag om een bijdrage tenminste dertien weken voor aanvang van het project in.

  • 2. Bij de indiening van een aanvraag om een bijdrage worden de volgende gegevens en bescheiden overgelegd:

    • a.

      een projectplan waarin het project inhoudelijk is uitgewerkt;

    • b.

      een sluitende projectbegroting;

    • c.

      een document waarmee de onvoorwaardelijke medewerking van betrokken partijen wordt aangetoond;

  • 3. De Bestuurscommissie kan in aanvulling op het tweede lid andere gegevens opvragen die nodig zijn voor de beoordeling van de aanvraag om een bijdrage.

Artikel 8 Toetsingscriteria

  • 1. De Bestuurscommissie beoordeelt de aanvragen die voldoen aan de voorwaarden in artikelen 4, 5 en 7 om in aanmerking te komen voor een bijdrage, aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      het percentage cofinanciering ten opzichte van de aangevraagde bijdrage is zo hoog mogelijk;

    • b.

      het project levert ten behoeve van de regio een bijdrage aan de werkgelegenheidsontwikkeling

      in kwantitatief opzicht;

    • c.

      het project is innovatief waarbij innovatie betrekking kan hebben op technologie, educatie en strategie;

    • d.

      het aantal samenwerkende partijen is zo groot mogelijk.

  • 2. Een bijdrage wordt uitsluitend verstrekt wanneer en voor zover het algemeen bestuur daarvoor financiële middelen op de begroting van de Metropoolregio beschikbaar heeft gesteld.

Artikel 9 Maximum en hoogte bijdrage

  • 1. De hoogte van de bijdrage bedraagt per project maximaal € 1.000.000.

  • 2. De kosten waarvoor een bijdrage wordt gevraagd, komen uitsluitend voor een bijdrage in aanmerking voor zover zij naar het oordeel van de Bestuurscommissie:

    • a.

      noodzakelijk zijn om het project uit te kunnen voeren;

    • b.

      rechtstreeks aan het project zijn toe te rekenen;

    • c.

      na indiening van de aanvraag zijn gemaakt; en

    • d.

      voor rekening van de aanvrager komen.

  • 3. Na afloop van het project wordt de hoogte van de bijdrage waarop recht bestaat, op basis van de werkelijke kosten vastgesteld.

Artikel 10 Beslistermijn

  • 1. De Bestuurscommissie beslist op aanvragen om een bijdrage binnen 13 weken na datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2. De Bestuurscommissie kan de beslistermijn met ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan voordat de beslistermijn als bedoeld in het eerste lid is verstreken.

Artikel 11 Uitvoering en verplichtingen

  • 1. De gemeente die de bijdrage ontvangt ziet er op toe dat:

    • a.

      het project wordt uitgevoerd overeenkomstig het bij de aanvraag ingediende projectplan. 

    • b.

      de totale financiële bijdragen aan het project voldoen aan de daarvoor toepasselijke staatssteunregels.

    • c.

      binnen 12 maanden na indiening van de aanvraag wordt gestart met de werkzaamheden ter uitvoering van het project.

  • 2. De gemeente die de bijdrage ontvangt informeert de bestuurscommissie zo spoedig mogelijk wanneer het projectplan mogelijk niet, niet volledig of in sterke afwijking van het ingediende plan, zal worden uitgevoerd.

  • 3. De Bestuurscommissie kan de ontvanger van de bijdrage bij de verlening daarvan nog andere verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de bijdrage.

Artikel 12 Weigeringsgronden

  • 1. De bijdrage kan worden geweigerd indien er gegronde reden bestaat aan te nemen dat:

    • a.

      het project niet of niet geheel zal worden uitgevoerd;

    • b.

      de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen;

    • c.

      de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de bijdrage van belang zijn; of

    • d.

      de aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledig gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid.

  • 2. De bijdrage kan voorts worden geweigerd wanneer:

    • a.

      onvoldoende financiële middelen beschikbaar zijn;

  • 3. Voor zover een aanvraag slechts gedeeltelijk kan worden verleend wegens de beperkte beschikbaarheid van financiële middelen, verleent de Bestuurscommissie de bijdrage gedeeltelijk wanneer het project naar het oordeel van de Bestuurscommissie met die bijdrage zal worden gerealiseerd.

Artikel 13 Rekening en verantwoording

  • 1. De gemeente die de bijdrage ontvant legt binnen acht maanen na de afronding van het project rekening en verantwoording af aan de Bestuurscommissie over de uitvoering van het project en de besteding van de bijdrage.

  • 2. In het kader van het afleggen van rekening en verantwoording legt de gemeente die de bijdrage ontvangt de volgende gegevens over:

    • a.

      een schriftelijk verslag waaruit blijkt dat het projectplan is uitgevoerd;

    • b.

      een financieel verslag over de inkomsten en uitgaven waaruit blijkt dat de bijdrage aan de uitvoering van het projectplan is besteed.

  • 3. Het financieel verslag wordt voorzien van een verklaring afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 4. Indien de bijdrage minder dan € 100.000,- bedraagt kan afgezien worden van een verklaring afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. In dat geval wordt het financieel verslag vergezeld van onderbouwende documenten zoals facturen.

  • 5. Nadat rekening en verantwoording is afgelegd, stelt de Bestuurscommissie de hoogte van de bijdrage waarop recht bestaat, vast.

  • 6. Indien niet op tijd rekening en verantwoording wordt afgelegd, stelt de Bestuurscommissie de betreffende gemeente in de gelegenheid dat alsnog te doen binnen een termijn van vier maanden.

  • 7. Is na afloop van de in het vijfde lid bedoelde termijn niet alsnog rekening en verantwoording vastgelegd, dan stelt de Bestuurscommissie de hoogte van de bijdrage waarop recht bestaat ambtshalve vast.

  • 8. Indien de gemeente een hoger bedrag aan voorschotten heeft ontvangen dan waar zij op grond van de vaststelling recht heeft, dan kan de Bestuurscommissie overgaan tot terugvordering van het teveel betaalde.

Artikel 14 Beschikking tot bijdragevaststelling

  • 1. De Bestuurscommisie stelt de bijdrage binnen 13 weken nadat rekening en verantwoording is afgelegd, vast.

  • 2. De bijdrage kan op nul euro vastgesteld worden.

  • 3. Indien blijkt dat de financiële bijdrage na beschikking tot vaststelling niet voldoet aan relevante wettelijke kaders of niet strookt met toepasselijke staatssteunregels, kan de Bestuurscommissie EV de bijdrage terugvorderen.

Artikel 15 Uitzonderingen

De Bestuurscommissie kan het bepaalde in deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, gelet op het belang van de versterking van het economisch vestigingsklimaat.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 april 2015.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat MRDH 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag van 3 juli 2015,
de secretaris,
mw. mr. drs. A.W.H. Bertram
de voorzitter,
ing. A. Aboutaleb