Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Roermond houdende regels omtrent gebiedsontzeggingen APV (Beleidsregel Gebiedsontzeggingen 2019 APV)

Geldend van 14-08-2019 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Roermond houdende regels omtrent gebiedsontzeggingen APV (Beleidsregel Gebiedsontzeggingen 2019 APV)

De burgemeester van Roermond;

gelet op artikel 2.1b van de Algemene Plaatselijke Verordening;

heeft besloten vast te stellen de volgende beleidsregel:

Beleidsregel Gebiedsontzeggingen 2019 APV’

  • 1.

    Inleiding

  • 2.

    Karakter

  • 3.

    Voorwaarden

  • 4.

    Opbouw van de gebiedsontzegging

  • 5.

    Gevolgen van overtreding van de gebiedsontzegging

  • 6.

    Afhandeling bezwaren tegen individuele gebiedsontzeggingen

  • 7.

    Slotbepalingen

Inleiding

In deze beleidsregel wordt aangegeven hoe de door of namens de burgemeester gemandateerde (politie)functionaris van de bevoegdheid tot het opleggen van een gebiedsontzegging gebruik kan maken.

Karakter

De gebiedsontzegging is een bestuurlijke en niet een straf opleggende maatregel en deze dient bij oplegging dan ook als zodanig te worden gehanteerd. De maatregel is bedoeld ter ondersteuning en handhaving van de openbare orde. Omdat de gebiedsontzegging een behoorlijke beperking geeft van de persoonlijke vrijheid van individuen dient deze restrictief te worden toegepast. Het opleggen van een gebiedsontzegging houdt overigens niet in dat er geen strafrechtelijk vervolg door het Openbaar Ministerie plaatsvindt tegen mogelijk gepleegde strafbare feiten. Vaak zal er juist sprake zijn van een strafrechtelijk handelen met een openbare orde verstorend karakter.

Verschillende doelgroepen en locaties

Op dit moment hanteren we vier standaardgebieden en –doelgroepen voor respectievelijk uitgaansoverlast, Drang & Dwang, verboden winkelgebied centrumgebied en wietpas. Daarnaast is het in individuele situaties mogelijk om specifieke gebiedsontzeggingen op te leggen gericht op de betreffende overlastgever en locatie.

Voorwaarden

Verstoring van de openbare orde

Primair moet vaststaan dat er sprake is van (ernstige) verstoring van de openbare orde of (ernstige) vrees daarvoor. Hiervan is in ieder geval sprake wanneer geadresseerde zich gedraagt in strijd met de wettelijke bepalingen die worden genoemd in de bijlage van artikel 2.1b van de Algemene plaatselijke verordening 2017 (APV). Ontzegging is dan redelijkerwijs noodzakelijk voor handhaving van die openbare orde en het negatieve effect van de gedragingen op het ordelijk verloop van het gemeenschapsleven in het betrokken gebied.

In acht nemen van (dis)proportionalíteit en subsidiariteit

Er is een bepaalde mate van beleidsvrijheid bij de gebruikmaking van de bevelsbevoegdheid voor een

gebiedsontzegging ter handhaving van de openbare orde. Een gegeven bevel tot een gebiedsontzegging moet echter altijd in overeenstemming zijn met de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. Hier vloeit uit voort dat de bevelsbevoegdheid niet wordt uitgeoefend als het toezicht op een andere wijze even doelmatig kan worden uitgeoefend. Derhalve moet altijd worden nagegaan of minder verstrekkende of minder langdurige maatregelen, dus bijvoorbeeld een minder zwaar middel dan de ontzegging, ook een oplossing kunnen bieden.

Opbouw van de gebiedsontzegging

In een besluit tot gebiedsontzegging moet worden aangegeven:

  • 1.

    wanneer en waar de ordeverstoringen hebben plaatsgevonden;

  • 2.

    wat de aard en ernst hiervan is geweest;

  • 3.

    de gedragingen waarop de ontzegging is gebaseerd;

  • 4.

    of er al eerder andere of vergelijkbare ordemaatregelen tegen geadresseerde zijn opgelegd (aard van de persoon en de frequentie van de overtredingen);

  • 5.

    voorts moet de duur en de omvang van de gebiedsontzeggingen worden onderbouwd;

  • 6.

    ten slotte de controle of een minder langdurige maatregel mogelijk is.

Het besluit dient een concreet op de door de geadresseerde begane overtreding toegespitste motivering te bevatten. Bij het opleggen van een gebiedsontzegging is het van belang dat de motivering tot het opleggen van de gebiedsontzegging voldoende onderbouwd beschreven is en hierin, indien van toepassing, ook eerdere opgelegde gebiedsontzeggingen worden opgenomen.

Uitzonderingen op de individuele gebiedsontzeggíngen

Indien de geadresseerde in het gebied van ontzegging zijn woning of zijn werk heeft of zijn beroep

uitoefent of hulpverlenende instanties bezoekt (en bewijs kan leveren dat geadresseerde gedurende de ontzegging een afspraak heeft), wordt in het verbod de kortste route aangewezen langs welke geadresseerde het gebied dient te betreden dan wel te verlaten. De ontzegging is niet van toepassing op de geadresseerde die zich binnen het aangewezen gebied bevindt in een middel van openbaar vervoer. Wel zijn winkels in het gebied en het station Roermond verboden gebied.

Horen van geadresseerde

De geadresseerde moet in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord ten aanzien van het

voorgenomen besluit tot gebiedsontzegging. Deze verklaring wordt schriftelijk vastgelegd in het zienswijzen formulier en ondertekend/geparafeerd door de geadresseerde en de dienstdoende (politie)functionaris die de zienswijze opmaakt. Indien geadresseerde niet wenst te tekenen verklaart de dienstdoende (politie)functionaris dit op de verklaring of in een separaat Proces Verbaal bevindingen. Betreft het een minderjarige dan worden eveneens de ouders of voogd van de minderjarige uitgenodigd voor een zienswijzengesprek.

Foto geadresseerde ten behoeve van handhaving individuele gebiedsontzeggingen

Van geadresseerde wordt, indien geadresseerde daarvoor toestemming heeft gegeven, een foto gemaakt dan wel een kopie gemaakt van het ID-bewijs om te kunnen handhaven op de uitgereikte en eventuele toekomstige gebiedsontzeggingen.

Waarschuwing

De (politie)functionaris dient ervoor zorg te dragen dat de betrokkene aan wie een ontzegging wordt

opgelegd begrijpt wat de betekenis is van de ontzegging, dus op welk gebied de ontzegging van toepassing is, wat wel/niet uitgezonderd wordt en wat de mogelijke consequenties zijn van

het overtreden hiervan. Ook deelt hij mede dat wanneer binnen zes maanden na afloop van de gebiedsontzegging opnieuw een gedraging als bedoeld in artikel 2.1b APV plaatsvindt een volgende ontzeggíng tot een maximale periode van 12 weken kan worden opgelegd.

.

Data, tijdvakken, duur en uitreiking van de gebiedsontzeggingen

In de gebiedsontzegging wordt duidelijk aangegeven voor welk tijdvak en gebied het verbod geldt. In de gebiedsontzegging wordt eenduidig aangegeven op grond van welk(e) feit(en) de geadresseerde de ontzegging is opgelegd. De gebiedsontzegging dient betrekking te hebben op een periode waarin de openbare orde bewaakt dient te worden. Bij een gebiedsontzegging voor het uitgaansleven bijvoorbeeld betreft dit het daaropvolgend weekend (vanaf donderdagavond). Het besluit tot het opleggen van een gebiedsontzegging wordt bekendgemaakt door middel van uitreiking van het besluit aan de betrokkene. In het besluit is het tijdstip genoemd waarop de gebiedsontzegging zou moeten ingaan alsmede de duur. Betrokkene tekent het besluit tot gebiedsontzegging voor ontvangst onder vermelding van plaats, datum en tijd. Mocht betrokkene dit weigeren dan parafeert de betreffende (politie)functionaris de gebíedsontzegging onder vermelding van plaats, datum en de vermelding dat het besluit is uitgereikt.

Mandaat en ondermandaat

Het door de burgemeester op 4 maart 2013 verleende mandaat aan de politiechef basisteam Roermond is met ingang van 14 augustus 2019 uitgebreid met artikel 2.1b lid 3 APV Roermond 2017.

Het door de burgemeester op 10 november 2014 verleende mandaat aan de operationeel leidinggevenden en het hoofd van de afdeling Stadtoezicht Roermond is met ingang van 14 augustus 2019 uitgebreid met artikel 2.1b lid 3 APV Roermond 2017 waar het Drang & Dwang betreft.

De portefeuillehouder ontvangt na afloop van ieder kwartaal een analyse van de aantallen, de personen, de duur en de trends van afdeling S&B. Indien de actuele situatie erom vraagt, wordt de burgemeester geïnformeerd door afdeling S&B.

Gevolgen van overtreding van de gebiedsontzegging

Op grond van artikel 2.1b lid 5 APV is het verboden zich te gedragen in strijd met een door of namens de burgemeester opgelegd verbod. Bij overtreding van een gebiedsontzegging kan een verbaal op grond van artikel 6:1 APV worden opgemaakt en een nieuwe gebiedsontzegging worden opgelegd.

Afhandeling bezwaren tegen individuele gebiedsontzeggingen

Tegen een gebiedsontzegging kan bezwaar en beroep worden ingediend. De burgemeester informeert het Openbaar Ministerie en de politiechef van basisteam Roermond over een ingediend bezwaar tegen een gebiedsontzegging en over de beslissing op bezwaar. De afwikkeling van bezwaarschriften vindt plaats op grond van de verordening behandeling bezwaarschriften en de toepasselijke bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht. Tegelijkertijd met het indienen van bezwaar kan een voorlopige voorziening bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Roermond worden ingediend.

Slotbepalingen

Inwerkíngtreding

Deze beleidsregel treedt in werking een dag na publicatie, onder gelijktijdige intrekking van de beleidsregel gebiedsontzeggingen APV van 1 mei 2013.

Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als Beleidsregel Gebiedsontzeggingen 2019 APV

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten door de burgemeester van Roermond op vrijdag 2 augustus 2019.

De burgemeester van Roermond,

M.J.D. Donders- de Leest

Bijlage 1 - Instructie opleggen gebiedsontzeggingen

  • 1.

    Algemene instructies

In alle gevallen onderstaande instructies volgen:

  • 1.

    Vaststellen of sprake is van (ernstige) verstoring van de openbare orde of (ernstige) vrees daarvoor:

    Er is sprake van (ernstige) verstoring van de openbare orde (of vrees daarvoor) als basis voor een gebiedsontzegging, wanneer geconstateerd wordt dat een persoon zich gedraagt in strijd met de verboden gedragingen genoemd in de bijlage van artikel 2.1b APV Roermond.

  • 2.

    Opmaken proces verbaal en/of opleggen geldboete.

  • 3.

    Afnemen zienswijze voorzien van datum, tijd en ondertekening geadresseerde.

    Indien geadresseerde niet wil tekenen dan tekent de betrokken (politie)functionaris en noteert dat de geadresseerde weigert te tekenen.

  • 4.

    Foto maken ten behoeve van dossier en handhaving

  • 5.

    Format gebiedsontzegging aanpassen aan situatie.

    Uitzonderingen betreden gebied van de gebiedsontzegging kunnen gemaakt worden indien:

    * de betrokkene in het gebied woonachtig is;

    * zijn werk of beroep uitoefent;

    * of hulpverlenende instanties dient te bezoeken en dit ook kan aantonen.

    In dat geval moet dit beschreven worden in de gebiedsontzegging en wordt op de kaart de kortste route ingetekend langs welke de betrokkene het gebied dient te betreden dan wel te verlaten. Als een overlastlocatie op de kortste route ligt dan de meest nabije kortste route intekenen.

  • 6.

    De op te leggen gebiedsontzegging laten ondertekenen door een daarvoor door de burgemeester gemandateerde (politie)functionaris.

  • 7.

    Direct overhandigen aan geadresseerde en laten ondertekenen met vermelding datum en tijdstip. Indien geadresseerd niet wil tekenen dan tekent de betrokken (politie)functionaris en noteert dat geadresseerde weigert te tekenen.

  • 8.

    Geadresseerde dient het gebied te verlaten via de aangegeven route.

 

Informatiedeling uitgereikte gebiedsontzeggingen

Ten behoeve van de handhaving informeren politie en Stadstoezicht Roermond elkaar per omgaande over elke uitgereikte gebiedsontzegging.

Tevens stelt de (politie)functionaris het cluster Veiligheid van de gemeente Roermond per omgaande in kennis van elke uitgereikte gebiedsontzegging door toezending per e-mail van de gebiedsontzegging, zienswijze en proces verbaal en/of geldboete.

Noot 1

Dossieropbouw. Een volledig dossier bevat de volgende onderdelen:

  • a.

    Door geadresseerde getekende zienswijze

  • b.

    Proces verbaal of geldboete (beschrijving overtreding)

  • c.

    Foto ID en indien toestemming ook foto persoon

  • d.

    Door geadresseerde getekende gebiedsontzegging inclusief plattegrond

 

Noot 2

Afdeling Stadstoezicht Roermond is alleen gemandateerd waar het Drang & Dwang betreft.

 

  • 2.

    Specifieke instructies

 

Bepaal welke situatie van toepassing is en volg de specifieke instructies op:

afbeelding binnen de regeling