Regeling vervallen per 23-11-2015

Beleidsregels Wet Damocles gemeente Schouwen-Duiveland 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 22-11-2015

Intitulé

Beleidsregels Wet Damocles gemeente Schouwen-Duiveland 2010

De burgemeester van Schouwen-Duiveland;

gelet op artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet en afdeling 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat de uit druggebruik voortvloeiende risico’s voor de gezondheid moeten worden voorkomen en beheerst;

overwegende dat de effecten van de handel in en het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden beheerst moeten worden;

overwegende dat kenbaar behoort te zijn op welke wijze wordt omgegaan met de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang, indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II van de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;

besluit :

vast te stellen de “Beleidsregels Wet Damocles gemeente Schouwen-Duiveland 2010”.

Artikel 1 Algemeen

Op 21 april 1999 is de “Wet houdende wijziging van de Opiumwet in verband met het creëren van de mogelijkheid voor de burgemeester om bestuursdwang toe te passen ter handhaving van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet in voor het publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende erven” in werking getreden. Deze wet staat ook wel bekend onder de naam Damocles. De burgemeester heeft de bevoegdheid om een last onder bestuursdwang op te leggen indien in coffeeshops, cafés of in andere voor het publiek toegankelijke lokalen soft- of harddrugs worden verhandeld. In deze beleidsregels wordt vastgelegd hoe de burgemeester omgaat met de bevoegdheid als bedoeld in artikel 13b van de Opiumwet (Wet Damocles).

Artikel 2 Doel van de Wet Damocles

  • 2.1 Integrale aanpak drugsproblematiek

    De regering is van mening dat de handhaving van de Opiumwet een gecoördineerde inzet van bestuur, Openbaar Ministerie en politie vereist, zodat via verschillende invalshoeken kan worden opgetreden tegen de neveneffecten van de aanwezigheid van coffeeshops. Daarbij dient uit de Opiumwet zelf te blijken dat handhaving niet uitsluitend afhankelijk wordt gesteld van de strafrechtelijke handhaving. Met de Wet Damocles is het bestuurlijke instrumentarium uitgebreid en wordt de geïntegreerde bestuurs- en strafrechtelijke aanpak bij de handhaving van de Opiumwet bevorderd.

  • 2.2 Direct instrument

    In tegenstelling tot artikel 174a Gemeentewet is het doel van artikel 13b Opiumwet niet het bestrijden van overlast als gevolg van handel in drugs. De President van de rechtbank Venlo overwoog al op 3 juni 1999: “Weliswaar blijkt uit de parlementaire toelichting dat met de uitbreiding van de Opiumwet met het onderhavige artikel 13b tevens is beoogd de met de handel in drugs gepaard gaande overlast tegen te gaan, doch men heeft primair willen bereiken dat met de invoering van dit artikel - en dat blijkt zowel uit de parlementaire behandeling als uit de redactie van het artikel - de burgemeester een direct instrument voorhanden heeft in de vorm van het toepassen van bestuursdwang om de verkoop, de aflevering of de verstrekking dan wel de aanwezigheid van middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet in en vanuit voor het publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende erven een halt toe te roepen. Die bevoegdheid ontstaat zodra de verkoop, aflevering, verstrekking of de aanwezigheid zich voordoet.”

    Deze uitspraak is in vrijwel exacte bewoording gevolgd door de President van de rechtbank Zutphen (9 juli 1999), die er overigens nog aan toevoegt: “Daarmee is gegeven dat ook andere aspecten, zoals bijvoorbeeld het belang van de bescherming van de volksgezondheid, mogen worden betrokken bij de afweging die vooraf gaat aan de toepassing van bestuursdwang.”Concreet houdt bovenstaande in, dat de bevoegdheid tot de toepassing van bestuursdwang door de burgemeester ontstaat zodra verkoop, aflevering, verstrekking of de aanwezigheid van soft- of harddrugs zich in een voor publiek toegankelijk lokaal voordoet. Overlast is derhalve geen voorwaarde voor het ontstaan van de bevoegdheid tot het toepassen van de last onder bestuursdwang.

  • 2.3 Doel gemeentelijk Damoclesbeleid

    In het verlengde van het doel dat de wetgever nastreefde bij het opstellen van de “Wet Damocles”, beoogt onze gemeente met dit beleid primair:

    a. de preventie en beheersing van de uit druggebruik voortvloeiende

    risico’s voor de gezondheid;

    b. het beheersen van de negatieve effecten van de handel in en het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden in de gemeente;

    c. het scheiden van de markten van soft- en harddrugs in de gemeente;

     

    Secundair beoogt onze gemeente met vastlegging van dit beleid kenbaar te maken hoe de burgemeester omgaat met de discretionaire (elementen van de) bevoegdheid als bedoeld in artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet.

Artikel 3 Wet Damocles

Ingevolge artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet is de burgemeester is bevoegd tot toepassing van de last onder bestuursdwang indien in voor het publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende erven een middel bedoeld in artikel 2 of 3 wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Dit lid is niet van toepassing indien de desbetreffende lokalen gebruikt worden ter uitoefening van de artsenijbereidkunst, de geneeskunst, de tandheelkunst of van de diergeneeskunde door apothekers, artsen, tandartsen onderscheidenlijke dierenartsen. De middelen als bedoeld in artikel 2 Opiumwet betreft harddrugs, terwijl de middelen in artikel 3 kunnen worden geschaard onder softdrugs.

 

De bevoegdheid tot toepassing van een last onder bestuursdwang in artikel 13b Opiumwet is van toepassing op “voor publiek toegankelijke lokalen”. Hiermee wordt gedoeld op alle gelegenheden die - al dan niet met enige beperking, zoals entreegeld - vrijelijk toegankelijk zijn. Primair kan gedacht worden aan coffeeshops, theehuizen, cafés, sappenbars, (afhaal-) restaurants, shoarmazaken en dergelijke, maar daarnaast ook aan winkels, zoals de zogenoemde head-, smart,- soft- en growshops, en aan - tijdelijke - beurzen en tentoonstellingsruimte. Het gaat om inpandige gelegenheden en de daarbij behorende erven. Ook dealpanden waar uitsluitend of hoofdzakelijk harddrugs worden verkocht vallen onder de werking van de “Wet Damocles”, mits deze panden voor publiek toegankelijk zijn. Dealpanden, die in gebruik zijn als woning of overigens een besloten karakter hebben, zoals schuren, garages, sociëteiten en dergelijke, vallen buiten het toepassingsbereik van deze wet. Tegen overlast uit deze laatste panden kan worden opgetreden op grond van artikel 174a van de Gemeentewet (Wet Victoria).

 

Gebruikmaking van de bevoegdheid in artikel 13b van de Opiumwet wordt pas toelaatbaar geacht als is komen vast te staan, dat er sprake is van een verboden situatie, en bovendien dat het belang van daadwerkelijk optreden zorgvuldig wordt aangegeven. Daarbij dient de mogelijkheid van het verlenen van een gedoogstatus voor het openbare lokaal waar de overtreding is geconstateerd expliciet in overweging te worden genomen. In beginsel dient de meest effectieve en minst kostbare maatregel te worden gekozen. De meest aangewezen maatregel lijkt nog steeds de (tijdelijke) sluiting. Sluiting kan overigens zowel door de dreiging van feitelijk handelen (bestuursdwang) als door de dreiging van een dwangsom worden bewerkstelligd. Ook hier geldt dat de meest effectieve en minst kostbare maatregel dient te worden gekozen.

 

Ten aanzien van de uitoefening van artikel 13b Opiumwet is er niet voor gekozen om de optie van dwangsom als uitgangspunt voor beleid te verheffen. Gelet op de aard van de overtreding wordt een beleid voorgestaan, waarbij de overtreding onmiddellijk ongedaan

wordt gemaakt of wordt beëindigd. Hierbij moet uiteraard in ogenschouw worden genomen, dat in navolging van artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht de mogelijkheid bestaat vanhet vastgestelde beleid af te wijken indien het volgen van het vastgestelde beleid “voor een

of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen”.

Artikel 4 Handhaving

Uitgangspunt is dat bij een overtreding van artikel 13b Opiumwet zowel de burgemeester als het openbaar ministerie handhavend optreden. Indien er sprake is van een overtreding heeft de burgemeester informatie nodig van politie en openbaar ministerie. Op basis van deze informatie kan de burgemeester de betrokken belangen tegen elkaar afwegen en een eventueel besluit tot toepassing van bestuursdwang onderbouwen. De politie informeert de burgemeester schriftelijk over haar optreden en bevindingen. Naar aanleiding van de politierapportage kan de burgemeester het openbaar ministerie verzoeken het opgemaakte proces-verbaal te overleggen ten behoeve van de bestuurlijke handhaving. Het openbaar ministerie verstrekt de burgemeester op diens schriftelijk verzoek het door de politie opgemaakte proces-verbaal.

 

Nadat de burgemeester op grond van de verzamelde informatie tot de conclusie komt, dat

sprake is van een overtreding als genoemd in artikel 13b Opiumwet, besluit de burgemeester om schriftelijk te waarschuwen, of om over te gaan tot toepassing van bestuursdwang. De door de burgemeester gekozen maatregel dient te bewerkstelligen, dat de naamsbekendheid van het openbare lokaal als lokaal waar drugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt, dan wel daartoe aanwezig zijn, teniet wordt gedaan. De feitelijke sluiting lijkt het meeste effectieve middel. De duur van de sluiting dient ook als zodanig te worden gekozen dat dit doel wordt bereikt. Het volledige handhavingarrangement is opgenomen in protocollen van de cluster handhaving.

Artikel 5 Slotbepaling

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2010. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels Wet Damocles gemeente Schouwen-Duiveland 2010”. Bij inwerkingtreding van deze beleidsregels wordt de Beleidsnota Wet Damocles gemeente Schouwen-Duiveland ingetrokken.

Deze beleidsregels zijn op 8 december 2009 vastgesteld door de burgemeester.

Ondertekening

De burgemeester van Schouwen-Duiveland,
 
 
G.C.G.M. Rabelink
 
burgemeester