Uitvoeringsregeling beloningsbeleid

Geldend van 26-04-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Uitvoeringsregeling beloningsbeleid

Uitvoeringsregeling beloningsbeleid

Artikel 1 Inpassing in hogere schaal

Aan de ambtenaar als bedoeld in artikel 3:6 van de CAR-NUWO, die door promotie naar een hogere salarisschaal overgaat, heeft vanaf de dag dat de promotie ingaat recht op een hoger salaris.

In het geval dat het salarisverschil tussen dit naasthogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar een nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen en het bedrag van zijn oude salaris wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naasthogere bedrag.

Artikel 2 Uitloopschaal

Toekenning van salaris volgens de uitloopschaal vindt plaats wanneer:

  • a

    De functieschalen 1, 2, 3, 4 en 5 van toepassing zijn;

  • b

    De medewerker 5 jaar op het maximum van zijn functieschaal zit;

  • c

    Op basis van een beoordelingsgesprek is gebleken dat de medewerker volledig voldoet aan de normaal aan de functievervulling te stellen eisen.

Artikel 3 Toelage vuilwerk

Lid 1

Aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaar worden toelagen toegekend voor het verrichten van vuilwerk zoals aangegeven in lid 2 en lid 3.

Lid 2

De ambtenaar ontvangt een toelage van 12% per gewerkt uur, van het op de ambtenaar van toepassing zijnde uurloon voor de volgende werkzaamheden:

  • -

    het verrichten van werkzaamheden aan huisvoerleidingen;

  • -

    het verrichten van werkzaamheden in sloten;

  • -

    het schoonmaken van en verrichten van werkzaamheden aan rioolputten en rioolpompen;

  • -

    het verrichten van werkzaamheden bij het afhalen van grofvuil, huisvuil en chemisch afval;

  • -

    het werken met toxische stoffen in de chemische onkruidbestrijding en de ongediertebestrijding.

Lid 3

De ambtenaar ontvangt een toelage van 6% per gewerkt uur, van het op de ambtenaar van toepassing zijnde uurloon voor de volgende werkzaamheden:

  • -

    het inzamelen van huisvuil en plastic;

  • -

    het schoonmaken van huisvuilinzamelingsvoertuigen.

Artikel 4 Beloning uitstekend functioneren en/of bijzondere prestaties

Lid 1

Aan de ambtenaar die naar het oordeel van het college bijzondere prestaties in de functie heeft geleverd, kan een tijdelijke toelage worden toegekend.

Lid 2

De in het vorige lid bedoelde toelage wordt ineens en ten hoogste eenmaal binnen een tijdvak van een jaar uitgekeerd. Een ambtenaar kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren voor een tijdelijke toelage in aanmerking komen.

Lid 3

De tijdelijke toelage bedraagt maximaal het voor de ambtenaar geldende salarisbedrag per maand.

Artikel 5 Flexibele beloning

Lid 1

Medewerkers die een bovenmatige prestatie hebben geleverd die uitstijgt boven de normale functie-invulling kunnen in aanmerking komen voor een extra beloning. Het kan in deze handelen om een individuele medewerker dan wel een groep medewerkers.

Lid 2

De extra beloning is variabel en gemaximaliseerd tot 1 bruto maandsalaris.

Lid 3

Of een medewerker in aanmerking komt voor een extra beloning is in eerste instantie afhankelijk van het oordeel van de leidinggevende. Hij/zij heeft de mogelijkheid om medewerker(s) twee keer per jaar voor te dragen voor een extra beloning. De voordracht dient gepaard te gaan met een duidelijke motivatie en te worden voorgelegd aan de directie.

Lid 4

De directie bepaalt de prioriteit van de aanvragen op basis van de motivatie en houdt rekening met het beschikbare budget.

Lid 5

Jaarlijks zal aan de ondernemingsraad worden gerapporteerd welke medewerkers in aanmerking zijn gekomen voor een extra beloning.

Artikel 6 Dienstreizen en verblijfskosten

Lid 1 Algemene bepalingen

  • 1

    Naar de regels van deze regeling wordt vergoeding verleend van reis- en verblijfkosten in verband met dienstreizen binnen Nederland.

  • 2

    Voor vergoeding van reis- en verblijfkosten in verband met dienstreizen naar het buitenland neemt het college in voorkomend geval een afzonderlijke beslissing.

  • 3

    Indien van derden een vergoeding wordt ontvangen voor de in het eerste lid bedoelde kosten, wordt deze in mindering gebracht op de vergoeding waarop ingevolge deze vergoeding aanspraak bestaat.

Lid 2 Begripsomschrijving

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a

    betrokkene: de ambtenaar in de zin van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR);

  • b

    standplaats: de gemeente of het met name bekende afzonderlijke liggend deel van de gemeente, waar de plaats van tewerkstelling van de betrokkene is gelegen;

  • c

    plaats van tewerkstelling: het gebouw, gebouwencomplex, terrein of vaartuig waar of van waaruit de betrokkene naar het oordeel van het college gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht;

  • d

    dienstreis: een naar het oordeel van het college noodzakelijke verplaatsing van een betrokkene tot het verrichten van dienst buiten de plaats van tewerkstelling, alsmede het hiermee verband houdende verblijf buiten deze plaats.

Lid 3 Begin en einde van de dienstreizen

  • 1

    Voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten geldt dat de plaats van tewerkstelling het beginpunt en het eindpunt is van de dienstreis.

  • 2

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de woning van de betrokkene of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt, tenzij op de heenreis of de terugreis de plaats van tewerkstelling wordt bezocht.

Lid 4 Openbaar vervoer

  • 1

    Wegens reiskosten per openbaar vervoer worden vergoed de kosten van het openbaar vervoer die in verband met de dienstreis, blijkens overgelegde bewijsstukken zijn gemaakt.

  • 2

    Bovenstaande reiskosten openbaar vervoer worden vergoed naar de tweede klasse.

Lid 5 Eigen motorvoertuig

Wegens reiskosten met eigen motorvoertuig wordt een vergoeding verleend van € 0,28 netto per kilometer.

Lid 6 Eigen bromfiets

Wegens reiskosten met eigen bromfiets wordt een vergoeding wordt verleend van € 0,28 netto per kilometer.

Lid 7 Taxi

Indien naar het oordeel van het bevoegde gezag het dienstbelang er mee is gebaat dat tijdens een dienstreis naast openbaar vervoer tevens gebruik wordt gemaakt van een taxi, worden de aan dat taxigebruik verbonden kosten volledig vergoed.

Lid 8 Meereizen

Indien meerdere personeelsleden ter uitvoering van dezelfde opdracht of hetzelfde doel, dezelfde dienstreis moeten maken, zijn de betrokkenen verplicht gezamenlijk te reizen, waarbij slechts een vergoeding voor de reiskosten wordt verleend aan de betrokkene, van wiens voertuig gebruik wordt gemaakt. Het meereizende personeelslid ontvangt voor de dienstreis geen vergoeding uit hoofde van deze regeling.

Lid 9 Verblijfkosten

  • 1

    De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden en logies en voor kleine uitgaven overdag en 's avonds worden op declaratiebasis vergoed blijkens overgelegde bewijsstukken.

  • 2

    Geen aanspraak op vergoeding wegens verblijfkosten bestaat voor een dienstreis korter dan vier uur en voor een dienstreis binnen de gemeente.

Lid 10 Reisdeclaraties

Het declareren van de reis- en verblijfkosten geschiedt op een door het college voorgeschreven wijze, onder overlegging van de vereiste bewijsstukken.

Lid 11 Hardheidsclausule

Het college kan, voor zover nodig in individuele gevallen en ten aanzien van een door het college aan te wijzen groep van betrokkenen, in afwijking van de bij of krachtens dit besluit gestelde regelen, besluiten, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.

Artikel 7 Regeling woon-werkverkeer tijdelijke medewerkers

Lid 1

Medewerkers die in een tijdelijk dienstverband werkzaamheden voor de gemeente verrichten komen in aanmerking voor vergoeding van reiskosten woon-werkverkeer.

Lid 2

Betrokkene wordt een vergoeding verleend op basis van het tarief ‘gebruik eigen auto indien openbaar vervoer wel mogelijk/doelmatig is’, volgens de door de minister van Binnenlandse Zaken gestelde regels ter uitvoering van het Reisbesluit binnenland.

Artikel 8 Garantieregeling onregelmatigheidstoeslag

Lid 1

Voor medewerkers die voor 1 januari 2016 in dienst waren van de gemeente Noordenveld en werkzaam waren voor de multifunctionele centra “de Brinkhof” en “de Hullen” geldt een garantieregeling onregelmatigheidstoeslag.

Lid 2

Voor de in lid 1 genoemde medewerkers wordt het bedrag aan onregelmatigheidstoeslag dat zij ontvingen in 2014 gegarandeerd.

Lid 3

Aan het eind van elk jaar wordt de op basis van artikel 3:11 van de Car-Nuwo uitbetaalde onregelmatigheidstoeslag getoetst aan het in artikel 2 genoemde bedrag. Is het uitbetaalde bedrag lager, dan wordt het verschil alsnog vergoed.

Lid 4

De garantieregeling eindigt zodra de medewerker is gestopt met het verrichten van onregelmatige diensten (uitsluitend op eigen verzoek of ziekte).

Lid 5

Voor de in lid 4 genoemde medewerkers wordt het garantiebedrag naar rato berekend.

Artikel 9 Overgangsregeling lokale Ambtsjubileumgratificatie

De ambtenaar die voor 1 januari 2021, 25 of 40 jaar in gemeentedienst is ontvangt een bedrag van € 450,- (gebruteerd) en een bloemstuk t.w.v. € 14,-.