Regeling vervallen per 31-07-2020

Verordening naamgeving en nummering (adressen)

Geldend van 08-10-2010 t/m 30-07-2020

Intitulé

Verordening naamgeving en nummering (adressen)

De raad van de gemeente Nederweert;

gelezen het voorstel van het college van 31 augustus 2010;

overwegende dat door de invoering per 1 juli 2009 van een wettelijke regeling omtrent basisregistraties adressen en gebouwen een nieuwe locale regeling moet worden vastgesteld voor naamgeving en nummering van woonplaatsen, openbare ruimten, verblijfs- en daarmee vergelijkbare objecten en terreinen;

dat met name de bestuursbevoegdheden nadere regeling behoeven;

gelet op de artikelen 6 Wet basisregistraties adressen en gebouwen (Wet bag),108 lid 1,147, 149 en 156 lid 1 Gemeentewet;

B e s l u i t:

vast te stellen de volgende ‘Verordening naamgeving en nummering (adressen)’.

Deel 1

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

In deze verordening (en de daarop berustende bepalingen) wordt verstaan onder:

a. Adres: door het college aan een verblijfsobject, een standplaats of een ligplaats toegekende benaming, bestaande uit een combinatie van de naam van een openbare ruimte, een nummeraanduiding en de naam van een woonplaats.

b. Afgebakend terrein: een terrein met een kunstmatige of natuurlijke afbakening, waarop zich geen verblijfsobjecten bevinden en dat betreedbaar en afsluitbaar is.

c. College: het college van burgemeester en wethouders.

d. Convenant: het tussen de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Koninklijke TPG Post BV gesloten Kader Convenant en Nader Convenant inzake postcodes.

e. Ligplaats: door het college als zodanig aangewezen plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, die is bestemd voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig.

f. Nummeraanduiding: door het college als zodanig toegekende aanduiding van een verblijfsobject, een standplaats, een ligplaats en een afgebakend terrein dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- en/of cijfercombinatie.

g. Openbare ruimte: door het college als zodanig aangewezen en van een naam voorziene buitenruimte die binnen één woonplaats is gelegen.

h. Pand: kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

i. Rechthebbende: een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht of een persoonlijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is om in die zaak te handelen zoals in de verordening is voorgeschreven, alsmede de beheerder.

j. Standplaats: door het college als zodanig aangewezen terrein of een gedeelte daarvan dat is bestemd voor het permanent plaatsen van een niet direct en duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.

k. Uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen inzake naamgeving en nummering (adressen).

l. Verblijfsobject: de kleinste binnen één of meerdere panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, die onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is.

m. Wijk- en buurtindeling: een indeling van de gemeente in wijken en buurten conform de eisen die het CBS aan deze indeling verbindt.

n. Woonplaats: door het college als zodanig aangewezen en van een naam voorzien gedeelte van het grondgebied van de gemeente.

o. De Wet: Wet basisregistraties adressen en gebouwen.

Hoofdstuk 2 NAAMGEVING EN BEGRENZING VAN WOONPLAATSEN, TOEKENNEN VAN NAMEN AAN DE OPENBARE RUIMTE, HET NUMMEREN VAN VERBLIJFSOBJECTEN, LIGPLAATSEN, STANDPLAATSEN EN AFGEBAKENDE TERREINEN

Artikel 2

1. Het college stelt de grens en de naam van de woonplaats(en) vast en kan desgewenst de woonplaats(en), al dan niet op basis van bouwblokken, in wijken en buurten verdelen en aanduiden met namen, zo nodig met letters en nummers.

2. Het college kent per woonplaats namen toe aan delen van de openbare ruimte en zonodig aan gemeentelijke gebouwen en bouwwerken.

3. Onder vaststellen, verdelen, aanduiden en toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

Artikel 3

1. Het college stelt de ligplaatsen en standplaatsen vast.

2. Het college kent binnen het grondgebied van de gemeente nummers toe aan verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen.

3. Het college bepaalt de afbakening van panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen.

4. De toekenning of afbakening, zoals bedoeld in het tweede en derde lid, kan ook op voor personen toegankelijke objecten, zijnde niet verblijfsobjecten of op afgebakende terreinen worden toegepast, indien dat naar oordeel van het college noodzakelijk is.

5. Onder vaststellen, toekennen en bepalen, zoals bedoeld in het eerste tot en met het vierde lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

Artikel 4

1. De door het college toegekende namen, zoals vervat in artikel 2, worden door of in opdracht van de gemeente blijvend zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

2. Aan objecten, zoals aangegeven in artikel 3, waarvoor een nummer is vastgesteld moet dat nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

3. Het is eenieder die daartoe niet is bevoegd is, verboden namen aan de openbare ruimte en woonplaatsen, wijken en buurten toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

4. Het is een ieder die daartoe niet is bevoegd, verboden aan een pand of verblijfsobject, stand- of ligplaats of afgebakend terrein nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

Hoofdstuk 3 PLAATSEN VAN NAAM- EN NUMMERBORDEN

Artikel 5 Gedoogplicht naamborden

1. Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met namen van de openbare ruimte, naamverwijsborden, nummerborden, nummerverzamelborden en andere (verwijs)aanduidingen aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, draagt de rechthebbende er zorg voor dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

2. Indien het college het noodzakelijk acht om een naambord, waarop de vervallen naam is doorgehaald, tijdelijk naast het naambord met de nieuwe naam te handhaven zal de rechthebbende dit toelaten als daaraan door het college een termijn van niet langer dan een jaar is verbonden.

3. De rechthebbende zorgt er voor dat de in de leden 1 en 2 bedoelde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

4. Het is de rechthebbende verboden in strijd te handelen met de zorg-/gedoogplicht bedoeld in de leden 1 tot en met 3.

Artikel 6 Verplichting tot aanbrengen van nummerborden

1. Het college zorgt er voor dat de nummers, bedoeld in artikel 3, lid 2, worden aangebracht op een bij het besluit te bepalen wijze, waarbij de hoofdoriëntatie van het hoofdgebouw bepalend is voor het nummeren.

2 In afwijking van het bepaalde in lid 1 is het toegestaan dat de rechthebbende, onder dezelfde voorwaarden, zicht- en leesbaar vanaf de openbare weg, zorgt voor het aanbrengen van de daarin bedoelde nummers, al dan niet in een afwijkende vorm, binnen vier weken na bekendmaking van het besluit van het college.

3. Indien verblijfsobjecten, ligplaatsen, standplaatsen of afgebakend terrein nog niet zijn voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na voltooiing aangebracht.

4. Het college kan de in leden 2 en 3 vermelde termijn verlengen.

5. Indien het college heeft besloten om een nummerbord, waarop het vervallen nummer is doorgehaald, naast het nummerbord met het nieuwe nummer te handhaven zal de rechthebbende dit toelaten of daar uitvoering aan geven als daaraan door het college een termijn van niet langer dan een jaar is verbonden.

6. De rechthebbende zorgt er voor dat de in de leden 1,2 en 5 bedoelde nummers vanaf de openbare weg zichtbaar blijven.

7. Het is de rechthebbende verboden te handelen in strijd met het bepaalde in de leden 2 t/m 6.

Hoofdstuk 4 NADERE VOORSCHRIFTEN

Artikel 7 Uitvoeringsvoorschriften

1. Het college kan nadere regels (uitvoeringsvoorschriften) vaststellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

2. De nadere regels mogen niet in strijd zijn met het convenant inzake postcodes.

Hoofdstuk 5 BESTUURSCOMPENSATIE

Artikel 8 Bestuurscompensatieregeling

Bij wijziging van namen van openbare ruimten, bedoeld in artikel 2 lid 2, of nummers bedoeld in artikel 3 lid 2, binnen 1 jaar na bekendmaking van het betrokken besluit, of bij een tweede wijziging binnen 5 jaar, worden de nadelige gevolgen voor de rechthebbende tot een minimum beperkt en worden gecompenseerd op de wijze zoals bepaald in de ‘Nota straatnaamgeving en huisnummering, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 8 juli 1997 en eventuele latere herzieningen daarvan.

Hoofdstuk 6 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 9 Strafbepaling

1. Overtreding van de artikelen 4 leden 3 en 4, 5 lid 4 en 6 lid 7 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

2. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aan te wijzen functionarissen.

Artikel 10 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op 1 oktober 2010.

Artikel 11 Vervallen oude regels

Op het moment van inwerkingtreding van deze verordening vervallen alle eerdere gemeentelijke regels en voorschriften voor het benoemen van delen van de openbare ruimte en het nummeren van de daaraan liggende objecten.

Artikel 12 Overgangsbepaling

Namen en nummers die op grond van de in artikel 11 vermelde regels en voorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na inwerkingtreding van deze verordening bestaan.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening naamgeving en nummering (adressen)’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 28 september 2010.
De griffier, De voorzitter,

Toelichting 1 MODELVERORDENING NAAMGEVING EN NUMMERING (ADRESSEN)