Ventbeleid 2003

Geldend van 13-03-2003 t/m heden

Intitulé

Ventbeleid 2003

Advies

  • 1.

    In beginsel in te stemmen met het geformuleerde ventbeleid 2003.

  • 2.

    In te stemmen met de volgende te volgen procedure: de belanghebbenden gedurende 4 weken in de gelegenheid stellen om hun zienswijze over het hieronder geformuleerde ventbeleid kenbaar te maken. Na deze 4 weken en met inachtname van de binnengekomen zienswijzen het ventbeleid definitief vast te stellen.

  • 3.

    Het ventbeleid 2003 bekent te maken op de volgende wijze: schriftelijk aan de diverse belanghebbenden, publiceren in de Nieuwe Meerbode en ter inzage leggen in het Gemeentelijk Informatie Centrum en in de Bibliotheek.

Het hoofd van de afdeling bestuurs-ondersteuning van de bestuursdienst,

(B. de Bruin, plv.)

Toelichting

Op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Uithoorn 2000 (artikel 5.2.2) is het verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders te venten.

Onder venten met goederen wordt verstaan: de uitoefening van kleinhandel, waarbij de goederen aan willekeurige voorbijgangers worden aangeboden, dan wel het huis-aan-huis aanbieden van goederen. Bij venten vindt de verkoop van goederen per definitie niet vanaf een vaste plek plaats. Dit in tegenstelling tot de verkoop van goederen vanaf een standplaats. Een ander betekent dat de venter wanneer hij zijn waren aanbiedt, dit voortdurend vanaf een andere plaats doet, tenzij hij zijn cliënten aan het bedienen is. Het tijdelijk stilstaan in afwachting van klanten daarom niet is toegestaan.

Op 3 januari 1984 is het ventbeleid vastgesteld. Gelet op het feit dat dit reeds enige tijd geleden is, is het gewenst om te bezien op welke punten dit beleid geactualiseerd dient te worden.

Korte samenvatting huidig beleid uit 1984:

Het ventbeleid is geënt op, en een verdere uitwerking van, artikel 5.2.2 van de Algemene plaatselijke verordening Uithoorn 2000. Dit artikel luidt als volgt:

Artikel 5.2.2 Venten e. d.

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders in de uitoefening van de handel op of aan de weg of aan openbaar water, aan een huis dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats goederen te koop aan te bieden, te verkopen of af geven, dan wel diensten aan te bieden.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet:

    • a)

      ten aanzien van het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet;

    • b)

      voor het aan de huizen van vaste afnemers afleveren van goederen door - of door huisgenoten of personeel van - hem die dit mede doet ter exploitatie van zijn winkel, bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet;

    • c)

      voor het te koop aanbieden of verkopen van goederen op de plaats die is aangewezen voor het houden van een door de gemeenteraad ingestelde markt, zulks gedurende de tijden waarop die markt gehouden wordt;

    • d)

      voor het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen op een standplaats bedoeld in artikel 5.2.3.

  • 3.

    Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd:

    • a)

      in het belang van de openbare orde;

    • b)

      in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;

    • c)

      in het belang van de verkeersvrijheid of veiligheid;

    • d)

      wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel der gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consumenten ter plaatse in gevaar komt.

Ventvergunningen zijn in het huidige beleid onderverdeeld in twee soorten:

  • De jaarvergunning

  • De dagvergunning.

Jaarvergunning:

De jaarvergunning geldt vanaf 1januari tot en met 31 december van een kalenderjaar.

Aan het eind van ieder kalenderjaar worden de jaarlijkse ventvergunninghouders op de hoogte gebracht van het eindigen van de vergunning. Daarbij krijgen zij een formulier waarop ze kunnen aangeven of ze de vergunning willen verlengen. De aanvrager wordt gevraagd zijn inschrijving bij het Centraal Registerkantoor ambulante handel dan wel inschrijving bij de Kamer van Koophandel te overleggen. Het college van burgemeester en wethouders beslist over de aanvraag, In het beleid is opgenomen dat de vergunninghouder voor maximaal 2 dagen per week vergunning wordt verleend.

Dagvergunning:

De dagventvergunning is geldig op één bepaalde dag van zonsopgang tot zonsondergang, tenzij een langere periode is bepaald. Bij de aanvraag wordt bekeken of de aanvrager is ingeschreven bij het Centraal Registerkantoor ambulante handel of bij de Kamer van Koophandel. Eveneens wordt de aanvrager nagetrokken op zijn justitiële verleden bij de politie (tenzij aanvrager aangeeft hiertegen bezwaar te hebben). Tegen de betaling van het algemeen recht kan de vergunning afgehaald worden bij de Gemeentewinkel.

Geschiedenis:

In 1984 heeft het college bij besluit van 3januari, nr. 4 een ventbeleid vastgesteld voor de gemeente Uithoorn. Hierbij is uitgegaan van de volgende brancheverdeling:

  • aardappelen/ groente / fruit;

  • poelierswaren;

  • bloemen/ planten;

  • textiel;

  • chocolaterie;

  • verbruiksgoederen/ ongeregeld;

  • geringe etenswaren;

  • vis;

  • glas/ keramiek;

  • ijs;

  • huishoudelijke artikelen;

  • zuivelproducten;

In dit beleid is vastgesteld hoeveel jaarventvergunningen per branche verleend mogen worden.

  • aardappelen/ groente/ fruit : 3

  • ijs : 4

  • overige branches : 2 per branche

De uitgifte van dagventvergunningen is gebonden aan een maximum van 1 per branche per dag. Maximum duur per week: de vergunninghouder krijgt voor maximaal 2 dagen per week vergunning.

Nieuw Beleid:

De hiervoor vermelde aantallen zijn gebaseerd op het verzorgingsgebied Uithoorn en haar toenmalige (per 01-01-1984) inwonersaantal van: 21.796. Inmiddels is het inwonersaantal gestegen naar 26.387. Dit betekent dat het verzorgingsgebied vergroot is. Ondanks toename van het verzorgingsgebied, blijkt dat de vraag naar ventvergunningen in zijn algemeenheid niet is toegenomen. Dit met uitzondering vergunningen voor het venten met ijs. Ik stel daarom voor om het aantal te verlenen jaarvergunningen voor het venten met ijs te Verhogen van 4 naar 6. De overige aantallen te verlenen jaarventvergunningen per branche stel ik voor te handhaven.

Samengevat betekent dit:

Aardappelen/groeten/fruit : 3

IJs : 6

Overige branches : 2 per branche

Jaarvergunningen

Procedure van eerste aanvraag jaarvergunning en verlenging jaarvergunning

Bij verlening van een (eerste) jaarvergunning wordt de aanvrager gevraagd zijn inschrijving bij het Centraal Registerkantoor ambulante handel dan wel zijn inschrijving bij de Kamer van Koophandel te overleggen.

Daarnaast kan in het kader van de openbare orde en veiligheid de aanvrager worden nagetrokken op zijn justitiële verleden bij de politie.

Aan het eind van ieder kalenderjaar worden de jaarlijkse ventvergunninghouders op de hoogte gebracht van het eindigen van de vergunning. Daarbij krijgen zij een formulier waarop ze kunnen aangeven of ze de vergunning willen verlengen. De aanvrager wordt gevraagd zijn inschrijving bij het Centraal Registerkantoor ambulante handel dan wel zijn inschrijving bij de Kamer van Koophandel te overleggen.

Ik stel u voor deze procedure ongewijzigd te handhaven.

Frequentie van het venten.

In het huidige beleid wordt aangegeven dat toegestaan is maximaal 2 dagen per week te mogen venten. In de praktijk wordt deze vergunningvoorwaarde sinds een paar jaar niet meer opgenomen. De reden hiervoor is voornamelijk gelegen in het feit dat 1 )deze regel nauwelijks controleerbaar is én dat bij weersafhankelijke branches (zoals venten met ijs) deze voorwaarde niet wenselijk is. Ik stel voor om de praktijksituatie te formaliseren door in het beleid de bepaling dat er maximaal 2 dagen per week gevent mag worden niet meer op te nemen.

Dagvent vergunningen

De ervaringen op het gebied van het verlenen dagventvergunningen geven geen aanleiding het in 1984 vastgestelde beleid op dit punt te wijzigen. Ik stel u dan ook voor de volgende maxima aan te houden:

Uitgifte van dagventvergunningen is gebonden aan een maximum van 1 per branche per dag.

Maximum duur per week: de vergunninghouder krijgt voor maximaal 2 dagen per week vergunning.

Vent vergunningen ten behoeve van verenigingen

Naast de aanvraag voor een jaarvergunning of voor een dagvergunning is gebleken dat er bij diverse verenigingen behoefte bestaat voor het venten van producten ten behoeve van de verenigingskas. Deze verenigingen vragen veelal vergunning aan voor een langere periode.

Voorbeelden hiervan zijn:

Handbalvereniging K.D.O is van 22 dec. t/m 31 dec. ‘01 een ventvergunning verleend voor het venten van het vuurwerk (sterretjes). De zwem- en polovereniging “De Amstel” is een ventvergunning verleend voor het venten van speculaaspoppen in de periode 1 oktober 2002 t/m 25 oktober 2002.

Omdat het wellicht in de toekomst meer voor zal komen dat soortgelijke verzoeken worden ingediend, is het noodzakelijk e.e.a. te reguleren. In relatie hiermee wordt het volgende voorgesteld.

Voor het venten van producten door verenigingen kan een vergunning aangevraagd worden voor maximaal één maand. Deze periode lijkt redelijk daar de verenigingen afhankelijk zijn van vrijwilligers die veelal slechts een beperkt gedeelte van de week/dag beschikbaar zijn. Afgifte van een ventvergunning ten behoeve van een vereniging is gebonden aan een maximum van 1 vereniging per maand. Dit onafhankelijk van de branche en de gevraagde periode (dus ook bij een gevraagde periode van minder dan een maand). Ik stel voor het aantal te verlenen ventvergunningen per jaar te beperken tot 2 per branche.

Inspraak:

Ik stel uw college voor om alvorens een definitief besluit te nemen, met in acht name van artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht, de belanghebbenden in de gelegenheid te stellen om hun zienswijze hierover kenbaar te maken. Als belanghebbenden dient beschouwd te worden de jaarvergunninghouders, de winkeliersverenigingen en de verenigingen die in het verleden een ventvergunning hebben aangevraagd.

Besluit

Na deze vier weken neemt uw college met in acht name van de binnengekomen zienswijzen van de belanghebbenden een definitief besluit.

Bekendmaking:

Een besluit treedt niet in werking nadat het is bekendgemaakt. Naast het definitieve besluit bekend te maken naar de belanghebbenden die eerder hun zienswijze over uw voornemen hebben kenbaar gemaakt, stel ik voor uw besluit te publiceren op de gemeentepagina en voor een periode van 4 weken ter inzage te leggen voor burgers in het Gemeentelijk Informatie Centrum en in de Bibliotheek.

Advies:

  • 1.

    In te stemmen met het geformuleerde ventbeleid 2003.

  • 2.

    In het vervolg bij de nieuw af te geven (jaar- en dag)ventvergunningen expliciet te vermelden dat de vergunning persoonsgebonden is en dat derden geen gebruik van de af te geven vergunning gebruik kunnen maken.

  • 3.

    Belanghebbenden schriftelijk op de hoogte te stellen van het vastgestelde ventbeleid.

  • 4.

    In een publicatie in de Nieuwe Meerbode eenieder op de hoogte te stellen van het vastgestelde ventbeleid

Het hoofd van de afdeling bestuurs,

ondersteuning van de bestuursdienst,

(B. de Bruin, plv.)

Toelichting

Op 3 januari 1984 is het huidige ventbeleid door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld.

Omdat dit inmiddels enige tijd geleden is, heeft het college dit beleid nader bekeken en op 31januari 2003 besloten dit beleid op een aantal punten te actualiseren (zie bijgaande rapportage d.d. 22-01-2003, nr. B103.0069).

Onder venten met goederen wordt verstaan: de uitoefening van kleinhandel, waarbij de goederen aan willekeurige voorbijgangers wordt aangeboden, dan wel het huis-aan-huis aanbieden van goederen.

Alvorens een definitief besluit over het nieuwe ventbeleid te nemen, heeft u belanghebbenden tot uiterlijk 10 maart 2003 in de gelegenheid gesteld hun zienswijze hierover bij u kenbaar te maken. U heeft alle jaarvergunninghouders en de winkeliersverenigingen hiervoor aanschreven. Tevens heeft in een publicatie in de Nieuwe Meerbode aan eenieder uw voornemen kenbaar gemaakt. Het concept-ventbeleid heeft ter inzage gelegen van 7 februari 2003 tot 10 maart 2003 in het Gemeentelijke Informatie Centrum en in de bibliotheek. Na 10 maart 2003 zou uw college, met in acht name van de binnengekomen zienswijzen, een definitief besluit nemen over dit beleid.

Binnengekomen zienswijzen

Er is slechts één telefonische reactie op het nieuwe beleid binnengekomen. Het betrof een vraag van een ijsverkoper of het geoorloofd is om met meerdere verkoopwagens op een zelfde dag producten te venten. De betreffende ijsverkoper heeft namelijk gesignaleerd dat dát afgelopen zomer door (in ieder geval) één (jaar)ventvergunninghouder is gebeurd. Hij gaf aan tegen deze werkwijze vanuit het oogpunt van eerlijke concurrentie bezwaren te hebben.

Een ventvergunning is persoonsgebonden. Dat betekent dat alléén de persoon die de vergunning is verleend, mag venten. Het is dus praktisch onmogelijk om met diverse wagens op verschillende plaatsen op dezelfde dag te venten door een en dezelfde persoon. Het is ook zeker niet de bedoeling dat dát gebeurt. Op deze manier zou het immers ook geen zin hebben om het aantal af te geven jaarvergunningen te limiteren. Ik stel voor om in het vervolg bij de nieuw af te geven ventvergunningen voor de duidelijkheid expliciet aan te geven dat de vergunning persoonsgebonden is en dat dat betekent dat derden (ook niet in opdracht van de vergunninghouder) géén gebruik kunnen maken van de afgegeven vergunning. De vergunning dient bij controle door de vergunninghouder persoonlijk overlegd te kunnen worden.

Voorstel

Met in acht name van het hier vorenstaande stel ik uw college voor het (nieuwe) ventbeleid definitief vast te stellen. De belanghebbenden hiervan in kennis te stellen en met een publicatie in de Nieuwe Meerbode hiervan mededeling te doen.