Reglement van orde voor de vergaderingen van burgemeester en wethouders van Tholen

Geldend van 27-04-1994 t/m heden

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen van burgemeester en wethouders van Tholen

No.:

Burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 april 1994, nummer 13;

b e s l u i t e n :

vast te stellen het navolgende 'Reglement van orde voor de vergaderingen van burgemeester en wethouders van Tholen'.

Hoofdstuk I - Procedure bij nieuwe collegesamenstelling

Artikel 1 - Taakverdeling

  • 1. Het college vergadert zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Gemeentewet.

  • 2. In deze vergadering worden vastgesteld:

    • a.

      de verdeling van de taken (portefeuilleverdeling) en een korte omschrijving van de portefeuilles van de burgemeester en van de wethouders;

    • b.

      de volgorde voor de plaatsvervanging van de burgemeester in geval van diens verhindering of ontstentenis;

    • c.

      de volgorde voor de plaatsvervanging van de wethouders in geval van verhindering of ontstentenis.

  • 3. De artikelen 5 en 6 zijn op deze vergadering eveneens van toepassing.

  • 4. De secretaris maakt van deze vergadering een besluitenlijst. Het derde en vierde lid van artikel 10 zijn op deze vergadering eveneens van toepassing.

  • 5. Het bepaalde in het tweede lid is eveneens van toepassing op de eerste collegevergadering, nadat een nieuw collegelid in functie is getreden.

Hoofdstuk II - De wekelijkse vergadering

Paragraaf I - Algemene bepalingen

Artikel 2 - Vergaderdag en vergaderuren

  • 1. Het college vergadert in principe elke dinsdag.

  • 2. De vergadering begint in de regel om 9.00 uur en wordt met gesloten deuren gehouden.

  • 3. Op voorstel van de voorzitter of ten minste twee wethouders kan het college besluiten in bijzondere gevallen af te wijken van het bepaalde in de voorgaande leden, voor zover het betreft de dag en het uur waarop de vergadering plaatsvindt.

Artikel 3 - Agenda

  • 1. De agenda vermeldt als eerste punt de besluitenlijst van de vorige vergadering. Vervolgens worden voorstellen, per afdeling gegroepeerd en genummerd, op de agenda geplaatst. De agenda vermeldt als laatste punt de rondvraag.

  • 2. De secretaris zorgt ervoor dat aan de leden de agenda voor de collegevergadering als regel ten minste 4 x 24 uur tevoren wordt toegezonden.

Artikel 4 - Terinzagelegging stukken

De stukken die ten grondslag liggen aan de agendapunten worden zoveel mogelijk gelijktijdig met de verspreiding van de agenda ter inzage gelegd.

Artikel 5 - Verhindering vergadering bij te wonen

De leden die zijn verhinderd de vergadering geheel of gedeeltelijk bij te wonen laten dat tevoren weten aan de voorzitter.

Paragraaf 2 - De orde van de vergadering

Artikel 6 - Opening en schorsing

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het daarvoor vastgestelde tijdstip.

  • 2. Indien de voorzitter vijf minuten na de opening van de vergadering constateert dat ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden nog niet aanwezig is, stelt hij vast dat de vergadering wegens te geringe opkomst niet kan worden gehouden en sluit deze. In het geval, bedoeld in artikel 56, derde lid, eerste volzin, van de Gemeentewet, wordt deze bepaling niet toegepast.

  • 3. De voorzitter kan de vergadering schorsen voor een door hem te bepalen tijd.

Artikel 7 - Behandelingsvolgorde agendapunten

  • 1. Na de opening van de vergadering vraagt de voorzitter ten aanzien van elk agendapunt, met uitzondering van de rondvraag, wie van de aanwezigen daarover het woord wil voeren.

  • 2. Voorstellen worden geacht te zijn aangenomen wanneer geen van de aanwezigen te kennen geeft over het desbetreffende agendapunt het woord te willen voeren.

  • 3. De overige agendapunten worden behandeld in de volgorde waarin deze op de agenda staan vermeld.

  • 4. Op voorstel van één van de leden kan het college besluiten van het bepaalde in de leden 1 en 3 af te wijken.

Artikel 8 - Aanwezigheid van andere personen

  • 1. Het college kan besluiten een of meer in dienst van de gemeente zijnde personen te verzoeken in een collegevergadering informatie of adviezen te geven uit hoofde van hun functie. De desbetreffende personen zijn verplicht naar vermogen aan dat verzoek te voldoen.

  • 2. Het college kan besluiten een of meer niet in dienst van de gemeente zijnde personen uit te nodigen in een collegevergadering informatie of adviezen te geven uit hoofde van hun deskundigheid.

Artikel 9 - Besluitvorming

  • 1.

    Indien geen van de leden bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 2.

    Indien een lid bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd, tenzij het derde lid wordt toegepast. De laatstbenoemde wethouder stemt als eerste, vervolgens de op één na laatst benoemde enzovoort. Bij gelijktijdige benoeming stemt de jongere wethouder vóór de oudere. De voorzitter stemt als laatste.

  • 3.

    a. Indien een lid dat verlangt wordt bij het nemen van een besluit over een benoeming, voordracht of aanbeveling van personen gestemd bij gesloten en ongetekende stembriefjes.

    b.Voor het bepalen van een schriftelijke stemming van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 58, juncto artikel 30 van de Gemeentewet, worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd.

Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:

  • -

    een blanco ingevuld stembriefje;

  • -

    een ondertekend stembriefje;

  • -

    een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeldt, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft;

  • -

    een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen;

  • -

    een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.

In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist het college, op voorstel van de voorzitter.

  • c.

    Indien de schriftelijke stemming beperkt is tot één persoon en de stemmen staken, beslist terstond het lot.

  • d.

    Indien in de overige gevallen bij een eerste stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen dan heeft een tweede stemming plaats tussen de twee personen die bij de eerste stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij die eerste stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de tweede stemming zal plaatshebben. Indien bij de tussenstemming of bij de tweede stemming de stemmen staken beslist het lot.

Artikel 10 - Besluitenlijst

  • 1. De secretaris legt de genomen besluiten vast door vermelding van de besluiten op de agenda achter de desbetreffende agendapunten; ten aanzien van de rondvraag vermeldt hij tevens de aan de orde gestelde onderwerpen, voor zover het college vermelding daarvan op de besluitenlijst noodzakelijk acht.

  • 2. De agenda en de daarop vermelde besluiten vormen tezamen de besluitenlijst van de college-vergadering.

  • 3. Elk lid kan in de besluitenlijst, al dan niet met vermelding van redenen, laten aantekenen dat hij tegen een genomen besluit over een zaak is.

  • 4. Elk lid van het college ontvangt een exemplaar van de besluitenlijst.

Hoofdstuk III - Overige vergaderingen

Artikel 11 - Sluiting

De voorzitter sluit de vergadering wanneer over alle agendapunten een besluit is genomen.

Artikel 12 - Buitengewone vergadering

  • 1. Het college vergadert tevens indien de voorzitter dit nodig oordeelt of indien ten minste twee wethouders dat, met opgave van reden, verzoeken. In het laatstbedoelde geval vergadert het college uiterlijk op de tweede werkdag na de dag waarop de voorzitter het verzoek heeft ontvangen.

  • 2. De voorzitter roept de leden schriftelijk op voor een vergadering als bedoeld in het eerste lid, met vermelding van dag, uur en reden van die vergadering. In spoedeisende gevallen, te zijner beoordeling, kan de voorzitter de leden ook mondeling voor zo'n vergadering oproepen.

  • 3. De artikelen 5 en 6 zijn op deze vergadering eveneens van toepassing.

  • 4. De secretaris maakt van deze vergadering een besluitenlijst. Het derde en vierde lid van artikel 10 zijn op deze vergadering eveneens van toepassing.

Hoofdstuk IV - Slotbepalingen

Artikel 13 - Beslissingen in geval van onduidelijkheid reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of wanneer een artikel voor meer uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist het college.

Artikel 14 - Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van vaststelling.

  • 2.

    Tegelijkertijd vervalt het 'Reglement van orde' voor de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Tholen', zoals dat is vastgesteld bij besluit van 22 juni 1993.

Ondertekening

Sint-Maartensdijk, 26 april 1994.
Burgemeester en wethouders van Tholen,
de secretaris, de burgemeester,

INHOUDSOPGAVE:

Hoofdstuk I - Procedure bij nieuwe collegesamenstelling 1

Artikel 1 - Taakverdeling 1

Hoofdstuk II - De wekelijkse vergadering 1

Paragraaf I - Algemene bepalingen 1

Artikel 2 - Vergaderdag en vergaderuren 1

Artikel 3 - Agenda 1

Artikel 4 - Terinzagelegging stukken 2

Artikel 5 - Verhindering vergadering bij te wonen 2

Paragraaf 2 - De orde van de vergadering 2

Artikel 6 - Opening en schorsing 2

Artikel 7 - Behandelingsvolgorde agendapunten 2

Artikel 8 - Aanwezigheid van andere personen 2

Artikel 9 - Besluitvorming 2

Artikel 10 - Besluitenlijst 3

Hoofdstuk III - Overige vergaderingen 3

Artikel 11 - Sluiting 3

Artikel 12 - Buitengewone vergadering 3

Hoofdstuk IV - Slotbepalingen 3

Artikel 13 - Beslissingen in geval van onduidelijkheid reglement 3

Artikel 14 - Inwerkingtreding 3

Dit besluit is op grond van artikel 52 van de Gemeentewet aan de gemeenteraad medegedeeld op 27 juni 1994.