Regeling vervallen per 01-01-2015

Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen

Geldend van 27-10-2011 t/m 31-12-2014

Intitulé

Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uithoorn,

gelet op artikel 20, derde lid van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats(en) gemeente Uithoorn 2011;

besluiten

vast te stellen de volgende nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaats.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze nadere regels verstaan onder:

  • 1.

    grafbedekking: gedenkteken, grafbeplanting of glasplaat op urnenmuur op een graf of een gedenkplaats;

  • 2.

    gedenkteken: voorwerp op het zandgraf of urnenkelder of aan de urnennis voor het aanbrengen van opschriften of figuren;

  • 3.

    grafbeplanting: winterharde beplanting.

Artikel 2. Aanvraag vergunning

  • 1.

    Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkteken behoort een werktekening (schaal 1:50) te worden ingediend.

  • 2.

    Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

    • e.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 3. Beslissing

  • 1.

    De vergunning wordt uitsluitend verleend ten behoeve van het plaatsen van gedenktekens die aan de in deze nadere regels gestelde eis voldoen.

  • 2.

    De beslissing op de aanvraag wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk medegedeeld.

  • 3.

    Indien de vergunning wordt verleend, wordt één van de overgelegde tekeningen na waarmerking daaraan gehecht.

Artikel 4. Soorten en afmetingen gedenktekens

  • 1.

    De gedenktekens voor de graven en urnenkelders dienen te voldoen aan de van deze nadere regels deel uitmakende schetsen van maximale buitenmaten nummers 1 t/m 7 en bestaan uit duurzaam en veilig materiaal. Eventuele afzonderlijke onderdelen moeten vast aan het gedenkteken verbonden zijn. Het materiaal moet tenminste 20 jaar houdbaar zijn en het mag de veiligheid van de bezoekers van de begraafplaats niet in gevaar brengen.

  • 2.

    Gedenktekens op urnennissen bestaan uit:

  • - het (laten) graveren van een inscriptie op de aanwezige rookglazen plaat. De plaatsing en verwijdering van de rookglazen plaat geschiedt door de beheerder van de begraafplaats. Voor het bewerken van de glasplaat worden de instructies van de beheerder opgevolgd.

Artikel 5. Asbussen

Voor alle te plaatsen asbussen in een algemene en eigen urnenkelder en in een algemene en eigen urnennis zijn de afmetingen als volgt:

  • -

    hoogte maximaal 0,28 m

  • -

    diameter maximaal 0,19 m

Artikel 6. Weigering vergunning

Een vergunning voor het plaatsen van een gedenkteken zal niet worden verleend indien het gedenkteken afbreuk doet aan de bestemming van de begraafplaats danwel gezien het volume gewicht een van artikel 7 afwijkende funderingstechniek vereist. Eén en ander ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 7. Plaatsing gedenkteken

  • 1.

    Een gedenkteken, als genoemd in artikel 4 moet worden geplaatst op een raamwerk van funderingsmateriaal uit één stuk van minimaal 0,05 meter dikte. Deze fundering mag niet groter zijn dan de in artikel 4 genoemde maximale buitenmaten voor gedenktekens. Bij omrandingen dient het funderingmateriaal overeenkomstig de breedte van de omranding te zijn.

  • 2.

    Binnen de omranding zijn losse materialen op een funderingsplaat toegestaan. Los grind moet worden voorzien van een betonfundatie.

  • 3.

    Een gedenkteken moet zodanig worden gefundeerd dat scheefzakken is uitgesloten.

  • 4.

    Het plaatsen van een gedenkteken dient van te voren te worden gemeld bij de beheerder van de begraafplaats (is voorwaarde in de vergunning). Op aanwijzing van de beheerder en ten genoegen van de beheerder van de begraafplaats kan het gedenkteken dan vervolgens worden geplaatst.

Artikel 8. Waarmerken gedenkteken

Aan de voorzijde van een gedenkteken, als genoemd in artikel 4, moet in overleg met de beheerder in de linker onderhoek het nummer van het grafveld worden aangegeven.

Artikel 9. Losse bloemen en planten

  • 1.

    Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant.

  • 2.

    a. Kerststukjes mogen tot 1 maart van het daaropvolgende jaar op een graf blijven liggen.

    • b.

      Na 1 maart nog aanwezige kerststukjes worden door de beheerder van de begraafplaats verwijderd, zonder dat door de rechthebbende aanspraak gemaakt kan worden op enige vergoeding.

Artikel 10. Winterharde gewassen

De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door snoeien binnen de in artikel 4 van deze nadere regels genoemde maximale afmetingen worden gehouden en mogen niet hoger zijn dan 1.50 m.

Artikel 11. Algemeen

  • 1.

    Bij verschil van mening over de werking van deze nadere regels en in een geval waarin bij deze nadere regels niet is voorzien, beslissen burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Indien een gedenkteken in strijd met of zonder vergunning wordt geplaatst, wordt het gedenkteken op kosten van de vergunninghouder/-plichtige aangepast dan wel verwijderd.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op nadat ze zijn bekendgemaakt.

  • 2.

    Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Regels grafbedekkingen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van burgemeester en wethouders van 4 juli 2011.
burgemeester en wethouders van Uithoorn,
de secretaris, de burgemeester,
l.s.,
(ing. E.H. Berkenbosch) (mevr. drs. D.H. Oudshoorn)

Toelichting

Artikel 1.

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 2.

Het vereiste van een vergunning geldt ook voor de winterharde beplantingen op een graf. Niet ieder blijvend gewas is geschikt om op een graf te worden aangebracht. Sommige van deze gewassen kunnen de gedenktekens schaden. Overleg tussen de rechthebbende of belanghebbende en de beheerder van de begraafplaats over de keuze van winterharde beplanting is daarom gewenst.

Op de werktekeningen zullen ook gegevens moeten worden vermeld als de naam van de rechthebbende op het graf en de plaats van het graf (vak en nummer). Het materiaal en de grootte van de letters en figuren verdient aandacht, aangezien de bevestiging soms kan loslaten. In de praktijk vindt ten behoeve van de nabestaanden meestal een controle plaats of het werk overeenkomstig de opdracht is uitgevoerd. Daarom kan een volledige opgave van de tekst, het lettertype en de figuratie van betekenis zijn.

Artikel 3.

De bekendmaking van de beschikking van burgemeester en wethouders geschiedt door middel van toezending of uitreiking aan de aanvrager.

Artikel 4.

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 5.

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 6.

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 7.

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 8.

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 9.

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 10.

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 11.

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 12.

Dit artikel spreekt voor zich.