Regeling vervallen per 18-05-2017

Beleidsregel tijdelijke standplaatsen gemeente Overbetuwe 2011

Geldend van 01-01-2012 t/m 30-12-2012

Onderwerp: Beleidsregel tijdelijke standplaatsen gemeente Overbetuwe 2011

Ons kenmerk: 11bwb00075

Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe;

gelet op artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel(en) 5:17, 5:18, 5:18a, 5:19 en 5:20 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Overbetuwe;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de

Beleidsregel tijdelijke standplaatsen

gemeente Overbetuwe 2011

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze beleidsregel verstaat onder:

a.

aanvraag

:

een aanvraag om vergunning om tijdelijk standplaats in te nemen of te hebben;

b.

aanvrager

:

degene die een vergunning om tijdelijk standplaats in te nemen of te hebben, aanvraagt;

c.

college

:

het college van burgemeester en wethouders;

d.

locatie

:

de plaats waar een tijdelijke standplaats kan worden ingenomen;

e.

standplaats

:

het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen en of diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel;

f.

tijdelijke standplaats

:

het innemen van een standplaats specifiek voor seizoensgebonden producten of ten behoeve van ideële instellingen en politieke partijen;

g.

toezichthouder

:

de daartoe aangewezen ambtenaar;

h.

vergunning

:

een vergunning om tijdelijk standplaats in te nemen of te hebben;

i.

vergunninghouder

:

degene aan wie een vergunning om tijdelijk standplaats in te nemen of te hebben, is verleend;

j.

APV

:

de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Overbetuwe.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze beleidsregel is van toepassing bij het besluiten op een aanvraag om een tijdelijke standplaats, als bedoeld in artikelen 5:17 tot en met 5:20 APV.

Artikel 3 Aanvraag en verlening vergunning

  • 1.

    Een aanvraag om vergunning moet door middel van een aanvraagformulier, zoals door het college vastgesteld, worden ingediend.

  • 2.

    Een vergunning kan enkel en alleen worden verleend aan een persoon die:

    • a.

      handelingsbekwaam is, en

    • b.

      in voorkomend geval, voldoet aan alle wettelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Artikel 4 Voorrecht standplaatslocatie

Wordt een vergunning aangevraagd ter vervanging van een in het voorgaande jaar verleende vergunning, dan heeft de aanvrager een eerste aanspraak op gebruik van de eerder ingenomen standplaatslocatie.

Artikel 5 Vergunning

  • 1.

    Een vergunning is maximaal 3 maanden geldig.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht de vergunning op eerste verzoek aan de toezichthouder te tonen.

Artikel 6 Schoonhouden en ontruimen

  • 1.

    De vergunninghouder zorgt ervoor dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

  • 2.

    Bij het ontruimen van de tijdelijke standplaats moet de vergunninghouder zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving schoon opleveren.

Artikel 7 Locatie

  • 1.

    Het innemen van een tijdelijke standplaats is niet toegestaan in een bocht of nabij een kruispunt.

  • 2.

    Het innemen van een tijdelijke standplaats is niet toegestaan als niet op eigen terrein of in de directe nabijheid langs de openbare weg kan worden voorzien in minimaal 5 parkeerplaatsen.

  • 3.

    De afstand tussen twee opeenvolgende of tegenover elkaar liggende tijdelijke standplaatsen moet hemelsbreed minimaal 500 meter bedragen.

Artikel 8 Reclame

  • 1.

    Per tijdelijke standplaats is een maximum van 2 reclame-uitingen toegestaan.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde reclame-uitingen zijn maximaal 90 centimeter breed en 125 centimeter hoog.

Artikel 9 Tijdelijk andere plaats of dag

  • 1.

    Het college kan, als dringende redenen dit noodzakelijk maken, tijdelijk een andere locatie voor het innemen van een tijdelijke standplaats aanwijzen.

  • 2.

    Het besluit, bedoeld in het eerste lid, wordt tijdig bekendgemaakt.

Artikel 10 Tijdstip opbouw tijdelijke standplaats

  • 1.

    Met de opbouw van de tijdelijke standplaats mag niet eerder worden begonnen dan één uur voor aanvang van het tijdstip van het innemen van de tijdelijke standplaats.

  • 2.

    De tijdelijke standplaats moet volledig zijn ontruimd binnen een half uur na aanvang van het eindtijdstip van het innemen van de tijdelijke standplaats.

  • 3.

    Het college kan onder bijzondere omstandigheden het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of diensten op een eerder tijdstip doen stoppen.

  • 4.

    Het eerste lid is niet van toepassing bij het innemen van een tijdelijke standplaats in de middag, als de standplaats in de ochtend in gebruik is geweest. De opbouwtijd is in dat geval een half uur.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel tijdelijke standplaatsen gemeente Overbetuwe 2011.

Aldus besloten in de vergadering van 20 december 2011.

Het college van burgemeester en wethouders,

de gemeentesecretaris,

de burgemeester,

Th.M.M. Hoex.

E. Tuijnman.

beleidsregel tijdelijke standplaatsen 2011 11 12 20.pdf [Klik hier om het document te downloaden]