Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Hoofdstraat 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Hoofdstraat 2011

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 24 november 2010

De raad van de gemeente Noordwijk;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van nr, ;

gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid, van de Experimentenwet Bedrijven Investeringszones (BI-zones); en gelet op de tussen de gemeente Noordwijk en Vereniging ondernemersfonds Hoofdstraat te sluiten Uitvoeringsovereenkomst;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Hoofdstraat 2011

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    BI-zone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. In dit gebied zijn begrepen de onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen, aan de Bomstraat 1 tot en met 46 met de postcode 2202 GH, de Hoofdstraat 2 tot en met 129 met de postcodes 2202 ET - EW – EX – EZ – ES – EV – GA - GD – GC en GB, de Van Speijkstraat 2 tot en met 17 met de postcode 2202 GJ en GK, de Abraham van Royenstraat 6 en 16 met de postcode 2202 EN, de Maarten Kruytstraat 22 tot en met 32 met de postcode 2202 GX en Palaceplein 6 tot en met 13 met de postcode

  • b.

    2202 ER. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deeluitmakende kaart;

  • c.

    de wet: de Experimentenwet BI-zones;

  • d.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • e.

    Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Noordwijk en Vereniging ondernemersfonds Hoofdstraat Noordwijk gesloten Uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 2 Aanwijzing vereniging

De Vereniging ondernemersfonds Hoofdstraat (hierna: de vereniging) wordt aangewezen als vereniging als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 3 Aard van de belasting

Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone.

Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt gedurende een periode van 5 jaren jaarlijks geheven ter zake van binnen de BI-zone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar in de BI-zone gelegen onroerende zaken al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruiken.

  • 3.

    Voor de toepassing van het tweede lid wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.

  • 4.

    4. Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 Belastingobject

  • 1.

    Als een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken, die niet in hoofdzaak tot woning dient en die niet is genoemd in artikel 220d, eerste lid, van de Gemeentewet.

  • 2.

    Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar bedoeld in artikel 4, tweede lid, van deze verordening.

  • 2.

    Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

  • 3.

    Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 7 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven van:

  • a.

    onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs;

  • b.

    straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

  • c.

    plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • d.

    begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage

bedraagt 0,015%.

Artikel 9 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk 2 maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 12 Algemeen

Indien en voor zover in deze verordening daarvan niet is afgeweken, is de Algemene Subsidieverordening Noordwijk van toepassing.

Artikel 13 Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan de vereniging voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, verminderd met de daarmee samenhangende perceptiekosten.

  • 3.

    In de Uitvoeringsovereenkomst worden nadere regels gesteld over de wijze van bevoorschotting en de verrekening van meer- en minderopbrengsten van de ontvangen BIZ-bijdragen.

Artikel 14 Melding van relevante wijzigingen

  • 1.

    De vereniging stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.

  • 2.

    De vereniging stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van verandering of beëindiging van activiteiten.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking één dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening BI-zone Hoofdstraat 2011”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 november 2010

H.C.A. Kolen, H.H.M. Groen,

griffier voorzitter

Bijlage: kaart als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van deze verordening.

29122010 publicatie De Zeekant.pdf

Bijlage behorend bij verordening

ondertekend raadsbesluit.pdf