Regeling vervallen per 24-02-2022

Verordening commissie bezwaarschriften Midden-Groningen 2018

Geldend van 05-01-2018 t/m 19-06-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften Midden-Groningen 2018

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Midden-Groningen;

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van de gezamenlijke colleges van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer, Slochteren en Menterwolde van 22 augustus 2017;

gezien het advies van de klankbordgroep van 31 oktober 2017;

gelet op artikel 84 Gemeentewet, 147 en 149 Gemeentewet en artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

besluit de Verordening commissie bezwaarschriften Midden-Groningen 2018 vast te stellen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht

  • b.

    College: college van burgemeester en wethouders Midden-Groningen;

  • c.

    Commissie: vaste commissie - ex artikel 84 Gemeentewet - van advies voor de bezwaarschriften;

  • d.

    kamer: de commissie is ingedeeld in kamers

  • e.

    Raad: de Gemeenteraad Midden-Groningen;

  • f.

    Verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

Artikel 2. Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen of

    • b.

      de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit drie kamers namelijk:

    • a.

      de Sociale kamer: deze kamer bereidt adviezen voor met betrekking tot bezwaren tegen besluiten op grond van de sociale zekerheidswetgeving;

    • b.

      de Personele kamer: deze kamer bereidt adviezen voor met betrekking tot bezwaren tegen besluiten op het terrein van de rechtspositie van ambtenaren en de rechtspositie van de SW-medewerkers;

    • c.

      de Algemene kamer: deze kamer bereidt adviezen voor van alle bezwaren die niet tot de bevoegdheid van de sociale kamer dan wel de personele kamer behoren.

  • 2.

    Elke kamer bestaat overeenkomstig artikel 7:13 Awb uit ten minste één voorzitter en ten minste twee leden.

  • 3.

    De voorzitters en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen, met dien verstande dat de benoeming van de voorzitter(s) en de leden per 1 januari 2018 geschiedt door de Raad.

  • 4.

    De voorzitters en de leden maken geen deel uit van of zijn werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Midden-Groningen noch anderszins betrokken is bij de gemeentelijke organisatie van de gemeente Midden-Groningen.

  • 5.

    Het college wijst de voorzitters, plaatsvervangend voorzitters en de leden van de kamers aan.

Artikel 4. Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Het college kan één of meerdere secretarissen en tevens één of meer plaatsvervangers aanwijzen.

  • 3.

    De secretaris maakt geen deel uit van de commissie.

Artikel 5. Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitters en de leden van de Algemene kamer en de Sociale kamer worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Aftredende voorzitters en leden kunnen maximaal één keer herbenoemd worden voor een periode van vier jaar. De voorzitter en de leden van de Personele kamer worden benoemd voor een periode van 2 jaren en kunnen worden herbenoemd voor maximaal 4 jaren.

  • 2.

    De voorzitters en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3.

    De aftredende of ontslag nemende voorzitters of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4.

    Indien sprake is van herbenoeming van minimaal twee derde van de voorzitters en leden, geldt dat het college in overleg met de commissie een rooster van optreden opstelt teneinde de continuïteit van de commissie te borgen. Dit rooster is zodanig ingericht dat de leden niet gelijktijdig aftreden.

Artikel 6. Minnelijke schikking en (pre-)mediation

  • 1.

    De secretaris van de commissie kan in overleg met de voorzitter, na ontvangst van een bezwaarschrift dat behandeling in de commissie behoeft, onderzoeken of het bezwaar in de minne kan worden bijgelegd. De secretaris en de medewerker(s) van de behandelende afdeling verrichten daartoe de nodige handelingen.

  • 2.

    Indien alle partijen te kennen geven dat zij een minnelijke schikking wensen, wordt dit schriftelijk bevestigd door de secretaris. Partijen worden hierbij gewezen op het bepaalde in artikel 7:10 van de wet.

  • 3.

    Indien de voorzitter en de leden van een kamer tijdens de zitting vaststellen dat partijen wensen te onderzoeken of het bezwaar in de minne kan worden bijgelegd, is het bepaalde in dit artikel, voor zover mogelijk, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7. Uitoefening bevoegdheden

  • 1.

    De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de secretaris van de commissie:

    • a.

      artikel 2:1, tweede lid;

    • b.

      artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

    • c.

      artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

    • d.

      artikel 7:4, tweede lid.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:6, vierde lid Awb.

Artikel 8. Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de kamer is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De Algemene kamer of de Sociale kamer laat zo nodig ter plaatse een bezichtiging houden ten overstaan van belanghebbenden. Van deze plaatsopneming ontvangen belanghebbenden tijdig bericht.

  • 3.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de kamer bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen.

  • 4.

    Indien kosten zijn verbonden aan het vermelde in lid 1 tot en met 3, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9. Hoorzitting

  • 1.

    De secretaris bepaalt, eventueel in overleg met de voorzitter, plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De kamer van de commissie vergadert zo vaak de secretaris of de voorzitter haar bijeen roept.

  • 3.

    De voorzitter beslist, eventueel in overleg met de secretaris, over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 4.

    Indien de voorzitter op grond van het in het vijfde lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien, doet hij via de secretaris daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 10. Uitnodiging zitting

  • 1.

    De belanghebbenden en het verwerend orgaan worden ten minste tien dagen voor de zitting schriftelijk uitgenodigd door de secretaris.

  • 2.

    Binnen vier dagen na verzending van de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de secretaris verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de secretaris, eventueel in overleg met de voorzitter, op dit verzoek wordt uiterlijk drie dagen voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11. Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, en ten minste één lid aanwezig is.

Artikel 12. Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitters en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13. Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zittingen van de Sociale Kamer en de Personele Kamer zijn niet openbaar.

  • 2.

    De zitting van de Algemene Kamer is openbaar.

  • 3.

    Bij openbare zittingen kunnen de deuren worden gesloten indien de voorzitter van de kamer of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet en de kamer daarmee instemt.

  • 4.

    De kamer kan hiertoe oordelen dan wel instemmen conform het derde lid indien er gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten.

Artikel 14. Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de kamer.

Artikel 15. Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de kamer, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de kamer, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de kamer een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16. Raadkamer en advies

  • 1.

    De kamer beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De kamer beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 5.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de kamer ondertekend.

Artikel 17. Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel 14 en eventueel door de kamer ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien op grond van artikel 8 vooronderzoek of op grond van artikel 15 nader onderzoek wordt verricht is uitstel mogelijk voor zover de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad of ermee instemmen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging op grond van voorgaand lid, ontvangen de kamer en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 18. Jaarverslag

  • 1.

    De commissie brengt jaarlijks vóór 1 mei aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

  • 2.

    Tezamen met het jaarverslag stuurt de commissie eventueel een brief met aanbevelingen aan het college, ter verhoging van de juridische kwaliteit van het gemeentelijk handelen op de terreinen waar de commissie mee in aanraking komt.

Artikel 19. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

  • 2.

    Deze verordening is ook van toepassing op bezwaren die voor 1 januari 2018 bij de gemeente Hoogezand-Sappemeer, Slochteren of Menterwolde zijn ingediend en die nog in behandeling zijn.

Artikel 20. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften Midden-Groningen 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 januari 2018,

De voorzitter,

De griffier,

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 2 januari 2018,

De burgemeester, De secretaris,

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 2 januari 2018,

De burgemeester,