Regeling vervallen per 10-05-2021

AVOI gemeente Moerdijk

Geldend van 01-01-2016 t/m 09-05-2021

Intitulé

AVOI gemeente Moerdijk

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 8 oktober 2015,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 augustus 2015,

gelet op artikelen 149, 156 en 160 van de Gemeentewet en de artikelen 5.2 en 5.4 van de Telecommunicatiewet,

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren GEMEENTE MOERDIJK

Hoofdstuk 1

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en bijbehorende toelichting worden verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: de natuurlijke of rechtspersoon die als belanghebbende een aanvraag voor een instemmingbesluit of een vergunning wenst in te dienen of heeft ingediend voor het leggen van kabels of leidingen;

  • b.

    calamiteit: een incident met voor de omgeving mogelijk grote gevolgen, die niet zelfstandig kunnen worden afgewikkeld en waarbij gecoördineerde inzet van hulpverleningsorganisaties en diensten van verschillende disciplines is vereist om de gevolgen te beperken;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    Handboek: het Handboek Kabels en Leidingen van de gemeente;

  • e.

    herstel: het op vakkundige wijze terugbrengen van de verhardingsmaterialen in het oorspronkelijke verband;

  • f.

    huisaansluiting: het niet met andere kabels of leidingen samengebonden gedeelte van de kabel of leiding in of op openbare gronden dat een netwerk, dat naar zijn aard voor aansluiting van huishoudens wordt opengesteld, verbindt met een netwerkaansluitpunt ten behoeve van één onroerende zaak;

  • g.

    instemmingsbesluit: schriftelijk besluit van het college zoals bedoeld in artikel 5.4, eerste lid onder b. van de Telecommunicatiewet;

  • h.

    kabel- en leidingentracé: de locatie waarvan de gemeente heeft bepaald waar kabels en/of leidingen kunnen worden gelegd;

  • i.

    kabels en leidingen: kabels en/of (buis)leidingen als onderdeel van een net(werk);

  • j.

    leggen van kabels of leidingen: het aanbrengen of aanleggen, instandhouden, onderhouden, verleggen, vernieuwen, herstellen en verwijderen van kabels of leidingen en het verrichten van hierbij behorende werkzaamheden in of op door de gemeente beheerde openbare gronden;

  • k.

    marktconforme kosten: kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

  • l.

    net (of netwerk): een ondergrondse kabel of leiding, of een samenstel daarvan, daaronder mede begrepen lege buizen, kokerconstructies en voorzieningen, bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, uitgezonderd het rioleringsnetwerk;

  • m.

    netbeheerder: degene die als natuurlijk persoon handelend in de uitvoering van een beroep of een bedrijf dan wel als rechtspersoon een kabel- c.q. buisleidingennet beheert;

  • n.

    niet-openbare kabels en leidingen: kabels en leidingen (dan wel het netwerk waartoe ze behoren) die niet worden gebruikt om openbare (voor het publiek beschikbare) diensten aan te bieden;

  • o.

    openbaar elektronisch communicatienetwerk: een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel: 1.1 onder h. van de Telecommunicatiewet;

  • p.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren zoals bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet;

  • q.

    spoedeisende werkzaamheden: werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening, waarvan uitstel redelijkerwijs niet mogelijk of wenselijk is;

  • r.

    vergunning: vergunning, op schriftelijke aanvraag verleend door het college, voor werkzaamheden in verband met het leggen van kabels of leidingen, niet zijnde de werkzaamheden waarvoor een instemmingsbesluit noodzakelijk is;

  • s.

    verleggingen: definitieve of tijdelijke maatregelen waaronder het verplaatsen van kabels en/of leidingen die noodzakelijk worden geacht voor het oprichten van gebouwen of het uitvoeren van werken door of vanwege de gemeente;

  • t.

    voorzieningen: ondergrondse ondersteunings- en beschermingswerken, waaronder buizen, ten behoeve van de kabels en leidingen;

  • u.

    werkzaamheden: handmatige en mechanische werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met het leggen van kabels en leidingen;

  • v.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard: werkzaamheden

    • -

      die betrekking hebben op het onderhouden, wijzigen of uitbreiden van een al rechtsgeldig in de openbare ruimte van de gemeente aanwezig ondergronds netwerk;

    • -

      met geringe overlast c.q. belemmeringen voor de omgeving;

    • -

      waarbij geen rijbanen of andere verhardingen, wateren of groenvoorzieningen (in de zin van beplanting) worden gekruist;

    • -

      waarbij geen boringen worden toegepast;

    • -

      en die dusdanig beperkt zijn dat, steeds ter beoordeling van het college, als uitzondering een lichter procedureel regime toegepast kan worden en die bedoeld zijn voor:

    • -

      het aanbrengen/ verwijderen van kabels of leidingen met een aaneengesloten te ontgraven lengte van minder dan 25 meter (gerekend vanaf de perceelgrens) in een reeds aanwezig netwerk en waaronder niet verstaan wordt de plaatsing van onder- en bovengrondse kasten en handholes; of

    • -

      het realiseren van incidentele huisaansluitingen waarbij clustering niet is toegestaan; of

    • -

      proefsleuven; of

    • -

      reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan het netwerk over een lengte van minder dan 25 meter dan wel van lasgaten, en niet zijnde het plaatsen van een nieuwe handhole of nieuwe en ondergrondse lasmoffen; of

    • -

      werkzaamheden met een grondoppervlakte van maximaal 10 m2.

Artikel 2 Toepasselijkheid

  • 1. Deze verordening is van toepassing op het leggen van kabels of leidingen in of op de openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in eigendom heeft of daarover coördinatieverplichtingen heeft.

  • 2. Het college voert de regie over de efficiënte ordening van kabels en leidingen in, op en boven de openbare gronden.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht betreffende de v an rechtswege verleende beschikking is niet van toepassing op het bepaalde in deze verordening.

  • 4. De verordening is niet van toepassing op de gemeente bij het uitvoeren van haar publieke taak.

  • 5. De verordening is niet van toepassing op het gebied van het Havenschap Moerdijk, dat de verantwoordelijke instantie is voor het verstrekken van vergunningen en de coördinatie van de voorgenomen werkzaamheden aan kabels en/of leidingen in dat gebied .

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd krachtens deze verordening nadere regels te stellen.

Hoofdstuk 2. Aanvraag voor vergunning of instemming en meldingen

Artikel 4 Vereiste van vergunning of instemming

  • 1. Het is verboden kabels en/of leidingen in of op openbare gronden te leggen zonder, of in afwijking van, een voorafgaand op aanvraag verleende vergunning, of van een voorafgaand op aanvraag verleend instemmingsbesluit indien het betreft een kabel of leiding die valt onder de werking van de Telecommunicatiewet.

  • 2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de provinciale wegenverordening of de waterschapskeur.

  • 3. Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard, spoedeisende werkzaamheden of calamiteiten is geen instemming of vergunning, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een melding vooraf aan het college.

Artikel 5 Aanvraag en/of melding

  • 1. Voor werkzaamheden als bedoeld in artikel 4, eerste lid van deze verordening dient een netbeheerder minimaal acht weken voor de geplande aanvang van de werkzaamheden bij het college een aanvraag in voor een instemmingsbesluit, gekoppeld aan de melding van de voorgenomen werkzaamheden, of voor een vergunning.

  • 2. Indien voor de voorgenomen werkzaamheden tevens (privaatrechtelijke) toestemming nodig is van andere grondeigenaren of grondbeheerders, wordt het college daarover terstond geïnformeerd door de aanvrager. Uiterlijk vier weken na indiening van de aanvraag wordt het college in kennis gesteld van de resultaten van het overleg met deze andere grondeigenaren of grondbeheerders.

  • 3. In geval van werkzaamheden van niet ingrijpende aard, meldt de netbeheerder minimaal drie werkdagen voor uitvoering deze werkzaamheden schriftelijk bij het college (in geval van e-mail bij het door de gemeente aangegeven mailadres).

  • 4. In geval van spoedeisende werkzaamheden of calamiteiten, volstaat een melding door de netbeheerder voor aanvang bij het door de gemeente ingestelde meldpunt, en dient deze melding binnen uiterlijk 48 uren na de uitvoering schriftelijk te worden gemotiveerd via een uitvoeringsverslag.

  • 5. Een melding of aanvraag moet compleet zijn alvorens in behandeling te kunnen worden genomen.

  • 6. Het college is bevoegd in nadere regels delen van het grondgebied aan te wijzen waarop de uitzonderingsprocedures van het derde en vierde lid van dit artikel niet van toepassing zijn.

Artikel 6 Gegevensverstrekking

  • 1. Het college stelt nadere regels vast over de te verstrekken gegevens en de wijze waarop die worden verstrekt bij een aanvraag of melding als bedoeld in deze verordening.

  • 2. Het college stelt de voor een aanvraag of melding te gebruiken formulieren vast.

Artikel 7 Beslistermijnen

  • 1. Het college beslist op een aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid van deze Verordening binnen uiterlijk acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Bij een aanvraag waarbij meer grondeigenaren of grondbeheerders zijn betrokken, of ook andere vergunningen vereist zijn, wordt de beslissing genomen binnen acht weken na ontvangst van de complete aanvraag èn nadat deze andere toestemmingen verkregen en overlegd zijn.

  • 3. Bij werkzaamheden van niet-ingrijpende aard beslist het college binnen drie werkdagen. Op grond van belangen als genoemd in artikel 9, eerste lid, van deze Verordening, kan het college bepalen dat uitvoering op een ander tijdstip moet plaats vinden.

  • 4. Ingeval de openbare orde of gevaar dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar zich verzet tegen de uitvoering van conform artikel 5, vierde lid van deze Verordening gemelde spoedeisende werkzaamheden of calamiteiten, kan de burgemeester besluiten dat deze werkzaamheden op een ander dan het voorgenomen tijdstip plaatsvinden. Een dergelijk besluit wordt onverwijld na het tijdstip van ontvangst van de melding genomen.

  • 5. Indien een beschikking niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn kan worden gegeven, deelt het college dit mede en noemt het een redelijke termijn waarbinnen dat wel kan.

Artikel 8 Geldigheid

  • 1. De werking van een instemmingsbesluit of vergunning eindigt bij het einde van de betreffende werkzaamheden, in de zin van een door de gemeente geaccordeerde oplevering.

  • 2. Werkzaamheden moeten zijn voltooid vóór de door het college vastgestelde, en in het instemmingsbesluit of vergunning aangegeven datum; indien geen datum is aangegeven, bedraagt de maximale werkingsduur 12 maanden.

  • 3. Indien de werkzaamheden niet tijdig kunnen worden uitgevoerd, vervalt de vergunning of het instemmingsbesluit en moet eventueel een nieuw instemmingsbesluit of vergunning worden aangevraagd. Een situatie van overmacht moet tijdig worden medegedeeld, met in acht name van de maximale geldigheidsduur en ter beoordeling van het college.

  • 4. De einddatum, als bedoeld in het eerste lid, kan na een schriftelijk en gemotiveerd verzoek , door het college worden verlengd, geheel ter beoordeling van het college.

  • 5. Het instemmingsbesluit of de vergunning vervalt indien de aanvrager schriftelijk aan het college verklaart er geen gebruik van te willen maken.

  • 6. Het college kan een instemmingsbesluit of vergunning wijzigen of intrekken, indien:

    • a.

      de beschikking op basis van onjuiste of onvolledige gegevens is verleend;

    • b.

      de netbeheerder, of de door deze ingeschakelde derde partij, het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning of instemmingsbesluit niet naleeft.

Artikel 9 Voorschriften, beperkingen en weigeringsgronden

  • 1. Het college kan aan een instemmingsbesluit of een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden, dan wel een vergunning weigeren, in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de veiligheid, waaronder in elk geval moet worden verstaan de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

    • c.

      het voorkomen of beperken van overlast;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen, doelmatig beheer en onderhoud en het belang van nader aan te geven grote lokale evenementen als weekmarkten en kermissen;

    • e.

      de ondergrondse ordening: het leggen van kabels en leidingen geschiedt op zodanige wijze dat het beheer van andere netten niet in gevaar wordt gebracht of zonder noodzaak wordt bemoeilijkt, en waaronder ook verstaan wordt het uiterlijk aanzien van de omgeving en de bescherming van milieu, archeologische vondsten en (groen)voorzieningen en het voorkomen van schade.

  • 2. De netbeheerder draagt er zorg voor dat de voorschriften worden nageleefd.

  • 3. Het college stelt nadere regels vast in de vorm van een Handboek voor de wijze van uitvoering bij het leggen van kabels en/of leidingen en medegebruik van voorzieningen. Bij tegenstrijdigheden hebben de bepalingen van de AVOI voorrang.

  • 4. Openbare gronden worden na beëindiging van de werkzaamheden in de oude staat teruggebracht, tenzij het college anders heeft besloten. In de centrumgebieden van de kernen vindt het herstraten plaats door de door de gemeente aan te wijzen aannemer; herstraatwerkzaamheden buiten deze gebieden vinden plaats door de aannemer van de netbeheerder. Indien de netbeheerder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating, verlangt het college specifiek schadeherstel. Het college stelt nadere regels vast over schadeherstel en vergoeding van degeneratie- en toezichtkosten. De netbeheerder is gehouden tot het, op basis van redelijkheid en billijkheid en conform de algemene regels van het aansprakelijkheidsrecht, vergoeden van alle schade, voor de gemeente, voortvloeiende uit de door of vanwege de netbeheerder uit te voeren werkzaamheden. De berekening van de schadevergoeding is gebaseerd op marktconforme herstel-, onderhouds-, beheers/toezicht- en degeneratiekosten of werkelijke kosten, met als uitgangspunt marktconforme kostendekkendheid voor de gemeente.

  • 5. Indien binnen 5 jaar na gepland groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de netbeheerder werkzaamheden wil of moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan de uitvoering en het herstel. De eventuele kosten die hieruit voortvloeien zijn voor rekening van de netbeheerder.

  • 6. Indien het voorgestelde leidingentracé naar het oordeel van de gemeente geen ruimte biedt voor nieuwe kabels of belemmerend kan zijn voor het toekomstig gebruik ervan, geeft de gemeente dit aan met een advies voor een vervangend tracé en legt de aanvrager de gemeente een alternatief tracé voor. Ook kan de aanvrager andere netbeheerders een verzoek doen tot medegebruik van voorzieningen (in het geval van elektronische communicatienetwerken) en wordt bezien of andere netbeheerders voorgenomen werkzaamheden op dat tracé willen combineren.

Hoofdstuk 3. Overige bepalingen

Paragraaf 3a. Bepalingen voor alle netten/netwerken

Artikel 10 Eigendom

  • 1. Indien de eigendom, exploitatie of beheer van een net, kabel of leiding, als bedoeld in deze verordening, wordt overgedragen, stelt de overdragende partij het college onverwijld van deze overdracht in kennis en draagt tevens zorg voor overdracht van de rechten en plichten krachtens deze verordening op de nieuwe eigenaar.

  • 2. Indien de gemeente gronden vervreemdt, waar kabels en/of leidingen op basis van verstrekte vergunning of instemmingsbesluit rechtsgeldig liggen, zal in overleg met de netbeheerder het eigendom van de kabels en/of leidingen voor zover nodig worden geborgd, maar geeft dit geen rechtsgrond voor vergoeding.

Artikel 11 Overleg

  • 1. Het college organiseert periodiek een overleg, waarvoor de bij de gemeente bekende netbeheerders en eventuele andere belanghebbenden worden uitgenodigd.

  • 2. Dit overleg is mede gericht op de beoordeling van mogelijk medegebruik van voorzieningen en afstemming van gezamenlijk uit te voeren werkzaamheden.

  • 3. Netbeheerders kunnen om overleg verzoeken.

  • 4. De gemeente nodigt de netbeheerders uit voor vooroverleg over gebiedsontwikkeling en daaruit voortvloeiende consequenties voor de kabels en leidingen, waaronder verleggingen, dit met als doel planvorming tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten.

Paragraaf 3b. Bepalingen voor de openbare elektronische communicatienetwerken

Artikel 12 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1. Het college kan haar instemming weigeren in geval van werkzaamheden aan niet-openbare kabels en/of leidingen in of op openbare gronden. In het geval van toestemming of vergunning houdt dit geen gedoogplicht in van de betreffende kabels en/of leidingen.

  • 2. Niet-openbare kabels en/of leidingen moeten, indien dit verzocht wordt door het college, op gronden genoemd in artikel 9, eerste lid, op kosten van de eigenaar van de kabels en/of leidingen, worden verlegd.

Artikel 13 (Mede)gebruik van voorzieningen

Een netbeheerder moet, binnen het kader van de artikelen 5.2 en 5.12 van de Telecommunicatiewet, bij aanleg zoveel mogelijk (mede)gebruik (laten) maken van bestaande, hetzij door andere netbeheerders hetzij door of in opdracht van de gemeente aangelegde, voorzieningen.

Artikel 14 Informatieplicht

  • 1. De netbeheerder stelt het college conform het bepaalde in de Telecommunicatiewet, artikel 5.2 negende lid, onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een openbaar net in of op openbare gronden.

  • 2. De netbeheerder levert op verzoek van het college een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. De bewijslast met betrekking tot het gebruik ligt bij de netbeheerder.

Paragraaf 3c. Bepalingen voor de netten van overige kabels en leidingen

Artikel 15 Verleggingen van leidingen

  • 1. Voor verleggingen van kabels of leidingen, niet zijnde een net voor transport van informatie, in of op openbare gronden op verzoek van het college, gelden de volgende bepalingen:

    • a.

      de netbeheerder is verplicht op verzoek van het college over te gaan tot het nemen van maatregelen voor kabels en leidingen ten dienste van zijn net, waaronder het verplaatsen, voor zover deze maatregelen noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente in het algemeen belang;

    • b.

      de gemeente en de netbeheerder zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken;

    • c.

      het college neemt het besluit tot een schriftelijke aanwijzing voor het verleggen van een leiding zo mogelijk op basis van overeenstemming;

    • d.

      na een schriftelijk verzoek van het college tot het nemen van maatregelen gaat de netbeheerder zo spoedig mogelijk over tot de uitvoering, doch niet later dan dertien weken na de datum van ontvangst van het verzoek.

    • e.

      in afwijking van de termijn, bedoeld in artikel 4:130, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht beslist het college binnen uiterlijk 6 maanden na inschakeling van een adviseur.

  • 2. Indien ten gevolge van werkzaamheden, niet zijnde gemeentelijke werkzaamheden, verplaatsing, wijziging of verwijdering van enig eigendom van de gemeente noodzakelijk is, dan wel ten behoeve van werkzaamheden speciale voorzieningen moeten worden getroffen, komen de kosten ervan voor rekening van de opdrachtgever, tenzij er redelijkerwijs aanleiding bestaat om de kosten over meerdere partijen te verdelen, dan wel om geen kosten in rekening te brengen.

  • 3. Het college geeft van zijn voornemen van een werk, zijnde de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door de gemeente, waarvan de verlegging van kabels en leidingen van netbeheerders het gevolg kan zijn, zo spoedig mogelijk een schriftelijke mededeling aan de netbeheerder. Deze mededeling bevat ten minste:

    • a.

      de omschrijving van de voorgenomen werkzaamheden;

    • b.

      de vermelding van de mogelijk te verleggen leidingen;

    • c.

      een tekening van het plangebied met daarop aangegeven de plangrenzen;

    • d.

      een tekening met daarop aangegeven de bestaande situatie;

    • e.

      een tekening met daarop aangegeven de nieuwe situatie;

    • f.

      een tekening met daarop aangegeven het tracé voor de te verleggen leidingen;

    • g.

      een uitnodiging voor een overleg met het college binnen twee weken na dagtekening, waarvoor alle betrokken netbeheerders worden uitgenodigd.

  • 4. Het college streeft naar overeenstemming met de netbeheerder over de verlegging, uitvoering en planning met als doel een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten.

  • 5. Indien tijdens het vooroverleg blijkt dat er sprake is van kabels of leidingen die niet noodzakelijk verlegd moeten worden krijgt de netbeheerder de gelegenheid om op eigen kosten die leidingen te rijzen, te vervangen of te verwijderen of andere voldoende aanpassingen te verrichten.

  • 6. De in het vijfde lid bedoelde werkzaamheden worden zodanig ingepland en uitgevoerd dat de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken geen vertraging oplopen.

Artikel 16 Verwijderen van leidingen

  • 1. De netbeheerder is verplicht na het geheel of gedeeltelijk intrekken van de vergunning de leiding binnen een door het college te bepalen termijn te verwijderen.

  • 2. Buiten gebruik gestelde kabels en leidingen moeten bij reconstructies op aanzegging van het college worden verwijderd.

  • 3. De procedure uit deze AVOI voor het verkrijgen van vergunning is van overeenkomstige toepassing op de verwijderingen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

Hoofdstuk 4 Toezicht-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 17 Toezicht en handhaving

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

  • 2. Overtreding van artikel 4, eerste of derde lid van deze verordening, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie, en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 18 Overgangsbepalingen

  • 1. Een vergunning of instemmingsbesluit voor handelingen als bedoeld in artikel 4 van deze verordening, die is verleend vóór de inwerkingtreding van deze verordening, wordt gelijkgesteld met een vergunning of instemmingbesluit als bedoeld in artikel 4 van deze verordening.

  • 2. Het college heeft de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening.

Slotbepalingen

Artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 2. De verordening wordt met inachtneming van de bepalingen in de Gemeentewet bekendgemaakt in huis aan huis blad de Moerdijkse Bode.

  • 3. Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de wettelijke verplichting van artikel 5.4 Telecommunicatiewet.

  • 4. De Telecommunicatieverordening gemeente Moerdijk, zoals vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 juli 1999, wordt ingetrokken.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘AVOI gemeente Moerdijk’.

Vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 8 oktober 2015,

de griffier,

H.D. Tiekstra

de voorzitter,

J.P.M. Klijs