Brandweerrechtenverordening

Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Intitulé

Brandweerrechtenverordening

De raad van de gemeente Stede Broec;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 januari 2002;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

B e s l u i t :

vast te stellen de Brandweerrechtenverordening

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam brandweerrechten worden geheven:

  • a.

    Rechten die voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van de voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of onderhoud zijn;

  • b.

    Rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.

  • 2.

    Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van:

  • a.

    Het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;

  • b.

    Het beperken van brandgevaar;

  • c.

    Het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;

  • d.

    Al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt;

  • e.

    Het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

  • f.

    De bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtige:

  • a.

    Degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid onderdeel a;

  • b.

    Degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld in artikel 1, eerste lid onderdeel b.

Artikel 3 Tarieven

De in artikel 1 bedoelde rechten bedragen voor de hieronder aangeduide diensten:

  • a.

    Bewakings- en andere diensten voor het verrichten van:

  • 1.

    Bewakingsdiensten, per daartoe ingezet personeelslid per uur of gedeelte daarvan

    € 21,65;

  • 2.

    Reparatiewerk voor derden, per voor deze dienst ingezet personeelslid per uur of gedeelte daarvan € 21,65;

  • 3.

    Overige diensten, per daartoe ingezet personeelslid per uur of gedeelte daarvan € 21,65;

  • b.

    Motorvoertuigen en –spuiten voor het verrichten van diensten met:

  • 1.

    Autospuit met 2 man bezetting per uur of gedeelte daarvan € 127,20;

  • 2.

    Hulpverleningswagen met 1 man bezetting per uur of gedeelte daarvan € 101,75;

  • 3.

    Hulpverleningswagen met 2 man bezetting per uur of gedeelte daarvan € 127,20;

  • 4.

    Duikwagen met 3 duikers per uur of gedeelte daarvan €147,55.

  • c.

    Persluchtapparaten voor het vullen van een persluchtfles per liter € 1,80

  • d.

    Extra personeel voor het inzetten van extra personeel per man per uur of gedeelte daarvan € 21,65.

Artikel 4 Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke nota waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • 2.

    Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijkenota.

Artikel 5 termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald op het moment van uitreiking van de in de artikel 4 bedoelde nota, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de nota.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 6 Kwijtschelding

Bij de invordering van brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 7 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De verordening op de heffing en invordering van rechten voor door de gemeentelijke brandweer verrichte diensten, vastgesteld op 6 september 1984 en als laatste gewijzigd op 6 december 2001, wordt ingetrokken met ingang van 8 februari 2002 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voor gedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 8 februari 2002.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
van de gemeente Stede Broec gehouden op 7 februari 2002.
De secretaris De voorzitter,