Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening Adviesraad werk en inkomen gemeente Raalte 2017

Geldend van 16-08-2017 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 13-07-2017

Intitulé

Verordening Adviesraad werk en inkomen gemeente Raalte 2017

De raad van de gemeente Raalte,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 6 juni 2017;

Gelet op het bepaalde in artikel 47 van de Participatiewet en artikel 150 van de gemeentewet;

Gezien het advies van de Adviesraad Werk en Inkomen;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

“Verordening Adviesraad werk en inkomen gemeente Raalte 2017”

Artikel 1. Algemene bepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Gemeente: de gemeente Raalte

  • b.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte

  • c.

    Ingezetene: inwoner van de gemeente Raalte;

  • d.

    Adviesraad Werk en Inkomen gemeente Raalte: de raad die input en expertise ophaalt uit de samenleving van de gemeente Raalte over de Participatiewet, het minimabeleid en de schulddienstverlening

  • e.

    Gemeenteraad: de raad van de gemeente Raalte;

Artikel 2. Doelstelling en Taken adviesraad werk en inkomen

  • 1. De Adviesraad Werk en Inkomen heeft tot taak:

    • I.

      Het gevraagd en ongevraagd verstrekken van adviezen aan het college over het te voeren beleid op het gebied van de Participatiewet, Minimabeleid en Schulddienstverlening.

    • II.

      Het college betrekt de Adviesraad Werk en Inkomen actief bij de voorbereiding van het beleid betreffende de Participatiewet, het minimabeleid en schulddienstverlening.

    • III.

      Het actief verzamelen van relevante informatie omtrent de Participatiewet, het minimabeleid en schulddienstverlening en de de Participatiewet, het minimabeleid en schulddienstverlening om de genoemde adviesfunctie zo goed mogelijk uit te kunnen voeren.

    • IV.

      Signaleren en adviseren over knelpunten en samenwerken tussen organisaties, instellingen, groeperingen en personen die in of door de gemeente te maken krijgen of willen krijgen met de participatiewet, minimabeleid of schulddienstverlening.

  • 2. De Adviesraad Werk en Inkomen is niet bevoegd te adviseren over klachten, bezwaarschriften en andere zaken, voor zover die op individuele cliënten betrekking hebben. Evenmin heeft de Adviesraad Werk en Inkomen adviesrecht inzake het personeels- en organisatiebeleid van de gemeente. De Adviesraad Werk en Inkomen mag geen individuele cliënten bijstaan in rechtsprocedures inzake de Participatiewet, het minimabeleid of schulddienstverlening.

Artikel 3. Samenstelling adviesraad Werk en inkomen

  • 1. De Adviesraad Werk en Inkomen bestaat uit maximaal 9 leden plus een onafhankelijk voorzitter en onafhankelijk secretaris.

  • 2. In de adviesraad nemen minimaal 3 cliënten (waaronder ook medewerkers met een dienstverband op basis van de Wet Sociale Werkvoorziening) zitting.

  • 3. Naast de deelnemers in het tweede lid nemen maximaal 6 niet- cliëntleden deel aan de Adviesraad Werk en Inkomen.

  • 4. Deze niet- cliënt leden vertegenwoordigen een maatschappelijke organisatie of verband zonder winstoogmerk die een relatie heeft met het beleidsterrein Participatiewet, minimabeleid of schulddienstverlening. Hierbij kan in ieder geval gedacht worden aan één van de volgende organisaties of verbanden:

    • a.

      Stichting Vluchtelingen Werk Oost-Nederland

    • b.

      Vakbonden

    • c.

      Humanitas Raalte

    • d.

      De Dimencegroep, afdeling maatschappelijk werk Raalte

    • e.

      Ouderenbonden Raalte

    • f.

      Religieuze of Levensbeschouwelijke organisaties Raalte

    • g.

      Stichting Leergeld Raalte

    • h.

      De Voedselbank Raalte

  • 5. De leden van de Adviesraad Werk en Inkomen vertegenwoordigen alle ingezetenen van de gemeente Raalte.

  • 6. De Adviesraad Werk en Inkomen heeft een onafhankelijk voorzitter en – secretaris.

  • 7. De voorzitter wordt voorgedragen door de Adviesraad Werk en Inkomen en benoemd door het college.

  • 8. Het lidmaatschap van de Adviesraad Werk en Inkomen is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad, het college, de (advies) commissie bezwaarschriften van de gemeente of een dienstverband bij de gemeente.

  • 9. De Adviesraad Werk en Inkomen kan een lid van het college uitnodigen voor specifieke agendapunten in een vergadering van de Adviesraad Werk en Inkomen.

  • 10. Het college draagt (via de gemeentelijke coördinatoren) zorg voor een deskundig ambtelijke vertegenwoordiging, die een toelichting kan geven op de te bespreken onderwerpen.

  • 11. De Adviesraad Werk en Inkomen kan desgewenst gebruik maken van de mogelijkheid om externe deskundigen te vragen om een toelichting.

Artikel 4. Benoeming en zittingsduur leden Adviesraad Werk en Inkomen

  • 1. Nieuwe leden van de Adviesraad Werk en Inkomen worden door het college benoemd op voordracht van de Adviesraad Werk en Inkomen.

  • 2. Voor elk lid wordt op dezelfde wijze een stemgerechtigde plaatsvervanger benoemd.

  • 3. De zittingsduur van de leden is maximaal vier jaar. Herbenoeming is eenmaal mogelijk voor maximaal vier jaar.

  • 4. De helft van de leden van de Adviesraad Werk en Inkomen treedt telkens gelijktijdig af en zijn meteen herkiesbaar, doch blijven in functie totdat zij zijn herbenoemd, dan wel nieuwe leden zijn benoemd. De procedure over aftreden en herbenoeming is beschreven in het huishoudelijk reglement van de Adviesraad Werk en Inkomen.

  • 5. De benoeming ter voorziening in tussentijds opengevallen plaatsen geschiedt binnen drie maanden na het ontstaan van een vacature.

  • 6. Leden kunnen tussentijds ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 7. Het college kan onder opgaaf van gemotiveerde redenen een lid van de Adviesraad Werk en Inkomen schorsen, casu quo zijn lidmaatschap intrekken op verzoek van de Adviesraad Werk en Inkomen, in relatie tot het functioneren van de persoon. Het betreffende lid wordt vooraf door het college gehoord.

  • 8. De Adviesraad Werk en Inkomen kiest uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter, die tezamen met de voorzitter en de secretaris het (dagelijks) bestuur van de Adviesraad Werk en Inkomen vormen.

Artikel 5. Taken onafhankelijk voorzitter en onafhankelijk secretaris

  • 1. De voorzitter heeft als taken:

    • a.

      Het fungeren als onafhankelijk en technisch voorzitter;

    • b.

      Met de secretaris het voorbereiden van de agenda voor de vergadering.

    • c.

      Het bepalen van de dag en het tijdstip van de vergadering.

    • d.

      Het leiden van de vergadering.

    • e.

      Het extern vertegenwoordigen van de Adviesraad.

    • f.

      Het ondertekenen van correspondentie van de Adviesraad in woord en in geschrift.

    • g.

      Het onderhouden van contacten met de ambtelijke organisatie en de portefeuillehouders.

    • h.

      Het zorgdragen voor werving en selectie van nieuwe leden bij ontstane vacatures.

    Aanvullend op lid 1:

    De voorzitter:

    • i.

      Heeft affiniteit en enige bekendheid met het vakgebied;

    • j.

      Beschikt over beleidsmatig en zakelijk inzicht;

    • k.

      Heeft geen stemrecht in de Adviesraad Werk en Inkomen.

  • 2. De secretaris heeft als taken:

    • a.

      Het verrichten van administratieve werkzaamheden (verslaglegging vergadering, opstellen en versturen van agenda, opstellen van uitgaande correspondentie).

    • b.

      Het beheer van de financiën, het jaarlijks opstellen van een begroting en na afloop van het jaar het opstellen van een jaarrekening.

    • c.

      Het opstellen van de schriftelijke adviezen en deze mede ondertekenen. Eveneens het bewaken van de voortgang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen.

    • d.

      Het verrichten van organisatorische werkzaamheden.

    • e.

      Het opstellen van een rooster van aftreden.

Artikel 6. Ambtelijke vertegenwoordiging Adviesraad Werk en Inkomen

  • 1. De ambtelijke vertegenwoordiging is in dienst van de gemeente, vormt de schakel tussen de Adviesraad Werk en Inkomen en de ambtelijke organisatie en heeft administratieve, organisatorische en beleidsondersteunende taken ten behoeve van de Adviesraad Werk en Inkomen.

  • 2. De ambtelijke vertegenwoordiging is geen lid van de Adviesraad Werk en Inkomen.

Artikel 7. Vergaderingen, middelen en faciliteiten

  • 1. De Adviesraad Werk en Inkomen vergadert 10 keer per jaar of zoveel meer als waartoe hij besluit.

  • 2. De Adviesraad Werk en Inkomen stelt een huishoudelijk reglement vast, waarin de werkwijze en structuur van de Adviesraad Werk en Inkomen is geregeld. In het huishoudelijk reglement is opgenomen op welke wijze (plaatsvervangende) leden worden aangedragen en er is een rooster van aftreden opgenomen voor de leden van de Adviesraad Werk en Inkomen.

  • 3. De Adviesraad Werk en Inkomen kan alleen besluiten tot het houden van een besloten vergadering als een belang genoemd in artikel 10 van de Wob in het geding is.

  • 4. De leden ontvangen reiskostenvergoeding en voor het bijwonen van een bijeenkomst van de Adviesraad Werk en Inkomen een jaarlijkse onkostenvergoeding. De verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden regelt de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen.

  • 5. Leden van de Adviesraad die afgevaardigd zijn namens een organisatie en daar in loondienst zijn, ontvangen geen vergoeding.

Artikel 8. Besluitvorming

  • 1. De Adviesraad Werk en Inkomen kan alleen besluiten (ten aanzien van de advisering) nemen indien ten minste 2/3 van het aantal leden ter vergadering aanwezig is. De aanwezigheid blijkt uit de voor de aanvang van de vergadering getekende presentielijst.

  • 2. Alleen de aanwezige leden van de Adviesraad Werk en Inkomen hebben stemrecht. Indien een lid zich laat vertegenwoordigen door zijn/haar plaatsvervanger heeft deze stemrecht. Stemmen bij volmacht wordt uitgesloten.

  • 3. Alle besluiten (ten aanzien van de advisering) worden genomen bij gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen van de op de presentielijst aanwezige leden.

  • 4. Blanco en niet-geldig uitgebrachte stemmen (ter uitsluitende beoordeling aan de voorzitter) worden geacht niet te zijn uitgebracht.

  • 5. Bij staking van stemmen over zaken, die geschiedt door handopsteken, vindt in dezelfde vergadering direct een herstemming plaats.

  • 6. Stemming over personen geschiedt schriftelijk met gesloten stembiljetten. Leidt een herstemming, ten gevolge van gelijkheid van stemmen, niet tot een besluit, dan wordt besloten door trekking van een - door de voorzitter - gemerkt lot.

  • 7. Minderheidsstandpunten kunnen worden toegevoegd aan de besluitenlijst, casu quo het voorstel/advies aan het college.

Artikel 9. Budget

  • 1. De Adviesraad Werk en Inkomen is bevoegd binnen een bij begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van haar taken. Het kan hierbij gaan om kosten die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies en organisatiekosten.

  • 2. De Adviesraad Werk en Inkomen verantwoordt de baten en lasten van het vorige begrotingsjaar voor 1 april aan het college.

Artikel 10. Informatievoorziening

  • 1. Het college draagt op verzoek van de Adviesraad Werk en Inkomen, dan wel uit eigen initiatief zorg voor goede en tijdige informatievoorziening over zaken die tot het taakgebied van de Adviesraad Werk en Inkomen behoren.

  • 2. Informatievoorziening vindt in een zodanig tijdsbestek plaats dat advisering door de Adviesraad Werk en Inkomen zinvol is en in de besluitvorming van het college kan worden meegewogen. Het college hanteert een termijn van vier weken voor het door de Adviesraad Werk en Inkomen uit te brengen advies, zodat het uit te brengen advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Met instemming van de Adviesraad Werk en Inkomen kan worden afgeweken van deze termijn.

  • 3. Van de intentie tot het wel of niet overnemen door het college van een advies van de Adviesraad Werk en Inkomen, wordt de Adviesraad Werk en Inkomen binnen een termijn van twee weken schriftelijk en met redenen omkleed op de hoogte gesteld.

  • 4. Het besluitvormende bestuursorgaan krijgt inzicht in de adviezen van de Adviesraad Werk en Inkomen.

  • 5. In het geval het college in een voorstel aan de raad, afwijkt van het advies van de Adviesraad Werk en Inkomen, wordt dit, met redenen omkleed, bij het voorstel vermeld.

Artikel 11. Slotbepalingen

Wijziging of intrekking van deze Verordening vindt niet plaats dan nadat de Adviesraad Werk en Inkomen daarover is gehoord.

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1. Deze Verordening treedt in werking op 13 juli 2017.

  • 2. De Verordening voorzieningen Adviesraad Werk en Inkomen gemeente Raalte, vastgesteld 27 november 2014, wordt ingetrokken.

Artikel 13. Citeerartikel

Deze Verordening wordt aangehaald als: Verordening Adviesraad Werk en Inkomen gemeente Raalte 2017.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 13 juli 2017.
de griffier
Jan Bouke Zijlstra
de voorzitter
Martijn Dadema