Besluit instellen weekmarkten en nadere regels ten behoeve van de warenmarkten in Groenlo en Lichtenvoorde

Geldend van 02-08-2013 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 07-02-2005

Intitulé

Besluit instellen weekmarkten en nadere regels ten behoeve van de warenmarkten in Groenlo en Lichtenvoorde

Burgemeester en wethouders van de gemeente Groenlo;

gelet op artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet en artikel 3 van de "Marktverordening gemeente Groenlo 2005, zoals door de gemeenteraad vastgesteld op 3 januari 2005;

Besluiten:

A.

tot het instellen van twee weekmarkten voor koopwaren die worden gehouden op:

vrijdags van 10.30 uur tot 17.00 uur aan de Mattelierstraat, Europlein en Kerkhofsteeg te Groenlo

zaterdags van 08.00 uur tot 12.30 uur in de Dijkstraat (gedeelte tussen Markt en Van der Meer de Walcherenstraat), Krabbenplas, Nieuwe Maat (gedeelte Dijkstraat tot aan de Koemstraat)  te Lichtenvoorde

B.

Tot het instellen van Nadere regels ten behoeve van de wekelijkse warenmarkten

In dit besluit wordt verstaan onder markt: beide weekmarkten in de beide kernen door het college ingesteld als bedoeld onder A.  

Artikel 1 Dag, tijd en plaats van de markt

1. Het college kan op grond van dringende redenen bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden:

a. op een andere dag;

b. op een andere tijd;

c. op een andere plaats.

2. Het college is bevoegd ten behoeve van speciale gelegenheden en/of activiteiten markten te organiseren. Deze markten worden gehouden op nader door het college te bepalen marktterreinen, tijden en dagen.

3. Onverminderd het bepaalde in artikel 3.41 van de Algemene wet bestuursrecht wordt van besluiten als bedoeld in lid 1 en 2 mededeling gedaan in een ter plaatse verschijnend dag- of weekblad.  

Artikel 2 Aanwezigheid van voertuigen op het marktterrein

1. Het is verbode marktvoertuigen op een andere plaats op de markt aanwezig te hebben dan door het college is aangewezen.

2. Het is verboden tussen het aanvangs- en sluitingstijdstip van de markt voertuigen, anders dan bedoeld in het eerste lid, aanwezig te hebben op het marktterrein.

3. Het college kan één of meerdere terreinen aanwijzen waar voertuigen, anders dan bedoeld in het eerste lid, gedurende de markturen kunnen worden geparkeerd.

4. Het college kan ontheffing verlenen van het in lid 1 en 2 bepaalde.  

Artikel 3 Verboden handelingen

Het is de vergunninghouder verboden:

a. zich, behoudens ontheffing van het college, langer dan één uur van zijn standplaats te verwijderen. Gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;

b. op het marktterrein andere dan voor de markt bestemde goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of te leveren;

c. meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen;

d. de opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen;

e. de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

f. zich, behoudens ontheffing van het college, aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren;

g. op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die, waarvoor vergunning is verleend;

h. zijn waren aan te prijzen of de aandacht van het publiek te trekken op een wijze die de orde van de markt verstoort of anderen in hun verkoop belemmert;

i. luifels, zeilen en parasols lager dan twee meter vanaf de grond, aanwezig te hebben op de markt.  

Artikel 4 Verboden goederen

1. Het is verboden artikelen, welke krachtens een besluit van het college niet op de markt verhandeld mogen worden, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen of te verkopen.

2. Het college kan, als hem dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden.  

Artikel 5 Verzorging standplaats

1. De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van het college, steeds een goed en verzorgd aanzien biedt.

2. De vergunninghouder moet zijn marktkraam aan de voorzijde en de hem toegewezen hoek(en) tussen verkoopblad en grond afschermen.

3. Tijdens de markt moet hij zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke zodanig verzamelen en opslaan dat bij het verlaten van de markt geen spreiding hiervan mogelijk is.

4. Hij moet voor het verlaten van het marktterrein zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon achterlaten. Dit geldt ook voor de ondergrond waar hij staat of loopt.

5. Het is de vergunninghouder verboden op het marktterrein kramen, voertuigen of ander materiaal zodanig te gebruiken, schoon te maken etc. dat de bestrating ter plaatse bevuild kan worden met (restanten van) vetten, oliën en dergelijke dan wel dat daardoor, of door achtergelaten waren, de reiniging van de bestrating wordt bemoeilijkt.  

Artikel 6 Afvalbakken

De vergunninghouder aan wie vergunning is verleend om eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, moet aan de voorzijde van zijn standplaats voldoende afvalbakken aanwezig hebben, zulks ter beoordeling van het college.

Artikel 7 Verlichting standplaats

Het is de vergunninghouder zonder ontheffing van het college verboden op zijn standplaats:

a. gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting;

b. elektriciteit te betrekken van een ander dan degene die door het college voor het leveren daarvan is aangewezen om zelf hierin te voorzien.

Artikel 8 Geluidsapparatuur

1. Het is de vergunninghouder verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

2. Het op de standplaats aanwezig hebben van radiotoestellen, grammofoons, bandrecorders, cd-spelers, tv-toestellen en dergelijke, anders dan ter verkoop, is verboden.

3. Het college kan ontheffing verlenen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden, onder door hem te stellen voorwaarden.

Artikel 9 Kook-, bak- en verwarmingsapparatuur

1. Het is de vergunninghouder verboden, zonder vergunning van het college, installaties voor bakken, en/of koken en/of verwarmingstoestellen op zijn standplaats in gebruik of aanwezig te hebben.

2. Aan de vergunning als bedoeld in het eerste lid kunnen voorschriften worden verbonden in het belang van: de veiligheid van de vergunninghouder en het publiek;

a. het voorkomen dan wel verminderen van hinder of overlast;

b. het uiterlijk aanzien en het schoonhouden van de standplaats en omgeving.

Artikel 10 Bereiden eet- en drinkwaren

Het is de vergunninghouder verboden om, zonder vergunning van het college, op zijn standplaats eet- en drinkwaren op de markt voor onmiddellijke consumptie gereed te maken.

Artikel 11 Brandstoffen

1. Het is verboden op het marktterrein LPG (autogas) te gebruiken anders dan als brandstof voor motorvoertuigen.

2. Gasinstallaties voor propaan en butaan moeten voldoen aan het gestelde in de norm NEN 3324 “voorschriften voor de aanleg van vloeibaar-gas-installaties”.  

Artikel 12 Naamsaanduiding op de standplaats

1. Vergunninghouders zijn verplicht gedurende de tijd dat zij hun goederen of waren voor verkoop aanbieden, op een duidelijk zichtbare plaats aan hun marktkraam of verkoopgelegenheid een bord te hebben, waarop duidelijk leesbaar en ten minste de voorletters en achternaam van de vergunninghouder zijn aangegeven.

2.   Het bord moet in goede staat worden gehouden, zulks ter beoordeling van het college.  

Artikel 13 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald onder de titel “Besluit instellen weekmarkten en nadere regels t.b.v. de warenmarkten Groenlo en Lichtenvoorde 2005".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college
van burgemeester en wethouders van Groenlo,
d.d. 7 februari 2005,
de secretaris,
mr. J.J. Dijkman
de burgemeester wnd.
drs. H.A. Doek