Eilandsverordening op de heffing en invordering van motorrijtuigenbelasting (Verordening motorrijtuigenbelasting 2013)

Geldend van 22-03-2013 t/m heden

Intitulé

Eilandsverordening op de heffing en invordering van motorrijtuigenbelasting (Verordening motorrijtuigenbelasting 2013)

DE EILANDSRAAD VAN HET OPENBAAR LICHAAM SINT EUSTATIUS

OVERWEGENDE dat op grond van artikel 55 (Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba) de eilandelijke Motorrijtuigenbelasting kan worden geheven ter zake van het houden van personenauto’s, motorrijwielen, autobussen, vrachtauto’s of bestelauto’s die naar hun aard geschikt zijn om op de openbare weg te worden gebruikt en die binnen of op het grondgebied van het openbare lichaam worden gebruikt;

OVERWEGENDE dat het wegens de gewijzigde staatkundige structuur wenselijk is de eilandsverordening Motorrijtuigenbelasting Sint Eustatius 1974 08-03-1974 A.B. 1974, no. 1 en de daarop gebaseerde eilandsbesluiten houdende algemene maatregelen, worden vervangen door een belastingverordening met bijbehorende tarieventabel als bedoeld in artikel 54 Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

dat het derhalve noodzakelijk is dat het openbaar lichaam Sint Eustatius een eilandsverordening vaststelt op de heffing en invordering van Motorrijtuigenbelasting;

GELEZEN het voorstel van het bestuurscollege d.d. 12 februari 2012 nummer 0035/13;

GELET OP de artikelen 40 en 55 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en artikel 166, eerste en tweede lid, onderdeel h, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

BESLUIT:

vast te stellen de Eilandsverordening op de heffing en invordering van motorrijtuigenbelasting (Verordeningmotorrijtuigenbelasting 2013);

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    motorrijtuig: een voertuig dat is bestemd om te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig aanwezig, met uitzondering van een bromfiets en een fiets met trapondersteuning;

  • b.

    personenauto: een motorrijtuig op drie of meer wielen, ingericht voor personenvervoer en wel voor het vervoer van niet meer dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen;

  • c.

    autobus: een motorrijtuig op drie of meer wielen dat is ingericht voor personenvervoer en wel voor het vervoer van meer dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen;

  • d.

    bestelauto: een motorrijtuig op drie of meer wielen niet zijnde een personenauto of een autobus, met een toegestane maximum massa van 3.500 kg of minder;

  • e.

    motorrijwiel: een motorrijtuig op twee wielen, alsmede een dergelijk motorrijtuig dat is verbonden met een zijspanwagen;

  • f.

    vrachtauto: een motorrijtuig op drie of meer wielen, niet zijnde een personenauto, een bestelauto, een motorrijwiel of een autobus;

  • g.

    Pick-up: een personenauto, waarbij het motorrijtuig bestaat uit een passagiers- en bestuurdersgedeelte, met daarachter een open laadbak;

  • h.

    openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande paden of wegen, de tot de wegen behorende paden en bermen daarbij inbegrepen;

  • i.

    nummerplaat: een door of vanwege het openbaar lichaam ter identificatie uitgegeven en aan het motorrijtuig te bevestigen plaat met een unieke letter- en cijfercombinatie, daaronder begrepen controleplaten of controlestickers;

  • j.

    ontvangstbewijs: een bij een nummerplaat of bij nummerplaten behorend bewijs van betaling of vrijstelling van de belasting;

  • k.

    massa: het ledig gewicht van het motorrijtuig, uitgedrukt in tonnage (Ton);

  • l.

    Ontvanger: de in artikel 67, tweede lid, onderdelen b en c, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bedoelde eilandambtenaar die is belast met de heffing en de invordering van de motorrijtuigenbelasting;

  • m.

    werkdagen: andere dagen dan zondagen en daarmee gelijkgesteld dagen].

Artikel 2 Voorwerp van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘motorrijtuigenbelasting’ wordt een belasting geheven ter zake van het houden van een motorrijtuig.

  • 2. Onder motorrijtuig als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan: een personenauto, motorrijwiel, autobus, vrachtauto of bestelauto, die, onderscheidenlijk dat naar zijn aard voor gebruik op de openbare weg is bestemd en overeenkomstig deze bestemming binnen of op het grondgebied van het openbaar lichaam wordt gebruikt.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die bij aanvang van het belastingtijdvak het motorrijtuig houdt.

  • 2. Als houder van het motorrijtuig wordt aangemerkt de persoon:

    • a.

      op wiens naam het voor het motorrijtuig afgegeven bewijs van verzekering, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen BES, is gesteld;

    • b.

      die het motorrijtuig waarvoor geen bewijs van verzekering als bedoeld onder a is afgegeven, feitelijk ter beschikking heeft;

    • c.

      die een buiten het openbaar lichaam geregistreerd motorrijtuig binnen het openbaar lichaam feitelijk ter beschikking heeft.

  • 3. Als de persoon bedoeld in het tweede lid, onder b, wordt beschouwd degene ten aanzien van wie het gebruik van de openbare weg met het motorrijtuig is geconstateerd.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. De belasting wordt niet geheven ter zake van een motorrijtuig:

    • a.

      dat wordt gehouden door het openbaar lichaam en in hoofdzaak is bestemd voor officieel gebruik;

    • b.

      dat wordt gehouden door in de openbare lichamen van Sint Eustatius, Saba of Bonaire wonende of gevestigde personen, is voorzien van voor die openbare lichamen geldige nummerplaten en waarmee niet langer dan een maand van de openbare weg binnen of op het grondgebied van het openbaar lichaamgebruik wordt gemaakt, onder voorwaarde van wederkerigheid;

    • c.

      dat niet of nog niet in gebruik is en gedurende een door de door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar bepaalde termijn voor een bepaald doeleinde op de openbare weg mag worden vervoerd of beproefd, gedurende die termijn;

  • 2. Degene die op grond van het eerste lid, onder a of c, recht heeft op vrijstelling van de belasting, moet zich schriftelijk wenden tot de door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar voor de afgifte van nummerplaten en stickers.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en belastingtarieven

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel welke als integraal onderdeel van deze verordening dient te worden beschouwd, met dien verstande dat indien er een nieuwe nummerplaat aangeschaft moet worden het tarief met $45.00 verhoogd wordt.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar dan wel, indien het houderschap in de loop van het kalenderjaar aanvangt, het aantal in dat kalenderjaar nog resterende gehele of gedeeltelijke kalenderkwartalen.

  • 2. Voor een motorrijtuig waarvoor in het lopende of een voorgaand belastingtijdvak geen nummerplaat is afgegeven, vangt het belastingtijdvak aan met ingang van de dag waarop het gebruik van de openbare weg met het motorrijtuig wordt geconstateerd, tenzij aannemelijk is dat het gebruik van de openbare weg binnen of op het grondgebied van het openbaar lichaam eerder heeft plaatsgevonden, in welk geval het belastingtijdvak aanvangt met ingang van dat eerdere tijdstip.

  • 3. Voor een buiten het openbaar lichaam geregistreerd motorrijtuig dat in het openbaar lichaam feitelijk ter beschikking staat, vangt het belastingtijdvak aan met ingang van de dag van het gebruik van de openbare weg binnen of op het grondgebied van het openbaar lichaam.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een ontvangstbewijs, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt door uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak.

  • 2. Indien het houderschap in de loop van het kalenderjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor het aantal in het kalenderjaar nog resterende gehele of gedeeltelijke kalenderkwartalen.

  • 3. Indien het houderschap in de loop van het kalenderjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor het aantal in het kalenderjaar nog resterende gehele kalenderkwartalen.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing als het motorrijtuig waarvoor een nummerplaat is afgegeven in de loop van het belastingtijdvak van houder wisselt en de bij het motorrijtuig behorende nummerplaat of nummerplaten met het daarbij horende ontvangstbewijs aan dit motorrijtuig verbonden blijft of blijven.

  • 5. Bij een verandering aan het motorrijtuig zodanig dat de voor het motorrijtuig verschuldigde belasting hoger is dan die vóór de verandering, is de belasting over de na die verandering in het kalenderjaar nog resterende gehele of gedeeltelijke kalenderkwartalen naar dat hogere bedrag verschuldigd. De voor het oorspronkelijke motorrijtuig geheven belasting over dezelfde periode wordt als voorheffing in mindering gebracht.

  • 6. Bij een verandering aan het motorrijtuig zodanig dat de voor het motorrijtuig verschuldigde belasting lager is dan die vóór de verandering, bestaat voor het verschil in belasting aanspraak op ontheffing voor het aantal in het kalenderjaar na die verandering nog resterende gehele kalenderkwartalen.

  • 7. Belastingbedragen van minder dan $10,00 worden niet geheven of ontheffingen van minder dan $10,00 worden niet verleend.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. Het gevorderde bedrag van de belasting moet worden betaald na schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige zoals bedoeld in artikel 7.

  • 2. De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Teruggaaf

  • 1. Teruggaaf van belasting wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 77 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba indien het motorrijtuig na een schade in de loop van het belastingtijdvak technisch gezien niet meer gerepareerd kan worden en de bij dat motorrijtuig behorende nummerplaat of nummerplaten en het daarbij behorende ontvangstbewijs bij de Het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar worden ingeleverd;

  • 2. De in het eerste lid bedoelde teruggaaf wordt verleend voor het aantal in het belastingtijdvak, nadat de omstandigheid zich heeft voorgedaan, nog resterende gehele kalenderkwartalen.

  • 3. Bedragen van minder dan $10,00 worden niet teruggegeven.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Uitgifte nummerplaat en ontvangstbewijs

  • 1. Het bestuurscollege stelt voor één of meer kalenderjaren de kleur, de nummerreeksen, de kentekenen en verdere bijzonderheden van de te gebruiken nummerplaten, danwel te gebruiken controlestickers vast.

  • 2. Het bestuurscollege bepaalt:

    • a.

      voor welk kalenderjaar of welke kalenderjaren de in het eerste lid bedoelde nummerplaten gelden en kan bepalen dat daarbij gebruik wordt gemaakt van controleplaten of controlestickers, welke geldig zijn voor een bepaalde periode;

    • b.

      hoeveel nummerplaten aan een motorrijtuig behorend tot een bepaalde categorie motorrijtuigen moeten worden aangebracht;

    • c.

      op welke plaats de onder b bedoelde nummerplaten aan het motorrijtuig moeten worden aangebracht.

  • 3. De door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar reikt aan de houder van een motorrijtuig of diens gemachtigde het voor de categorie motorrijtuigen waartoe het motorrijtuig behoort vastgestelde aantal nummerplaten en/of controlestickers uit:

    • a.

      na de betaling van de voor het motorrijtuig verschuldigde belasting en de voor de nummerplaten vastgestelde prijs;

    • b.

      na een daartoe strekkende aanvraag, als een vrijstelling van de belasting voor het motorrijtuig van toepassing is en het motorrijtuig niet is voorzien van een buiten het openbaar lichaam afgegeven kenteken.

  • 4. De door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar reikt aan de houder van een motorrijtuig of degene die namens hem optreedt een bij de nummerplaat of nummerplaten en/of controlestickers behorend ontvangstbewijs uit:

    • a.

      na betaling van de in een belastingtijdvak verschuldigd geworden belasting; of

    • b.

      na een daartoe strekkende aanvraag, als een vrijstelling van de belasting voor het motorrijtuig van toepassing is.

  • 5. Het bestuurscollege kan bepalen dat het ontvangstbewijs behorend bij de nummerplaat of nummerplaten vermeldt:

    • a.

      de naam en de woon- of vestigingsplaats van de persoon die het motorrijtuig houdt;

    • b.

      het nummer van de afgegeven nummerplaat of nummerplaten;

    • c.

      het merk, type en bouwjaar van het motorrijtuig;

    • d.

      het nummer van de in het motorrijtuig geplaatste motor of andere aandrijving.

  • 6. Elke nummerplaat is geldig voor het kalenderjaar, dat daarop is uitgedrukt, en, zolang geen nieuwe nummerplaat voor het volgende kalenderjaar is afgegeven, voor de eerste maand van dat kalenderjaar, een en ander mits een geldig, bij die nummerplaat behorend ontvangstbewijs bedoeld in het vierde lid kan worden getoond.

  • 7. Op verzoek van de belanghebbende geeft de Het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar van het ontvangstbewijs een afschrift af, dat voor de toepassing van deze eilandsverordening voor het oorspronkelijke in de plaats treedt.

Artikel 13 Vervanging van onleesbaar, onbruikbaar of verloren geraakte nummerplaten

  • 1. Onleesbaar of onbruikbaar geraakte nummerplaten kunnen bij de door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar worden ingeleverd ter vervanging door andere nummerplaten. De door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar gaat slechts tot vervanging van de nummerplaten over na betaling van de vastgestelde prijs ervan. Het nummer van de onleesbaar of onbruikbaar geraakte nummerplaten wordt ingetrokken.

  • 2. Voor verloren geraakte nummerplaten worden desgevraagd andere nummerplaten uitgereikt, mits nog een van de eerder uitgereikte, geldende nummerplaten kan worden ingeleverd. De door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar gaat slechts tot uitreiking van andere nummerplaten over na betaling van de vastgestelde prijs ervan. Het nummer van de verloren geraakte nummerplaten wordt ingetrokken.

  • 3. De door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar geeft maandelijks aan de politie kennis van de op grond van de voorgaande leden ingetrokken nummers van nummerplaten.

  • 4. Bij toepassing van het eerste of tweede lid moet het in artikel 12, vierde lid, bedoelde, voor het motorrijtuig afgegeven ontvangstbewijs aan de door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar worden aangeboden ter wijziging van de daarop gestelde gegevens, die daarop tevens een aantekening plaatst van de uitgifte van de nieuwe nummerplaat of nummerplaten.

Artikel 14 Vervanging of overname motorrijtuig in de loop van het belastingtijdvak

  • 1. Indien de houder van een motorrijtuig waarvoor de in een belastingtijdvak verschuldigd geworden belasting is betaald, dit motorrijtuig in dat belastingtijdvak vervangt door een ander motorrijtuig, is hij verplicht het hem voor dat belastingtijdvak uitgereikte ontvangstbewijs, bedoeld in artikel 12, vierde lid, ter wijziging aan de door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar aan te bieden.

  • 2. Nadat de door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar het ontvangstbewijs, bedoeld in het vorige lid, heeft gewijzigd en aan de houder heeft teruggegeven, is deze bevoegd de voor het afgeschafte motorrijtuig uitgegeven nummerplaat of nummerplaten over te brengen op het in gebruik te nemen motorrijtuig.

  • 3. Indien voor het in gebruik te nemen motorrijtuig op grond van het in artikel 12, tweede lid, bedoelde besluit andere nummerplaten zijn vereist, worden, in afwijking van het tweede lid, nieuwe nummerplaten uitgereikt tegen inlevering van de oude nummerplaten en na betaling van de eventueel op grond van artikel 8 verschuldigde hogere belasting en de vastgestelde prijs van de nummerplaten.

  • 4. Degene die een motorrijtuig, waarvoor de in een belastingtijdvak verschuldigd geworden belasting is betaald, in dat belastingtijdvak van een ander overneemt, is bevoegd, nadat hij het ontvangstbewijs, bedoeld in artikel 12, vierde lid, door de door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar heeft doen wijzigen, zich op de openbare weg van de voor het motorrijtuig uitgegeven nummerplaat of -platen te bedienen.

Artikel 15 Overige verplichtingen ten dienste van de belastingheffing en -invordering

  • 1. De houder van een motorrijtuig is gehouden om ter gelegenheid van de betaling van de belasting te overleggen een geldig bewijs van verzekering, zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen BES, als ook zodanig bij het motorrijtuig behorende geldige bescheiden als de door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar nodig oordeelt voor de vaststelling van het belastingbedrag en de bepaling van de soort en het aantal van de af te geven nummerplaten.

  • 2. De nummerplaat dient of de nummerplaten dienen op de in artikel 12, tweede lid, onder c, bedoelde plaats of plaatsen zichtbaar en leesbaar op of aan het motorrijtuig aanwezig te zijn.

  • 3. Het bij de nummerplaat behorende en per belastingtijdvak uitgegeven ontvangstbewijs moet gedurende het gebruik van de openbare weg met het motorrijtuig tijdens dat belastingtijdvak in het motorrijtuig aanwezig zijn en op eerste vordering van de ambtenaren, belast met het toezicht op de naleving of met het opsporen van de overtredingen van deze verordening, worden getoond.

Artikel 16 Nadere regels door het bestuurscollege

Het bestuurscollege kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van deze belasting, daaronder begrepen regels met betrekking tot nummerplaten en ontvangstbewijzen.

Artikel 17 Verbodsbepalingen

Het is verboden:

  • a.

    een motorrijtuig waarvoor geen vrijstelling van motorrijtuigenbelasting geldt, op de openbare weg te laten staan of daarmee over de openbare weg te rijden zonder dat voor dat motorrijtuig de motorrijtuigenbelasting is voldaan;

  • b.

    een motorrijtuig op de openbare weg te laten staan of daarmee over de openbare weg te rijden terwijl dat niet, niet zichtbaar en leesbaar of niet op de ingevolge artikel 12, tweede lid, onder c, aangewezen plaatsen is voorzien van de bij of krachtens deze verordening voorgeschreven geldige nummerplaat of -platen;

  • c.

    een motorrijtuig op de openbare weg te laten staan of daarmee over de openbare weg te rijden zonder in het bezit te zijn van het bij dat motorrijtuig behorende geldende ontvangstbewijs.

  • d.

    op een motorrijtuig enig teken of middel aan te brengen of te doen aanbrengen met het oogmerk de herkenning, daaronder begrepen de herkenning met behulp van technische voorzieningen, van de op grond van deze verordening afgegeven nummerplaat of nummerplaten te bemoeilijken;

  • e.

    een motorrijtuig op de openbare weg te laten staan of daarmee over de openbare weg te rijden wanneer op dat motorrijtuig enig teken of middel is aangebracht, waardoor de herkenning, daaronder begrepen de herkenning met behulp van technische voorzieningen, van de op grond van deze verordening afgegeven nummerplaat of nummerplaten wordt bemoeilijkt;

  • f.

    op een motorrijtuig enig teken of middel, niet zijnde een op grond van deze verordening aan de houder voor dat motorrijtuig afgegeven nummerplaat, aan te brengen of te doen aanbrengen met het oogmerk dit teken of dat middel te doen doorgaan voor een zodanige nummerplaat dan wel met de kennelijke bedoeling dat teken of dat middel te doen doorgaan voor een overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften buiten het openbaar lichaam opgegeven kenteken;

  • g.

    een motorrijtuig op de openbare weg te laten staan of daarmee over de openbare weg te rijden wanneer op dat motorrijtuig enig teken of middel is aangebracht dat, niet zijnde een op grond van deze verordening aan de houder voor dat motorrijtuig afgegeven nummerplaat, door kan gaan voor een zodanige nummerplaat dan wel voor een overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften buiten het openbaar lichaam opgegeven kenteken;

  • h.

    op een buiten het openbaar lichaam geregistreerd motorrijtuig een teken, niet zijnde een aldaar voor dat motorrijtuig of aan de eigenaar of houder daarvan opgegeven kenteken, aan te brengen of te doen aanbrengen met het oogmerk dat teken te doen doorgaan voor een zodanig kenteken;

  • i.

    een buiten het openbaar lichaam geregistreerd motorrijtuig op de openbare weg te laten staan of daarmee over de openbare weg te rijden wanneer op dat motorrijtuig een teken is aangebracht dat, niet zijnde een buiten het openbaar lichaam voor dat motorrijtuig of aan de eigenaar of houder daarvan opgegeven kenteken, kan doorgaan voor een zodanig kenteken.

Artikel 18 Strafbepalingen

  • 1. Met een geldboete van categorie 2 als bedoeld in artikel 27, lid 4 van het Wetboek van Strafrecht BES, wordt gestraft:

    • a.

      degene, die op de openbare weg als bestuurder optreedt van een motorrijtuig dat niet, niet zichtbaar en leesbaar of niet op de ingevolge artikel 12, eerste lid, onder c, aangewezen plaatsen voorzien is van een geldige nummerplaat of geldige nummerplaten;

    • b.

      degene, die op de openbare weg als bestuurder optreedt van een motorrijtuig zonder dat daarvoor de verschuldigde belasting is voldaan;

    • c.

      de houder van een motorrijtuig dat op de openbare weg wordt gebruikt zonder dat daarvoor de verschuldigde belasting is voldaan;

    • d.

      degene die op de openbare weg als bestuurder optreedt van een motorrijtuig gebruik makend van nummerplaten, afgegeven op grond van artikel 3 lid 1, zonder in het bezit te zijn van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving bedoeld in artikel 7.

  • 2. Met een geldboete van categorie 2 als bedoeld in artikel 27, lid 4 van het Wetboek van Strafrecht BES, wordt gestraft degene die in strijd handelt met enige andere bepaling van deze verordening.

Artikel 19 Toezicht en opsporing

  • 1. Met het toezicht op de naleving van deze verordening en het opsporen van de daarin strafbaar gestelde feiten zijn aangewezen de ambtenaren vermeld in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering BES.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde ambtenaren zijn bevoegd elk motorrijtuig dat zij op de openbare weg aantreffen te onderzoeken en de bestuurder tot stilhouden te dwingen.

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1. Artikel I onderdeel H en artikel III van de Eilandsverordening van de 28e juli 2010 regelende de heffing en invordering van de retributies en leges te Sint Eustatius” en bestendigd op 10 oktober 2010, waarin opgenomen de motorrijtuigenbelasting, worden ingetrokken met ingang van de in het vijfde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voor gedaan.

  • 2. De Motorrijtuigbelastingverordening St. Eustatius A.B. 1974 no. 1 zoals laatst gewijzigd wordt met ingang van de in het vijfde lid genoemde datum van de heffing ingetrokken. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voor gedaan.

  • 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 4. In afwijking van het in de voorgaande leden bepaald, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vijfde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van deze belastingen hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 5. De datum van ingang van de heffing is 1 maart 2013.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening motorrijtuigenbelasting 2013.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare eilandsraadvergadering vergadering van 21 maart 2013.
De Voorzitter, De Eilandgriffier,

Motorrijtuigbelasting

Jan t/m Mar First Quarter

Vehicle

Road tax

Sticker

Total

Car

$115.00

$15.00

$130.00

Truck

$140.00

$15.00

$155.00

Truck w/Tons

$225.00

$15.00

$240.00

* Each Extra Ton $28.00

Vehicle with

Road tax

Sticker

Total

Bus 1 0 seats

$140.00

$15.00

$155.00

Bus 10-12

$170.00

$15.00

$185.00

Bus 1 2 and

$200.00

$15.00

$215J30

Vehicle

Road tax

Sticker

Total

Taxi

$225.00

$15.00

$240.00

Scooters

$70.00

$15.00

$85.00

Rental Cars

$140.00

$15.00

$155.00

Rental Truck

$170.00

$15.00

$185.00

Rental Scooters

$85.00

$15.00

$100.00

 

Apr t/m June Second Quarter

Vehicle

Road tax

Sticker

Plate

Total

Car

$85.00

$15.00

$45.00

$145.00

Truck

$105.00

$15.00

$45.00

$165.00

Truck met tons

$170.00

$15.00

$45.00

$230.00

Bus 1 0 seats

$105.00

$15.00

$45.00

$165.00

Bus 10-12

$130.00

$15.00

$45.00

$190.00

More than 1 2

$150.00

$15.00

$45.00

$210.00

Scooters/motorfiet

$55.00

$15.00

$45.00

$115.00

Rental Cars

$105.00

$15.00

$45.00

$165.00

Trucks

$130.00

$15.00

$45.00

$190.00

Scooters

$65.00

$15.00

$45.00

$125.00

Taxi

$170.00

$15.00

$45.00

$230.00

 

July t/m Sep Third Quarter

Vehicle

Road tax

Sticker

Plate

Total

Busses more than 1

$100.00

$15.00

$45.00

$160.00

Taxi

$70.00

$15.00

$45.00

$130.00

Scooters

$35.00

$15.00

$45.00

$95.00

Scooters

$35.00

$15.00

$45.00

$95.00

 

Oct t/m Dec Fourth Quarter

Vehicle

Road tax

Sticker

Plate

Total

Cars

$30.00

$15.00

$45.00

$90.00

Truck

$35.00

$15.00

$45.00

$95.00

Truck w Tons

$60.00

$15.00

$45.00

$120.00

Bus 1 0 seats

$35.00

$15.00

$45.00

$95.00

Bus 10 t/m 12

$45.00

$15.00

$45.00

$105.00

Bus 1 2 more

$50.00

$15.00

$45.00

$110.00

Taxi

$35.00

$15.00

$45.00

$95.00

Scooter

$20.00

$15.00

$45.00

$80.00

 

Rentals

Vehicle

Road tax

Sticker

Plate

Total

Bus

$45.00

$15.00

$45.00

$105.00

Cars

$35.00

$15.00

$45.00

$95.00

Truck

$45.00

$15.00

$45.00

$105.00

Scooter

$25.00

$15.00

$45.00

$85.00

 

Behoort bij eilandsraadsbesluit d.d. 21 maart 2013 nummer 020/13 ER.

De eilandgriffier,