Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling Bedrijfshulpverlening

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Regeling Bedrijfshulpverlening

Het College van burgemeester en wethouders van Uden;

overwegende dat op basis van artikel 3, lid 1, onder e, van de Arbeidsomstandighedenwet, de werkgever doeltreffende maatregelen dient te treffen op het gebied van de eerste hulp bij ongevallen, de brandbestrijding en de evacuatie van werknemers en andere aanwezige personen, en doeltreffende verbindingen dient te onderhouden met de desbetreffende externe hulpverleningsorganisaties;

gelet op artikel 3, lid 1, onder e, en artikel 15 van de Arbeidsomstandighedenwet;

b e s l u i t (e n)

vast te stellen de

Regeling Bedrijfshulpverlening

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Medewerker: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a CAR-UWO.

Werkgever: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Uden.

BHV: bedrijfshulpverlening is de zorg van de werkgever om de nodige, op de specifieke situatie van de organisatie afgestemde maatregelen te treffen op het gebied van eerste hulp (bij ongevallen), brandbestrijding en evacuatie van medewerkers.

BHV’er: de medewerker die door de werkgever is aangewezen tot het verrichten van BHV-taken.

BHV-taken: de taken zoals bedoeld in artikel 15, lid 2 van de Arbeidsomstandighedenwet.

Ploegleider: een BHV’er die als zodanig is aangewezen om, tijdens operationele inzet in ploegverband, leiding te geven aan andere BHV'ers, dan wel een medewerker die op grond van zijn functie deze taken verricht.

BHV-training: een speciaal voor de BHV samengestelde training waarmee de BHV’er kennis en vaardigheden opdoet, teneinde de toebedeelde BHV-taken naar behoren te kunnen vervullen.

Artikel 2 Aanwijzing BHV’er

  • 1. Een medewerker wordt door de werkgever aangewezen als BHV’er of ploegleider of plaatsvervangend ploegleider BHV. De medewerker krijgt hiervan schriftelijk bericht.

  • 2. BHV-taken worden in principe binnen de reguliere werktijd, naast de normale werkzaamheden uitgevoerd.

  • 3. De BHV’er neemt deel aan de noodzakelijke BHV-trainingen en BHV-bijeenkomsten.

  • 4. De kosten voor de noodzakelijke BHV-trainingen en de kosten van een examen ter verkrijging van het certificaat BHV’er komen geheel voor rekening van de werkgever.

  • 5. Als de in lid 3 bedoelde BHV-trainingen buiten de voor de BHV’er normaal vastgestelde werktijd plaatsvindt, worden de betreffende uren in tijd gecompenseerd.

Artikel 3 BHV-vergoeding

  • 1. De BHV’er ontvangt jaarlijks een bruto vergoeding, zoals vermeld in het hoofdstuk 3, artikel 3.17, van de CAR-UWO. Hiervoor geldt de voorwaarde dat de BHV’er in het bezit is van een geldig basisdiploma BHV en in voldoende mate deelneemt aan BHV-trainingen. De vergoeding wordt met het salaris, uitbetaald.

  • 2. De BHV-vergoeding wordt naar rato verminderd of stopgezet, indien de BHV’er:

    • a.

      daarom verzoekt;

    • b.

      langer dan één maand zijn of haar BHV-taken wegens arbeidsongeschiktheid niet kan uitvoeren;

    • c.

      niet meer voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden om de BHV-taken te mogen uitvoeren;

    • d.

      uit dienst treedt.

  • 3. De vergoeding wordt naar rato verminderd of stopgezet vanaf de eerste van de volgende maand waarop de wijziging conform lid 2 is opgetreden. Een afbouwregeling is niet van toepassing.

Artikel 4 Taken en bevoegdheden

  • 1. De bedrijfshulpverleningstaken van de BHV’er zijn:

    • o

      het alarmeren en evacueren van personen in de aangewezen gebouwen bij noodsituaties en deze personen begeleiden naar veilige plaatsen

    • o

      het controleren van het betreffende gebouw op aanwezigheid van personen

    • o

      het zorgdragen voor (het laten) alarmeren en inschakelen van professionele hulpverleningsdiensten

    • o

      het beperken en bestrijden van brand met kleine blusmiddelen

    • o

      het verlenen van eerste hulp bij ongevallen

    • o

      het mede signaleren en oplossen van risicovolle situaties

  • 2. De ploegleider BHV kent aanvullend op lid 1, de volgende taken:

    • o

      geeft werkleiding aan de BHV’ers

    • o

      stelt de roosters van aanwezigheid op

    • o

      draagt zorg dat de BHV’ers de voor hen benodigde trainingen en oefeningen volgen

  • 3. Indien nodig, ondersteunt de Arbo coördinator/ P&O de ploegleider bij de uitoefening van zijn of haar taken.

Artikel 5 Middelen

  • 1. De werkgever draagt zorg in overleg met de ploegleider BHV voor de benodigde middelen om hun taak te kunnen uitoefenen, zoals speciale (beschermings)kleding, communicatieapparatuur, EHBO-koffers.

  • 2. De kosten van de benodigde middelen komen geheel voor rekening van de werkgever.

Artikel 6 Aansprakelijkheid

  • 1. Schade die de BHV’er ondervindt als gevolg van het uitvoeren van zijn of haar taak als BHV’er komt voor rekening van de werkgever, mits de schade niet te wijten is aan grove schuld van de BHV’er.

  • 2. Indien de BHV’er in het kader van BHV-activiteiten ondeskundig handelt, is de schade toegebracht aan derden voor rekening van de werkgever conform de algemene regels omtrent aansprakelijkheid.

Artikel 5 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling BHV”.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van 31 januari 2017