Regeling vervallen per 01-01-2016

Algemene Subsidieverordening Tytsjerksteradiel 2013

Geldend van 11-04-2013 t/m 31-12-2015

Intitulé

Algemene Subsidieverordening Tytsjerksteradiel 2013

Gemeente Tytsjerksteradiel

Raadsvergadering d.d. 21 maart 2013, agendapunt 9

De Raad van de gemeente Tytsjerksteradiel:

overwegende dat:

- het gewenst is dat op een verantwoorde manier met gemeenschapsgeld wordt omgegaan

en dat excessen in de beloning van functionarissen bij gesubsidieerde instellingen moeten

worden voorkomen;

- een gemeentelijke regeling kan worden getroffen via een bepaling in de Algemene

subsidieverordening ter aanvulling op de regeling in de 'Wet normering-bezoldiging

topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector;

gelezen het voorstel van het College d.d. 5 maart 2013;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet

normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector;

BESLUIT:

de Algemene Subsidieverordening opnieuw integraal vast te stellen als volgt:

Algemene Subsidieverordening Tytsjerksteradiel 2013

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

activiteitenplan: een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen. Voorzover er sprake is van inzet van personele en materiële middelen wordt per activiteit de benodigde inzet aangegeven.

activiteitenverslag: een verslag dat de aard en de omvang van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend vermeldt, de nagestreefde en gerealiseerde doelstellingen vergelijkt en een toelichting geeft op de verschillen.

college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tytsjerksteradiel 

financieel verslag: het financieel verslag beschrijft de uitgaven die met een subsidie zijn gedaan, vergelijkt deze met de bij de subsidie-aanvraag ingediende begroting en geeft een toelichting op de vershillen.

incidentele subsidie: een subsidie voor een activiteit die een eenmalig karakter heeft.

structurele subsidie: een subsidie die wordt verstrekt voor activiteiten die gedurende een geheel of een gedeelte van een kalenderjaar worden verzorgd of gedurende meerdere kalenderjaren.

subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies binnen een afzonderlijk beleidsonderdeel of voor een aantal onderdelen gezamenlijk.

uitvoeringsovereenkomst: de overeenkomst die in de zin van artikel 4:36 van de wet tussen de subsidie-ontvanger en het college kan worden gesloten ter uitwerking van de subsidiebeschikking.

wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1. Deze verordening is van toepassing op alle activiteiten die door aanvragers in het gemeentelijk belang worden ontplooid, tenzij bij of krachtens een besluit van de raad anders is bepaald.

  • 2. In de deelverordeningen die bij deze verordening horen, kan van het in deze

    verordening bepaalde worden afgeweken.

Artikel 3 Bevoegdheid

Tenzij in de verordening anders is bepaald, is het college belast met de uitvoering van deze verordening en het nemen van besluiten op grond van deze verordening.

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

  • 1. Het college kan jaarlijks per beleidsveld een subsidieplafond vaststellen.

  • 2. Het subsidieplafond geldt voor het betreffende subsidiejaar.

  • 3. Bij de vaststelling van het subsidieplafond als bedoeld in lid 1 bepaalt het college hoe het beschikbaar gestelde bedrag wordt verdeeld.

Hoofdstuk 2 Subsidie-aanvraag

Artikel 5 Aanvraag structurele subsidie

  • 1. De aanvraag voor de verlening van een structurele subsidie moet vóór 1 mei voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten plaatsvinden bij het college worden ingediend.

  • 2. Indien er sprake is van een bestaande subsidierelatie en er voor het nieuwe subsidiejaar geen sprake zal zijn van een, ten opzichte van het lopende jaar, (financieel) afwijkende aanvraag, trendmatige aanpassingen uitgezonderd, kán de aanvraag met bescheiden, in afwijking van lid 1, uiterlijk voor 1 september voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten plaatsvinden bij het college worden ingediend. Instellingen met beroepskrachten dienen, wanneer zij hier gebruik van maken, dit voor 1 mei schriftelijk aan het college te melden.

  • 3. Bij de indiening van de aanvraag moeten de volgende gegevens worden overgelegd:

    een activiteitenplan;

    een begroting met inkomsten en uitgaven van de aanvrager voorzover deze betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 4. Bij een eerste aanvraag voor verlening van een structurele subsidie overlegt de aanvrager die een rechtspersoon is met volledige rechtsbevoegdheid daarnaast een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon, dan wel de statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd en een verslag van de financiële positie.

  • 5. Wanneer er een aanvraagformulier beschikbaar is, dient de aanvrager hier gebruik van te maken.

Artikel 6 Aanvraag incidentele subsidie

  • 1. De aanvraag voor een incidentele subsidie moet tenminste acht weken voordat met de activiteit of het project een begin wordt gemaakt worden ingediend.

  • 2. Bij de aanvraag moeten de volgende gegevens worden overgelegd:

    a. een activiteitenplan

    b. een begroting met inkomsten en uitgaven van de aanvrager voorzover deze

    betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 3. Wanneer er een aanvraagformulier beschikbaar is, dient de aanvrager hier gebruik van te maken.

Hoofdstuk 3 Subsidieverlening

Afdeling 3.1 De verleningsbeschikking

Artikel 7 Verlening structurele subsidie

  • 1. Het college neemt vóór 15 november voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten plaatsvinden een besluit op de aanvraag van een structurele subsidie.

  • 2. Een structurele subsidie kan voor maximaal vier jaren worden verleend.

  • 3. De verleningsbeschikking bevat in ieder geval:

    • a.

      een aanduiding van het bedrag van de subsidie en het tijdvak waarvoor de subsidie wordt verleend;

    • b.

      een beschrijving van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt verleend;

    • c.

      een aanduiding van de op grond van artikel 14 opgelegde verplichtingen;

    • d.

      indien er een uitvoeringsovereenkomst op grond van artikel 13 wordt gesloten, een verwijzing naar deze overeenkomst;

    • e.

      een aanduiding van het tijdstip of de tijdstippen en de manier waarop de subsidie wordt uitbetaald.

    etaald.

Artikel 8 Verlening incidentele subsidie

  • 1. Het college beslist op de aanvraag voor een incidentele subsidie boven de € 1000,- binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Op de beslissing op de aanvraag van incidentele subsidies tot en met € 1000,- is artikel 19 van toepassing.

  • 3. De verleningsbeschikking bevat in ieder geval:

    • a.

      een aanduiding van het bedrag van de subsidie;

    • b.

      een beschrijving van de activiteit(en) waarvoor de subsidie wordt verleend;

    • c.

      een beschrijving van de op grond van artikel 14 opgelegde verplichtingen;

    • d.

      een aanduiding van het tijdstip of de tijdstippen en de manier waarop de subsidie wordt uitbetaald.

Afdeling 3.2 Weigeringsgronden

Artikel 9 Weigeringsgronden

  • 1. De subsidie kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de wet genoemde gronden worden geweigerd wanneer gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

    • a.

      de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente;

    • b.

      de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • c.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang, of de openbare orde;

    • d.

      de subsidieverlening niet past binnen het beleid van de gemeente;

    • e.

      de aanvrager ook zonder de subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij middelen van derden, kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 zal de subsidie geweigerd worden:

    • a.

      als de bezoldiging van de in dienst van aanvrager werkzame directieleden, bestuurder(s) of medewerkers (ingehuurd en interim) hoger is dan het salaris van de burgemeester (klasse 4 gemeente volgens het Rechtspositiebesluit burgemeesters);

    • b.

      aanvrager weigert om te verklaren, dat zowel bij de indiening van de aanvraag als gedurende de looptijd van de subsidie, met alle bij aanvrager van toepassing zijnde honoreringen binnen de norm van het burgemeesterssalaris als bedoeld in sub.a zal worden gebleven.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 10 Administratie

  • 1. De subsidie-ontvanger richt zijn administratie zo in, dat op eenvoudige wijze een overzicht kan worden verkregen van de besteding van de subsidie in relatie tot de gesubsidieerde activiteit(en).

  • 2. De subsidie-ontvanger verleent aan de door of namens het college aangewezen ambtenaren of deskundigen inzage in de administratie, wanneer dit naar het oordeel van het college nodig is voor het vormen van een oordeel over de besteding van de verstrekte subsidie.

  • 3. Bij structurele subsidies met een bedrag van € 100.000 of méér per jaar moet de subsidie-ontvanger de administratie en de daartoe behorende bescheiden gedurende zeven jaren in leesbare vorm bewaren.

Artikel 11 Informatieplicht

Een subsidieontvanger licht het college onmiddellijk in over:

  • a.

    feiten en ontwikkelingen die ertoe leiden of kunnen leiden dat de gesubsidieerde activiteiten niet kunnen worden verwezenlijkt;

  • b.

    een wijziging in de aard en omvang van de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 12 Toestemming rechtshandelingen

De subsidieontvanger van een structurele subsidie heeft toestemming van het college nodig voor de in artikel 4:71 van de wet genoemde rechtshandelingen, met uitzondering van de rechtshandelingen genoemd in lid 1 sub h.

Artikel 13 Uitvoeringsovereenkomst

  • 1. De ontvanger van een structurele subsidie kan in de verleningsbeschikking worden verplicht tot het sluiten van een uitvoeringsovereenkomst.

  • 2. De uitvoeringsovereenkomst geeft in elk geval aan op welke manier het toekende bedrag jaarlijks geïndexeerd wordt.

  • 3. In de uitvoeringsovereenkomst wordt bepaald dat de subsdie-ontvanger verplicht is de prestatie te leveren waarvoor de subsidie is verleend

Artikel 14 Aanvullende verplichtingen

Het college kan de subsidie-ontvanger bij de verlening van subsidie ook andere verplichtingen dan de in dit hoofdstuk en in artikel 4:37 van de wet genoemde verplichtingen opleggen, wanneer deze strekken tot de verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Hoofdstuk 5 Subsidievaststelling

Afdeling 5.1 De aanvraag tot vaststelling

Artikel 15 Aanvraag vaststelling structurele subsidie

  • 1. De ontvanger van een structurele subsidie dient uiterlijk vóór 1 april na afloop van het kalenderjaar waarvoor een structurele subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. Wanneer een structurele subsidie voor meerdere jaren is verleend, dient de ontvanger jaarlijks een aanvraag overeenkomstig het eerste lid in.

  • 3. De aanvraag gaat vergezeld van een activiteitenverslag en een financieel verslag.

  • 4. Het college kan ook andere dan in het vorige lid genoemde gegevens verlangen die relevant zijn voor de beoordeling van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 5. Wanneer er een formulier voor de aanvraag tot vaststelling beschikbaar is, dient de aanvrager hiervan gebruik te maken.

Artikel 16 Aanvraag vaststelling incidentele subsidie

  • 1. Ontvangers van een incidentele subsidie van meer dan € 1000,- dienen binnen twaalf weken nadat de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden, een aanvraag tot vaststelling van de verleende subsidie in.

  • 2. De aanvraag gaat vergezeld van een activiteitenverslag en een financieel verslag.

  • 3. Het college kan ook andere dan in het vorige lid genoemde gegevens verlangen die relevant zijn voor de beoordeling van de aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel 17 Accountantsverklaring

  • 1. De aanvraag tot vaststelling van een subsidie met een bedrag van € 100.000 of méér per jaar bevat, naast de in artikel 15 dan wel 16 genoemde gegevens, een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 2. De accountant doet onderzoek naar de getrouwheid en rechtmatigheid van het financieel verslag of de jaarrekening en legt de uitslag van zijn onderzoek vast in de schriftelijke verklaring als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Bij de verlening van de subsidie kan worden bepaald, dat de opdracht aan de accountant tevens strekt tot een onderzoek van de naleving van verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn en de doelmatigheid van de bestedingen. In dat geval wordt bij de verlening van de subsidie aanwijzingen gegeven over de reikwijdte en intensiteit van de controle. De accountant legt de uitslag van dit onderzoek vast in een schriftelijke verklaring als bedoeld in het eerste lid.

  • 4. Het college kan ontheffing verlenen van het eerste lid.

Afdeling 5.2 De subsidievaststelling

Artikel 18 Vaststellingsbeschikking

  • 1. Het college beslist binnen acht weken op een aanvraag tot vaststelling van een subsidie.

  • 2. De subsidie kan lager worden vastgesteld wanneer:

    • a.

      a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

    • b.

      de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c.

      de subsidie-ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van de juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op aanvraag zou hebben geleid, of;

    • d.

      de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist of behoorde te weten.

    • e.

      ingeval artikel 17 van toepassing is: indien de accountantsverklaring daartoe aanleiding geeft.

    • f.

      blijkt dat subsidie-ontvanger gedurende de periode, waarop de subsidie betrekking heeft, aan in dienst van hem/haar werkzame directieleden, bestuurder(s) of medewerkers (ingehuurd en interim) een hogere bezoldiging heeft toegekend dan het salaris van de burgemeester (klasse 4 gemeente volgens het Rechtspositiebesluit burgemeesters);

      de verlaging is in dat geval tenminste gelijk aan het bedrag van de overschrijding van de geldende inkomensgrens in het kalenderjaar waarop de verleningsbeschikking betrekking heeft.

Artikel 19 Vaststelling zonder voorafgaande verleningsbeschikking

  • 1. Bij de aanvraag van een incidentele subsidie tot en met € 1.000,- kan het college volstaan met het geven van een beschikking tot subsidievaststelling, zonder dat daar een besluit tot subsidieverlening aan voorafgaat. Het college beslist binnen zes weken op de aanvraag.

  • 2. De vaststellingsbeschikking bevat in ieder geval:

    a.  een aanduiding van het bedrag van de subsidie;

    b.  een beschrijving van de activiteit(en) waarvoor een subsidie wordt verstrekt;

    c.  een beschrijving van de verplichtingen die aan de subsidie-ontva gelegd;er worden

    opgelegd;

    d.  de wijze van uitbetaling van de subsidie.

  • 3. De artikelen 9 en 14 zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 6 Uitbetaling

Artikel 20 Voorschotten

Het college kan voorschotten verlenen op verleende subsidies. Bij de subsidieverlening wordt aangegeven of en op welke manier voorschotten uitbetaald worden.

Artikel 21 Uitbetaling

De subsidie wordt binnen vier weken na de subsidievaststelling betaald onder verrekening van de eventueel betaalde voorschotten.

Hoofdstuk 7 Intrekking, wijziging en terugvordering

Artikel 22 Intrekken en wijzigen subsidie

Naast het bepaalde in de artikelen 4:48, 4:49 en 4:50 van de wet kan het college de subsidie intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen wanneer:

  • a.

    beslag is gelegd op het vermogen of een deel van het vermogen van de subsidieontvanger;

  • b.

    de subsidieontvanger in staat van faillissement is verklaard of dit is aangevraagd of aan hem surseance van betaling is verleend;

  • c.

    de activiteit of een deel van de activiteit in strijd is met fundamentele rechtsbeginselen.

Artikel 23 Terugvordering

Het college kan, met inachtneming van artikel 4:57 van de wet, reeds betaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terug vorderen, wanneer onjuiste inlichtingen zijn verstrekt waarvan de verzoeker wist of redelijkerwijs had moeten weten dat deze van invloed waren op de hoogte van de subsidie.

Hoofdstuk 8 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 24 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen, voorzover de toepassing van deze verordening leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan het college afwijken van het in deze verordening bepaalde.

Artikel 25 Overgangsbepaling

Op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend blijven de bepalingen van toepassing zoals die zijn opgenomen in de Algemene Subsidieverordening Tytsjerksteradiel 2008. 

Artikel 26 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Algemene Subsidieverordening Tytsjerksteradiel 2013”.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 april 2013.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Algemene Subsidieverordening Tytsjerksteradiel 2008 (laatstelijk gewijzigd op 25 november 2010) ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Tytsjerksteradiel van 21 maart 2013.
De Raad voornoemd,
de griffier de voorzitter
mr. S.K. Dijkstra drs. E.J. ter Keurs