Horecabeleid en Horecasanctiebeleid Voor (para-)commerciële localiteiten

Geldend van 19-12-2013 t/m heden

Intitulé

Horecabeleid en Horecasanctiebeleid Voor (para-)commerciële localiteiten

Inleiding

Op 1 januari 2013 is de gewijzigde Drank- en Horecawet in werking getreden. De gemeenteraad van Nieuwkoop heeft op 31 januari 2013 regels over horeca en para-commercie aan de APV toegevoegd.

Inmiddels zijn nadere voorstellen in voorbereiding om de APV voor de horeca en de para-commercie opnieuw aan te passen. Om redenen van deregulering en vermindering van de administratieve lasten voor zowel de sector als de gemeente strekken de voorstellen tot vereenvoudiging van de huidige regeling over Exploitatievergunningen en worden algemene regels voor terrassen geïntroduceerd. In aanvulling daarop zijn en worden ook nadere beleidsregels van toepassing.

Deze gelegenheid van deregulering van de exploitatievergunning en van vergunningsvrije terrassen is een goed moment om de beleidsregels ook op schrift vast te leggen, voor de kenbaarheid en rechtszekerheid. Het is dan voor iedereen duidelijk wat bij de uitvoering van de regels voor de horeca en para-commercie van de gemeente mag worden verwacht. Daarbij gaat niet alleen om inhoudelijke beleidsregels, maar ook om de toezichts-, handhavings- en sanctiestrategieën, wanneer regels niet strikt worden nageleefd.

In deze nota worden het Horecabeleid en het Horecasanctiebeleid uitgewerkt en vastgelegd, uitdrukkelijk niet uitsluitend voor de commerciële horeca, maar ook voor de para-commerciële horeca. Beide omvatten een algemeen deel en een specifiek deel. In overeenstemming met de heersende leer gaan bijzondere regels voor op algemene regels.

I.HORECABELEID en HORECASANTIEBELEID

1.Toepassingsgebied en doel

1.1.Toepassingsgebied

Het horecabeleid en het horecasanctiebeleid is een uitwerking van artikel 2:28 e.v. van de Algemene Plaatselijke Verordening (Apv) van de gemeente Nieuwkoop.

Dit beleid is van toepassing op alle (para-)commerciële horecabedrijven in de gemeente Nieuwkoop.

1.2. Definities

Onder een horecabedrijf wordt verstaan: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Hieronder vallen in ieder geval: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis.

Een bij een horecabedrijf behorend terras en andere aanhorigheden maken voor deze beleidsnota deel uit van het horecabedrijf.

Onder een terras wordt verstaan: een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geserveerd of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

Bijzondere bedrijven (bijvoorbeeld seksinrichtingen) vallen niet onder de werking van dit beleid.

2. Samenwerkingspartners

De gemeente Nieuwkoop werkt op meerdere taakvelden samen met verschillende partijen, zo ook voor toezicht en handhaving. Ten aanzien van de horecasector zijn de Omgevingsdienst West-Holland en de politie daarbij belangrijke partners. Deze organisaties hebben ook zelfstandige bevoegdheden omtrent toezicht op en handhaving van de horeca. Op deze plaats wordt de onderlinge verhouding met de Omgevingsdienst en de politie geduid.

2.1. Relatie met Omgevingsdienst West-Holland

Naast de voorschriften die op basis van de Apv aan de horeca worden gesteld, moeten alle horeca-inrichtingen ook voldoen aan de voorschriften uit het Activiteitenbesluit en/of de Wet milieubeheer.

De voorschriften in het Activiteitenbesluit hebben betrekking op alle vormen van gevaar, schade en/of hinder veroorzaakt door de inrichting. Dit geldt ook voor indirecte hinder.

Bij de uitvoering van de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit blijkt in de praktijk vaak sprake te zijn van een zekere overlap met het horecabeleid en horecasanctiebeleid, die gebaseerd zijn op de Apv Nieuwkoop en de Gemeentewet.

Voor de toepassing van het horeca(sanctie)beleid impliceert één en ander dat zeer expliciet en duidelijk de grondslag voor een beschikking gevonden moet worden in de bescherming van de openbare orde en/of het voorkomen van de aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse.

Voor de afbakening in de praktijk betekent dit dat tegen horeca-inrichtingen die door het produceren van geluidsoverlast tevens de openbare orde verstoren of het woon- en leefklimaat ter plaatse aantasten, in eerste instantie wordt opgetreden op basis van het in deze nota beschreven sanctiebeleid.

Herhaalde overtredingen van de voorschriften uit deze nota gevoegd bij de waarnemingen op grond van de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit kunnen leiden tot een verplichting tot het laten treffen van duurzame bouwtechnische voorzieningen.

Tegen horeca-inrichtingen die geluidsoverlast produceren maar daarbij niet tevens de openbare orde verstoren of het woon- en leefklimaat ter plaatse aantasten, wordt uiteraard alleen opgetreden op grond van het Activiteitenbesluiten/of de Wet milieubeheer.

2.2. Relatie met de politie

De politie heeft een primair eigen strafrechtelijke taak die zij onafhankelijk uitvoert. Omdat de gemeente en de politie beiden belast zijn met het toezicht op de openbare orde, kunnen zij behoudens hun eigen primaire taak ook zaken waarnemen waarin zij in eerste instantie niet een primaire taak hebben. In die gevallen wordt de betreffende partij hiervan op de hoogte gesteld middels een bestuurlijke- of toezichtsrapportage. Bij dringende zaken wordt dit direct opgepakt.

3. Handhavingsprocedure

3.1. Informeren leidinggevende/ondernemer over overtredingen

Indien de toezichthouders van de gemeente Nieuwkoop een overtreding hebben geconstateerd, verdient het de voorkeur dat de aanwezige leidinggevende dan wel ondernemer van het horecabedrijf hierover wordt geïnformeerd zodat inbreuken op de openbare orde als gevolg van geconstateerde overtredingen direct kunnen worden beëindigd. Ook voor de vaststelling van de overtreding kan het ter plaatse horen van de leidinggevende of ondernemer van belang zijn.

Er kunnen zich echter ten tijde van de constatering van de overtreding omstandigheden voordoen, dat het voor de toezichthouders van de gemeente Nieuwkoop niet mogelijk is om de leidinggevende van het horecabedrijf dat de overtreding begaat direct op de hoogte te stellen dan wel aan te spreken. Voor de sanctionering van overtredingen is dit geen vereiste. In het kader van toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften bestaat geen verplichting voor de toezichthouder om belanghebbenden te horen dan wel onmiddellijk van zijn bevindingen in kennis te stellen. Immers, tijdens de zienswijzenprocedure wordt de ondernemer gehoord over de feiten die ten grondslag liggen aan de voorgenomen sanctie.

3.2. Zienswijze

Op grond van artikel 4:8 van de Awb moet een belanghebbende in de gelegenheid worden gesteld zijn zienswijze kenbaar te maken, voordat het bestuursorgaan een definitief besluit neemt.

Voorafgaand aan het besluit wordt de belanghebbende in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen. Bij dit 'zienswijzegesprek' tussen de ondernemer en vertegenwoordigers van de afdeling VVH en eventueel de politie worden alle overtredingen besproken die de grondslag vormen voor het te nemen besluit.

Overtredingen die eerder tot een sanctie hebben geleid komen niet nogmaals voor bespreking in aanmerking. Bij het zienswijzegesprek voor de eerste sanctie wordt naast de overtreding die leidt tot de sanctie ook de overtreding besproken die aanleiding heeft gegeven tot de waarschuwing, voor zover er ten minste een waarschuwing aan vooraf is gegaan.

3.3. Rechtsbescherming

Een schriftelijke waarschuwing (gele kaart) in geval van de overtreding van de voorschriften is geen besluit op grond van de Awb, omdat het niet gericht is op een rechtsgevolg. Doel van de waarschuwing is dat een besluit gericht op rechtsgevolg voorkomen kan worden.

Hieruit volgt dat tegen een beschikking geen rechtsmiddelen – bezwaar, (hoger) beroep en een voorlopige voorziening – open staan.

Een maatregel op grond van het horecasanctiebeleid – in de vorm van (tijdelijke) intrekking van vergunning of ontheffing, vervroeging van de sluitingsuren en herstelsancties – geldt wel als een besluit gericht op rechtsgevolg.

Daartegen is het dan wel mogelijk om bezwaar en beroep (artikel 7:1 van de Awb) in te stellen. Ook een handhavingsbesluit treedt direct na de bekendmaking daarvan in werking. Bekendmaking vindt plaats door toezending van het besluit aan de overtreder. De rechtskracht blijft onverminderd van toepassing totdat een voorzieningenrechter (facultatieve fase tussen bezwaar en beroep) daarover een tijdelijke beslissing heeft genomen.

3.4. Publicatie van sancties

Opgelegde sancties worden openbaar bekend gemaakt. De publicatie van elke opgelegde sanctie vindt plaats door middel van een mediagericht bericht. De inrichtingsnaam met adres, de sanctiesoort, en de periode dat de sanctie geldt dan wel het sanctie- bedrag zal daarin vermeld worden.

II. HORECABELEID

4. Beleidsregels

Door het nieuwe horeca-exploitatiebeleid heeft het overgrote deel van de horecabedrijven geen aparte exploitatievergunning meer nodig. Voorkomen van overlast kan bijgevolg niet meer in voorschriften bij een separate vergunning worden gereguleerd.

In de plaats daarvan worden voor horecabedrijven algemeen geldende beleidsregels geïntroduceerd. Deze horecabeleidsregels hebben betrekking op de openbare orde, openings-/sluitingstijden, gebruik en ontoelaatbaarheden en terrassen.

4.1. Openbare orde

  • 1.

    De exploitant van de inrichting draagt er nauwlettend zorg voor dat in de inrichting alsmede in de onmiddellijke omgeving van de inrichting de openbare orde niet wordt verstoord en het woon en leefklimaat niet wordt aangetast door:

a. de exploitatie van de inrichting.

b. bezoekers van de inrichting.

  • 2.

    Het is niet toegestaan activiteiten te ontplooien die samenscholingen voor de inrichting zouden kunnen stimuleren.

  • 3.

    Verstoringen van de (openbare) orde van meer dan geringe betekenis worden door de gemeente Nieuwkoop bij de politie gemeld. Indien er sprake is van gebruik van geweld wordt de politie altijd door de gemeente Nieuwkoop in kennis te worden gesteld.

  • 4.

    Gedurende de openingstijden van de inrichting dient ter uitvoering van beveiligingswerkzaamheden een portier aanwezig te zijn.

  • 5.

    Personen die in de uitoefening van het horecabedrijf beveiligingswerkzaamheden verrichten (horecaportiers) dienen te voldoen aan de eisen gesteld bij of krachtens de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.

  • 6.

    De horecaondernemer is verplicht om de feitelijke beveiligingswerkzaamheden en de volledige personalia van deze portier aan de afdeling Bijzondere Wetten van de politie Eenheid Den Haag en een afschrift daarvan aan de gemeente Nieuwkoop te zenden.

  • 7.

    Glaswerk en (alcoholische) drank mogen door bezoekers van de inrichting niet mee naar buiten worden genomen.

  • 8.

    Indien de openbare orde structureel verstoord wordt zonder dat de horecaondernemer van de betreffende horeca-inrichting daar in voldoende mate naar handelt, kan de burgemeester particuliere beveiliging inzetten voor een nader te bepalen termijn. Alle kosten hiervoor worden verhaald op de horecaondernemer van de betreffende horeca-inrichting.

  • 9.

    De ondernemer zorgt ervoor dat de volgende wijzigingen worden gemeld bij de gemeente:

  • a.

    rechtsvorm;

  • b.

    beheerders en/of leidinggevenden;

  • c.

    (interne) verbouwing en

  • d.

    organiseren van evenementen en incidentele festiviteiten.

  • 10.

    Alle nader, door of namens de districtschef van politie of het gemeentebestuur te geven aanwijzingen worden direct opgevolgd.

4.2. Openings- en sluitingstijden

  • 1.

    De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden tijdelijk andere dan de in de APV vastgelegde sluitingstijden vaststellen voor alle horeca-inrichtingen.

  • 2.

    De burgemeester kan de tijdelijke wijziging van de sluitingstijden opheffen indien hiertoe aanleiding bestaat.

4.3. Gebruik en ontoelaatbaarheden in de inrichting

  • 1.

    Van de toiletten dient gratis gebruik te kunnen worden gemaakt.

  • 2.

    De toiletten dienen goed aangegeven te staan en dienen in zindelijke staat te verkeren.

  • 3.

    Aan personen die zich in staat van dronkenschap bevinden mogen geen alcoholische dranken worden verstrekt.

  • 4.

    Alle terzake, nader, door de politie en gemeente of een ander overheidsorgaan te geven aanwijzingen dienen stipt en onverwijld te worden opgevolgd.

  • 4.

    Terras

Horeca-inrichtingen als bedoeld in artikel 2:28 APV Nieuwkoop met een DHW-vergunning, een APV-Exploitatievergunning of die van die vergunningsplicht zijn uitgezonderd mogen bij het horecabedrijf een terras inrichten en gebruiken.

Voor het inrichten en het gebruik van een terras gelden de volgende voorschriften:

  • 1.

    De exploitant van het horecabedrijf draagt er nauwlettend zorggedragen voor en ziet erop toe dat door bezoekers van het terras de openbare orde niet wordt verstoord, zowel op als in de omgeving van het terras.

  • 2.

    Na sluiting van het terras wordt het uitgezet terras verwijderd of afgesloten voor publiek.

  • 3.

    Na sluiting van het terras worden het gedeelte van de weg waar het terras heeft uitgestaan en de directe omgeving ervan schoon achtergelaten.

  • 4.

    Een eventueel aanwezig voetgangerspad voor het terras en terzijde van het terras dient vrij blijven van obstakels.

  • 5.

    Het is niet toegestaan om obstakels e.d. voor (nood)uitgangen te plaatsen, waardoor de benodigde vrije doorgang wordt verminderd of waaraan men zich kan verwonden of die de ontvluchting vanuit het pand kunnen verhinderen.

  • 6.

    De vrije doorloopruimte op het - indien aanwezige - trottoir moet minimaal 1.50 meter bedragen.

  • 7.

    De situering en inrichting van het terras moet zodanig zijn dat het voorbijgangers en toegangen tot ruimten van derden niet belemmert.

  • 8.

    Het is toegestaan om tafels, stoelen, parasols en menu(reclame)borden te plaatsen.

  • 9.

    Op of om het terras worden geen uitstallingen geplaatst, in welke vorm dan ook (stalletjes, parasols, afscheidingen, tochtschermen enz.), die voorzien zijn van naar het oordeel van burgemeester en wethouders ongewenste reclames.

  • 10.

    Afbakening van het terras mag uitsluitend plaatsvinden door middel van terras(wind)schermen en/of bloembakken.

  • 11.

    Eventuele tochtschermen als het terras uitstaat zijn niet hoger dan 1.50 meter.

  • 12.

    Terras(wind)schermen mogen blijven staan, mits het verkeer (met name het voetgangersverkeer, rolstoelgebruikers e.d.) hiervan geen hinder ondervinden.

  • 13.

    Parasols mogen niet aanwezig zijn op die dagen en uren dat er geen terras wordt geplaatst.

  • 14.

    Het terrasmeubilair moet windvast zijn, mag geen scherpe uitsteeksels bevatten en mag in geen geval gevaar opleveren voor voorbijgangers.

  • 15.

    Er moeten voldoende afvalbakken worden geplaatst.

  • 16.

    De horeca-ondernemer moet voorkomen dat het terras na de genoemde sluitingstijden nog gebruikt kan worden, zo nodig door het dagelijks opruimen van het terrasmeubilair.

  • 17.

    Terrasmeubilair mag niet op of aan de openbare weg worden opgeslagen.

  • 18.

    Het is verboden op het terras:

  • a.

    (alcoholhoudende of alcoholvrije) drank te verstrekken aan personen die geen gebruik maken van het terras;

  • b.

    alcoholhoudende dranken te schenken aan bezoekers (tapverbod);

alcoholhoudende dranken mogen uitsluitend worden geserveerd.

  • c.

    alcoholhoudende dranken te verstrekken aan personen die zich in staat van dronkenschap bevinden;

  • d.

    muziek ten gehore te (laten) brengen op het terras, levend, noch mechanisch.

  • 19.

    Op het terras mogen geen installaties worden geplaatst ten behoeve van het koken, bakken of braden van voedingsmiddelen, ter bereiding van consumpties of dienend als speelobject.

  • 20.

    Consumpties mogen alleen worden genuttigd op het terras.

  • 21.

    Een terras op de openbare ruimte mag niet worden ingenomen op dagen waarop het betrokken gedeelte van de openbare ruimte door het gemeentebestuur voor andere doeleinden ter beschikking wordt gesteld (bijv. markt of braderie).

  • 22.

    Het terrasmeubilair moet verwijderd worden en elders worden opgeslagen vanaf het moment dat het terrasseizoen is beëindigd.

  • 23.

    Het terras en de onmiddellijke omgeving daarvan moeten voortdurend schoon worden gehouden De exploitant zorgt ervoor dat afval en verontreiniging in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting onmiddellijk wordt opgeruimd.

  • 24.

    De horeca-ondernemer is verantwoordelijk voor de openbare orde op het terras en de directe omgeving. Hij moet in dat verband doen en nalaten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om hinder en/ of overlast door op het terras aanwezige bezoekers te voorkomen of te beperken.

  • 25.

    Het terras moet op eerste aanzegging worden ontruimd als dit noodzakelijk is in het belang van de openbare orde of veiligheid, in verband met de uitvoering van werken dan wel ter realisering van gemeentelijke plannen.

III. HORECASANCTIEBELEID

5. Elementen sanctiebeleid

Het horecasanctiebeleid bestaat uit een aantal elementen:

  • a.

    Duidelijke gemeentelijke regelgeving.

Door de in deze nota omschreven regelgeving is voor alle partijen - wijkraden, bewoners, horeca

en politie - duidelijk wat mag en wat er niet mag, en dat er snel (lik op stuk) en consequent, al dan

niet in samenwerking met de politie, zal worden opgetreden bij horecaovertredingen.

  • b.

    Systematische controles uitgevoerd door de toezichthouders van de gemeente.

De hoofddoelstelling hiervan is het terugdringen van de uitgaansoverlast in relatie tot horeca-

inrichtingen. Indien nodig, wordt hiervoor extra capaciteit vrijgemaakt voor straatsurveillances in

de weekenden.

  • c.

    Snelle reactie bij klachten van omwonenden over overlast;

Klachten die bij de gemeente en/of politie binnenkomen over horecaoverlast krijgen zo snel

mogelijk een bestuursrechtelijk vervolg.

  • d.

    Waarschuwingen (gele kaarten) bij overtredingen en snelle bestuurlijke actie (rode kaarten) bij recidive, uitgereikt door de gemeente.

Bij overtredingen die door de gemeentelijke toezichthouders en/of de politie worden

geconstateerd, wordt zo snel mogelijk een waarschuwing door de gemeente aan de

horecaondernemer verzonden. Sowieso wordt, indien mogelijk, de horecaondernemer eerst direct

mondeling geïnformeerd. In deze waarschuwing wordt nogmaals dit sanctiebeleid onder de

aandacht gebracht en wordt meegedeeld dat bij recidive binnen een half jaar een sanctie zal

volgen.

Bij recidive wordt de ondernemer zo snel mogelijk uitgenodigd voor een zienswijzegesprek bij de

burgemeester op grond van de Algemene wet bestuursrecht. De uitnodiging wordt aan de

ondernemer uitgereikt.

In het kader van het “lik op stuk” beleid wordt de behandeltijd zo kort mogelijk gehouden en de

sanctie snel opgelegd. De schriftelijke mededeling van de sanctie wordt eveneens uitgereikt aan

de horecaondernemer.

  • e.

    Geregelde terugkoppeling naar alle betrokken partijen.

Alle partijen stelselmatig informeren over de voortgang en de resultaten dient de transparantie die

van het openbaar bestuur mag worden verwacht. Ook stimuleert directe communicatie bij

inwoners de meldingsbereidheid en bij de sector de nalevingsbereidheid. Het draagt daarmee bij

aan de effectiviteit van het handhavingsbeleid.

Twee keer per jaar vindt een overleg plaats met de verschillende betrokken horecapartijen. Naast

de burgemeester en enkele ambtenaren van de vakafdeling zijn daarbij ook aanwezig Koninklijke

Horeca Nederland en de politie. Tijdens dit overleg kunnen onder meer probleemsituaties worden

besproken.

2

6. Sanctiemiddelen

Hoofddoel van publieke toezicht en bestuurlijke handhaving is regelnaleving te bevorderen. Daartoe staan het bevoegd gezag uiteenlopende instrumenten ter beschikking, preventief ( zoals voorlichten, informeren, overleg, afspraken maken, waarschuwen ) én repressief.

Wanneer regels toch worden overtreden brengt de juridische beginselplicht tot handhaving met zich mee om die overtredingen te beëindigen en de gevolgen daarvan zonodig te ongedaan te maken. Dat kan met toepassing van herstelsancties. Een last onder dwangsom, een last onder bestuursdwang en intrekking van een vergunning zijn daar voorbeelden van.

Zodra overtredingen zijn beëindigd is er geen plaats – meer – voor bestuurlijke handhaving. Onder omstandigheden kunnen overtredingen nog uitsluitend achteraf bestraft worden. Een bekeuring en een bestuurlijke boete zijn voorbeeld van deze categorie van strafsancties.

6.1. Herstelsancties

Bestuurlijke handhaving strekt ertoe overtredingen te beëindigen en herhaling te voorkomen.

Op grond van artikel 5:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het mogelijk om bestuursdwang toe te passen. Sluiting van een horecabedrijf kan als een bijzondere vorm van bestuursdwang worden gezien.

Daarnaast kan op grond van artikel 5:32 Awb een dwangsom worden opgelegd. Dit is in bepaalde gevallen zoals de exploitatie van een horecabedrijf zonder de daarvoor vereiste vergunningen een effectief middel om aan de illegale situatie een einde te maken.

Het uitgangspunt is het optreden tegen overtredingen volgens dit horecasanctiebeleid. Alleen in uiterste gevallen, wanneer dit beleid niet nageleefd is, als andere middelen niet het beoogde en gewenste effect hebben gehad of bij (zeer) ernstige overtredingen wordt gekozen voor een last onder dwangsom of -bestuursdwang.

6.2. Strafsancties

Zodra overtredingen zijn beëindigd is er geen plaats – meer – voor bestuurlijke handhaving. Onder omstandigheden kunnen overtredingen nog uitsluitend achteraf bestraft worden. Het uitgangspunt is het optreden tegen overtredingen volgens het horecasanctiebeleid. Alleen in uiterste gevallen, wanneer dit beleid of de rechtens de keuze voor een bestuurlijke herstelsanctie of

-strafbeschikking niet effectief is, wordt gekozen om bestraffend te handhaven. Dit betekent dat er een proces-verbaal wordt opgesteld door de gemeentelijke toezichthouders of de politie.

7. Sanctie-beleid(sregels)

7.1. Drank- en Horecawet

Bij het overtreden van de bepalingen van artikel 20 van de Drank- en Horecawet, het

verstrekken van alcoholhoudende drank aan personen onder de 16 (zwak) of 18 jaar (sterk) hanteert de burgemeester het volgende stappenplan:

7.1.1. Last onder bestuursdwang

Toezichthouder

Officier van Justitie

Burgemeester

Constatering 1 e overtreding,

Mondeling waarschuwing verstrekken

Melden politie door gemeente;

Eventueel vervolging OM

Verstuurt 1 e waarschuwing met verwijzing mondelinge waarschuwing toezichthouder

Constatering 2 e overtreding,

Mondeling waarschuwing verstrekken

Melden politie door gemeente;

Vervolging OM

Verstuurt 2 e waarschuwing met verwijzing mondelinge waarschuwingen toezichthouder en schriftelijke waarschuwing en dreigt met sluiting bij 3 e overtreding

Constatering 3 e overtreding,

Mondeling waarschuwing verstrekken + consequentie dat er over wordt gegaan tot sluiting

Melden politie door gemeente + aangeven sluiting;

Vervolging OM

Verstuurt voornemen sluiting met verwijzing mondelinge waarschuwingen toezichthouder en schriftelijke waarschuwingen

Nb. Wanneer feiten en omstandigheden daarvoor aanleiding geven kan de burgemeester kiezen voor een andere sanctiemaatregel

7.1.2. Last onder dwangsom

Toezichthouder

Officier van Justitie

Burgemeester

Constatering 1 e overtreding,

Mondeling waarschuwing verstrekken

Melden politie door gemeente;

Eventueel vervolging OM

Verstuurt 1 e waarschuwing met verwijzing mondelinge waarschuwing toezichthouder

Constatering 2 e overtreding,

Mondeling waarschuwing verstrekken

Melden politie door gemeente;

Vervolging OM

Verstuurt 2 e waarschuwing met verwijzing mondelinge waarschuwingen toezichthouder en schriftelijke waarschuwing en dreigt met last onder dwangsom

Constatering 3 e overtreding,

Mondeling waarschuwing verstrekken + consequentie dat er over wordt gegaan tot sluiting

Melden politie door gemeente + aangeven sluiting;

Vervolging OM

Verstuurt voornemen last onder dwangsom van € 2500,-- ineens met verwijzing mondelinge waarschuwingen toezichthouder en schriftelijke waarschuwingen

Nb. Wanneer feiten en omstandigheden daarvoor aanleiding geven kan de burgemeester kiezen voor een andere sanctiemaatregel

7.1.3. Sluiting

  • 1.

    De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden tijdelijk algehele sluiting van een of meer horeca-inrichting(en) bevelen. Hij brengt het besluit terstond ter kennis van de houder van de inrichting.

  • 2.

    De sluiting wordt, naast uitreiking of toezending, bovendien bekend gemaakt door een afschrift van het bevel tot sluiting op de inrichting aan te brengen.

  • 3.

    De rechthebbende op de inrichting is verplicht toe te laten dat het in het tweede lid bedoelde afschrift op de inrichting wordt aangebracht.

  • 4.

    Het is verboden nadat de algehele sluiting of de gewijzigde sluitingstijden van kracht zijn geworden een bezoeker tot de inrichting toe te laten of daarin te laten verblijven gedurende de tijd dat de inrichting gesloten moet zijn.

  • 5.

    De burgemeester kan de tijdelijke algehele sluiting opheffen indien hiertoe aanleiding bestaat.

7.1.4. Bestuurlijke strafbeschikking

Toezichthouder

Officier van Justitie

Burgemeester

Constatering overtreding direct bestuurlijke strafbeschikking (BSB) of PV strafwet (PV Sv) verstrekken

Melden politie door gemeente;

Eventueel vervolging OM

Wordt geïnformeerd over BSB of PV Sv.

Constatering 3 e overtreding direct bestuurlijke strafbeschikking of PV strafwet verstrekken

Melden politie door gemeente + aangeven sluiting;

Vervolging OM

Wordt geïnformeerd over BSB of PV Sv.

Verstuurt naast het proces van de toezichthouder een voornemen sluiting met verwijzing naar de PV`s Sv en BSB-feiten

Nb. Wanneer feiten en omstandigheden daarvoor aanleiding geven kan de burgemeester kiezen voor een andere sanctiemaatregel

7.2. Sluitingstijden

Bij het overtreden van de algemene of bij ontheffing vastgestelde sluitings tijden hanteert de burgemeester het volgende stappenplan:

Toezichthouder

Officier van Justitie

Burgemeester

Constatering 1 e overtreding,

Mondeling waarschuwing verstrekken

Melden politie door gemeente;

Eventueel vervolging OM

Verstuurt 1 e waarschuwing met verwijzing mondelinge waarschuwing toezichthouder

Constatering 2 e overtreding,

Mondeling waarschuwing verstrekken

Melden politie door gemeente;

Vervolging OM

Verstuurt 2 e waarschuwing met verwijzing mondelinge waarschuwingen toezichthouder en schriftelijke waarschuwing en dreigt met sluiting bij 3 e overtreding

Constatering 3 e overtreding,

Mondeling waarschuwing verstrekken + consequentie dat er over wordt gegaan tot sluiting

Melden politie door gemeente + aangeven sluiting;

Vervolging OM

Verstuurt voornemen sluiting met verwijzing mondelinge waarschuwingen toezichthouder en schriftelijke waarschuwingen

Nb. Wanneer feiten en omstandigheden daarvoor aanleiding geven kan de burgemeester kiezen voor een andere sanctiemaatregel

7.3. Exploiteren zonder vergunning

Bij het handhaven van het verbod om zonder enige vergunning een horecabedrijf te exploiteren maakt de burgemeester onderscheid tussen twee situaties:

  • 1.

    De exploitant exploiteert een horecabedrijf zonder een vergunning / houdt zich niet aan de beleidsregels.

  • 2.

    De exploitant exploiteert een horecabedrijf terwijl de vergunningen geweigerd zijn of tijdelijk zijn ingetrokken.

  • a.

    Situatie 1

:

Situatie

Toezichthouder

Officier van Justitie

Burgemeester

Constatering 1 e overtreding;

Mondelinge waarschuwing verstrekken

Melden politie door gemeente;

Eventueel vervolging OM

Verstuurt 1 e schriftelijke waarschuwing met verwijzing naar mondelinge waarschuwing toezichthouder

Vanaf 2 weken na verzenden waarschuwing

Constatering 2 e overtreding;

Mondelinge waarschuwing verstrekken en aangeven opleggen last onder dwangsom

Melden politie door gemeente;

Vervolging OM

Opleggen last onder dwangsom van € 7500,-- ineens.

Na opleggen last onder dwangsom

Vastleggen overtredingen per week

Gemeente blijft politie informeren

Vervolging OM

Verbeurdverklaring en invorderingsprocedure van de last onder dwangsom

ngtreding

  • b.

    Situatie 2

Situatie

Toezichthouder

Officier van Justitie

Burgemeester

(tijdelijke) intrekking vergunning

Constatering 1 e overtreding;

Mondelinge waarschuwing verstrekken

Melden politie door gemeente;

Eventueel vervolging OM

Verstuurt 1 e schriftelijke waarschuwing met verwijzing naar mondelinge waarschuwing toezichthouder

Na (tijdelijke) intrekking vergunning

Constatering 2 e overtreding;

Mondelinge waarschuwing verstrekken en aangeven opleggen last onder dwangsom

Melden politie door gemeente;

Vervolging OM

Opleggen last onder dwangsom van € 7500,-- ineens.

Na opleggen last onder dwangsom

Vastleggen overtredingen per week

Gemeente blijft politie informeren

Vervolging OM

Verbeurdverklaring en invorderingsprocedure van de last onder dwangsom

Nb. Wanneer feiten en omstandigheden daarvoor aanleiding geven kan de burgemeester kiezen voor een andere sanctiemaatregel dan in situatie 1 en 2 genoemd.

7.4. Strafbare feiten

Indien strafbare feiten worden gepleegd door werknemers (of ondernemers) of door anderen, in of rondom de horeca-inrichting en deze strafbare feiten leiden naar het oordeel van de burgemeester tot een bedreiging van de openbare orde, dan zal in beginsel afhankelijk van de aard en ernst van de gepleegde strafbare feiten door de burgemeester worden opgetreden als deze strafbare feiten verband houden met de exploitatie van de inrichting. Een waarschuwing als bedoeld in de voorafgaande hoofdstukken hoeft aan dit besluit niet vooraf te gaan.

Het strafrechtelijk optreden staat in dit geval los van het bestuursrechtelijk optreden en kan gelijktijdig uitgevoerd worden.

7.4.1. (Hard- en soft-)Drugs

  • 1.

    De burgemeester beveelt de sluiting van lokalen (niet zijnde coffeeshops met een gedoogstatus) voor de duur van één jaar, indien daar een middel als bedoeld in lijst I en/of II van de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

  • 2.

    Bij herhaling van overtredingen van de Opiumwet, wordt de horeca-inrichting door de burgemeester gesloten voor onbepaalde tijd met een minimum van twee jaar.

  • 3.

    Zodra naar het oordeel van de burgemeester de openbare orde niet langer vereist dat deze sluiting wordt voortgezet, kan deze sluiting worden opgeheven. Ter bescherming van de openbare orde en het woon- en leefklimaat zal dit verzoek gedaan kunnen worden na het verstrijken van twee jaar sinds deze sluiting is bevolen.

  • 4.

    De burgemeester trekt alleen het bevel tot sluiting voor onbepaalde tijd in, zodra naar zijn oordeel de openbare orde voortzetting van de sluiting niet langer vereist. Over het algemeen wordt op verzoek van de exploitant onderzocht of een sluiting weer kan worden opgeheven. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend. Voor opheffing van een sluiting zijn drie aspecten van belang die in onderling verband en samenhang moeten worden gezien:

  • a.

    de openbare orde in en in de directe omgeving van de inrichting;

  • b.

    de afspraken tussen de burgemeester en de exploitant met betrekking tot het beheer van de te heropenen inrichting;

  • c.

    het vertrouwen van de burgemeester dat deze afspraken ook zullen worden nagekomen. Daarbij speelt met name de verwijtbaarheid van de exploitant en/of leidinggevende een rol.

  • 5.

    De burgemeester dient ervan overtuigd te zijn dat de feiten die ten grondslag lagen aan de sluiting, zich niet meer voor zullen doen, en dat de ondernemer zijn zaak zodanig zal beheren dat er geen nieuwe ordeverstoringen zullen plaatsvinden. Van belang is dus de bereidheid en de bekwaamheid van de exploitant om aantoonbaar en daadwerkelijk maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen, bijvoorbeeld door herinrichting van het bedrijf, verscherping van toelatingsbeleid of het aannemen van (ander) personeel. Bij een sluiting wegens hard drugs speelt daarnaast de omstandigheid in hoeverre het bedrijf tot aantrekkingspunt voor verslaafden en dealers was geworden. Het kost enige tijd, zo is de ervaring, om een bestaande loop van drugsverslaafden en -handelaren op een horecabedrijf te doorbreken.

  • 6.

    Bij het gesprek over de opheffing van de sluiting komen de maatregelen aan de orde die noodzakelijk worden geacht om openbare ordeverstoring in de toekomst uit te sluiten. Deze maatregelen zijn zeer afhankelijk van de betreffende situatie. Mocht een verzoek tot heropening niet worden gehonoreerd, dan wordt de weigering op schrift gesteld.

  • 7.

    Het strafrechtelijk optreden door de politie staat los van het gemeentelijk optreden, maar kan wel gelijktijdig los van elkaar worden uitgevoerd.

7.4.2. Heling

  • 1.

    Indien in een horeca-inrichting sprake is van heling wordt – zolang het belang van het opsporingsonderzoek zich daartegen niet verzet – de ondernemer nadrukkelijk gewezen op de noodzaak maatregelen te treffen; deze waarschuwing wordt schriftelijk bevestigd.

  • 2.

    Bij recidive binnen een jaar zal het bevoegde orgaan tot onmiddellijke tijdelijke sluiting van de inrichting besluiten voor een nader te bepalen periode;

  • 3.

    Afhankelijk van de aard van de overtreding kan de waarschuwing ook worden overgeslagen (bijvoorbeeld als de horecaondernemer zelf bij de heling betrokken is) of zal tevens op grond van artikel 31 lid 1 onder d DHW besloten worden tot intrekking van de vergunning.

7.4.3. Geweldsdelicten

Geweld is een toenemend maatschappelijk probleem. Uitgaansgeweld wordt door de burgemeester en o.m. bij het programma Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan beschouwd als ernstige aantasting van de openbare orde en daarmee als onacceptabel. In het geval van geweld in of rondom een horeca-inrichting moet te allen tijde de politie worden ingelicht. Op deze wijze kan tijdig en doeltreffend onderzoek worden ingesteld naar het geweldsdelict. Het niet of niet tijdig melden van een geweldsdelict in of in de directe nabijheid van het horecabedrijf wordt de ondernemer zeer ernstig aangerekend. In een dergelijk geval wordt bij de toepassing van het horecasanctiebeleid, het geven van een waarschuwing, overgeslagen. Dit betekent dat de burgemeester de horeca-inrichting volledig zal sluiten voor de duur van één week indien dit geweld niet is gemeld bij de politie. De burgemeester kan hiervan afwijken indien er sprake is van verzachtende of verzwarende omstandigheden op grond van de bevoegdheden van de burgemeester.

8. Overige bepalingen

Algemene bepalingen

8.1. Vergunningaanvraag

Tot de vaststelling van het onderhavige horecasanctiebeleid werd toegestaan dat een horecabedrijf voor het publiek geopend was, zodra een volledige aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet was ingediend bij de gemeente, met uitzondering van horeca-functies in een woonomgeving, waar zich potentieel structureel overlast kan voordoen.

Met ingang van 1 januari 2014 zullen horecaondernemers die een vergunning aanvragen bij de gemeente pas mogen starten met de exploitatie van hun horecabedrijf en voor het publiek geopend zijn, zodra de vergunning is verleend en ook overigens alle benodigde formaliteiten en maatregelen in orde zijn.

8.1.1. Overgangstermijn

Tot uiterlijk 31 december 2013 geldt een overgangstermijn. In de periode daarvoor dienen alle horeca gerelateerde aanvragen geregeld te worden en op 31 december 2013 geregeld te zijn. Daarna zal tegen illegale exploitatie, dus zonder dat de vergunning aan de aanvrager bekend is gemaakt, handhavend worden opgetreden.

8.1.2. Vergunningsaanvraag paracommercie

Behoudens hetgeen in paragraaf REF _Ref362522216 \r \h \* MERGEFORMAT 0 is geregeld, dient een paracommerciële horeca-inrichting ook een vergunning aan te vragen. De horeca-inrichtingen die reeds bestaan maar dit nog niet geregeld hebben dienen dit conform de kop “vergunningsaanvraag algemeen” te regelen.

8.2. Bestemmingsplan

De bestemmingsplannen van de gemeente Nieuwkoop zijn van overeenkomstige toepassing op dit beleid. Een nadere uitwerking over de toegestane horeca-inrichtingen hiervan is in de bijlage I bij dit beleid vermeld.

Indien een reeds bestaande paracommerciële horeca-inrichting tijdens de vergunningsaanvraagperiode niet kan voldoen aan de exploitatie-eis ingevolge het bestemmingsplan, zal de gemeente hiervoor een gedoogverklaring opstellen. Deze gedoogverklaring is alleen van toepassing voor de op dat moment exploiterende paracommerciële-inrichting. Van gemeentewege zal het bestemmingsplan te zijner tijd worden aangepast onder voorwaarde dat de wijziging pas in werking treedt na het onherroepelijk van kracht zijn van het bestemmingsplan. Tot die tijd blijft de gedoogverklaring onverkort van kracht.

Indien door het bestuur van de gemeente Nieuwkoop of de rechterlijke macht anders wordt beslist is die uitspraak bindend en kan de gemeente hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld.

8.3. Bijzondere situaties

8.3.1. Samenloop

Voor de systematiek van het horecasanctiebeleid wordt de onderneming als een geheel beschouwd.

Dit betekent dat als de ondernemer binnen de termijn van een half jaar of één jaar :

  • een voorschrift van een aan hem verleende ontheffing of vergunning, in relatie tot de uitoefening van zijn horecabedrijf verleend, overtreedt en

  • handelt op een manier die de burgemeester in het belang van de openbare orde en veiligheid niet kan dulden, dit zal worden opgevat als een herhaalde overtreding in de zin van dit horecasanctiebeleid.

8.3.2. Cumulatie van overtredingen

Indien in een korte periode meerdere overtredingen elkaar hebben opgevolgd, waartegen nog niet sanctionerend is opgetreden, dan wordt meteen de zwaarste sanctie opgelegd overeenkomstig het aantal geconstateerde overtredingen conform het stappenplan van het horecasanctiebeleid. Dit betekent dat indien in een periode drie overtredingen zijn geconstateerd, de eerste twee stappen uit het stappenplan van het horecasanctiebeleid worden overgeslagen en de derde stap wordt gehanteerd bij de bepaling van de sanctiemaat. In dat geval wordt niet iedere overtreding afzonderlijk gesanctioneerd omdat afzonderlijke sancties niet doeltreffend zijn gebleken in verband met het voordoen van nieuwe overtredingen. Het afdoen van meerdere overtredingen met één sanctie staat ook in redelijke verhouding met het doel dat met een sanctie wordt beoogd.

8.3.3. Three strikes out

Indien er 3 herstel- of punitieve sancties/ gele kaarten zijn uitgevaardigd, al dan niet in combinatie, volgt bij de 3e uitvaardiging sluiting van de horeca-inrichting.

Indien een horeca-inrichting 2 maal gesloten is geweest, zal de horeca-inrichting bij een 3e sluiting permanent gesloten worden én de aan de horecaondernemer verleende vergunningen permanent worden ingetrokken.

Indien de overtreding(en) dermate ernstig is/zijn, kan van het bovenstaande worden afgeweken en direct worden overgegaan tot sluiting.

Indien in dit horecasanctiebeleid anders is bepaald, geldt die bepaling.

8.4. Verjaringstermijn ( bestuursrechtelijk )

  • 1.

    De verjaringstermijn voor alle waarschuwingen betreft 1 volledig jaar.

Dit betekent dat als er 2 gele kaarten zijn uitgereikt op bijvoorbeeld 1 augustus 2013 de “telling”

weer op nieuw ingaat op 2 augustus 2014.

  • 2.

    De verjaringstermijn voor een sluiting is 5 volledige jaren.

  • 3.

    Indien een permanente sluiting is opgelegd en/of de verleende vergunningen van de horecaondernemer zijn ingetrokken, geldt dit voor de betrokken ondernemer in de gemeente Nieuwkoop voor het leven.

8.5. Inherente afwijkingsbevoegdheid burgemeester

Beleidsregels laten onverlet dat de burgemeester in het belang van de openbare orde en veiligheid of om andere zwaarwichtige redenen gemotiveerd kan afwijken van de bepalingen van dit sanctiebeleid.

9. Inwerkingtreding

Dit horecasanctiebeleid betrekking hebbende op de exploitatie van horeca-inrichting treedt inwerking op 19 december 2013.

Vastgesteld te Nieuwveen op 11 december 2013

De burgemeester van Nieuwkoop

F. Buijserd

Bijlage I

Lijst van toegestane horecabedrijven in de gemeente Nieuwkoop volgens de bestemmingsplannen

Horeca, categorie 1 ('lichte horeca')

Horecabedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend

(vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder

voor omwonenden veroorzaken. Zoals:

• automatiek;

• broodjeszaak;

• cafetaria;

• croissanterie;

• koffiebar;

• lunchroom;

• ijssalon;

• snackbar;

• tearoom;

• traiteur;

• bistro;

• restaurant;

• hotel.

Horeca, categorie 2 ('middelzware horeca')

Horecabedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die

daardoor aanzienlijk hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken, zoals:

• bierhuis;

• biljartcentrum;

• café;

• proeflokaal;

• zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek- /

dansevenementen).

Horeca, categorie 3 ('zware horeca')

Horecabedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens

een groot aantal bezoekers en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee

kunnen brengen, zoals:

• dancing;

• discotheek;

• nachtclub;

• partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek- /

dansevenementen).

Ondertekening