Verordening Burgerinitiatief Nissewaard

Geldend van 24-01-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Verordening Burgerinitiatief Nissewaard

De raad der gemeente Nissewaard;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de

Verordening Burgerinitiatief Nissewaard

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    initiatiefgerechtigde: degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend;

  • -

    burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de raad te plaatsen.

Artikel 2 Geldigheid

  • 1. De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering als daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2. Ongeldig is het verzoek dat:

    • a.

      niet door ten minste 25 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    • b.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 2 lid 2 bevat; of

    • c.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 4.

  • 3. Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

    • b.

      een vraag over het gemeentelijk beleid;

    • c.

      een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • d.

      een bezwaar tegen een besluit van het gemeentebestuur in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • e.

      een onderwerp waarover korter dan één jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad een besluit is genomen tenzij er sprake is van aantoonbaar nieuwe feiten die, waren ze bekend geweest ten tijde van het besluit, hadden kunnen leiden tot een ander besluit;

    • f.

      een onderwerp dat een wijziging van beleid betreft dat al in een onomkeerbaar stadium van ontwikkeling is of dat al in uitvoering is.

Artikel 3 Werkwijze

  • 1. Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.

  • 2. Het college of de burgemeester zal een onderwerp of voorstel als bedoeld in het tweede lid behandelen op dezelfde manier waarop de raad een burgerinitiatiefvoorstel behandelt.

Artikel 4 Verzoek

  • 1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de burgemeester.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger en

    • d.

      een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

  • 3. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het bij de verordening horende model dat in de bijlage is opgenomen.

Artikel 5 Proces

  • 1. De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien verstande dat er ten minste twee weken liggen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering, waarin de raad over het verzoek beslist.

  • 2. Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor de tweede volgende vergadering van de raad.

  • 3. De burgemeester nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.

  • 4. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt.

  • 5. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de verzoeker.

Artikel 6 Slotbepalingen

  • 1. De burgemeester brengt in het burgerjaarverslag over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

  • 2. De verordening regelende het recht op Burgerinitiatief Spijkenisse wordt ingetrokken.

  • 3. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Burgerinitiatief Nissewaard.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeente Nissewaard van 2 januari 2015,

de griffier,

S.J.M. Mackaij

de voorzitter,

M. Salet