Verordening bestuursrechterlijke geldschulden

Geldend van 04-12-2012 t/m heden

Intitulé

VERORDENING BESTUURSRECHTELIJKE GELDSCHULDEN

De Raad van de Gemeente Nijmegen bijeen in zijn vergadering van 28 november 2012;

Gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 6 november 2012;

Gelet op de artikelen 4:87 tot en met 4:125 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit: vast te stellen de verordening bestuursrechtelijke geldschulden

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    bestuursorgaan: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1:1 van de wet;

  • c.

    chartaal betalen: het betalen met contant geld.

Artikel 2 Reikwijdte

Deze verordening geldt voor alle bestuursrechtelijke geldschulden zoals bedoeld in artikel 4:85 van de wet, voor zover geen regeling voor deze geldschulden is opgenomen in een andere wet of verordening.

Artikel 3 Betalingstermijn

In afwijking op het bepaalde in de wet geschieden de betalingen binnen 30 dagen nadat de beschikking op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, tenzij bij of krachtens een wettelijke regeling een afwijkende betalingstermijn is bepaald of de beschikking een later tijdstip vermeldt.

Artikel 4 Verplichting tot betaling zonder beschikking tot vaststelling

1.Voor de uit hoofdstuk VI van de Gemeentewet voortvloeiende geldschulden wordt bepaald dat geen beschikking wordt vastgesteld alvorens een geldsom moet worden betaald.

2.Betaling van geldschulden zoals bedoeld in lid 1 vindt plaats uiterlijk zeven maanden nadat het feit en de omvang van de betalingsverplichting bekend is geworden bij het gemeentebestuur.

Artikel 5 Wijze van betaling

  • 1. Naast girale betaling zoals geregeld in artikel 4:89 van de wet is chartale betaling mogelijk in alle gevallen dat de schuldenaar betaalt aan een bestuursorgaan van de gemeente Nijmegen.

  • 2. Chartale betaling door de gemeente Nijmegen aan een schuldeiser is mogelijk indien het bestuursorgaan van de gemeente Nijmegen dat aangemerkt wordt als schuldenaar inzake, besluit dat girale betaling bezwaarlijk is, zoals bedoeld in artikel 4:90 van de wet.

  • 3. In afwijking op artikel 4:89 van de wet wordt de betaling rechtstreeks aan een leverancier van een voorziening zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning of van duurzame gebruiksgoederen zoals bedoeld in artikel 51 van de Wet werk en bijstand verricht indien het college hiertoe besluit.

Artikel 6 Verrekening

Naast de reeds bij ander wettelijk voorschrift geregelde verrekeningen kan een geldschuld met een bestaande vordering worden verrekend bij voorzieningen zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning indien deze in de vorm van een persoonsgebonden budget zijn verstrekt, onverminderd het bepaalde in artikel 4:93 leden 2, 3, 4 en 5 Awb.

Artikel 7 Wettelijke rente en kosten

  • 1. In afwijking van artikel 4:98 van de wet, is wettelijke rente, in geval het een schuld betreft van een schuldenaar aan een bestuursorgaan van de gemeente Nijmegen, niet verschuldigd indien het een schuld betreft die voortvloeit uit de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

  • 2. Het bestuursorgaan brengt aanmaningskosten en de kosten voor de betekening en de tenuitvoerlegging van het dwangbevel in rekening zoals bedoeld in artikel 4:113 van de wet. Voor zover het een schuld betreft die voortvloeit uit de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, worden alleen aanmaningskosten in rekening gebracht bij overdracht van de vordering aan een deurwaarder.

Artikel 8 Aanmaningstermijn

  • 1. In afwijking van artikel 4:112 lid 1 van de wet kan, indien het het een schuld betreft die voortvloeit uit schending van de inlichtingenplicht, zoals bedoeld in artikel 17 van de Wet werk en bijstand, artikel 44 Wet investeren in jongeren, artikel 13 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of artikel 13 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en sprake is van conservatoire beslaglegging, zoals bedoeld in artikel 4:116 en volgende van de wet, de aanmaningstermijn worden vastgesteld op vijf dagen.

  • 2. In afwijking van artikel 4:112 lid 1 van de wet, wordt de aanmaningstermijn in daartoe door het bestuursorgaan aan te wijzen gevallen, gesteld op vijf dagen.

Artikel 9 Inwerkingtreding

1.Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking.

Artikel 10 Overgangsbepaling

  • 1. Op een verplichting tot betaling aan- of door een bestuursorgaan die is vastgesteld of ontstaan voor het tijdstip van ingang van deze verordening blijft de wettelijke regeling van toepassing zoals die gold ten tijde van het ontstaan of vaststellen van die verplichting.

  • 2. Op een verplichting tot betaling aan of door een bestuursorgaan in verband met een subsidie die vóór het tijdstip van ingang van deze verordening is verleend, blijft het recht zoals dat gold vóór dat tijdstip van toepassing.

Artikel 11

Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening indien toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening bestuursrechtelijke geldschulden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 november 2012,
de voorzitter, de raadsgriffier,
drs. H.M.F. Bruls drs. M.M.V. Mientjes