Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent parkeervergunningen en parkeerbelastingen Aanwijzingsbesluit parkeervergunningen en parkeerbelastingen 2015

1. De plaatsen en tijden waarop mag worden geparkeerd, uitsluitend tegen betaling van de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Verordening parkeerbelastingen 2014, zijn vermeld in artikel 2.

2. De belastingplicht, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op Nieuwjaarsdag, Koningsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag en de beide Kerstdagen.

1. Direct fysiek betalen kan met muntstukken van € 0,10, € 0,20, € 0,50, € 1,00 en € 2,00. Direct elektronisch betalen kan met een in Nederland geldige bankpas (pinpas) en, bij daarvoor ingerichte parkeerapparatuur, met een creditcard. Voorts zijn de betaalinstructies van toepassing die op de parkeerapparatuur zijn aangegeven.

2. Bij betaling met muntgeld worden ten minste zoveel muntstukken in de parkeerapparatuur geworpen als nodig zijn om gedurende de gewenste parkeerduur te kunnen parkeren. Bij gebruik van pinpas of creditcard kan de verschuldigde parkeerbelasting alleen worden voldaan als de bijbehorende bankrekening voldoende saldo of kredietruimte heeft.

3. Bij directe betaling verstrekt de parkeerapparatuur een betalingsbewijs. Het betalingsbewijs wordt zichtbaar en leesbaar op het dashboard van het geparkeerde voertuig gelegd, dan wel wordt, bij het ontbreken van een dashboard, op andere wijze zichtbaar en leesbaar in of op het voertuig aangebracht.

4. Als niet voldaan is aan het derde lid, wordt aangenomen dat geen parkeerbelasing is voldaan.

1. Het in werking stellen van de parkeerapparatuur kan ook plaatsvinden door het inloggen via een telefoon op het centrale register van het ServiceHuis Parkeer- en Verblijfsrechten.

2. De aanvang van het parkeren meldt de belastingplichtige door de gebiedscode telefonisch door te geven aan zijn of haar telecomprovider. Tevens neemt de belastingplichtige de overige voorwaarden van zijn of haar telecomprovider in acht. Wanneer niet aan voornoemde voorwaarden is voldaan, wordt de belasting geheven als bedoeld in artikel 3 onder a en artikel 4.

1. In het tweede lid zijn de plaatsen vermeld waarop mag worden geparkeerd, uitsluitend door houders van een vergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Verordening parkeerbelastingen 2014.

2. De parkeerplaatsen die in de hieronder vermelde straten in Nijkerk zijn aangeduid met bord E9 van het RVV 1990:

• -

  Bagijnenstraat

• -

  Bijkerkstraat

• -

  Callenbachstraat

• -

  Commissaris van Heemstrastraat

• -

  Curlerstraat, Van

• -

  Delenstraat, Van

• -

  Groenestraat

• -

  Huserstraat

• -

  Kleterstraat

• -

  Kloosterstraat

• -

  Koetsendijk

• -

  Kolkstraat

• -

  Meinsstraat

• -

  Reenenpark, Van

• -

  Reynoltstraat

• -

  Schimmelpenninckstraat

• -

  Smidshof

• -

  Vleenenck

• -

  Vrijheidslaan.

3. De houder van een vergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Verordening parkeerbelastingen 2014 mag, indien de parkeervergunning dat vermeldt, tevens van de vergunning gebruik maken om te parkeren bij parkeerapparatuur.

1. Voor het aanvragen van een vergunning wordt gebruik gemaakt van een daartoe door het college vastgesteld formulier.

2. De aanvrager verstrekt de benodigde gegevens door volledige invulling van het aanvraagformulier.

3. De aanvrager geeft op het formulier aan of sprake is van:

• a.

  een éénmalige aanvraag, te weten een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een beperkte periode van ten hoogste één kalenderjaar;

• b.

  een doorlopende aanvraag, te weten een aanvraag tot het jaarlijks, tot wederopzegging, verkrijgen van een vergunning voor telkens een heel kalenderjaar.

1. Een eenmalige aanvraag kan steeds worden ingediend, maar niet eerder dan drie maanden voor het begin van het kalenderjaar of gedeelte daarvan waarop de aanvraag betrekking heeft.

2. Het college maakt zijn besluit op de aanvraag binnen vier weken aan de aanvrager bekend.

1. Een doorlopende aanvraag kan worden ingediend tot uiterlijk 15 november vóór het begin van het eerste kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

2. Het college maakt het besluit op de aanvraag binnen vier weken aan de aanvrager bekend.

3. De vergunning voor het tweede en volgende jaar wordt aan de aanvrager verstrekt binnen vier weken nadat hij, op uitnodiging van het college, de daartoe vereiste belasting heeft voldaan.

4. Het college zendt aanvrager de uitnodiging, bedoeld in het derde lid, telkens voor 15 oktober voor het begin van het tweede en volgende kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

1. De wederopzegging, bedoeld in artikel 7, derde lid, onder b, geschiedt schriftelijk.

2. Indien een aanvrager, na daartoe tijdig door het college te zijn uitgenodigd, de belasting bedoeld in artikel 9, derde lid, op 15 december vóór het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft, niet of niet geheel heeft voldaan, wordt de doorlopende aanvraag geacht te zijn ingetrokken. De aanvrager ontvangt daarvan schriftelijk bericht.

1. Het Aanwijzingsbesluit parkeerbelastingen 2014 wordt ingetrokken.

2. Dit besluit wordt bekendgemaakt in het elektronisch gemeenteblad en treedt in werking met ingang van 15 januari 2015.

3. Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit parkeervergunningen en parkeerbelastingen 2015.