Verordening recht van initiatief 2004

Geldend van 26-11-2004 t/m heden

Intitulé

Verordening recht van initiatief 2004

Artikel 1 Begripsbepalingen

Onder een initiatiefvoorstel wordt verstaan het recht van een individueel raadslid om een voorstel te doen een discussie over een bepaald probleem te voeren of om een uitgewerkt voorstel voor inhoudelijke oplossingen in te dienen. Bij het laatste kan het gaan om gemeentelijke regelgeving, feitelijk beleid (voorzover het tot de bevoegdheden van de raad behoort), een verzoek aan het college ten aanzien van de uitoefening van zijn bevoegdheden of om een combinatie van deze drie.

Artikel 2 Indienen van een initiatiefvoorstel

  • 1. Elk raadslid kan een initiatiefvoorstel indienen.

  • 2. Het raadslid mag met meerdere personen een voorstel schrijven. Deze personen kunnen zowel internen als externen zijn.

  • 3. Het initiatiefvoorstel bestaat uit de onderdelen ontwerpbesluit, raadsvoorstel en aanbiedingsbrief.

Artikel 3 Ontwerpbesluit

  • 1. Het ontwerpbesluit bevat deelbesluiten van zowel inhoudelijke als procedurele aard.

    • a.

      De inhoudelijke besluiten betreffen een of meer van de onderwerpen regelgeving, feitelijk (raads)beleid en verzoeken aan het college.

    • b.

      De procedurele aspecten betreffen de realisatie van de besluiten, de datum van inwerkingtreding van de besluiten, de eventuele evaluatie van de besluiten en de eventuele datum van buitenwerkingtreding van de besluiten.

  • 2. De formulering van een ontwerpbesluit is dat de formulering voldoende precies moet zijn om geen onduidelijkheid te laten bestaan bij de uitvoerende instantie en anderen aan wie het besluit iets opdraagt.

  • 3. De formulering van het ontwerpbesluit moet eenduidig zijn en is het Reglement van Orde hierop van toepassing.

Artikel 4 Raadsvoorstel

In het raadsvoorstel moet onder meer beschreven staan om welke reden(en) gemeentelijk beleid noodzakelijk is en om welke reden(en) de regels zo geformuleerd zijn zoals in het voorstel staat.

Artikel 5 Aanbiedingsbrief

De aanbiedingsbrief:

  • a.

    dient een korte beschrijving te bevatten van het doel en de aanleiding van het voorstel;

  • b.

    dient enkele elementaire procedurele aspecten te bevatten, zoals de data van de behandeling door de raadscommissie(s) en door de plenaire raad;

  • c.

    dient door de indiener of indieners te worden ondertekend.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening recht van initiatief (2004)”.