Verordening Burgerinitiatief

Geldend van 01-11-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening Burgerinitiatief

Verordening Burgerinitiatief

Nr. 64990

De raad van de gemeente Oldebroek;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende Verordening Burgerinitiatief:

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatief een:

  • a.

    uitgewerkt voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad, of

  • b.

    een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een concreet omschreven onderwerp op de agen­da van de vergadering van de raad te plaatsen.

Artikel 2

Initiatiefgerechtigd zijn inwoners van de gemeente van zestien jaar en ouder, die op de dag van de indiening van het burgerinitiatief staan ingeschreven in het GBA.

Artikel 3

Een burgerinitiatief houdt niet in:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b.

    een vraag over het gemeentelijk beleid;

  • c.

    een onderwerp dat louter een privé-belang betreft;

  • d.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

  • f.

    een onderwerp waarover korter dan 2 jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de raad een besluit is genomen.

Artikel 4

  • 1.

    Het verzoek om een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

  • 2.

    Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een uitwerking van het voorstel of een concreet omschreven onderwerp, inclusief om­schrij­ving van het belang dat de initiatiefgerechtigden hebben bij het betreffende onder­werp;

    • b.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de ver­zoeker, en

    • c.

      een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van minstens 25 initiatiefgerechtigden.

  • 3.

    Voor de indiening van het verzoek en de bijbehorende lijst met namen wordt gebruik gemaakt van modelformulieren, die verkrijgbaar zijn op het gemeentehuis en te downloaden zijn van de gemeentelijke website.

Artikel 5

  • 1.

    Indien uit de realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien, wordt daarvan door de indieners een globale raming gegeven.

  • 2.

    Het burgerinitiatief vermeldt de naam, het adres en de geboortedatum van tenminste één en ten hoogste drie personen die als vertegenwoordigers van het burgerinitiatief optreden.

Artikel 6

  • 1.

    De voorzitter van de raad laat een burgerinitiatief plaatsen op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering indien en zodra daartoe door een initiatiefgerechtigde een ontvankelijk verzoek is ingediend.

  • 2.

    Niet-ontvankelijk is het burgerinitiatief dat:

    • a.

      niet door ten minste 25 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    • b.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 3 bevat;

    • c.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 4.

  • 3.

    Indien een burgerinitiatief op grond van het gestelde in het vorige lid onder “a” of “c” ongeldig is, wordt het met toelichting aan de initiatiefgerechtigde teruggezonden om hem in de gelegenheid te stellen om het aan te vullen of te corrigeren, binnen een nader door de voorzitter aangegeven redelijke termijn.

  • 4.

    Indien het burgerinitiatief op grond van het gestelde in het tweede lid onder “b” niet ontvankelijk is, wordt het op de lijst van ingekomen stukken van de raad geplaatst met het voorstel om de afdoening aan het college op te dragen. Indien het burgerinitiatief een voorstel of onderwerp bevat dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal het door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies worden doorgezonden naar het college of de burgemeester in zijn hoedanigheid als bevoegde portefeuillehouder. Het college dan wel de burgemeester, indien het zijn bevoegdheid aangaat, informeren de raad over de verdere afdoening.

Artikel 7

  • 1.

    Een ontvankelijk burgerinitiatief wordt geplaatst op de agenda van de eerstvolgende vergadering van de raad, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dit laatste geval wordt het burgerinitiatief op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst.

  • 2.

    De raad neemt:

    • a.

      het verzoek terstond in behandeling, of

    • b.

      laat het burgerinitiatief agenderen voor de eerstvolgende vergadering van de desbetreffende raadscommissie.

  • 3.

    De voorzitter van de raad of de voorzitter van de raadscommissie nodigt de vertegenwoordiger(s) van het burgerinitiatief schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De vertegenwoordiger(s) van het burgerinitiatief heeft (hebben) tijdens deze vergadering de gelegenheid om het burgerinitiatief mondeling toe te lichten.

  • 4.

    Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in de openbare bekendmakingen van de gemeente en op de website van de gemeente.

  • 5.

    Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de vertegenwoordigers van het burgerinitiatief.

Artikel 8

De burgemeester brengt elk jaar in het burgerjaarverslag verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op 1 november 2010.

Artikel 10

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Burgerinitiatief.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de gemeenteraad van Oldebroek
op 28 september 2010.
, griffier. , voorzitter.