Regeling vervallen per 28-05-2019

Reglement carnavalsoptocht gemeente Oirschot

Geldend van 20-10-2011 t/m 27-05-2019

Intitulé

Reglement carnavalsoptocht gemeente Oirschot

Het college van de Gemeente Oirschot:

 

Voorstel

1. Het “REGLEMENT CARNAVALSOPTOCHT GEMEENTE OIRSCHOT” vast te stellen.

2. Het eerder, op 4 september 2007, in convenantvorm vastgestelde “REGLEMENT CARNAVALSOPTOCHT” intrekken.

 

Argumenten

1.1 Vaststellen door uw college van het reglement verbindt ook nieuwe initiatiefnemers.

Het convenant 2007 is ondertekend door vertegenwoordigers van de toen actieve vier verenigingen. Nu betreft het zeven verenigingen.

1.2 Vaststellen van het beleid schept voor iedereen duidelijkheid

Door publicatie en weergave op de gemeentelijke website kunnen derden eenvoudig kennis nemen van het Oirschotse beleid.

1.3 Het reglement met de toelichting is een prima instrument voor gemeentelijke handhavers en politie.

Hiermee kan daadkrachtig worden opgetreden en wordt discussie voorkomen.

 

Status

Deze voorschriften zijn een uitwerking van het Carnavalsbeleid en onderdeel van de vergunningverlening. De Algemene plaatselijke verordening (A.P.V.) 2010 is van toepassing als volgt.

• Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen, de artikelen 1:1 tot en met 1:8

• Afdeling 7: Evenementen, Artikel 2:24 Begripsbepaling, lid 2c

• Afdeling 7: Evenementen, Artikel 2:25 Evenement, lid 1 en 2

• Afdeling 7: Evenementen, Artikel 2:26 Ordeverstoring, lid 1 en 2

• Afdeling 11: Maatregelen tegen overlast en baldadigheid, Art. 2:48 Verboden drankgebruik, lid 1

• Afdeling 14: Drugsoverlast, Artikel 2:47a Openlijk drugsgebruik, lid 1

• Hoofdstuk 4: Afdeling 1 Geluidhinder, Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten, lid 1

De vergunninghouder moet ervoor zorgen dat de deelnemers zich houden aan deze voorschriften. Als hieraan geen of onvoldoende medewerking wordt verleend, zullen handhavende instanties op verzoek van de vergunninghouder of op eigen initiatief optreden. De organisator van carnavalsoptochten kan aanvullende voorschriften opleggen, welke niet in strijd mogen zijn met dit reglement.

Bij deze voorschriften is een toelichting geschreven.

Relatie met Toekomstvisie

Oirschot gaat voor gewenste integriteit en veiligheid. Daarmee is zij zowel sociaal als fysiek een veilige gemeente.

Planning, procedure en uitvoering

Gemeente Oirschot hanteert vanaf 2007 het met de toen actieve verenigingen gesloten convenant “REGLEMENT CARNAVALSOPTOCHT”

Na publicatie in Weekjournaal hanteert zij het “REGLEMENT CARNAVALSOPTOCHT GEMEENTE OIRSCHOT” dat voor alle betrokken partijen geldt.

Hoofdstuk 1 Reglement carnavalsoptocht gemeente Oirschot

VOORSCHRIFTEN

Afdeling 1 1 Toegestane maximale afmetingen van een uitbeelding

• Breedte van de voertuigen 4,00 meter;

• Bouwhoogte gemeten vanaf het wegdek t.p.v. de zijkanten van de voertuigen 4,50 meter;

• Hoogte in het midden van de voertuigen, over een breedte van 2,00 meter, is 5,50 meter;

• Lengte van een starre combinatie is 12,00 meter;

• Lengte van een scharende combinatie is 18,00 meter.

• Opmerking: Uitsluitend de wegen en straten op de carnavalsroutes zijn afgestemd op de hiervoor genoemde afmetingen. Wagenbouwers moeten ermee rekening houden dat de doorgang op diverse wegen die leiden naar bedoelde routes onvoldoende is. De bouwlocatie van de wagens moet strategisch zijn bepaald of de wagen moet in delen worden vervoerd.

 

Afdeling 2 2 Voorwaarden voor wagens en trekkers met wielen

Alle wagens en trekkers met wielen groter dan 23 inch en/of een gewicht van meer dan 750kg moeten op een deugdelijke manier aan de voor -, achter – en zijkanten dicht zijn zodat de wielen worden afgeschermd, waarbij aan de onderzijde een vrije ruimte aanwezig moet zijn van minimaal 25 tot maximaal 35 centimeter.

 

Afdeling 3 3 De maximaal toegestane hoogte van een uitbeelding

De maximaal toegestane hoogte van een uitbeelding als genoemd onder 1 is niet van toepassing als gebruik wordt gemaakt van een schuif- en/of kantelmechanisme. Hiermee moet de uitbeelding in snel tempo binnen de onder 1 genoemde afmetingen teruggebracht kunnen worden.

 

Afdeling 4 4 De uitbeelding met mechanisme

In geval de uitbeelding voorzien is van een onder 3 bedoeld mechanisme, moet het zwaartepunt van de constructie binnen de wielbasis en spoorbreedte van de wagen blijven.

 

Afdeling 5 5 Bevestiging wagens

Alle wagens moeten op een deugdelijke manier aan het trekkende voertuig zijn bevestigd.

 

Afdeling 6 6 Trek- of sleepoog

Alle wagens zijn aan voor- en achterzijde voorzien van een trek- of sleepoog (voor noodsituaties).

 

Afdeling 7 7 Begeleiders grote wagens

Bij grote wagens (gemotoriseerd, zwaarder dan 750 kilogram en/of wielen groter dan 23 inch) moeten er minimaal vier begeleiders aanwezig zijn; op iedere hoek een. De begeleiders moeten duidelijk herkenbaar zijn aan een witte armband om de linkerarm of een opvallend tenue voorzien van het verenigingslogo.

 

Afdeling 8 8 Uitzicht bestuurder van het voertuig

De bestuurder van het voertuig moet steeds een goed uitzicht hebben. Een afwijking hiervan is alleen toegestaan als twee extra begeleiders èn de chauffeur van de wagen, gezamenlijk in direct onderling contact met elkaar staan via een elektronisch communicatiemiddel, zodat de chauffeur over de te rijden route kan worden geloodst.

 

Afdeling 9 9 Valbeveiliging wagens

Bij wagens waarop personen worden vervoerd is een deugdelijke baluster als valbeveiliging aangebracht. Deze bestaat minimaal uit twee horizontaal aan gebrachte stevige stangen op een hoogte van 60 cm. en 120 cm. Als kinderen (jonger dan 12 jaar) op de wagen worden vervoerd moet een derde stang op een hoogte van 30 cm. zijn aangebracht.

 

Afdeling 10 10 Valbeveiliging personen

Personen die zich op een hoogte van meer dan twee meter bevinden moeten door aanlijnen of zekeren voorzien zijn van een valbeveiliging.

 

Afdeling 11 11 Snelheid

Er mag niet sneller worden gereden dan 15 km/uur (= juridisch stapvoets).

 

Afdeling 12 12 Afstand tussen de wagens

Ter voorkoming van te grote onderlinge afstanden tussen de wagens (meer dan 50 meter) moet zowel de voorgaande als de achterliggende wagen goed in de gaten worden gehouden en de snelheid hierop worden afgestemd.

 

Afdeling 13 13 Goedkeuringscertificaat

Gebruik van luchtdrukflessen, compressoren en appendages is toegestaan als deze zijn goedgekeurd en voor aanvang van de tocht aan de organisatie en/of handhavers een geldig goedkeuringscertificaat kan worden getoond.

 

Afdeling 14 14 Brandveiligheid

a. Op elke wagen is minimaal een goedgekeurd draagbaar blustoestel met een inhoud van minimaal 6 liter/kilo beschikbaar, geschikt voor het blussen van branden in brandklasse A, B en C. Elk ander object, niet zijnde een wagen, moet ook van dit blustoestel zijn voorzien als gebruik wordt gemaakt van brandbare vloeistoffen en/of gassen.

b. Het gebruik van vuur is niet toegestaan.

c. Bij gebruik van een generator ter opwekking van elektrische energie moet deze zijn voorzien van een deugdelijke isolatiebewaking.

d. Er mag maximaal 10 liter brandbare vloeistof als voorraad worden meegevoerd. Deze dient geborgen te zijn in deugdelijke, speciaal daartoe bestemde houders.

e. Het gebruik van gemakkelijk brandbare materialen (polystereen schuim, plastic, etc.) moet zoveel als mogelijk worden beperkt.

f.  Indien het trekkende voertuig is ingepakt, moet een goede ventilatie van uitlaatgassen zijn gewaarborgd.

g. Bij calamiteit is er een vluchtweg in twee richtingen voor bestuurder en personen die zich op de wagen bevinden.

h. Gasflessen en brandbare vloeistoffen(behalve die voor generatoren) zijn niet toegestaan.

 

Afdeling 15 15 Strooien van versnaperingen

Het strooien van versnaperingen is verboden. Ontheffing van dit verbod kan worden verleend voor de als laatste in de optocht rijdende prinsenwagen. Hierbij moet door minimaal twee personen toezicht worden gehouden ter voorkoming dat kinderen te dicht bij de wagen komen.

 

Afdeling 16 16 Confetti

Confetti waarin plastic is verwerkt is verboden. Dergelijke vervuiling wordt door de organisatie verhaald op de vervuiler.

 

Afdeling 17 17 Alcoholhoudende dranken en/of drugs

Het beschikbaar hebben en gebruik van alcoholhoudende dranken en/of drugs direct voor of tijdens de optocht is verboden. Onder invloed verkerende personen mogen niet deelnemen aan de optocht.

 

Afdeling 18 18 Gedragsnormen

Alle deelnemers moeten zich onthouden van bedreiging, discriminatie en/of ernstige belediging en alles wat in strijd is met goede zeden.

 

Afdeling 19 19 Discriminerende uitlatingen

Wagens, uitbeeldingen en trekkende voertuigen mogen niet voorzien zijn van discriminerende teksten of tekens of dit karakter hebben.

 

Afdeling 20 20 Dieren in de optocht

Deelname aan de optocht door of met levende en dode dieren is verboden.

 

Afdeling 21 21 De beslissing over de samenstelling van de optocht

De vergunninghouder c.q. organisatie beslist over de samenstelling van de optocht en deelname van de individuele wagens/ groepen. Zij doet dit op ethische, esthetische grondslag en gangbare normen en waarden.

 

Afdeling 22 22 Verkeerregelaars

De vergunninghouder zorgt voor voldoende verkeersregelaars als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994.

 

Afdeling 23 23 Aanwijzingen organisatie

In alle gevallen volgen vergunninghouder en de deelnemers de aanwijzingen van verkeersregelaars, gemeente, politie, brandweer, GGD en EHBO op.

 

Afdeling 24 24 Verzekeringen

Verzekeringen voor trekkende voertuigen, aanhangers en deelnemende personen moeten zijn afgesloten. Dit betekent bij personenvervoer op de wagen naast de gebruikelijke WA verzekering ook een af te sluiten verzekering die in lijn is met het gestelde in de wegenverkeerswet 1994.

 

Afdeling 25 25 Uitsluiting

Niet nakomen van deze voorschriften leidt tot uitsluiting van (verdere) deelname.

 

Toelichting 1 Toelichting bij het

TOELICHTING BIJ HET REGLEMENT CARNAVALSOPTOCHT GEMEENTE OIRSCHOT