Bodemkwaliteitskaart en Nota bodembeheer

Geldend van 03-08-2011 t/m heden

Intitulé

Bodemkwaliteitskaart en Nota bodembeheer

De raad van de gemeente Tubbergen,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 juni 2011, nr. 15A;

gelet op het advies van de commissie Ruimte en Economie van 20 juni 2011;

gelet op het bepaalde in artikel 44 van het Besluit bodemkwaliteit en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T:

  • -

    De bodemkwaliteitskaart gemeente Tubbergen vast te stellen;

  • -

    De Nota bodembeheer gemeente Tubbergen vast te stellen,

overeenkomstig de bij dit besluit behorende bijlagen.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 4 juli 2011
de griffier, de voorzitter,
F.G.S. Droste, mr. M.K.M. Stegers

Bijlagen:

A. Bodemkwaliteitskaart gemeente Tubbergen, met navolgende bijlagen:

- Begrippenlijst in A. (1)

- Overzicht uitbijters (2)

- Lijst verdachte situaties (locaties) (3)

- Overzicht statistische parameters en toetsing aan het Twents beleid. Bovengrond (4a)

- Overzicht statistische parameters en toetsing aan het Twents beleid. Ondergrond (4b)

- Deelgebiedenkaart (5)

- Waarnemingen bovengrond (6a)

- Waarnemingen bovengrond [lees: ondergrond] (6b)

- Ontgravingskaart boven- en ondergrond (7)

- Toepassingskaart boven- en ondergrond (8)

- Overzicht statistische parameters en toetsing aan generieke normstelling. Bovengrond (9a)

- Overzicht statistische parameters en toetsing aan generieke normstelling. Ondergrond (9b)

B. Nota Bodembeheer gemeente Tubbergen

Beroep op de administratieve rechter

Ingevolge artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden beroep instellen tegen dit besluit, voor zover daarbij de hoogte van de lokale maximale waarden en van het vastgestelde percentage bodemvreemd materiaal is vastgesteld. Het beroep kan worden ingediend bij de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Géén beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijze naar voren heeft gebracht bij de voorbereiding van het besluit.

Een beroepschrift moet zijn gemotiveerd en moet ingevolge artikel 6:8, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden ingediend binnen een termijn van zes weken, ingaande de dag na die waarop dit besluit ter inzage is gelegd *.

* Dit besluit heeft ter inzage gelegen ingaande 2 augustus 2011 (red).