Regeling vervallen per 31-10-2023

Verordening subsidiëring instandhouding beschermde gemeentelijke monumenten Renkum 2006

Geldend van 01-02-2006 t/m 30-10-2023

Intitulé

Verordening subsidiëring instandhouding beschermde gemeentelijke monumenten Renkum 2006

De raad van de gemeente Renkum, gelezen het voorstel van het college van 29 november 2005, gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

b e s l u i t

vast te stellen de navolgende

‘Verordening subsidiëring instandhouding beschermde gemeentelijke monumenten Renkum 2006’.

Afdeling I: Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

a. het college:

het college van burgemeester en wethouders van Renkum;

b.de raad:

de gemeenteraad van Renkum; c. monument:

zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde;

d.beschermd gemeentelijk monument:

onroerend monument, dat overeenkomstig de bepalingen van de geldende Monumentenverordening van Renkum als beschermd gemeentelijk monument is aangewezen;

e.gemeentelijk monumentenregister:

de lijst en/of het elektronische databestandwaarin zijn geregistreerd de overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument, beschermd gemeentelijk martiaal object, beschermd gemeentelijk dorpsgezicht of beschermd gemeentelijk landgoed aangewezen zaken en/of gebieden;

f.redengevende omschrijving:

de beknopte beschrijving van het monument en de daarvan deel uitmakende beschermwaardige onderdelen die als bijlage is opgenomen in het aanwijzingsbesluit;

g.monumentenwacht:

de Stichting Monumentenwacht Gelderland;

h. instandhouding:

werkzaamheden noodzakelijk om een monument in goede staat te houden c.q. door onderhoud in de bestaande staat te behouden en/of om toekomstig groot onderhoud of de noodzaak van restauratie te voorkomen of te verminderen;

i.schadevergoeding:

schadevergoedingen als bedoeld in de geldende Monumentenverordening van Renkum;

j. subsidie:

de aanspraak op financiële middelen door het college verleend voor de instandhouding van gemeentelijk beschermde monumenten;

k.subsidiabel geachte kosten:

kosten die als meerkosten kunnen worden aangemerkt ten opzichte van een vergelijkbaar pand dat niet als beschermd gemeentelijk monument is aangewezen;

l. subsidiejaar:

het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

Artikel 2. Subsidie

Het college kan op grond van deze verordening subsidie verlenen in de kosten van de instandhouding van beschermde gemeentelijke monumenten, indien en voorzover deze kosten een bedrag van € 750,= (incl. BTW) te boven gaan.

Artikel 3. Doelgroepen

De subsidie, bedoeld in artikel 2, kan uitsluitend worden verleend aan de natuurlijke of rechtspersoon die krachtens enig zakelijk recht het genot heeft van een beschermd gemeentelijk monument.

Artikel 4. Uitsluiting subsidie

In de kosten van instandhouding kan geen subsidie worden verleend voor zover deze kosten: a. op grond van een verzekeringsovereenkomst gedekt zijn; b. op grond van enig andere regeling worden gedekt door een bijdrage van overheidswege.

Afdeling II. Instandhouding

Artikel 5. Staat van onderhoud

De in artikel 2 bedoelde kosten komen slechts voor subsidie in aanmerking indien het beschermde gemeentelijk monument, waaraan instandhoudingswerkzaamheden (hierna: de werkzaamheden) zullen geschieden, in een naar het oordeel van het college in zodanige acceptabelestaat van onderhoud verkeert, dat het college het verrichten van de werkzaamheden, gezien de in artikel 1, onder h, gegeven omschrijving,zinvol acht.

Artikel 6: Verplichtingen, verbonden aan de subsidie

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht legt het college de ontvanger van de subsidie de volgende verplichtingen op:

  • a)

    de uitvoering van de werkzaamheden vangt eerst aan na de bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening, maar uiterlijk binnen een termijn van 13 weken na bekendmaking van deze beschikking;

  • b)

    de uitvoering van de werkzaamheden waarvoor ingevolge de geldende Monumentenverordening van de gemeente Renkum een vergunning is vereist, vangt eerst aan nadat deze vergunning is onherroepelijk is geworden.

Artikel 7. Aanwijzingen uitvoering

1. Het college kan aanwijzingen geven met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden.

2. Degene aan wie subsidie is verleend, dient een door het college aangewezen deskundige desgewenst de gelegenheid te geven de wijze waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd te controleren.

Afdeling III. Subsidieverlening en -vaststelling

Artikel 8. Instandhoudingskosten

Deze verordening richt zich op de instandhouding van een beschermd gemeentelijk monument. Het college kan nadere beleidsregels opstellen waarin is aangegeven voor welke typen werkzaamheden subsidie kan worden verleend.

Artikel 9. Subsidiebedrag

1. De subsidie van de in artikel 8 bedoelde kosten kan worden verleend tot een maximum van 25% van het totaal van de werkelijk door het college subsidiabel geachte kosten tot een bedrag van maximaal € 5.000,- (incl. BTW).

2. Voor hetzelfde beschermde gemeentelijk monument kan slechts eenmaal per drie jaar subsidie worden verleend met inachtneming van het in het voorgaande lid bepaalde.

Artikel 10. Aanvraag

1. De aanvraag om subsidie moet worden ingediend bij het college.

2. De aanvrager dient zijn aanvraag in op het daartoe door het college vastgestelde formulier, volledig ingevuld en samen met alle gevraagde bescheiden. Deze worden nader in dit formulier gespecificeerd.

Artikel 11. Subsidieplafond

  • 1.

    De raad stelt voor het verlenen van subsidies op grond van deze verordening voorafgaande aan het subsidiejaar een subsidieplafond vast.

  • 2.

    Indien in de door de gemeenteraad vastgestelde begroting of in een daarvan deel uitmakende bijlage een post is opgenomen die blijkens de daarbij behorende omschrijving uitsluitend bestemd is als subsidie ten behoeve van de kosten van instandhouding van beschermde gemeentelijk monumenten, geldt deze begrotingspost als subsidieplafond voor deze kosten.

    3. Aanvragen om subsidie worden in behandeling genomen in volgorde van binnenkomst.

Artikel 12. Subsidievaststelling en -betaling

1. Binnen twee maanden nadat de werkzaamheden zijn voltooid, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

2. De uitvoeringstermijn van de gesubsidieerde werkzaamheden bedraagt maximaal anderhalf jaar.

3. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling dient een gespecificeerde financiële verantwoording van de werkelijk gemaakte kosten, vergezeld van (afschriften van) rekeningen en betalingsbewijzen, te worden overgelegd.

4. De in het tweede lid genoemde verantwoording dient binnen dertien weken na beëindiging van de werkzaamheden bij het college te worden ingediend.

5. Uitbetaling van de subsidie geschiedt door overmaking op een rekening bij een in Nederland gevestigde bankinstelling ten gunste van degene aan wie de subsidie is verleend.

Artikel 13. Advies monumentencommissie

Alvorens een beslissing te nemen op de aanvraag tot subsidieverlening kunnen burgemeester en wethouders het advies inwinnen van de Monumentencommissie.

Afdeling IV: Slotbepalingen

Artikel 13. Bijzondere gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet of in onvoldoende mate voorziet, beslist het college.

Artikel 14. Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking op 1 februari 2006 ná voorafgaande bekendmaking.

2.Aanvragen voor instandhoudingssubsidie die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening worden in behandeling genomen volgens het nieuwe regime ná inwerkingtreding.

Artikel 15.Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening subsidiëring instandhouding gemeentelijke monumenten Renkum 2006’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 januari 2006.
Oosterbeek, 25 januari 2006
DE RAAD VAN DE GEMEENTE RENKUM
de griffier, de voorzitter,
Mevr. Mr. J.I.M. le Comte P.M. Bruinooge