Wijziging 2 op het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van burgemeester en wethouders van Rotterdam

Geldend van 10-12-2008 t/m 21-06-2022

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van burgemeester en wethouders van Rotterdam

Artikel 1 Verdeling werkzaamheden

Het college van burgemeester en wethouders regelt de verdeling van zijn werkzaamheden alsmede de vervanging van de burgemeester in geval van diens verhindering of ontstentenis.

Artikel 2 Dag en plaats van de vergaderingen

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders vergadert op één of meer vaste momenten per week.

  • 2. Voorts vergadert het college van burgemeester en wethouders indien de burgemeester of tenminste twee leden dat nodig oordeelt/oordelen en laatstgenoemden, met opgave van redenen, aan de burgemeester als voorzitter van het college van burgemeester en wethouders om een extra vergadering verzoeken.

  • 3. De vergaderingen worden in het Stadhuis gehouden en vinden met gesloten deuren plaats.

  • 4. Onverminderd het in het tweede lid bepaalde kan het college van burgemeester en wethouders van het eerste en derde lid afwijken indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.

  • 5. De inhoud van agendaposten die aan het college worden overgelegd tijdens de vergadering is geheim, tenzij het college besluit dat de agendaposten openbaar zijn en deze oplegging van geheimhouding wordt geacht bij aanvang van iedere vergadering te geschieden.

Artikel 3 Besluitvorming

Onverminderd het bepaalde in artikel 56 Gemeentewet vindt de besluitvorming omtrent onderwerpen, waarover is beraadslaagd in een vergadering waarin (op dat moment) het vereiste aantal leden niet aanwezig was, plaats in de eerstvolgende vergadering waarin wel voldoende leden aanwezig zijn.

Artikel 4 Stemmingen

  • 1. Indien geen van de leden bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 2. Indien een lid bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd, tenzij het derde lid wordt toegepast. De eerstverantwoordelijke wethouder stemt als eerste, vervolgens wordt in volgorde van anciënniteit gestemd. De voorzitter stemt als laatste.

  • 3. Indien een lid dat verlangt, wordt bij het nemen van een besluit over een benoeming, voordracht of aanbeveling van personen gestemd bij gesloten en ongetekende stembriefjes.

  • 4. Bij de benoemingen, voordrachten of aanbevelingen van personen worden leden die blanco briefjes hebben ingeleverd, geacht aan de stemming te hebben deelgenomen.

Artikel 5 Verslaglegging

  • 1. De secretaris is verantwoordelijk voor een deugdelijke verslaglegging.

  • 2. Stemverhoudingen worden alleen vermeld als één of meer leden daarom vraagt/vragen.

  • 3. Het in de vorm van secretaris-aantekeningen te vervaardigen verslag wordt als ongewijzigd vastgesteld beschouwd tenzij een lid van het college van burgemeester en wethouders uiterlijk binnen drie dagen na het verschijnen van de secretaris-aantekeningen om een correctie heeft gevraagd. In bijzondere gevallen - bijvoorbeeld ingeval van tijdelijke afwezigheid van het betrokken collegelid - bedraagt de termijn ten hoogste veertien dagen. Afhankelijk van de aard van de gevraagde correctie wordt de wijziging direct aangebracht dan wel nadat het verzoek om wijziging door de secretaris aan burgemeester en wethouders is voorgelegd. Alsdan stelt het college van burgemeester en wethouders de definitieve tekst vast.

  • 4. Het in de vergadering behandelde, de aantekeningen en het verslag van de vergadering zijn geheim, tenzij het college besluit dat het behandelde, de aantekeningen en het verslag openbaar zijn en deze oplegging van geheimhouding wordt geacht bij aanvang van iedere vergadering te geschieden.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 1994. Alsdan vervalt het op 8 maart 1895 vastgestelde reglement (Gemeenteblad 1895, nr. 10).