Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet Sluis 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet Sluis 2015

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet Sluis 2015

De raad van de gemeente Sluis

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

gelet op artikel 47 van de Participatiewet;

gezien het advies van de commissie Samenleving d.d. 4 november 2014;

[overwegende dat [... ]];

besluit vast te stellen de Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet Sluis 2015.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    cliënt: persoon bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet die woonachtig is in de gemeente Sluis;

  • b.

    belangenorganisatie: organisatie die mede de belangen van cliënten als bedoeld in onderdeel a behartigen;

  • c.

    Adviesraad Sociale zaken Sluis: een uit leden (cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties) bestaand overlegorgaan met taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven;

  • d.

    lid: cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties die door de portefeuillehouder zijn benoemd, zoals in deze verordening beschreven

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis;

  • f.

    portefeuillehouder: de wethouder die het taakveld Sociale zaken in zijn of haar portefeuille heeft.

Artikel 2 Taak, doelstelling en werkwijze

  • 1. De adviesraad Sociale zaken Sluis kan gevraagd en ongevraagd schriftelijk adviseren aan het college en de gemeenteraad over alle onderwerpen die de vorming, de uitvoering, de controle en de evaluatie van het gemeentelijk beleid op het terrein van de Participatiewet betreffen, daaronder begrepen de wijze waarop rijksregelgeving wordt uitgevoerd.

  • 2. De adviesraad Sociale zaken Sluis is niet bevoegd te adviseren over de afhandeling van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben, met uitzondering van de hierbij gehanteerde procedures en regelingen.

  • 3. Aan de adviesraad gevraagde adviezen worden binnen twee weken door de adviesraad uitgebracht. De adviesraad kan het uitbrengen van een advies met maximaal twee weken verdagen. Van een verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan.

  • 4. Indien binnen de termijn genoemd in artikel 2 lid 4 geen advies wordt ontvangen, wordt het platform geacht neutraal of positief te adviseren.

  • 5. De adviesraad kan een huishoudelijk reglement opstellen voor zaken die niet in deze verordening worden geregeld. Een degelijk reglement wordt ter kennisname van het college gezonden.

  • 6. Tussen de portefeuillehouder en de Adviesraad Sociale Zaken Sluis vindt minimaal 2 keer per jaar overleg plaats.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De adviesraad bestaat bij voorkeur voor tenminste tweederde uit leden van belangenorganisaties.

  • 2. De adviesraad telt minimaal 5 leden en maximaal 10 leden.

  • 3. De voorzitter van de adviesraad wordt benoemd door de portefeuillehouder, op voordracht van de leden van de adviesraad.

  • 4. Raadsleden, collegeleden en ambtenaren van de gemeente Sluis kunnen geen lid zijn van de adviesraad.

  • 5. Indien er een vacature vrijkomt, wordt het college betrokken bij de procedure.

Artikel 4 Het secretariaat

  • 1. Een nader aan te wijzen ambtenaar van de gemeente Sluis is het aanspreekpunt voor de adviesraad.

  • 2. In secretariaatswerkzaamheden voorziet de adviesraad zelf.

Artikel 5 Informatievoorziening

Het college draagt er zorg voor dat aan de adviesraad tijdig de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de adviesraad.

Artikel 6 Vergoedingen aan de leden

Het college kan, na overleg met de adviesraad, nadere regels stellen aangaande vergoedingen voor de leden van de adviesraad.

Artikel 7 Faciliteiten

  • 1. Ten behoeve van de adviesraad wordt jaarlijks in de begroting een budget opgenomen.

  • 2. Ten laste van de begroting kunnen, ter beoordeling van de portefeuillehouder, onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering van de leden en organisatorische kosten.

  • 3. De gemeente stelt vergaderruimte en kopieerfaciliteiten beschikbaar ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de adviesraad.

Artikel 8 Verslaglegging

Jaarlijks voor 1 april brengt de adviesraad aan het college inhoudelijk verslag uit van de activiteiten en bevindingen over het voorgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van een eventueel beschikbaar gesteld budget.

Artikel 9 Nadere regels

Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening na overleg met de Adviesraad Sociale zaken Sluis nadere regels stellen.

Artikel 10 Intrekking oude regeling

De Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid wordt ingetrokken.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet Sluis 2015.

Sluis, 20 november 2014

De griffier, De voorzitter,

mr.P.T.G.Claeijs mr. A.M.M. Jetten MSc

Algemene toelichting

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:

  • ·

    die algemene bijstand ontvangen;

  • ·

    ls bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;

  • ·

    personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

  • ·

    personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

  • ·

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • ·

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • ·

    personen zonder uitkering;

  • ·

    en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.Om een goede werking van de adviesraad te waarborgen worden de leden van de adviesraad worden ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht, evenals het college, sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.

Aanleiding voor deze nieuwe verordening vormt dus de Participatiewet. Dit heeft geresulteerd in een nieuwe verordening, die inhoudelijk slechts zeer beperkt afwijkt van de vorige. Het betreft dan slechts bepalingen die een actualisering en verduidelijking betekenen en verwijzen naar de Participatiewet. Inhoudelijk zijn er niet of nauwelijks wijzigingen doorgevoerd. De in de oude verordening beschreven taken, procedures en voorzieningen worden adequaat geacht voor de vertegenwoordiging van de nieuwe doelgroep van de Participatiewet.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijving

Ten einde de continuïteit van de Adviesraad te waarborgen is een brede samenstelling gewenst. Dit betekent dat niet alleen jongeren, uitkerings- en/of reïntegratiegerechtigden participeren maar dat ook vertegenwoordigers van belangenorganisaties bij de Adviesraad worden betrokken.

Artikel 2 Taak, doelstelling en werkwijze

De Adviesraad zorgt voor collectieve belangenbehartiging bij de lokale invulling van het gehele beleidsveld van Sociale Zaken. Het kan hierbij gaan om advisering inzake beleidsvoorstellen, verordeningen, nota‟s, gevolgde procedures, de uitvoering van wetgeving, beoordeling van evaluaties e.d. Het gaat dus nadrukkelijk niet om belangenbehartiging van individuele klanten. Het college draagt er zorg voor dat alle relevante zaken voorafgaande aan de besluitvorming, ter advisering worden voorgelegd aan de Adviesraad. Hiervan kan alleen worden afgeweken indien advisering vooraf tot een ongewenste vertraging leidt in het besluitvormingsproces. In dat geval zal een en ander achteraf in de adviesraad ter discussie worden gesteld. Het college zorgt voor tijdige toezending van stukken welke ter advisering worden voorgelegd aan de adviesraad. Het opstellen van nota‟s en verordeningen, vaststelling en implementatie dient vaak in een strak tijdpad te gebeuren. Ten einde het totale tijdsbeslag in beeld te kunnen brengen is de adviestermijn voor de adviesraad opgenomen. Deze is op twee weken gesteld met een eenmalige maximum verlenging van nog eens twee weken. De adviesraad kan zelf een huishoudelijk reglement opstellen om zaken onderling te regelen, bijvoorbeeld voorzitterschap, secretariaat en penningmeesterschap. Ook kan gedacht worden aan het stellen van een minimum aantal leden om te vergaderen en dat adviezen richting college slechts unaniem zijn met bijvoorbeeld een tweederde meerderheid van stemmen.

Artikel 3 Samenstelling

Niet alleen jongeren, uitkerings- en/of reïntegratiegerechtigden participeren maar ook vertegenwoordigers van belangenorganisaties worden bij de Adviesraad betrokken. Uitkeringsgerechtigden van Sociale Zaken blijken in de praktijk een weinig constante factor in cliëntenorganisaties te zijn. Tevens zijn cliënten soms geneigd om hun eigen probleem op de voorgrond te plaatsen en hebben zij regelmatig moeite om de problematiek in een breder kader te zien. Om deze reden worden ook belangenorganisaties bij de cliëntenparticipatie betrokken. Hierbij kan gedacht worden aan vakorganisaties als FNV en CNV, ouderenbonden en eventueel het UWV. Kandidaten worden voorgedragen door de organisatie die zij in de Adviesraad moeten vertegenwoordigen. Personen die een groep of organisatie vertegenwoordigen, zorgen ingeval van afwezigheid voor een plaatsvervanger. Om besluitvorming mogelijk te maken is een minimum van vijf deelnemers vereist. Ten einde een organisatorisch overzichtelijk geheel te houden is het maximum aantal leden van de Adviesraad beperkt tot tien personen.

Er is om administratief-organisatorische redenen niet voor gekozen om benoeming van de leden door het college of gemeenteraad te laten plaatsvinden. De portefeuillehouder benoemt de voorzitter namens het college. De overdracht van de benoemingsbevoegdheid van het college naar de portefeuillehouder zal worden opgenomen in het Mandaatbesluit.

Artikel 4 Het secretariaat

De adviesraad draagt zorgt voor een secretariaat dat ten dienste staat van alle leden van de adviesraad. Dit secretariaat verzorgt o.a. de opstelling van de agenda, verzorgt het versturen van de uitnodiging met bijbehorende stukken en notuleert. Tevens verzamelt het secretariaat actuele informatie over ontwikkelingen en brengt deze ter kennis aan de Adviesraad. Het secretariaat zorgt mede voor de verslaglegging zoals bedoeld in artikel 8 van deze Verordening.

Artikel 5 Informatievoorziening

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 6 Vergoedingen aan de leden

Het college kan nadere regels stellen aangaande de vergoedingen voor de leden van de adviesraad. Hiermee wordt bedoeld de mogelijk vast te stellen presentiegelden en/of onkostenvergoedingen. Het College heeft echter ook de mogelijkheid deze onder te brengen in het budget dat aan de adviesraad ter beschikking wordt gesteld op grond van artikel 7 van deze Verordening. De regels worden vastgesteld na overleg met de adviesraad. Het staat het college vrij om, kennis genomen hebbend van de opvattingen van de raad, een afwijkend besluit te nemen.

Artikel 7 Faciliteiten

Het budget is ter vrije besteding van de adviesraad. De adviesraad dient achteraf verantwoording af te leggen over de besteding van de middelen, zoals opgenomen in artikel 8 van deze Verordening.

Artikel 8 Verslaglegging

In dit artikel wordt geregeld dat de adviesraad jaarlijks verslag doet over het afgelopen jaar. Hierbij wordt gedacht aan uitgevoerde activiteiten, aantal gevraagde en ongevraagde adviezen, aantal vergaderingen en vormen van deskundigheidsbevordering. Daarnaast wordt hier ook bedoeld het verantwoording afleggen over eventueel toegekende budgetten.

Artikel 9 Nadere regels

Dit artikel geeft het college de mogelijkheid om nadere uitvoeringsregels te stellen. Dat is bijvoorbeeld mogelijk over de wijze waarop een adviesaanvraag wordt ingediend, de samenstelling van de raad en de rol van de belangenorganisaties. Nadere regels worden vastgesteld na overleg met de Cliëntenraad, maar instemming van de raad is niet vereist.

Artikel 10 Intrekking oude regeling

Per de datum van inwerkingtreding van de nieuwe verordening, wordt de oude ingetrokken. Dat is expliciet hier geregeld.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 12 Citeertitel

Behoeft geen nadere toelichting.