Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR30433
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR30433/1
Verordening Burgerinitiatief Rheden 2005
Geldend van 21-10-2010 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2006
Intitulé
Verordening Burgerinitiatief Rheden 2005De raad van de gemeente Rheden;
b e s l u i t :
vast te stellen de: Verordening Burgerinitiatief Rheden 2005
Artikel 1
In deze verordening wordt onder een burgerinitiatief verstaan: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp of een voorstel op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.
Artikel 2
-
1. De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.
-
2. Ongeldig is het verzoek dat:
- a.
een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat; of
- b.
niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.
- a.
Artikel 3
-
1. Initiatiefgerechtigd zijn alle ingezetenen en belanghebbenden van 14 jaar en ouder.
-
2. Voor de beoordeling of iemand belanghebbende is, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek bepalend.
Artikel 4
-
1. Indieners zijn, met inachtneming van lid 2, vrij in hun keuze van het onderwerp van het burgerinitiatief.
-
2. Het burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:
- a.
een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur;
- b.
een vraag over het gemeentelijk beleid;
- c.
een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;
- d.
een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of
- e.
een onderwerp waarover korter dan 1 jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden.
- a.
Artikel 5
-
1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad. Het formulier voor indiening van een burgerinitiatief is bij de griffie verkrijgbaar en kan -na invulling- weer bij diezelfde griffie worden ingediend. De griffie zal de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure adviseren en begeleiden.
-
2. Het verzoek bevat ten minste:
- a.
een omschrijving van het burgerinitiatief;
- b.
een toelichting op het burgerinitiatief;
- c.
de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van de initiatiefnemer(s); en
- d.
de achternamen, de voornamen, de adressen, de geboortedata en de handtekeningen van ten minste 10 initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.
- a.
Artikel 6
-
1. De raad agendeert het burgerinitiatief voor zijn eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het initiatief, indien het voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 4 en artikel 5. Er dient ten minste twee weken te liggen tussen de dag van indiening van het burgerinitiatief en de dag van de vergadering waarin over het burgerinitiatief wordt beslist.
-
2. De voorzitter van de raad nodigt de initiatiefnemer schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten.
-
3. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.
-
4. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer.
-
5. De initiatiefnemer wordt daarna ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.
-
6. Indien de raad bepaalt dat een burgerinitiatief niet voldoet aan de in artikel 4 en 5 gestelde eisen en dientengevolge niet wordt geagendeerd, is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep open staat.
Artikel 7
Vervallen.
Artikel 8
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, of bij twijfel omtrent de toepassing van de verordening beslist de raad op voorstel van de voorzitter.
Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 21 december 2005, nr. 13.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl