Regeling vervallen per 18-11-2019

Verordening Commissie bezwaarschriften Terneuzen 2012

Geldend van 22-10-2012 t/m 17-11-2019

Intitulé

Verordening Commissie bezwaarschriften Terneuzen 2012

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Terneuzen;

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders;

overwegende dat het noodzakelijk is de bestaande verordening, vastgesteld op 16 december 2004, aan te passen aan veranderde regelgeving en de praktijk;

gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

besluiten:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening Commissie bezwaarschriften Terneuzen 2012

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • 2.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

  • 3.

    secretaris: de secretaris als bedoeld in artikel 4 en diens plaatsvervangers.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      een wettelijk voorschrift inzake rechtspositionele aangelegenheden;

    • c.

      wetgeving waaraan een advies als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB) ten grondslag ligt.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een externe voorzitter en ten minste twee externe leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    Het college benoemt een of meer plaatsvervangende leden.

  • 4.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van 7 jaar.

  • 2.

    De voorzitter en de leden kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij behorende stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden, voor zover noodzakelijk voor de toepassing van deze verordening, uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 8 Vooronderzoek, bemiddeling

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

  • 3.

    De secretaris kan, in overleg met de voorzitter en na overleg met het verwerend orgaan, onderzoeken of het bezwaar in der minne kan worden bijgelegd en daartoe de nodige handelingen verrichten.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, wordt daarvan mededeling gedaan aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter of diens plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo’n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de secretaris van de commissie de termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 18 Intrekking oude regeling.

De Verordening Commissie bezwaarschriften Terneuzen, vastgesteld op 16 december 2004 en laatstelijk gewijzigd op 1 oktober 2009, wordt ingetrokken met ingang van 22 oktober 2012.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 22 oktober 2012.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Commissie bezwaarschriften Terneuzen 2012.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van de raad van gemeente Terneuzen op
20 september 2012.
griffier, voorzitter,
drs. T.A.M. Leeraert, J.A.H. Lonink
Burgemeester en Wethouders van Terneuzen,
secretaris, burgemeester,
F.M.L. Lauret RA, J.A.H. Lonink
De burgemeester van Terneuzen,
J.A.H. Lonink

Toelichting

Algemeen

De raad, het college en de burgemeester, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft, besluiten tot vaststelling van de verordening. De raad heeft de verordenende bevoegdheid. Het college en de burgemeester hebben deze bevoegdheid niet, maar nemen hiermee het besluit tot het instellen van de commissie bezwaarschriften. Op deze manier is het mogelijk dat de bestuursorganen samen een en dezelfde commissie instellen om te adviseren op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester. De ondertekening gebeurt eveneens door de drie bestuursorganen.

Artikel 1 Begripsbepaling

Alleen de begripsbepalingen die niet in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voorkomen, zijn hier opgenomen.

Het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen wordt in de verordening aangeduid als ‘verwerend orgaan’. Dit kan de raad, het college, de burgemeester of een commissie waaraan bepaalde bevoegdheden zijn gedelegeerd, betreffen.

Lid c is toegevoegd aan de begripsbepalingen.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

In het tweede lid van dit artikel is opgenomen voor welke bezwaarschriften de commissie niet bevoegd is. Het gaat om bezwaarschriften die betrekking hebben op een specifieke materie en/of voor onderwerpen waarover zulke grote aantallen bezwaarschriften te verwachten zijn dat het gewenst is daarvoor een andere methodiek te hanteren. De bezwaarschriften op grond van de Wet Bibob zijn uitgezonderd omdat de commissie, gezien het bepaalde in de wet, geen kennis mag nemen van de stukken die ten grondslag liggen aan het advies.

De uitzondering met betrekking tot huishoudelijke hulp, die voorheen was opgenomen, is vervallen omdat dit soort zaken weer door de gemeente wordt geregeld.

Artikel 3 Samenstelling commissie

Het eerste lid verwijst naar de adviescommissie zoals bedoeld in artikel 7:13 Awb. Het artikel spreekt verder voor zich.

Artikel 3A Vervallen

In de vorige verordening was dit artikel over het eventueel instellen van kamers door de commissie nog opgenomen. Deze bepaling is echter niet noodzakelijk. Het aantal leden dat de commissie telt maakt het daarnaast ook niet mogelijk aparte kamers in te stellen. Mocht er in de toekomst toch behoefte hieraan ontstaan dan kan beter overgegaan worden tot het instellen van een aparte commissie.

Artikel 4 Secretaris

In de Awb wordt nergens over een secretaris gesproken, het is echter noodzakelijk dat een commissie beschikt over een secretaris ter ondersteuning van de werkzaamheden.

Artikel 5 Zittingsduur

De zittingsduur is bepaald op 7 jaar.

Een lid kan bij zijn ontslag zelf het tijdstip van dat ontslag bepalen. De bepaling van het derde lid is een bepaling van orde. Een lid dat ontslag neemt, kan niet worden gedwongen ook feitelijk de functie te blijven vervullen.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

De datum van ontvangst is belangrijk voor de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift. Tevens is het noodzakelijk dat de commissie zo spoedig mogelijk beschikt over de stukken, zodat tijdig beslist kan worden op het bezwaarschrift. Hoofdstuk 6 van de Awb geeft regels over het indienen en behandelen van bezwaarschriften.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De in dit artikel genoemde bevoegdheden liggen bij de voorzitter.

Sommige werkzaamheden worden door de vakafdeling verzorgd, zodat in de aanhef de woorden ‘voor zover noodzakelijk’ zijn toegevoegd.

Artikel 8 Vooronderzoek, bemiddeling

Voor een goede voorbereiding en behandeling van een bezwaarschrift kan het nodig zijn dat inlichtingen kunnen worden gevraagd, zowel intern als extern. Als er externe deskundigen ingeschakeld worden zal dit kosten met zich meebrengen. In dat geval is vooraf een machtiging van het college nodig.

In het derde lid is geregeld dat de secretaris kan onderzoeken of het bezwaar in der minne kan worden geschikt. Hiermee wordt voorkomen dat zaken die zeer duidelijk zijn in de commissie behandeld moeten worden. Bemiddeling is in dit soort zaken minder tijdrovend en klantvriendelijker.

Artikel 9 Hoorzitting

Het tweede lid bepaalt dat de voorzitter beslist of artikel 7:3 van de Awb wordt toegepast. Dit artikel geeft aan in welke gevallen een hoorzitting achterwege kan blijven. Dit kan wanneer:

  • a.

    het bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk is;

  • b.

    het bezwaar kennelijk ongegrond is;

  • c.

    de belanghebbenden verklaard hebben geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord of

  • d.

    aan het bezwaar volledig is tegemoet gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

De bezwaarmaker en het bestuursorgaan krijgen een uitnodiging voor de hoorzitting. Het is van groot belang dat ook het bestuursorgaan aanwezig is. Daarmee kan worden voorkomen dat er een eenzijdig beeld ontstaat.

Er is een regeling opgenomen voor wijziging van het tijdstip van de zitting als daar goede redenen voor zijn. Uitstel wordt over het algemeen maar één maal verleend, omdat anders de afhandeling van een bezwaarschrift teveel vertraging oploopt. Alleen in bijzondere gevallen kan van deze regel worden afgeweken.

Artikel 11 Quorum

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling

Dit artikel hoeft geen nadere toelichting.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

Een hoorzitting is openbaar, tenzij er redenen zijn om de zitting achter gesloten deuren te houden.

De zitting moet overigens wel onderscheiden worden van de beraadslaging van de commissie over het bezwaarschrift. De beraadslaging is niet openbaar.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

Artikel 7:7 Awb regelt dat van een zitting een verslag moet worden gemaakt. Hoe dit moet gebeuren is niet opgenomen. Daarom is in deze verordening aangegeven wat er in ieder geval in het verslag moet worden opgenomen.

Artikel 15 Nader onderzoek

Een nader onderzoek kan feiten of omstandigheden aan het licht brengen die op het moment van de zitting nog niet bekend waren. Dat kan aanleiding zijn de betrokken partijen opnieuw te horen. Dit artikel geeft hiervoor nadere regels.

Artikel 16 Raadkamer en advies

Uit dit artikel blijkt dat, in tegenstelling tot de hoorzitting, de beraadslaging van de commissie niet in het openbaar plaatsvindt.

Het tweede lid en derde lid zijn opgenomen voor die gevallen waarin het vergaderquorum wel aanwezig is, maar de commissie door afwezigheid van één van de leden tijdens de besluitvorming uit een even aantal personen bestaat.

Advisering door de voorzitter en één lid van de commissie is in strijd met artikel 7:13, eerste lid van de Awb (Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak 19-10-98, JB 1998/257). Het is wel mogelijk de hoorzitting te laten houden door één of meer leden.

Artikel 17 Uitbrengen advies en verdaging

In feite betreft dit artikel een afronding van de procedure. De behandeling van een bezwaarschrift door de commissie eindigt met het uitbrengen van een schriftelijk advies aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift moet beslissen.

Door wijziging van de termijn in de Awb is in lid 2 de termijn ook gewijzigd.

Artikel 18 Intrekking oude regeling

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Dit artikel hoeft geen nadere toelichting.