Regeling vervallen per 01-10-2010

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Geldend van 13-10-2005 t/m 30-09-2010

Intitulé

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

De raad van de gemeente Rucphen,

gelet op artikel 1, tweede lid en artikel 12 van de Brandweerwet 1985, artikel 8, tweede lid van de Woningwet, artikel 8.11, derde lid en 8.40 van de Wet milieubeheer en artikel 149 van de Gemeentewet,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 augustus 2005,

overwegende dat:

  • ·

    burgemeester en wethouders de zorg hebben voor:

    • a.

      Het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al datgene wat daarmee verband houdt;

    • b.

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

  • ·

    de uitvoering van werkzaamheden wat betreft het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen tot de taak van de brandweer behoort;

  • ·

    burgemeester en wethouders andere werkzaamheden, dan hierboven bedoeld, kunnen aanwijzen die de gemeentelijke brandweer verricht;

  • ·

    de Brandbeveiligingsverordening voorschriften bevat over het gebruik van inrichtingen voor zover dit geen bouwwerken zijn als bedoeld in de Woningwet en de Bouwverordening;

  • ·

    de Bouwverordening voorschriften bevat over het gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot onder meer brandveiligheid;

  • ·

    de Wet milieubeheer beoogt het milieu te beschermen, onder meer door de brandveiligheid te bevorderen; het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen;

Besluit vast te stellen de: Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Pro-actieve taken:

  • 1.

    het structureel voorkomen van onveiligheid, onder andere betreffende ruimtelijke ordening, verkeersveiligheid, risicovolle evenementen, ontwikkeling industrieterreinen en infrastructurele wijzigingen.

  • b.

    Preventieve taken:

  • 1.

    het voorkomen en beperken van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al datgene wat daarmee verband houdt;

  • 2.

    de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen;

  • 3.

    de uitvoering van de voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen;

  • 4.

    de uitvoering van de Brandbeveiligingsverordening.

  • c.

    Preparatieve taken:

  • 1.

    de daadwerkelijke voorbereiding op de bestrijding van mogelijke aantasting van de veiligheid, onder andere wat betreft opleiden en oefenen, planvorming, inzet- en uitrukprocedures, bluswatervoorziening en onderhoud materiaal en materieel.

  • d.

    Repressieve taken:

  • 1.

    het beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het beperken van ongevallen bij brand en al datgene wat daarmee verband houdt;

  • 2.

    het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

  • 3.

    de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen;

  • e.

    Nazorg:

  • 1.

    Het zo spoedig mogelijk terug keren naar de normale verhoudingen, waarbij de elementen “menselijk aspect”, “economische schadereductie en herstel” en het “organisatorisch aspect” van belang zijn.

Artikel 2 Gemeentelijke brandweer

Burgemeester en wethouders beschikken over een gemeentelijke brandweer.

Artikel 3 Taken brandweer

De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 5 aan de regionale brandweer opgedragen taken, uit:

  • 1.

    de feitelijke uitvoering van de preventieve en repressieve taken;

  • 2.

    andere dan de onder 1 genoemde werkzaamheden, voor zover deze niet te maken hebben met het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mens en dier, te weten:

  • a.

    advisering bij projecten op het gebied van ruimtelijke ordening en infrastructuur;

  • b.

    advisering bij aanvragen voor bouw-, milieu en gebruiksvergunningen alsmede aanvragen in het kader van de A.P.V.;

  • c.

    het adviseren en participeren bij de controle en handhaving van de bouw-, milieu en gebruiksvergunningen alsmede aanvragen in het kader van de A.P.V.;

  • d.

    advisering bij het formuleren en tot stand komen van de gemeentelijke Bouwverordening en Brandbeveiligingsverordening;

  • e.

    brandweer gerelateerde dienstverlening voor zover de dienst dit toelaat en ter goedkeuring van de brandweercommandant, waarvan de kosten dekkend kunnen worden door berekend aan derden. ( o.a. begeleiding ontruimingsoefeningen, verzorgen van voorlichting, advisering externen, leegpompen kelders, controle en onderhoud brandblussers, leveren van brandwachten).

Artikel 4 Beleidskader brandveiligheid en hulpverlening

Burgemeester en wethouders leggen de gemeenteraad eenmaal per 4 jaar een kader voor op welke wijze aan de inhoud van in artikel 3 omschreven taken uitvoering zal worden gegeven (beleidskader brandveiligheid en hulpverlening). Dit kader omvat in elk geval een omschrijving van de financiële en personele middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van de preventieve en repressieve taken.

Artikel 5 Regionale taken

Naast de in de artikel 3, tweede lid, van de Brandweerwet 1985 opgedragen taken, zijn de volgende taken van de gemeentelijke brandweer aan de regionale brandweer overgedragen:

  • a.

    de alarmering van de gemeentelijke brandweer;

  • b.

    het borgen van de Officier van Dienst, ROGS en Commandant van Dienst functie;

  • c.

    zorgdragen voor bijstand en opschaling bij grootschalige incidenten;

  • d.

    pro-actie advisering voor grote projecten ter beoordeling van de commandant.

Artikel 6 Personeel

De streefformatie van de gemeentelijke brandweer (respectievelijk vrijwillig en beroepsmatig) zoals die is opgenomen in het beleidskader en beleidsplan Brandveiligheid en Hulpverlening bestaat uit:

Artikel 7 Opleiding en oefening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel die voor de taakuitoefening noodzakelijk zijn, conform het gestelde in de Leidraad oefenen.

Artikel 8 Instructie commandant brandweer

De commandant geeft leiding aan de brandweer volgens de door burgemeester en wethouders vastgestelde “Instructie commandant brandweer”.

Artikel 9 Materieel

  • 1.

    Het materieel van de gemeentelijke brandweer bestaat ten minste uit:

  • ·

    2 tankautospuiten, uitgerust conform BiZa model;

  • ·

    1 voorziening primaire bluswatertank buitengebied en chassis (tankwagen);

  • ·

    1 voorziening voor watertransport (geschikt voor het overbruggen van een afstand van minimaal 500 meter) en een motorspuit aanhanger;

  • ·

    1 personeel- / materieelbus;

  • ·

    1 dienstauto.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bepalen de plaats waar en de wijze waarop het materieel en de overige goederen van de brandweer worden ondergebracht.

Artikel 10 Bluswatervoorziening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.

Artikel 11 Citeertitel en in werking treden

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: 'Verordening brandveiligheid en hulpverlening gemeente Rucphen'.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de 8e dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

  • 3.

    Op dat tijdstip wordt de Organisatieverordening brandweer voor de gemeente Rucphen, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 24 februari 1987, ingetrokken.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 29 september 2005.

, voorzitter.

, griffier.