Regeling vervallen per 20-07-2016

Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen Pijnacker-Nootdorp

Geldend van 18-10-2012 t/m 19-07-2016

Intitulé

Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen Pijnacker-Nootdorp

De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

gezien het voorstel van het college van 14 augustus 2012;

gelet op artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening en de artikelen 82 en 156 van de Gemeentewet;

besluit:

  • a.

    de Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen in te stellen;

  • b.

    de bevoegdheid tot het horen in het kader van de voorbereiding van ruimtelijke plannen te delegeren aan de Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen;

  • c.

    vast te stellen de navolgende Verordening, regelende de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen voor het horen van de indieners van zienswijzen over ontwerpbestemmingsplannen, ontwerpstructuurvisies en andere ruimtelijke plannen waarbij een zienswijzeprocedure wordt voorgeschreven:

Artikel 1 - Taak en functie

  • 1.

    De Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen (verder te noemen de commissie) hoort namens de raad de indieners van zienswijzen die naar voren zijn gebracht bij de procedure in het kader van de:

    • a.

      totstandkoming van een structuurvisie;

    • b.

      totstandkoming van een bestemmingsplan;

    • c.

      wijziging van een bestemmingsplan, voor zover deze bevoegdheid is voorbehouden aan de raad;

    • d.

      ontheffing van een bestemmingsplan voor zover deze bevoegdheid is voorbehouden aan de raad.

  • 2.

    De commissie brengt verslag uit aan de raad en stuurt dit ter kennisname aan het college.

Artikel 2 - Lidmaatschap en samenstelling

  • 1.

    De raad benoemt op voordracht van de fracties de leden van de commissie, dit kunnen raadsleden of burgerraadsleden zijn.

  • 2.

    Alle fracties hebben met maximaal twee leden zitting in de commissie.

  • 3.

    Indien door verhindering of ontstentenis een lid van de commissie niet aan de commissievergadering kan deelnemen dan kan de fractie zelf een plaatsvervangend lid afvaardigen.

  • 4.

    De raad benoemt uit zijn midden de voorzitter van de commissie. De voorzitter is geen lid van de commissie.

  • 5.

    Indien door verhindering of ontstentenis de voorzitter een commissievergadering niet kan voorzitten, dan vaardigt de agendacommissie een plaatsvervangend voorzitter af.

  • 6.

    De zittingsduur van de commissie wordt gelijk gesteld met de zittingsduur van de raad.

  • 7.

    Het lidmaatschap eindigt tussentijds zodra een raadslid ophoudt lid te zijn van de raad of een commissielid ophoudt lid te zijn van de raadscommissie of als de raad dat bepaalt.

  • 8.

    Als een vacature ontstaat benoemt de raad zo spoedig mogelijk een nieuw lid op voordracht van en uit dezelfde fractie.

Artikel 3 - Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter kan, eigener beweging of daartoe uitgenodigd door de commissie, ambtenaren, andere deskundigen of belanghebbenden voor het verstrekken van inlichtingen uitnodigen en deel laten nemen aan de beraadslagingen.

  • 2.

    De voorzitter stelt degene die zich met een zienswijze, als bedoeld in artikel 1, tot de raad heeft gewend in de gelegenheid zich persoonlijk of bij gemachtigde te doen horen in de vergadering van de commissie waarin de zienswijze wordt behandeld.

  • 3.

    De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde tijdens de hoorzittingen.

Artikel 4 - Secretariaat

  • 1.

    De griffie vervult het secretariaat van de commissie.

  • 2.

    De griffier wijst ter ondersteuning van de commissie een medewerker van de griffie aan als commissiegriffier.

  • 3.

    De commissiegriffier is bij iedere vergadering van commissie aanwezig en kan, indien daartoe door de voorzitter of een lid van de commissie uitgenodigd, aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening deelnemen.

  • 4.

    Bij verhindering of afwezigheid van de commissiegriffier wordt hij vervangen door een daartoe door de griffier aangewezen medewerker van de griffie.

Artikel 5 - In behandeling nemen van stukken

  • 1.

    De griffie bundelt de over het ruimtelijk plan ingekomen zienswijzen en biedt deze, uiterlijk binnen vijf werkdagen na afloop van de termijn van ter inzage legging, aan aan de voorzitter van de commissie en het college.

  • 2.

    Het college doet de commissie zo spoedig mogelijk de voor het horen van de zienswijze vereiste stukken toekomen en, na een verzoek daartoe, aanvullende informatie, indien de commissie van mening is dat zij daar voor een goede taakuitoefening over dient te beschikken.

  • 3.

    Het secretariaat van de commissie stelt de stukken onmiddellijk in handen van de voorzitter en leden van de commissie.

Artikel 6 - Hoorzittingen

  • 1.

    De commissie komt uiterlijk binnen drie weken na afloop van de termijn van ter inzage legging van het ruimtelijke plan bijeen. De hoorzittingen zijn openbaar.

  • 2.

    De voorzitter zorgt dat elk lid en de indieners van zienswijzen, de portefeuillehouder, de behandelend ambtenaar en overige belanghebbenden, spoedeisende gevallen uitgesloten, tenminste één week voor de aanvang van de hoorzitting worden opgeroepen.

  • 3.

    Van de vergaderingen wordt een verslag gemaakt.

  • 4.

    De leden van de commissie, evenals eventueel aanwezige genodigden, hebben de mogelijkheid verduidelijkende vragen te stellen.

  • 5.

    Een lid van de commissie neemt niet deel aan de hoorzitting indien het een aangelegenheid betreft die hem rechtstreeks of middelijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken. Artikel 2, derde lid is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 - Quorum

  • 1.

    Het horen geschiedt door de voorzitter en tenminste de helft van het aantal zitting hebbende leden.

  • 2.

    Indien een zitting in verband met het ontbreken van het quorum geen doorgang vindt dan schrijft de voorzitter binnen twee werkdagen een nieuwe vergadering uit in overleg met belanghebbenden.

Artikel 8 - Algemene bepalingen

Voor zover deze verordening daarin niet voorziet neemt de voorzitter de beslissingen over de werkwijze van de commissie en de orde van de hoorzittingen.

Artikel 9 - Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen Pijnacker-Nootdorp”.

Artikel 10 - In werking treding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op de bekendmaking ervan.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 27 september 2012
de griffier, de voorzitter,
drs. S.G.W.M. Heerdink drs. F.H. Buddenberg