Regeling opleiding en ontwikkeling griffie Raalte

Geldend van 01-08-2018 t/m heden

Intitulé

Regeling opleiding en ontwikkeling griffie Raalte

De raad van de Gemeente Raalte;

Gelezen het voorstel van de agendacommissie met zaaknummer 11290-2018

Gelet op de Gemeentewet;

Besluit:

Vast te stellen de Regeling opleiding en ontwikkeling griffie Raalte

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Werkgever: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte.

  • b.

    Medewerker: De medewerker bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO, met uitzondering van medewerkers in de zin van artikel 1:2:1 leden 2 tot en met 4.

  • c.

    Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP): Een door de leidinggevende en de medewerker vastgelegd en ondertekend geheel aan afspraken over de te ondernemen activiteiten van beide partijen in het kader van de ontwikkeling van de medewerker.

  • d.

    Opleidingen en ontwikkelactiviteiten: Activiteiten die bijdragen aan het actueel houden van kennis en vaardigheden voor de huidige functie van de medewerker, dan wel voor een toekomstige functie of loopbaan binnen of buiten de organisatie. Onder activiteiten wordt ook verstaan: (job) coaching, assessment, loopbaanadvies, EVC traject, enz., met dien verstande dat een en ander past binnen het opleidingsplan c.q. –budget.

  • e.

    Opleidingsplan: Een plan dat door de werkgever wordt vastgesteld of bekrachtigd, waarin de prioriteiten ten aanzien van door het personeel te volgen opleidingen zijn vastgelegd.

  • f.

    Opleidingsbudget: Het bedrag dat jaarlijks door de werkgever beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van de opleidingsplannen.

  • g.

    Studiekosten: Cursus– en lesgelden, evenals examen- en diplomagelden.

  • h.

    Loopbaanadvies: Een advies door een intern of extern deskundige met betrekking tot de huidige loopbaan en toekomstige loopbaanwensen en – mogelijkheden.

  • i.

    Opleidingsfaciliteiten: Het geheel van de door de werkgever vergoede kosten alsmede extra toegekende (studie)verlofuren ten behoeve van een opleiding.

Artikel 2 Termijn opleidingsfaciliteiten

  • 1. De in deze regeling vernoemde opleidingsfaciliteiten worden verleend voor een termijn die wordt afgeleid van de door het betrokken opleidingsinstituut voorgeschreven studieduur.

  • 2. Wanneer de medewerker niet binnen de vooraf gestelde termijn de opleiding afrondt, wordt de termijn, na overleg met de leidinggevende, verlengd tot het eerstvolgende examen, mits dit niet het gevolg is van aantoonbare nalatigheid van de medewerker.

Artikel 3 Categorieën opleidingen

In deze regeling wordt verstaan onder opleidingen:

  • a.

    opleidingen en ontwikkelactiviteiten die door werkgever verplicht zijn opgedragen conform artikel 15:1:26 van de CAR/UWO dan wel zijn opgenomen in het opleidingsplan;

  • b.

    opleidingen en ontwikkelactiviteiten die direct betrekking hebben op de huidige functie van de medewerker;

  • c.

    opleidingen en ontwikkelactiviteiten die niet direct betrekking hebben op de huidige functie van de medewerker, maar in het kader van zijn loopbaan(ontwikkeling) gericht zijn op de huidige functie (bij uitbreiding) of een toekomstige functie binnen of buiten de organisatie.

Artikel 4 Opleidingsplan

De werkgever stelt (meer)jaarlijks een opleidingsplan vast en draagt hierbij zorg voor een evenwichtige afspiegeling van de belangen van de werkgever en de belangen van de medewerkers

Artikel 5 Opleidingsverlof

  • 1. Een medewerker die een opleiding of ontwikkelactiviteit als bedoeld in artikel 3 sub a of b volgt, wordt verlof met behoud van bezoldiging verleend, dat benodigd is voor daadwerkelijke deelname.

  • 2. Een medewerker die een opleiding of ontwikkelactiviteit volgt als bedoeld in artikel 3 sub c, kan gedeeltelijk verlof met behoud van bezoldiging worden verleend. Medewerker en leidinggevende maken daarover maatwerkafspraken.

  • 3. Een medewerker die een opleiding volgt als bedoeld in artikel 3 sub a en b van deze regeling, waarvan de lessen niet of niet geheel in de werktijd van de medewerker plaatsvinden, kan ter compensatie verlof worden verleend van de feitelijke lesuren.

Artikel 6 Verlof voor tentamen- of examen(voorbereiding)

  • 1. Ter voorbereiding op een examen of tentamen wordt de medewerker in de gelegenheid gesteld om eigen verlof op te nemen.

  • 2. Voor het deelnemen aan een examen of tentamen wordt opleidingsverlof met behoud van bezoldiging verleend.

Artikel 7 Vergoeding opleidingskosten

  • 1. Als opleidingskosten worden aangemerkt:

    • a.

      reis- en verblijfskosten;

    • b.

      studiekosten;

    • c.

      studiemateriaal.

  • 2. Reis- en verblijfkosten worden vergoed op basis van de regeling dienstreizen en verblijfkosten van de werkgever.

  • 3. Verplicht voorgeschreven boeken en syllabi worden volledig vergoed. Niet vergoed worden schrijfbenodigdheden, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven boeken en syllabi.

  • 4. Opleidingen en ontwikkelactiviteiten worden volledig vergoed door de werkgever wanneer deze is opgenomen in het persoonlijk ontwikkelingsplan en/of past binnen de categorieën a en b van artikel 2 en passend in het opleidingsplan. Over vergoedingen voor opleidingen en ontwikkelactiviteiten uit categorie c maken medewerker en leidinggevende maatwerkafspraken, passend binnen het opleidingsplan en –budget.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Indien toepassing van deze regeling leidt tot een onbillijke situatie voor de betrokken medewerker, dan kan het college in overleg met de betrokken medewerker in een voor de medewerker gunstige zin van deze regeling afwijken.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Ondertekening

Deze regeling treedt in werking op de dag volgend op die waarop de bekendmaking heeft plaats gevonden.

Deze regeling kan worden aangehaald als de regeling opleiding en ontwikkeling griffie Raalte.

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 12 juli 2018.

Griffier,

Jan Bouke Zijlstra

Voorzitter,

Martijn Dadema