Regeling vervallen per 31-12-2018

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 30-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2018

De raad van de gemeente Ten Boer;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

14 november 2017;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1. van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2. van de tarieventabel wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5.

    5. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag opgelegd voor de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de derde maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat een aanslag moet worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    Belastingbedragen van € 10,-- of minder worden niet geheven. Hierbij wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag.

  • 4.

    De kennisgeving, opgelegd voor de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, moeten worden betaald op het tijdstip van uitreiking.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2017’ van 30 november 2016, nr. 12, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2018, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2018 welke datum tevens de datum van ingang van de heffing is.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening afvalstoffenheffing 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare

raadsvergadering van de gemeente

Ten Boer van 29 november 2017.

De voorzitter,

De griffier,

Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing 2018’

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.1.1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 128,25

1.1.2 De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1.1 wordt vermeerderd voor

het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht

later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen

hebben van een:

1.1.2.1 container van 140 liter, bestemd voor groente , fruit en tuinafval,

per container met € 48,20

1.1.2.2 container van 140 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke

afvalstoffen, per container met € 71,10

1.1.2.3 container van 240 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval,

per container met € 58,90

1.1.1.4 container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke

afvalstoffen, per container met € 105,85

1.1.3 De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1.1 wordt vermeerderd voor

het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht

later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, gebruik maken

van een verzamelcontainer met € 119,30

Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

1.2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting

voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen:

1.2.1.1 per aanvraag voor een hoeveelheid tot en met 3 kubieke meter afval € 72,80

1.2.1.2 per aanvraag voor een hoeveelheid van meer dan 3 kubieke meter afval

het standaardtarief van € 72,80 vermeerderd met een toeslag.

De betreffende toeslag wordt van te voren aan de aanvrager bekend gemaakt.

1.2.2 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op

aanvraag inzamelen van elektrische en elektronische afvalstoffen per aanvraag € 35,70

1.2.3 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het

aanbieden van bouw- en sloopafval, grof vuil en/of hout bij het

afvalbrengstation van de ARCG aan de Duinkerkenstraat in Groningen:

1.2.3.1 in geval van aanvoer in een personenauto € 19,30

per keer

1.2.3.2 in geval van aanvoer op een éénassige aanhangwagen € 59,50

per keer

1.2.3.3 in geval van aanvoer op een tweeassige aanhangwagen of in een bestelbus € 208,60

per ton met dien verstande dat de eerste vier bezoeken waarbij grof vuil en/of

hout wordt aangeboden, gratis zijn.

1.2.4 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het

aanbieden van schone deelstromen bij het afvalbrengstation van de ARCG

aan de Duinkerkenstraat in Groningen:

1.2.4.1 in geval van aanvoer in een personenauto € 6,60

per keer

1.2.4.2. in geval van aanvoer op een éénassige aanhangwagen € 12,70

per keer

1.2.4.3 in geval van aanvoer op een tweeassige aanhangwagen of in een bestelbus € 208,60

per ton

met dien verstande dat de eerste vier bezoeken waarbij schone deelstromen

worden aangeboden gratis zijn.

1.2.5 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het

aanbieden van autobanden met velg bij het afvalbrengstation van de ARCG

aan de Duinkerkenstraat te Groningen € 10,20

per stuk

Behoort bij het raadsbesluit van 29 november 2017, nr. 8b.

De griffier