Nadere Regels Maatschappelijke Ondersteuning Veendam 2018

Geldend van 02-11-2019 t/m 28-02-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Nadere Regels Maatschappelijke Ondersteuning Veendam 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam ,

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de Wet Maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning Veendam 2017;

Overwegende dat herziening van het "Besluit maatschappelijke ondersteuning Veendam 2016" noodzakelijk is in verband met wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Veendam 2017 en de wijzigingen van de tarieven persoonsgebonden budget,

BESLUIT:

vast te stellen de Nadere Regels Maatschappelijke Ondersteuning Veendam 2018

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze Nadere Regels wordt verstaan onder:

    • a.

      verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning Veendam 2017;

    • b.

      wet: Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015;

    • c.

      pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 1.1.1 van de wet.

  • 2. Voor zover niet anders is bepaald worden begrippen in deze nadere regels gebruikt in dezelfde betekenis als in de Wet Maatschappelijke ondersteuning 2015 respectievelijk de verordening.

Artikel 2. Tarieven persoonsgebonden budget

  • 1.

    Bij de vaststelling van de pgb tarieven wordt onderscheid gemaakt tussen formele en informele hulp en / of ondersteuning.

  • 2.

    Bij de tarieven voor (in)formele hulp worden de volgende vormen van hulp onderscheiden: begeleiding individueel basis en speciaal, begeleiding groep basis en speciaal, dagbesteding, vervoer van en naar dagbesteding, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging. De tarieven zijn vastgelegd in de bij deze nadere regels behorende bijlage 1.

  • 3.

    De tarieven voor beschermd wonen zijn modulair samengesteld en opgebouwd uit de volgende onderdelen: toezicht, begeleiding, persoonlijke verzorging, verpleging en dagbesteding. Deze tarieven zijn vastgelegd in de bij deze nadere regels behorende bijlage 2.

  • 4.

    Indien de werkelijke kosten van de voorziening lager liggen dan de in deze Nadere regels genoemde maximale bedragen, worden de werkelijke kosten in de vorm van een pgb toegekend.

  • 5.

    De tarieven die zijn opgenomen in deze Nadere regels zijn de maximale tarieven die belanghebbende via het pgb mag declareren bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

  • 6.

    Gelet op het bepaalde in artikel 6 lid 4 onder b van de verordening zijn in bijlage 3 de kosten inzake diensten, activiteiten roerende zaken, woningaanpassingen e.d. opgesomd die niet of uitsluitend onder bepaalde voorwaarden uit het pgb betaald kunnen worden.

Artikel 3. Terugvordering ex artikel 15 lid 6 verordening

  • 1. De eigenaar, die een woningaanpassing heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient te worden terugbetaald overeenkomstig het schema:

    voor het eerste jaar 100% van de meerwaarde

    voor het tweede jaar 90% van de meerwaarde

    voor het derde jaar 80% van de meerwaarde

    voor het vierde jaar 70% van de meerwaarde

    voor het vijfde jaar 60% van de meerwaarde

    voor het zesde jaar 50% van de meerwaarde

    voor het zevende jaar 40% van de meerwaarde

    voor het achtste jaar 30% van de meerwaarde

    voor het negende jaar 20% van de meerwaarde

    voor het tiende jaar 10% van de meerwaarde.

  • 2. Bij het bepalen van de hoogte van het terug te betalen bedrag van de woningaanpassing na verkoop van een aangepaste woning wordt uitgegaan van de kostprijs van de woningaanpassing met vermindering van de betaalde eigen bijdrage.

Artikel 4. Hardheidsclausule

In bijzonder gevallen kan ten gunste van de belanghebbende afgeweken worden van de bepalingen van deze Nadere Regels indien de toepassing van deze Nadere Regels leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze Nadere regels treden in werking op 1 januari 2019 en werken terug tot en met 1 mei 2018.

  • 2. Het Besluit maatschappelijke ondersteuning Veendam 2016 wordt per 1 mei 2018 ingetrokken.

  • 3. Deze Nadere regels worden aangehaald als: Nadere Regels Maatschappelijke Ondersteuning Veendam 2018.

Besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van Veendam van 20 maart 2018.

 

de burgemeester, de secretaris,

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven, worden hieronder behandeld.

Artikel 2. Tarieven persoonsgebonden budget

Leden 1 en 2:

‘De kaders waarbinnen de pgb’s worden vastgesteld zijn nu naar aanleiding van jurisprudentie opgenomen in de verordening. In de nadere regels worden de pgb’s met inachtneming van deze kaders vastgesteld.

Het formele tarief mag niet hoger zijn dan laagste tarief zorg in natura en de inwoner moet met het tarief de benodigde ondersteuning kunnen inkopen Daarnaast zijn de diverse vormen van zorg onderscheiden te weten begeleiding individueel basis en speciaal, begeleiding groep basis en speciaal, dagbesteding, vervoer van en naar dagbesteding, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging. Voor informele hulp geldt dat het tarief toereikend is te achten voor een niet opgeleid persoon. (Zie voor de tarieven bijlage 1)

Lid 3:

Voor beschermd wonen zijn aparte tarieven vastgesteld. (zie bijlage 2)

Leden 4 en 5:

De werkelijke kosten van de voorziening kunnen lager zijn dan de vastgestelde pgb tarieven. In dat geval worden de werkelijke kosten in de vorm van een pgb toegekend. De pgb tarieven zijn de maximale bedragen die kunnen worden gedeclareerd bij de SVB.

Lid 6:

Bijlage 3 is een nadere invulling van artikel 6 lid 4 onder b van de Verordening.

Toelichting bijlagen:

Algemeen:

De hoogte van de tarieven pgb worden evenals in het verleden door het college vastgesteld. De bevoegdheid van het college is echter nu beperkt tot het nader uitwerken van de in de verordening vastgestelde kaders

Bijlage1: Pgb tarieven WMO 2018

Tot op heden zijn de tarieven van 2016 gehanteerd. Besloten is deze tarieven te actualiseren overeenkomstig de prijsontwikkeling van het binnenlands product te indexeren (1,4%) . De geïndexeerde tarieven zijn vervolgens getoetst aan de kaders van de verordening. Vastgesteld kan worden dat deze aangepaste tarieven niet meer bedragen dan de in de betreffende situatie goedkoopste adequate individuele voorziening in natura (2018). Daarnaast zijn de tarieven vergeleken met de tarieven die op dit moment worden gehanteerd in de praktijk (Nationale hulpgids). Vastgesteld kan worden dat deze geïndexeerde tarieven toereikend blijken te zijn om de desbetreffende ondersteuning die tot de maatwerkvoorziening behoren van derden te kunnen betrekken.

Bijlage 2: Pgb tarieven WMO Beschermd Wonen 2018

In de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2017 zijn eveneens kaders vastgesteld voor Beschermd Wonen. Het tarief formeel bestaat uit verschillende componenten te weten: of met begeleiding en / of met persoonlijke verzorging en / of met verpleging en kan in afwijking van de overige tarieven een jaartarief betreffen. Voorts zijn de formele tarieven onderscheiden in situaties van niet intensief tot hoog intensief toezicht.

De ZZP-ophoging (zorg-zwaarte-pakket ophoging) is bestemd voor huishoudelijke hulp.

Die is standaard. Dat is overgenomen vanuit de AWBZ-systematiek/NZA tarieven

Bijlage 3: Pgb lijst WMO 2018

Het gaat om de opsomming van situaties waarvoor de pgb niet bedoeld is. Bekende voorbeelden zijn de administratie- of coördinatiekosten Deze lijst is geen limitatieve opsomming. Komt een onderwerp niet op de lijst voor en cliënt wil dat toch inkopen met de Pgb dan zal in dat individuele geval bekeken moeten worden of de pgb daarvoor kan worden gebruikt.’