Beleidsregel notitie kapsalons en kleinschalige kinderopvang aan huis

Geldend van 27-07-2009 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel notitie kapsalons en kleinschalige kinderopvang aan huis

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

gelet op artikel 4: 81 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is dat het huidige beleid voor aan-huis-gebonden beroep en/of aan-huis-gebonden ambachtelijke bedrijfsactiviteiten verruimd wordt met betrekking tot de vestiging van kapsalons en kleinschalige kinderopvang aan huis;

B E S L U I T:

vast te stellen de: Beleidsregel “Notitie kapsalons en kleinschalige kinderopvang aan huis”

Het huidige beleid, waarbij door middel van een vrijstelling/ontheffing met betrekking tot een aan-huis-gebonden beroep en/of aan-huis-gebonden ambachtelijke bedrijfsactiviteiten kunnen worden toegestaan, wordt verruimd zodat kapsalons en kleinschalige kinderopvang aan huis kunnen worden toegestaan.

Burgemeester en wethouders kunnen, als dat bij bestemmingsplan is bepaald, voor wat betreft de woonfunctie ontheffing voor de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep en/of aan-huis-gebonden ambachtelijke bedrijfsactiviteiten verlenen onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    de woning (met inbegrip van aan- en bijgebouwen), die voor de uitoefening van het aan-huis-gebonden beroep en/of de aan-huis-gebonden bedrijfsactiviteiten nodig is, moet in overwegende mate de woonfunctie behouden;

  • b.

    het gebruik ten behoeve van het aan-huis-gebonden beroep en/of de aan-huis-gebonden bedrijfsactiviteiten mag geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu opleveren en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt, waarbij in ieder geval geen gebruik mag plaatsvinden, dat nadelige gevolgen voor het woonmilieu veroorzaakt en voorts zijn geen inrichtingen toegestaan die als zodanig zijn opgenomen in bijlage 1 behorende bij het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, zoals dit van kracht is op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van dit bestemmingsplan;

  • c.

    het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer en/of niet leiden tot een onaanvaardbare parkeerdruk;

  • d.

    het aan-huis-gebonden beroep en/of de aan-huis-gebonden bedrijfsactiviteiten mag geen publiekgericht karakter hebben;

  • e.

    detailhandel mag alleen plaatsvinden als ondergeschikte nevenactiviteit bij en verband houdend met de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep en/of aan-huis-gebonden bedrijfsactiviteiten.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de derde dag na de bekendmaking in het Gemeenteblad.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: “Notitie kapsalons en kleinschalige kinderopvang aan huis’.

Roosendaal, 23 juni 2009

Burgemeester en wethouders van Roosendaal,

De secretaris De burgemeester,

Toelichting Notitie kapsalons en kleinschalige kinderopvang aan huis

1. Probleemstelling

Is het wenselijk de huidige regeling met betrekking tot de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep en/of aan-huis-gebonden ambachtelijke bedrijfsactiviteiten te verruimen door het toelaten van kapsalons en kinderopvang?

2. Uitgangspunt

Kapsalon

Tot 1990 werden kapsalons binnen de gemeente Roosendaal en Nispen gezien als een beroep aan huis. In de bestemmingsplannen van de gemeente Roosendaal en Nispen was namelijk een ontheffingsmogelijkheid opgenomen voor de uitoefening in een woning van een aan huis gebonden vrij beroep waaronder begrepen consument verzorgende beroepen: manicure, pedicure, schoonheidspecialiste en een kapper.

In 1990 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak geoordeeld dat het kappersbedrijf niet op een lijn kan worden gesteld met vrije beroepen, zoals artsen, architecten, advocaten etc. en dus is een kapsalon aan huis niet toegestaan. Het ging daarbij wel om een verzoek dat betrekking had op woonwijk waar een bestemmingsplan van kracht was waarin geen ontheffingsregeling voor een aan-huis-gebonden beroep was opgenomen.

Kinderopvang

Momenteel worden regelmatig verzoeken ingediend met betrekking tot de uitoefening van kleinschalige kinderopvang aan huis. De belangstelling voor een voorziening van (kleinschalige) kinderopvang is, mede als gevolg van de subsidiemogelijkheden, toegenomen.

Regeling

Er bestaat behoefte aan regels waaraan verzoeken om toestemming tot het gebruik van een gedeelte van een woning voor kapsalons en kleinschalige kinderopvang en eventueel aanvragen om bouwvergunning voor bouwkundige aanpassingen. Hiervoor zijn twee mogelijkheden. De eerste is om bij bestemmingsplan het gebruik van een woning voor kapsalons en kleinschalige kinderopvang zonder meer (dus bij recht) toe te staan. De andere is om hiervoor een ontheffingsbevoegdheid op te nemen. Laatstgenoemde oplossing heeft de voorkeur omdat daarmee enige controle op het medegebruik van woningen voor dit doel mogelijk blijft en omdat aan de ontheffing voorwaarden kunnen worden verbonden.

3. Hoe kan voor een kapsalon aan huis en kleinschalige kinderopvang aan huis een aanvaardbare ontheffingsregeling worden getroffen?

Kapsalon

Het gaat er dus om een regeling te treffen waarin voor het verlenen van ontheffing een kapper niet als een vrij beroep wordt aangemerkt. In de ontheffingsbepaling moet met zoveel woorden tot uitdrukking worden gebracht dat de gemeenteraad als planwetgever onder voorwaarden een ontheffing voor een kapsalon aan huis aanvaardbaar acht.

In de jaren tachtig werd door gedeputeerde staten in het kader van hun goedkeuringsbeleid van bestemmingsplannen een dergelijke ontheffingsbevoegdheid, althans toegespitst op consument verzorgende beroepen, niet geaccepteerd. Toch bleef in de Roosendaalse begripsomschrijving van een aan-huis-gebonden beroep de term consumentenverzorgend opgenomen. Wel werd daarbij direct gezegd: met uitzondering van het kappersbedrijf.

Aangezien intussen de opvattingen over deze activiteiten in een woning een ontwikkeling hebben doorgemaakt, is het de vraag of het planologisch wèl terecht is dat alle consumentenverzorgende beroepen toelaatbaar zijn als aan-huis-gebonden beroep en alleen het kappersbedrijf niet.

Thans vindt meer en meer de opvatting aanhang dat het in ruimtelijke zin aanvaardbaar is een huisgebonden beroep of bedrijf toe te staan mits de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd (KB 17 mei 1995, Veldhoven, BR 1995, 851). Voorts is het in ruimtelijk zin niet relevant of het gaat om een beroep of een bedrijf. Bepalend zou moeten zijn of de activiteiten gezien de aard, omvang en intensiteit een zodanige relevantie hebben dat deze niet meer verenigbaar zijn met de woonfunctie (ARRS, 18 februari 1992, AB 1993, 163).

Kinderopvang

In het algemeen is de vestiging van een dergelijke voorziening niet geregeld. In sommige gevallen biedt een maatschappelijke bestemming of een gemengde doeleinden bestemming de mogelijkheid om een bouwvergunning te verlenen en gebruik toe te staan. Dikwijls is planologisch niet voorzien in de vestiging van kinderopvang. Ook bij de uitoefening van kinderopvang in de vorm van een aan-huis-gebonden beroep en/of aan-huis gebonden ambachtelijke bedrijfsactiviteiten is het wenselijk daarom een specifieke mogelijkheid te treffen. Zowel bij een specifieke bestemming wonen als bij de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep doet zich de vraag voor welke criteria daarvoor gesteld moeten worden.

4. De huidige regeling

Sinds de jaren 1990 is in de huidige bestemmingsplannen van Roosendaal voorzien in een bevoegdheid van B en W om ontheffing van de bestemming ‘wonen’ te verlenen voor de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep en/of aan-huis-gebonden ambachtelijke bedrijfsactiviteiten, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

Onder aan-huis-gebonden ambachtelijke bedrijfsactiviteiten worden in het bestemmingsplan verstaan: het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk in een woning en/of de daarbij behorende gebouwen met behoud van de woonfunctie.

Onder bedrijfsmatig verlenen van diensten kan worden verstaan: het verlenen van diensten in de uitoefening van een bedrijf.

Onder een ambacht wordt volgens Van Dale Groot Woordenboek verstaan:

Handwerk dat aangeleerd moet worden, als broodwinning beoefend; smeden is een ambacht, houthakken is handwerk, meubelmaker is een ambacht.

Een kapsalon en een kinderopvang vallen op dit moment op basis van de begripsomschrijving niet onder de categorie aan-huis-bonden beroep.

Volgens de momenteel gehanteerde begripsomschrijving die is opgenomen in de begripsbepalingen van de bestemmingsplannen wordt onder een aan-huis-gebonden beroep verstaan: de uitoefening van een beroep of het beroepsmatige verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, para-medisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, consumentverzorgend - niet zijnde een kappersbedrijf - of hiermee gelijk te stellen terrein, met behoud van de woonfunctie. Voorbeelden hiervan zijn: arts, notaris, advocaat, maar ook manicure, pedicure, schoonheidsspecialiste vallen onder de categorie aan-huis-gebonden beroep.

Een kapsalon dient aangemerkt te worden als een consumentverzorgend beroep waardoor in de gehanteerde begripsomschrijving de zinsnede -niet zijnde een kappersbedrijf- kan komen te vervallen.

In de Wet Kinderopvang wordt in artikel 1 onder kinderopvang het volgende verstaan: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen en opvoeden van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint.

Onder gastouderopvang wordt verstaan: kinderopvang in een gezinssituatie door een ander dan degene die als ouder op grond van artikel 5, eerste lid, aanspraak kan maken op een kinderopvangtoeslag onderscheidenlijk een tegemoetkoming of diens partner, bestaande in de gelijktijdige opvang van ten hoogste vier kinderen in de woning waar de ouder of de gastouder zijn hoofdverblijf heeft.

In het tijdelijke besluit innovatieve kinderopvang is geregeld dat als experimentele vorm van kinderopvang als bedoeld in artikel 87, eerste lid, van de Wet kinderopvang wordt aangewezen gastouderopvang, die, in afwijking van artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van die wet, bestaat in de gelijktijdige opvang van ten hoogste zes kinderen op het woonadres waar de ouder of de gastouder zijn hoofdverblijf heeft.

Voor de uitoefening van kinderopvang als een aan-huis-gebonden beroep zal uitgegaan worden van het aantal van zes kinderen. Hierbij wordt aangesloten bij het uitgangspunt dat indien een gastouderopvang valt onder de AMvB innovatieve opvang, de gastouder maximaal zes niet-eigen kinderen mag opvangen.

Een kinderopvang aan huis moet worden geacht een vorm van bedrijfsmatige dienstverlening te zijn. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat het gaat om kleinschalige kinderopvang voor maximaal 6 niet-eigen kinderen. Als begripsomschrijving wordt onder kinderopvang verstaan: kleinschalige kinderopvang voor maximaal 6 niet-eigen kinderen.

5. Voorwaarden voor ontheffing

Om ontheffing te kunnen verlenen moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  • f.

    de woning (met inbegrip van aan- en bijgebouwen), die voor de uitoefening van het aan-huis-gebonden beroep en/of de aan-huis-gebonden bedrijfsactiviteiten nodig is, moet in overwegende mate de woonfunctie behouden;

  • g.

    het gebruik ten behoeve van het aan-huis-gebonden beroep en/of de aan-huis-gebonden bedrijfsactiviteiten mag geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu opleveren en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt, waarbij in ieder geval geen gebruik mag plaatsvinden, dat nadelige gevolgen voor het woonmilieu veroorzaakt en voorts zijn geen inrichtingen toegestaan die als zodanig zijn opgenomen in bijlage 1 behorende bij het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, zoals dit van kracht is op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van dit bestemmingsplan;

  • h.

    het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer en/of niet leiden tot een onaanvaardbare parkeerdruk;

  • i.

    het aan-huis-gebonden beroep en/of de aan-huis-gebonden bedrijfsactiviteiten mag geen publiekgericht karakter hebben;

  • j.

    detailhandel mag alleen plaatsvinden als ondergeschikte nevenactiviteit bij en verband houdend met de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep en/of aan-huis-gebonden bedrijfsactiviteiten.

Bij toetsing aan deze voorwaarden dient op het volgende te worden gelet:

Ad a. Bepalend is of de ruimtelijke uitstraling die het gebruik, gezien zijn aard, omvang en intensiteit heeft, van dien aard is dat deze valt te rijmen met de hoofdfunctie.

De activiteiten mogen niet de overhand krijgen en een (te) groot gedeelte van de woning in beslag gaan nemen. Hierbij wordt aangemerkt dat maximaal 40% van de oppervlakte gebruikt kan worden ten behoeve van het aan-huis-gebonden beroep en/of aan-huis-gebonden bedrijsactiviteiten.

Ad b. Een kapsalon en een kinderopvang vallen niet onder de in bijlage 1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer genoemde categorieën inrichtingen waarvoor een milieuvergunningsplicht geldt.

Ad c. De dienstverlening c.q. bedrijvigheid mag er niet toe leiden dat de verkeersdrukte in de straat sterk toeneemt of dat de bezoekers in aanmerkelijke mate de parkeerruimte in de omgeving in beslag nemen.

Ad d. Gelet op hetgeen bij de ontheffingverlening in deze gemeente gebruikelijk is, verstaan we onder publiekgericht karakter een onbelemmerde en onbeperkte toegang van publiek, zoals dat bij een winkel het geval is. Bij het werken met klanten die op afspraak komen, ontbreekt dit ‘publieke’, dat wil zeggen onbelemmerd toegankelijke karakter.

Een redelijke uitleg van deze voorwaarde ten aanzien van de onderhavige aanvragen brengt met zich mee dat geacht moet worden ook daaraan te worden voldaan.

Ad e. Onder detailhandel wordt verstaan de verkoop van goederen of producten rechtstreeks aan de consument. Bij een kapsalon zal worden voldaan aan de eis dat detailverkoop alleen in ondergeschikte vorm mag plaatsvinden. Bij een kinderopvang zal geen sprake zijn van detailhandel.

6. Aan de ontheffingsregeling verbonden risico’s

Mede omdat in de praktijk door of vanwege beroepsorganisaties van kappers regelmatig is geageerd tegen (het toestaan van) kapsalons-aan-huis, heeft zich nogal wat jurisprudentie gevormd over de vraag of deze vorm van dienstverlening c.q. bedrijfsuitoefening binnen een woonbestemming kan worden toegestaan.

Een bestemmingsplan is gericht op een goede ruimtelijke ordening en niet op een economische ordening. Wel geldt voor het toelaten van detailhandel en dienstverlening dat deze niet mogen leiden tot een duurzame ontwrichting van het distributieplanologische voorzieningenpatroon. Bij een kleinschalige activiteit zal dit gevaar zich niet snel voordoen.

Uiteraard bestaat de mogelijkheid dat in voorkomende gevallen waarin ontheffing wordt verleend een beroepsorganisatie daartegen opkomt, of reeds tegen het opnemen van een ontheffingsbevoegheid in het bestemmingsplan.

Aangezien een ontheffing als bovenbedoeld geacht moet worden niet strijdig te zijn met een goede ruimtelijke ordening, zal bij eventuele zienswijzen, bezwaren en beroepen daartegen het gemeentelijk verweer moeten zijn gericht op de afweging die is gemaakt ten aanzien van de onder 5 genoemde voorwaarden.

7. Ontwikkeling

Omdat er binnen de gemeente verschillende bestemmingsplanbepalingen van kracht zijn met uiteenlopende bepalingen met betrekking tot de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, verdient het aanbeveling te komen tot een voor de gehele gemeente gelijkluidende regeling. Dit betekent dat bij voorkeur door een nieuwe regeling in bestemmingsplanbepalingen (bestemmingen of ontheffingen) zullen moeten worden aangepast, hetzij dat ten aanzien van bestaande ontheffingsmogelijkheden eventueel uniforme beleidsregels moeten worden vastgesteld, waaraan aanvragen om ontheffing moeten worden getoetst.

Er zijn momenteel in de huidige bestemmingsplannen verschillende regelingen met betrekking tot een aan huis gebonden beroep. Deze regelingen zijn globaal onder te verdelen in de volgende categorieën:

  • 1.

    er is geen regeling voor een aan huis gebonden beroep;

  • 2.

    het is een onbepaalde regeling waarbij uitgegaan wordt dat een aan huis gebonden beroep is toegestaan en waarbij een kapsalon niet expliciet is uitgesloten;

  • 3.

    er geldt een verbodsbepaling voor de vestiging van een kapsalon als een aan huis gebonden beroep;

  • 4.

    er is een regeling waarin een aan huis gebonden beroep is toegestaan.

In Roosendaal zijn de categorieën 1 tot en met 3 in het merendeel van de bestemmingsplannen opgenomen. Categorie 4 geldt in de meest recente bestemmingsplannen. Indien er sprake is van een verbodsbepaling zal naast het verlenen van een ontheffing voor een aan huis gebonden beroep ook een ontheffing verleend moeten worden op grond van artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening.

Beleidsregel “notitie kapsalons en kleinschalige kinderopvang aan huis”