Regeling vervallen per 01-01-2015

Kadernota integraal veiligheidsbeleid 2011-2014

Geldend van 13-10-2011 t/m 31-12-2014

Intitulé

Kadernota integraal veiligheidsbeleid 2011-2014

1 INLEIDING

1.1 ACHTERGROND

Velsen werkt samen met haar lokale partners aan een veilige gemeente. In 2004 is een nota Veiligheidsbeleid ‘Velsen Veilig’ opgesteld. In deze notitie zijn de contouren vastgelegd voor een integraal veiligheidsbeleid 2005-2009. Ook de komende jaren wil de gemeente Velsen, mede in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen en eigen positionering, werk blijven maken van een leefbare, aantrekkelijke en veilige gemeente.

Met de Kadernota Veiligheid 2011-2014 geeft de gemeente invulling aan een meerjarig veiligheidsbeleid gekoppeld aan een cyclische aanpak. Dit betekent dat jaarlijks na het vaststellen van de begroting ook het Jaarplan Veiligheid wordt vastgesteld. In de jaarplannen wordt aangegeven welke activiteiten worden uitgevoerd om de doelen uit de Kadernota te realiseren. De Kadernota sluit ook aan op de lokale en regionale beleidscycli van gemeenten en de Veiligheidsregio Kennemerland. Dit neemt niet weg dat de partners afzonderlijke beleids-, jaar- en activiteitenplannen opstellen om hun eigen rol en verantwoordelijkheid waar te maken.

Deze Kadernota Veiligheid beschrijft de visie op veiligheid, de trends en ontwikkelingen, landelijk en regionaal, de beleidsdoelen en de wijze waarop de samenwerking met verschillende partijen de komende vier jaar wordt ingevuld. De concrete activiteiten worden in de onderliggende jaarplannen Veiligheid opgenomen. Reguliere lijnactiviteiten van de afzonderlijke afdelingen staan in de gemeentelijke afdelingsplannen. Deze activiteiten dragen ook bij aan het bereiken van de doelen uit de Kadernota.

Per 1 januari 2012 is de invoering van een nieuwe politiewet voorzien. Vooral de lokale verankering van de politie is een belangrijk aspect voor de leefbaarheid en veiligheid. De lokale veiligheidsproblematiek wordt medebepalend voor de inzet van de politie. De invloed van de gemeente op de politie wordt in de nieuwe politiewet verankerd en geborgd.

Samenwerking tussen de gemeente, de politie en het openbaar ministerie is geborgd in de lokale driehoek onder voorzitterschap van de burgemeester.

In de lokale driehoek worden o.a. afspraken gemaakt over de inzet van de politie voor de lokale veiligheid. Het lokale veiligheidsplan is mede basis voor de afspraken over de inzet van de partners. Voor de samenwerking en afstemming tussen gemeente, politie en justitie, maar ook sturing op het flexibele deel van de politieinzet is een gemeenschappelijke informatievoorziening van wezenlijk belang. In de toekomst zal koppeling van de informatiesystemen van belang zijn voor de nadere toedeling van de politiecapaciteit, zodat de burgemeester ter zake kan sturen.

In april 2011 buigt de Tweede Kamer zich over de wijziging van de Gemeentewet, die de regierol van de gemeente op het gebeid van veiligheid daadwerkelijk borgt.

1.2 WIJZE VAN TOTSTANDKOMING

De gemeente wil samen met haar partners komen tot een krachtig, breed gedragen, gestructureerd, stevig verankerd en goed functionerend veiligheidsbeleid. Zij kan en wil niet alleen het veiligheidsbeleid opstellen en realiseren. Daarvoor wil zij in de verschillende beleidsfasen actief samenwerken met haar partners. Van de gemeente wordt daarbij in toenemende mate verwacht dat zij op het terrein van de veiligheid de regie gaat voeren.

Deze Kadernota en de jaarlijks vast te stellen plannen zijn dan ook tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen gemeente en haar veiligheidspartners (politie, brandweer,de Milieudienst IJmond, bureau Halt, Veiligheidshuis, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven –MKB en Regionaal Platform Criminaliteitspreventie Kennemerland, welzijnsinstellingen, onderwijsorganisaties, wooncorporaties etc.). In de diverse bijeenkomsten hebben zowel externe partners en interne betrokkenen aangegeven, dat verdere invulling vooral in gezamenlijkheid moet plaatsvinden. Deze Kadernota is afgestemd met de beleidsplannen en jaarplannen van de afzonderlijke partners.

Daarnaast is voor deze Kadernota gebruik gemaakt van diverse informatiebronnen (gegevens uit politiesystemen, Economische Barometer, leefbaarheidsmonitor, GGD gezondsheidsmonitor en dergelijke). Tevens is aangesloten bij de belangrijkste beleidsnota’s van de gemeente (Structuurvisie, Economische Agenda, Handhavingsprogramma, Horecanota, WMO beleidsplan en rapportages Externe Veiligheid).

1.3 LEESWIJZER

Hoofdstuk 2 geeft de visie op en de strategie voor het veiligheidsbeleid van de gemeente Velsen. Hoofdstuk 3 schetst een trendmatig beeld van de veiligheidsituatie van de afgelopen jaren. Ook worden in dat hoofdstuk enkele landelijke en regionale trends en ontwikkelingen gegeven die van invloed zijn op de ambities van de gemeente op het terrein van veiligheid. Vervolgens komen in hoofdstuk 4 de doelstellingen voor de periode 2011-2014 aan de orde. Aansluitend gaat hoofdstuk 5 in op de organisatie van het veiligheidsbeleid en de financiële aspecten van de Kadernota 2011-2014.

De cijfers in de nota geven inzicht in de Velsense leefbaarheids- en veiligheidsituatie.

De cijfers zijn door verschillende disciplines aangeleverd en zijn niet 100% actueel. Van belang is echter dat ze voor dit moment het best mogelijke inzicht geven in de situatie en bruikbaar zijn om nadere conclusies te trekken. Dat is het geval.

Voor de toekomst zal in het kader van de verdere ontwikkeling van het Integraal Veiligheidsbeleid aandachtspunt zijn om een actueel zicht te hebben in de veiligheids- en leefbaarheidcijfers. In september 2011 komt de Leefbaarheidsmonitor 2011 ter beschikking. De uitkomst hiervan zal uiteraard worden meegenomen in de eventuele bijstelling van het beleid. De projecten genoemd in de Jaarplannen kunnen daaraan een bijdrage leveren. Op basis van de actuele situatie kan het beleid periodiek bijgesteld en geëvalueerd worden.

2 VISIE EN STRATEGIE

2.1 VISIE OP DE STAD

De gemeente Velsen vormt de economische spil van de IJmond-regio. De gemeente ontleent haar karakteristieke profiel aan de ligging aan zee, de monding van het Noordzeekanaal met de zeetoegang van Amsterdam en de nabijheid van Schiphol. Met een unieke ligging, een prima infrastructuur en goede voorzieningen, heeft de gemeente inwoners en bedrijven veel te bieden. Velsen geldt als een veelzijdige gemeente waar het uitstekend wonen, werken en recreëren is. IJmuiden aan Zee behoort tot de top tien van de Nederlandse badplaatsen. De kust kent met zijn brede stranden en gevarieerde duingebieden ook ruime mogelijkheden voor recreatie. De kust biedt de toeristische sector interessante perspectieven.

De gemeente Velsen telt meer dan 67.000 inwoners en heeft zeven kernen, waarvan IJmuiden de grootste is. Elk van die kernen heeft een eigen karakter

IJmuiden vormt een van ’s lands grootste zeehavens. Vanaf de haven tot aan Amsterdam ligt het Noordzeekanaalgebied, met een indrukwekkende bedrijvigheid (transport en industrie). Een niet te missen speler is Tata Steel, met de daaruit voortgekomen ondernemingen, zoals cementindustrieën, de staalfabrieken en de walserijen, die Velsen tot een industrieel centrum van internationale betekenis maken.

De gemeente kent, anders dan de historisch gegroeide Hollandse steden, niet een centrale stedelijke kern, waar winkels, kantoren, cultuurvoorzieningen en horeca-etablissementen zijn geconcentreerd. Die zijn in de gemeente verspreid over verscheidene kernen en locaties. Bovendien kent Velsen een diversiteit aan cultureel erfgoed.

Velsen maakt ruimte voor vernieuwing van sterke en kansrijke sectoren in haven en industrie, voor de stedelijke vernieuwing, voor de toeristische ontwikkeling (Spaarnwoude met grote evenementen als Dance Valley) en een prettig en veilig woon- en ondernemersklimaat. Onderdeel daarvan is een sterke sociale infrastructuur met welzijnsvoorzieningen voor jong en oud en waar de kracht van de diversiteit wordt benut.

2.2 VISIE OP VEILIGHEID

De ambitie van de gemeente Velsen op het terrein van veiligheid luidt:

“Velsen versterkt samen met partners de leefbaarheid en de veiligheid voor haar inwoners, bedrijven en bezoekers.”

In deze Kadernota is gekozen voor een definitie van het begrip veiligheid die door veel lokale overheden gehanteerd wordt. Deze definitie wordt ook in het landelijke veiligheidsbeleid gehanteerd: Veiligheid is de gewenste mate van ordening en rust in het openbare leven en de gewenste mate van bescherming van leven, gezondheid en goederen tegen acute of dreigende aantastingen. Onveiligheid is alles wat daarop een inbreuk maakt. De term onveiligheid slaat zowel op de feitelijke aantastingen, ook wel objectieve onveiligheid genoemd, als op de beleving van onveiligheid, de subjectieve onveiligheid.

Het begrip veiligheid is onder te verdelen in sociale en fysieke veiligheid. Sociale veiligheid kan worden omschreven als het voorkomen en beheersen van geweld, criminaliteit en overlast en maakt onderscheid in objectieve (incidenten, slachtofferschap) en subjectieve veiligheid (onveiligheidsgevoelens). Bij fysieke veiligheid gaat het om verkeersveiligheid, het verkleinen van de kans op rampen en calamiteiten, maar ook om pro-actie en preventie in de ontwerp- en bouwfase, onder meer bij vernieuwingsprojecten en in het kader van brandveiligheid.

2.3 STRATEGIE

De visie wordt concreter gemaakt in doelen en activiteiten. Om deze doelen te bereiken hanteert de gemeente Velsen samen met haar partners de volgende strategische lijnen:

Gemeentelijke regie

De gemeente is de regisseur van het integraal veiligheidsbeleid. Regie is een bijzondere vorm van sturing, dat wil zeggen doelgerichte invloedsuitoefening. Regie verwijst bovendien naar het afstemmen van de afzonderlijke onderdelen tot een geheel.

De gemeente draagt zorg voor een goede sturing, voert de regie en betrekt en daagt relevante partners uit. Bij de aanpak staat samenwerking met behoud van ieders verantwoordelijkheid, doelgerichtheid en doelmatigheid (inclusief efficiënte overlegvormen) voorop.

De “last “ van de veiligheidsproblemen kan niet uitsluitend op de schouders van een enkele partij worden gelegd. Er is een veiligheidsbeleid onder lokaal bestuurlijke regie nodig. Het gemeentebestuur is het aangewezen orgaan om deze regierol over de veiligheidsketen te vervullen met daarin een bijzondere coördinerende taak voor de burgemeester. Concreet betekent dit dat de gemeente Velsen haar partners zoekt en bij elkaar brengt. Het gaat om samenwerking met onder meer de buurgemeenten, de politie, justitie en de inwoners. Geredeneerd vanuit de zogenaamde veiligheidsketen (proactie, preventie, preparatie, repressie en nazorg) liggen de gemeentelijke accenten/acties meer aan de “voorkant” van de keten. De repressieve accenten/acties liggen meer bij de andere partners, zoals bij politie en brandweer. Het nazorgtraject wordt beschouwd als een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Zelfredzaamheid en betrokkenheid inwoners en bedrijven

Burgers en ondernemers worden actief betrokken bij (de uitvoering van) het integrale veiligheidsbeleid via het wijkgericht werken. Vertrekpunt is waar mogelijk dat burgers hun eigen verantwoordelijkheid nemen. De gemeente stimuleert initiatieven van haar inwoners, via burgerparticipatie en wijkgericht werken. Door dichter bij en samen met de bewoners te werken wordt de leefbaarheid van een wijk aangepakt. In Velsen betekent wijkgericht werken dat de actoren op het terrein van leefbaarheid en veiligheid samen werken door concrete activiteiten aan de hand van wijkplannen.

Preventie krijgt extra aandacht

Het zwaartepunt ligt op de proactieve en preventieve activiteiten en maatregelen (“voorkomen is beter dan genezen”). Er wordt vroegtijdig en effectief ingespeeld op signalen. De gebiedsgerichte en persoongerichte aanpak/doelgroepgerichte aanpak wordt uitgewerkt en krijgt waar mogelijk gestalte in de wijkaanpak (bijvoorbeeld het SOM-project). Een ander voorbeeld van de preventie en persoonsgerichte aanpak op het terrein van Jeugd en Veiligheid is het Veiligheidshuis Kennemerland.

Veiligheid kan niet zonder handhaving. Handhaving, toezicht en controle behoren tot de primaire overheidstaken. Het is ook om die reden dat handhaving prioriteit heeft. Er ligt een nadrukkelijke relatie tussen het veiligheidsbeleid en handhavingsbeleid. Zowel de gemeente (met de bijzondere opsporingsambtenaren, BOA’s en de gemeentelijke toezichthouders) als de politie vervullen deze taak. Professionalisering van Boa’s en toezichthouders zal voor de komende jaren een belangrijk aandachtspunt zijn. In het kader van de handhaving geldt voor de gemeente de Kadernota handhaven in Velsen (2009-2012) met de bijbehorende jaarprogramma’s. Die Kadernota geeft inzicht in de bestuurlijke handhaving, de verdere vormgeving van programmatisch handhaven, het handhavingsinstrumentarium en de speerpunten. Een van de uitgangspunten is dat de gemeente de voorkeur geeft aan preventieve handhaving (van repressie naar preventie). Hierbij speelt communicatie een belangrijke rol. Daartegenover staat dat zij –samen met de politie- streng zal optreden tegen overtredingen en het niet nakomen van gemaakte afspraken. Er wordt zo min mogelijk gedoogd.

Meten is weten

De gemeente zorgt voor structureel zicht op (toekomstige) veiligheidsproblemen. Elke twee jaar zal, conform de werkwijze van de veiligheidsanalyse die in 2009-2010 voor het eerst is uitgevoerd, een lokale integrale veiligheidsanalyse worden opgesteld om goed zicht te krijgen en te houden op de huidige en (mogelijk) toekomstige veiligheidsproblemen. De gemeente neemt daarin het voortouw. De wijkscans van de politie, de leefbaarheidsmonitor en de ervaringen uit de wijken dienen daarbij als belangrijk bronmateriaal.

Meetbare kwaliteit

Ambities zijn zoveel mogelijk in heldere, meetbare (SMART) doelen geformuleerd met de eindverantwoordelijke organisatie. Daarbij is structureel (over)zicht op de voortgang en effectiviteit van het gevoerde beleid via voortgangsrapportages die jaarlijks worden opgesteld. Hierbij wordt aangesloten bij de reguliere P&C-cyclus. De beleidscycli van de veiligheidpartners worden daarbij zoveel mogelijk op elkaar afgestemd.

Veiligheidsbeleid is facetbeleid

Niet ieder veiligheidsthema kan met evenveel aandacht worden aangepakt. Dit is mede ingegeven door regionale en landelijke prioriteringen bij de betrokken partners. Gekozen is om de belangrijkste, meest urgente veiligheidsthema’s te selecteren (op basis van de veiligheidsanalyse) en met extra inzet aan te pakken. Dit wil niet zeggen dat andere thema’s niet worden aangepakt. Deze zijn onderdeel (facet) van lijnwerkzaamheden van verschillende organisaties. Deze werkzaamheden hoeven echter niet in het integraal veiligheidsbeleid te worden beschreven.

Anti-discriminatiebeleid

Bij de behandeling van de begroting voor 2011 heeft de raad in zijn geheel een motie aangenomen met het verzoek aan het college om bij de uitwerking van de onderhavige nota het aanbod en de uitvoering van (wettelijke) antidiscriminatiewet activiteiten gebundeld vorm te geven.

Discriminatie vindt plaats op allerlei verschillende terreinen en moet dus ook op allerlei verschillende terreinen worden bestreden. Het is niet voldoende om het Bureau Discriminatiezaken Kennemerland als enig instrument in te zetten om discriminatie te bestrijden. Discriminatiebestrijding is onderdeel van praktisch alle portefeuilles en alle collegeleden hebben daarin dan ook hun eigen verantwoordelijkheid.

Discriminatie is ondermeer een veiligheidskwestie. Mensen, die gediscrimineerd worden kunnen zich onveilig voelen. Als er gediscrimineerd wordt, wordt een wet overtreden. Beleid gericht op het bestrijden van discriminatie is dan ook deels een handhavingkwestie, waarin gemeente en politie een rol te vervullen hebben.

De gemeente kan door het faciliteren van informatie-uitwisseling zorgen dat beleid van verschillende actoren in de gemeente op elkaar aansluit, de politie zodanig aansturen dat zij bewust omgaat met discriminatie-incidenten en preventie van discriminatie en dat alle relevante actoren in de gemeente voorbereid zijn wanneer grootschalige incidenten plaatsvinden.

3 VEILIGHEIDSSITUATIE EN TRENDS

3.1 INLEIDING

Dit hoofdstuk geeft een beeld van de veiligheidssituatie van de periode 2006-2009. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste trends en ontwikkelingen (landelijke en regionaal) die relevant zijn voor de ambitie van de gemeente Velsen op het terrein van veiligheid.

3.2 SAMENVATTING VEILIGHEIDSBEELD

Op hoofdlijnen ziet het veiligheidsbeeld voor Velsen er als volgt uit:

  • Velsen kent een betrekkelijk veilige woon- en leefomgeving. Bijna alle Velsenaren vinden het prettig wonen in de eigen woonbuurt. De bewoners waarderen hun woonomgeving met een 7,5 en dit is vergelijkbaar met het cijfer van 2007 (landelijk geven inwoners gemiddeld een 7,3). In de wijken IJmuiden Noord en West is het gevoel van onveiligheid toegenomen.

  • Velsenaren ervaren vooral overlast van jeugd en van verkeer. De hotspots in Velsen in 2009 zijn: Velsen Noord (Wijkeroogpark, Stratingsplantsoen), IJmuiden (Homburgstraat) en Velserbroek (Westbroekerplas). Hard rijden moet volgens de Velsenaren met prioriteit worden aangepakt.

  • Het aantal fietsendiefstallen en het aantal diefstallen uit auto’s is na een daling van de afgelopen jaren in 2009 gestegen. Het aantal diefstallen uit woningen is ten opzichte van 2006 licht gestegen.

  • Het aantal vernielingen is de afgelopen jaren constant hoog. Per jaar registreert de politie gemiddeld 980 vernielingen. Naast overlast betekent dit een aanzienlijke kostenpost voor de betrokken partners in de openbare ruimte. Veel vernielingen vinden plaats rondom de zogenaamde slooproutes van en naar horecagelegenheden en uitgaansgebieden.

  • Het aantal geregistreerde geweldsdelicten is de afgelopen jaren verder gedaald. Het aantal bedreigingen blijft door de jaren heen constant.

  • Er is sprake van een stijging van de aangiften van huiselijk geweld (mede door de landelijke campagnes en de verscherpte aandacht voor huiselijk geweld door de gemeente en politie). Naar alle waarschijnlijkheid is de werkelijke omvang van de problematiek vele malen groter.

  • Het aantal registraties van diefstallen uit bedrijven daalt. Dit sluit aan bij het landelijke beeld. Het aantal winkeldiefstallen blijft de afgelopen jaren redelijk constant, maar blijft een aandachtspunt. Wel moet hierbij worden aangetekend dat de aangiftebereidheid onder winkeliers landelijk en ook in Velsen, laag is. Hotspots zijn de Lange Nieuwstraat, Marktplein en Kennemerplein. Het aantal zakkenrollerijen stijgt.

  • Er is sprake van een stijging van horecaoverlast (geluidshinder, groepen mensen die zich ophouden voor een horecagelegenheid). De meeste overlastmeldingen komen vanuit de Zeeweg en de Kennemerlaan.

  • Het alcohol- en drugsgebruik onder volwassenen in Velsen wijkt niet af van de regio. Van alle volwassenen in de regio is 13% een zware drinker en 4% heeft recent drugs (cannabis) gebruikt. Deze percentages liggen iets hoger dan het landelijk gemiddelde.

  • Met het overgrote deel van de jeugd in Velsen gaat het goed. Desalniettemin is de laatste jaren, conform het landelijke beeld, een toename van overlast te zien, die veelal veroorzaakt wordt door (rondhangende) jeugd in de openbare ruimte. Een klein deel van de jeugd is verantwoordelijk voor het grootste deel van de jeugdoverlast. Overlastlocaties wisselen, toch is er een aantal hotspots aan te wijzen: de wijken Zeewijk, Velserbroek en Velsen Noord en op locaties als Homburgstraat, Gallepromenade en Moerbergplantsoen. De overlastlocaties wisselen overigens ook frequent.

  • Zorgwekkend is het toenemende alcohol- en drugsgebruik onder jongeren.

  • In vergelijking met de regio en met gemeenten van soortgelijke samenstelling (Vlaardingen) scoort Velsen op het terrein van veiligheidsbeleving goed.

3.3 VEILIGHEIDSBEELD 2006-2009

In de periode december 2009 - januari 2010 heeft de gemeente Velsen voor de eerste keer een compacte integrale veiligheidsanalyse uitgevoerd. Het is daarmee direct een nulmeting. Een veiligheidsanalyse dient twee doelen: allereerst kan met de uitkomsten, door inzicht te krijgen in veiligheidssituaties en de daarbij behorende veiligheidsproblemen, gewerkt worden aan een samenhangend Veiligheidsbeleid. Tevens zijn de uitkomsten een belangrijke bron geweest voor het bepalen van de prioriteiten voor de komende jaren.

Voor de analyse is hoofdzakelijk gebruik gemaakt van gegevens van de politie en de GGD Kennemerland en het leefbaarheidsonderzoek 2009. Daarnaast is gebruik gemaakt van de kennis van de gemeente Velsen en haar partners. Opgemerkt moet worden dat de politie in 2009 is overgaan op een nieuw registratiesysteem. De veiligheidsgegevens van de periode 2006-2008 zijn hierdoor niet zonder meer te vergelijken met cijfers uit 2009. Vanaf 2009 naar de toekomst toe is een betrouwbare vergelijking wel mogelijk.

Woon- leefomgeving

Velsen kent een betrekkelijk veilige woon- en leefomgeving. Bijna alle Velsenaren vinden het prettig wonen in de eigen woonbuurt, zo blijkt uit de leefbaarheidsmonitor 2009. De bewoners waarderen hun woonomgeving met een 7,5 en dit is vergelijkbaar met het cijfer van 2007 (landelijk geven inwoners gemiddeld een 7,3). Wel neemt het contact met andere buurtbewoners, de saamhorigheid en het gevoel van thuisvoelen in de buurt de afgelopen jaren wat af.

De veiligheidsgevoelens zijn conform het landelijk beeld (en in vergelijking met 2007 constant): 22 procent voelt zich wel eens onveilig, waarvan 66 procent in eigen buurt. In de wijken IJmuiden Noord en West is het gevoel van onveiligheid enigszins toegenomen. In deze wijken wordt relatief veel overlast van dronken mensen ervaren en ondervindt men meer hinder van rommel op straat, agressief verkeersgedrag en parkeeroverlast dan elders in de gemeente. De meeste horecagerelateerde overlastmeldingen komen vanuit de Zeeweg en de Kennemerlaan.

Het beeld van overlast over de afgelopen jaren is in onderstaande tabel weergegeven.

Tabel 3.1 Overlast Velsen Tabel 3.1 Overlast Velsen.pdf (versie geldig sinds: 18-11-2011; PDF-bestand; grootte: 21.91 kB)

Bron: politie Kennemerland

Uit deze tabel blijkt dat de top 3 overlast in 2009 bestaat uit

  • 1.

    Overlast jeugd (met name in de wijk Velserbroek)

  • 2.

    Overlast relationele/privé sfeer (burenruzies)

  • 3.

    Overlast parkeren

Velsen kent een aantal overlastplekken. Daarbij moet vermeld worden dat vaak door interventies van de gemeente en de politie de locaties van overlast wisselen. De hotspots in Velsen in 2009 waren:

  • Velsen Noord (Wijkeroogpark, Stratingsplantsoen)

  • IJmuiden (Homburgstraat)

  • Velserbroek (Westbroekerplas)

  • Velsen Zuid; bij de Ark

Uit de leefbaarheidsmonitor komt overigens een ander beeld. Daaruit blijkt hondenpoep ervaren te worden als de grootste overlast (39% geeft aan hier vaak last van te hebben). Dit percentage is overigens ten opzichte van 2007 (was 46%) gedaald. Op de tweede plaats staat ’te hard rijden’ (38% vindt dat dit vaak voorkomt). In Velserbroek is veel overlast van bestuurders van brom-/snorfietsen, met name het oneigenlijk gebruik van fiets- en voetpaden.

In het leefbaarheidsonderzoek is Velsenaren gevraagd welke zaken met voorrang aangepakt moeten worden. De accenten liggen in de wijken verschillend, maar de meest belangrijke buurtproblemen zijn:

  • 1.

    Te hard rijden

  • 2.

    Parkeeroverlast

  • 3.

    Rommel op straat

Het aantal geregistreerde fietsendiefstallen is in de periode tot en met 2008 gedaald, maar is in 2009 weer gestegen, zo blijkt uit onderstaande grafiek. Dit geldt ook voor het aantal diefstallen uit auto’s. Dit sluit aan bij het landelijke beeld. Hotspots zijn IJmuiden, IJmuiderslag, Zeewijk, Velsen Noord (met name de grens met Beverwijk) en Velsen Zuid/Spaarnwoude (met name bij de Watergeus en Snowplanet). Het inzetten van camera’s in Velsen Noord en een bewaakte parkeerplaats in Spaarnwoude hebben vruchten afgeworpen. De meeste (brom)fietsen worden gestolen op het Pontplein (fast flying ferry naar Amsterdam) en rondom de stations.

Figuur 3.1 Diefstal voertuigen Figuur 3.1 Diefstal voertuigen.pdf (versie geldig sinds: 16-11-2011; PDF-bestand; grootte: 39.99 kB)

Bron: politie Kennemerland

Het aantal diefstallen uit woningen is ten opzichte van 2006 licht gestegen. Dit beeld komt overeen met de uitkomsten van de leefbaarheidsmonitor 2009. Daaruit blijkt dat het aantal mensen dat vindt dat autodiefstal en fietsendiefstal vaak voorkomt ten opzichte van 2007 is afgenomen. De meeste woninginbraken worden gepleegd in Santpoort Noord en IJmuiden.

Het aantal vernielingen is de afgelopen jaren constant hoog. Per jaar registreert de politie gemiddeld 980 vernielingen. Vernielde zaken in de openbare ruimte zijn negatief van invloed op het veiligheidsgevoel van burgers. Naast overlast betekent dit een aanzienlijke kostenpost voor de betrokkene partners in de openbare ruimte. Het aantal vernielingen is ten opzichte van 2007 wel gedaald. Dit beeld komt ook uit de leefbaarheidsmonitor: respectievelijk 21 procent en 11 procent van de Velsenaren vindt dat vernieling van telefooncellen, bushokjes en auto’s vaak voor komt. Beide percentages zijn in vergelijking met 2007 gedaald.

Veel vernielingen vinden plaats rondom de zogenaamde slooproutes van en naar horecagelegenheden en uitgaansgebieden. Het betreft vernielingen van auto’s (spiegels) en bushokjes in de wijken IJmuiden Noord, Velserbroek en de route vanaf Driehuis/Velsen Zuid richting IJmuiden. Daar waar horecagelegenheden definitief zijn gesloten is sprake van een afname van vernielingen (IJmuiden-West, Velsen Noord).

Het aantal registraties van vandalisme en baldadigheid is de afgelopen jaren toegenomen.

Het aantal geregistreerde geweldsdelicten is de afgelopen jaren gedaald. Het aantal bedreigingen blijft constant. Mishandeling komt veel voor rondom horecagelegenheden.

Figuur 3.2 Aantal geregistreerde geweldsdelictenFiguur 3.2 Aantal geregistreerde geweldsdelicten.pdf (versie geldig sinds: 16-11-2011; PDF-bestand; grootte: 77.28 kB)

Bron: politie Kennemerland

Er is sprake van een stijging van de aangiften van huiselijk geweld. In 2008 is er 254 keer melding gemaakt van dit delict en zijn er 100 aangiftes gedaan (cijfers van voorgaande jaren zijn niet bekend omdat de politie in 2008 gestart is met aparte registraties van huiselijk geweld). Een verklaring voor de stijging is wellicht dat mensen door landelijke campagnes tegen huiselijk geweld eerder bereid zijn aangifte te doen en de verscherpte aandacht voor huiselijk geweld door de gemeente en de politie. Gegeven de huiselijke kring waarin het zich afspeelt en de schaamte van slachtoffers en andere gezinsleden om hiermee naar buiten te treden, is de werkelijke omvang van de problematiek naar alle waarschijnlijkheid vele malen groter. Bovendien blijkt dat voordat iemand aangifte doet, er zich eerder al vaak veel geweld heeft voorgedaan. In het GGD onderzoek uit 2009 geeft zeven procent van de ondervraagden aan ooit slachtoffer te zijn geweest van één of meerdere vormen van huiselijk geweld (in de regio ligt dit percentage op acht procent). In totaal geeft 2,3 procent van alle ondervraagde jongeren uit Velsen aan thuis met lichamelijke mishandeling te maken te hebben (gehad).

Het alcohol- en drugsgebruik onder volwassenen in Velsen wijkt niet af van de regio. In de regio geeft 86 procent aan wel eens alcohol te gebruiken, in Velsen is dat ook 86 procent. Het percentage zware drinkers landelijk bedraagt dertien procent, in Velsen is dat veertien procent. In totaal zegt 24 procent van de volwassenen wel eens cannabis gebruikt te hebben (tegen 21 procent in Velsen). In totaal zegt acht procent van de volwassenen wel eens harddrugs gebruikt te hebben (in Velsen is dit eveneens acht procent).

Bedrijvigheid en veiligheid

Het aantal registraties van diefstallen uit bedrijven daalt, zo blijkt uit de onderstaande figuur. Dit sluit aan bij het landelijke beeld. Het aantal winkeldiefstallen blijft de afgelopen jaren op het zelfde niveau, maar blijft een aandachtspunt. Het aantal zakkenrollerijen stijgt. Wel moet hierbij worden aangetekend dat de aangiftebereidheid onder winkeliers landelijk en ook in Velsen laag is. Hotspots zijn de Lange Nieuwstraat, Marktplein en Kennemerplein.

Zoals al aangegeven is sprake van een stijging van horecaoverlast (geluidshinder, groepen mensen die zich ophouden voor een horecagelegenheid). De meeste overlastmeldingen komen vanuit de Zeeweg en de Kennemerlaan. Er is een relatie tussen de toename van horecaoverlast en de invoering van het rookverbod. Uit de leefbaarheidsmonitor komt een genuanceerder beeld. Slechts drie procent van de Velsenaren vindt dat overlast van horeca vaak voorkomt (waarbij IJmuiden Noord en IJmuiden West het hoogst scoren). Ook hier is sprake van een daling van de overlast ten opzichte van 2007.

Figuur 3.3 Winkeldiefstal en diefstal uit bedrijvenFiguur 3.3 Winkeldiefstal en diefstal uit bedrijven.pdf (versie geldig sinds: 16-11-2011; PDF-bestand; grootte: 85.12 kB)

Bron: Politie Kennemerland

Er is sprake van een toename van (grote) evenementen. De gemeente voert een uitnodigend evenementenbeleid. Er is sprake van een toenemende regionale afstemming en samenwerking. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de expertise van de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK). Met name in de weekenden/zomermaanden is sprake van een piekbelasting. Er is een spanningsveld tussen een uitnodigend evenementenbeleid en de beperkte mogelijkheid tot inzet hulpdiensten (politie e.d.). Voor wat betreft de gemeente wordt een spanningsveld geconstateerd tussen enerzijds de ambitie om aansprekende evenementen in Velsen te laten plaats vinden en anderzijds de (beperkte) ambtelijke capaciteit, die beschikbaar is om het gewenste toezicht en handhaving te organiseren m.b.t. de veiligheidsvoorwaarden, opgenomen in de evenementenvergunning.

Jeugd

Met het overgrote deel van de jeugd in Velsen gaat het goed. Desalniettemin is de laatste jaren, conform het landelijke beeld, een toename van overlast te zien van (rondhangende) jeugd in de openbare ruimte. Daarbij geven jongeren aan dat zij bij het vertoeven in de openbare ruimte hangplekken, voetbalveldjes en/of pleintjes missen. Een klein deel van de jeugd is verantwoordelijk voor het grootste deel van de jeugdoverlast. De meeste vernielingen en openbare orde problemen worden veroorzaakt door jeugdigen in de leeftijdsgroep van 12 tot 17 jaar en in wijken Zeewijk, Velserbroek en Velsen Noord en op locaties als Homburgstraat, Moerbergplantsoen en Gallepromenade. De overlastlocaties wisselen overigens ook frequent. Zoals al gesteld, scoort van de top drie van meest gemaakte opmerkingen over overlast het onderwerp (hang)jongeren het hoogst. Uit de leefbaarheidsmonitor blijkt dat 18 procent van de Velsenaren overlast van groepen jongeren vaak vindt voorkomen. Dit percentage is nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2007.

Uit de criminaliteitsbeeldanalyse Jeugd van Kennemerland blijkt dat de jeugdcriminaliteit en het aantal groeperingen in omvang niet toeneemt. De overlast van groepen jongeren in Kennemerland is echter hoger dan in de rest van het land.

Uit een inventarisatie in 2009 van de politie Kennemerland blijkt dat er in de gehele politieregio 16 hinderlijke groepen, 9 overlastgevende jeugdgroepen en 5 criminele jeugdgroepen actief zijn. In Velsen is één hinderlijke jeugdgroep actief.

Jongeren die worden aangehouden worden vooral geverbaliseerd voor vermogensdelicten, vernieling en overlast (openbare orde). Uit GGD-cijfers blijkt dat bijna de helft van de jongeren in Velsen (46%) zegt zich schuldig te hebben gemaakt aan één of meer strafbare feiten. Er is daarbij weinig verschil tussen de wijken wat betreft jongeren. Het meest worden genoemd: zwartrijden, betrokken geweest bij een gevecht of onenigheid tussen mensen op een openbaar terrein, dingen beklad met stiften/spuitbus en winkeldiefstal. Elf procent zegt wel eens een wapen te dragen, meestal gaat het om steekwapens. Dit is vergelijkbaar met de regio.

Opgemerkt moet worden dat de overlast van jongeren in perspectief moet worden gezien. Het zogenaamde ‘hangen’ kan en moet ook worden gezien als een manier van elkaar ontmoeten in de buitenruimte en als een manier van vrijetijdsbesteding. Inwoners percipiëren dit ontmoeten in de openbare ruimte als overlast. Het is dan ook meer een onveiligheidsgevoel. Als de jeugd op plekken rondhangt en verder geen overlast bezorgt, treden veiligheidspartners niet op.

Pestgedrag heeft gevolgen voor zowel slachtoffers als daders. Slachtoffers lopen vrijwel altijd een flinke deuk op in hun zelfvertrouwen. Leerlingen die regelmatig worden gepest hebben een groter risico op eenzaamheid, depressie en suïcidegedachten. Daders vertonen vaker delinquent gedrag. In een landelijk onderzoek van het CBS is aan 12-17-jarigen gevraagd of ze wel eens op school of op

straat worden gepest. Zestien procent van de jongeren beantwoordde deze vraag met ‘ja’. Van de leerlingen uit Velsen is 23% één of twee keer gepest, en 10% zegt regelmatig (een paar keer per maand of vaker) gepest te zijn. Regionaal geeft eveneens 10% van de leerlingen aan regelmatig te zijn gepest.

Zorgwekkend is het toenemende alcohol- en drugsgebruik onder jongeren. Uit GGD onderzoek (2007) blijkt dat bij een derde van de Velsense middelbare school leerlingen wel eens sprake is geweest van overmatig alcoholgebruik (meer dan vijf consumpties tijdens één gelegenheid). Alcoholgebruik door jongeren brengt veel gezondheidsrisico’s en maatschappelijke problemen met zich mee. Op de korte termijn heeft alcohol onder meer een verdovend en ontremmend effect. Als kinderen voor hun 15e beginnen met drinken, is de kans groter dat ze alcoholverslaafd raken op latere leeftijd. Ook is overmatig alcoholgebruik schadelijk voor de ontwikkeling van de hersenen van jongeren.

Landelijk is bij scholieren van vijftien jaar en ouder het alcoholgebruik relatief stabiel, maar bij de jongere scholieren is er een duidelijke stijging in het gebruik van alcohol. Het verschil tussen meisjes en jongens is daarbij gelijkgetrokken. Meisjes lopen hun traditionele ‘achterstand’ rap in. Uit internationaal onderzoek blijkt dat Nederlandse jongeren het meest frequent van Europa drinken en bovendien per avond erg veel drinken.

Volgens een onderzoek van het Trimbos-instituut in 2003 had 85% van de middelbare scholieren (12 jaar en ouder) ooit alcohol gedronken, tegen 65% in Velsen. Ruim een vijfde (21%) van de scholieren landelijk is in de afgelopen maand dronken of aangeschoten geweest. In Velsen zegt een kwart van de leerlingen (23%) dronken of aangeschoten te zijn geweest.

Ongeveer een derde (34%) van de leerlingen uit Velsen heeft in de maand voorafgaand aan het GGD onderzoek overmatig alcohol gebruikt. Van de overmatige drinkers denkt 80% dat ze niet teveel drinken. Van de jongeren die in het weekend alcohol drinken, drinkt 30% meestal vijf glazen of meer per keer; 6% geeft zelfs aan per keer meer dan tien glazen alcohol te drinken. Het gebruik van vijf of meer alcoholische drankjes tijdens één gelegenheid is veel en kan als overmatig alcoholgebruik worden beschouwd. In de vier weken voorafgaande aan het betreffende onderzoek van de GGD heeft in totaal ongeveer een derde (34%) van de leerlingen uit Velsen volgens deze norm overmatig alcohol gebruikt.

Ouders zijn een belangrijke beïnvloeder van drinkgedrag van jongeren. Uit een onderzoek van het Trimbos-instituut blijkt dat de tolerantie van ouders voor het drinken van hun kinderen steeds groter wordt. Daarnaast blijkt dat het percentage dat de maand voorafgaande aan het onderzoek alcohol heeft gedronken hoger is bij jongeren met ouders die dagelijks of wekelijks alcohol dronken dan bij jongeren met ouders die nauwelijks of geen alcohol dronken. Aan een deel van de jongeren uit Velsen die alcohol drinken is gevraagd wat hun ouders ervan vinden dat ze alcohol drinken. De meerderheid van deze jongeren (53%) geeft aan dat hun ouders het goed vinden. Zestien procent geeft aan dat hun ouders er niets van zeggen en 14% geeft aan dat hun ouders het afraden.

Evenals met roken en alcohol experimenteren jongeren met drugs. De meeste leerlingen gebruiken een middel maar één of een paar keer. Een kleine groep blijft vaker gebruiken. Uit onderzoek van het Trimbos-instituut in 2003 blijkt dat van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs bijna één op de vijf (19%) ooit cannabis (hasj, wiet e.d.) heeft gebruikt, tegen 16% van de jongeren uit Velsen. Harddrugsgebruik onder jongeren komt uiterst zelden voor.

Verkeersveiligheid

Uit onderstaande grafiek blijkt dat er in de periode 2001 t/m 2008 gemiddeld 97 geregistreerde letselongevallen zijn. Daarvan waren er per jaar gemiddeld 51 (brom)fietsers betrokken. Velsen kent geen echte hotspotlocaties. Gezien de dichtheid aan provinciale snelwegen in de omgeving van Velsen is het aantal ongevallen relatief beperkt. Een nadere analyse van de letselongevallen is gewenst.

Na een daling van het aantal ongevallen in de periode 2000-2004 neemt na 2004 het aantal ongevallen weer langzaam toe.

3.3 geregistreerde letselongevallen.pdf (versie geldig sinds: 18-11-2011; PDF-bestand; grootte: 5.25 kB)

Bron: gemeente Velsen

Georganiseerde criminaliteit(CSV’s)

In de regio Kennemerland zijn CSV's (criminele samenwerkingsverbanden) actief. Als onderdeel van het veiligheidsbeeld heeft de politie Kennemerland de leden van het regionaal college vertrouwelijk inzicht gegeven in het aantal en de samenstelling van deze CSV's, aan welke strafbare feiten zij zich schuldig maken en op welk niveau zij opereren (lokaal, regionaal (inter)nationaal). Meerdere van deze CSV’s opereren op lokaal niveau en kunnen zorgen voor criminaliteit en overlast binnen gemeenten. Gezien de ligging en het karakter van het gebied (dichtbij Amsterdam met een havengebied en Schiphol in de nabijheid) is niet uit te sluiten dat binnen Velsen CSV’s actief zijn. Vooralsnog is daar in Velsen niets van gebleken. Dit blijft een punt van aandacht, ook gezien het gewenste veilige ondernemingsklimaat.

Controle vergunningen

De gemeente heeft in 2009 de volgende controle op gebruiksvergunningen uitgevoerd. Dit is de vergunning, die door de brandweer wordt afgegeven voor het veilig gebruik van gebouwen.

  • Controle gebruiksvergunning evenementen 2009: 101.

  • 1e Controle gebruiksvergunning bouwwerken 2009: 400 (indien nodig vindt er een hercontrole plaats)

Meldingen brandweer

In onderstaande tabel is het aantal brandmeldingen voor 2009 weergegeven:

De inventarisatie is gebaseerd op het Openbaarmeldsysteem (OMS)

Meldingen voor Velsen

 

Automatische Brandmeldingen buiten de gemeentegrenzen (wel voor de post Velsen)

223 (waarvan 1 echte melding)

Automatische Brandmeldingen binnen de gemeentegrenzen

196 (waarvan 11 echte meldingen)

Velsen vergeleken met de omgeving

In onderstaande tabel is de gemeente Velsen met een aantal regionale gemeenten en met een gemeente met soortgelijke omvang vergeleken.

Onderwerp

Velsen

Haarlem (regio)

Beverwijk (regio)

Heemskerk (regio)

Hoorn

Vlaardingen

Landelijk

Leefbaarheid 2008

7,5

7,1

 

7,4

7,1

7,2

7,4

Prioriteit aanpak

Te hard rijden

Te hard rijden

 

Te hard rijden

Hondenpoep

Verkeersoverlast

Te hard rijden

Rapportcijfer gemeente 2008

6,6

6,8

 

6,5

6,9

nvt

-

Misdaadscore AD 2008*1

Plaats 111 (score 2523)

Plaats 50 (score 1474)

Plaats 70 (score 1950)

Plaats 222 (score 3558)

Plaats 14 (score 671)

28

nvt

Gemeentelijke veiligheidsmeter 2007*

Plaats 150 (score 107)

Plaats 57 (score 144)

Plaats 34 (score 159)

Plaats 244 (score 89)

Plaats 17 (score 177)

Plaats 82 (score 127)

nvt

* Een hogere score is gunstig (hogere score betekent een lagere plaats op de lijst en dus een veiligere gemeente)

3.4 TRENDS EN ONTWIKKELINGEN

In deze paragraaf wordt ingegaan op de trends en ontwikkelingen. Allereerst worden landelijke ontwikkelingen geschetst. Daarna zijn de regionale trends voor Velsen opgesomd.

Landelijke ontwikkelingen

Bij het vaststellen van lokaal veiligheidsbeleid moet ook rekening worden gehouden met de trends en ontwikkelingen die zich landelijk voordoen en met de afspraken die worden gemaakt met onder andere politie en justitie.

Het Rijk heeft in het Bestuursakkoord met de VNG in 2007 afspraken gemaakt over de veiligheid. Centrale doelstelling hierin is dat de criminaliteit en overlast in 2010 met 25 procent is verminderd ten opzichte van 2002. Uit een monitor over 2008 blijkt dat het Rijk op koers ligt. De prioriteiten in veiligheidsthema’s lijken nauwelijks aan verandering onderhevig, ook voor de komende jaren. Er zijn slechts kleine verschuivingen zichtbaar in het vergelijk tussen de top 10 van prioriteiten in veiligheidsthema’s in de periode 2006-2008 en die in de periode 2009-2011. Het thema softdrugsproblematiek staat voor de toekomstige periode niet meer in de top 10, daarvoor is het thema sociale cohesie en polarisatie in de plaats gekomen. De geconstateerde tendens dat de aandacht voor fysieke veiligheid vermindert en zich verplaatst naar sociale veiligheid zet zich in de komende periode voort.

De top 3 van prioriteiten van de rijksoverheid in de komende periode bestaat uit:

  • 1. Overlast jongeren

  • 2. Alcohol- en/of drugsproblematiek jongeren

  • 3. Overlast woon- en leefomgeving

Gezien deze prioriteiten zet het kabinet fors in op de aanpak van jeugdcriminaliteit en de wijkaanpak. Voor de aanpak van jeugd zet het rijk samen de regio’s in op de oprichting en doorontwikkeling van de Veiligheidshuizen. In het kader van de wijkaanpak is het Actieplan Krachtwijken opgesteld. Onveiligheid, zowel in objectieve als subjectieve zin, doet afbreuk aan de kwaliteit van de leefomgeving en is een beperkende factor in de ontwikkeling van een wijk.

De landelijke prioriteiten van de politie komen daarmee overeen en liggen tot 2011 bij jeugdcriminaliteit, geweld, veilige wijken en versterking van de opsporing. Deze prioriteiten gelden ook voor de politieregio Kennemerland en het basisteam Velsen.

Met de wijziging van de Gemeentewet, wordt de regierol van de gemeenten in het veiligheidsbeleid extra benadrukt.

Regionale ontwikkelingen

De afgelopen periode is op regionaal niveau een impuls gegeven aan het lokaal (integraal) veiligheidsbeleid. Zo werken de gemeenten in de regio samen bij het ontwikkelen en uitvoeren van lokaal veiligheidsbeleid o.a. in het Veiligheidshuis Kennemerland. Uiteraard blijft de gemeente Velsen verantwoordelijk voor het lokale veiligheidsbeleid.

Vanuit het regionaal college van de politie Kennemerland zijn verschillende projecten geïnitieerd in het kader van regionale samenwerking. De hoofdlijnen van het regionale justitiebeleid zijn grotendeels afgeleid van het landelijke justitie- en veiligheidsbeleid. Prioriteit is gelegd bij de aanpak van veelplegers, jeugdcriminaliteit/risicojongeren, huiselijk geweld, aanpak kindermishandeling en lokale veiligheidsproblemen (jeugdoverlast, vernieling en bestrijding van alcohol en drugs). De politie Kennemerland zet de komende jaren in op burgerparticipatie door het betrekken (informeren en consulteren) van burgers bij de werkzaamheden van de politie (SMS alert, BurgerNet), en het stimuleren van zelfredzaamheid van burgers. Ook zet de politie in op het vergroten van de transparantie van de politiezorg in de wijk.

Een belangrijke ontwikkeling (vanuit het rijk ingezet) is de verdere vormgeving van de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK). Een veiligheidsregio is een samenwerkingsverband van de hulpverleningsdiensten op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Wet op de Veiligheidsregio's. Deze wet realiseert een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, rampenbestrijding en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie. Door de aansturing van de brandweer, de geneeskundige hulpverlening en de politie op regionaal niveau te beleggen, wordt de aansturing gewaarborgd van de diensten die bij de primaire hulpverlening bij rampen en crises worden ingezet. In een VRK worden veel beleidslijnen uitgezet die voor de hele regio gelden. De gemeente Velsen is vertegenwoordigd in de VRK (bestuurlijk en ambtelijk) en speelt gezien haar ligging en het risicoprofiel een voorname rol in de regionale discussies. Zo neemt ze het voortouw in het zijn van een voorbeeldgemeente op het terrein van lokale rampen- en crisisplannen. Leidend zijn nu de beleidsvoornemens waaraan de gezamenlijke hulpverleningsdiensten en gemeenten in de regio zich hebben verbonden om de beheersing van rampen en crises op een hoger kwaliteitsniveau te brengen en te houden. Hierbij verdient afstemming met het Milieubeleid aandacht.

Binnen en rondom de VRK is vergaande samenwerking nodig in het licht van het risicobeeld van de regio: Schiphol, het Noordzeekanaal en de nabijheid van industriële kernen als Tata Steel en Crown van Gelder. Deze interregionale samenwerking betreft de samenwerking met regio’s als Amsterdam-Amstelland, Zaanstreek-Waterland en Noord-Holland Noord. De samenwerking is nodig omdat incidenten op de genoemde terreinen meerdere regio’s raken en de capaciteit van alle regio’s benut moet worden op het moment dat een calamiteit zich voordoet.

4 DOELEN

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de doelen voor veiligheid. Met andere woorden wat willen we bereiken zodat Velsen een prettige gemeente blijft om in te wonen, te recreëren en te werken.

De doelen zijn afgeleid van de analyse en onderzoeksresultaten en vervolgens gegroepeerd naar vijf thema’s. De thema’s zijn afgeleid van de handreiking kernbeleid Veiligheid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG):

  • • Veilige woon- en leefomgeving

  • • Bedrijvigheid en Veiligheid

  • • Jeugd en Veiligheid

  • • Fysieke Veiligheid

  • • Integriteit en Veiligheid

Bij het formuleren van de doelen is uitgegaan van de maatschappelijke effecten die we willen bereiken. Bovendien wordt per doelstelling aangegeven op welke meetbare indicatoren gestuurd kan worden om de maatschappelijke effecten te kunnen bereiken.

De prioriteiten liggen, onafhankelijk van de vijf thema’s, de komende jaren op wijkgericht werken en jongeren. Velsen maakt de komende jaren zichtbaar werk van wijkgericht werken. Door middel van het wijkgericht werken wordt invulling gegeven aan de zorg voor veiligheid in de woon- en directe leefomgeving van burgers en de gedeelde verantwoordelijkheid van partners. De aandacht richt zich in eerste instantie op de wijken die qua veiligheid en leefbaarheid een impuls nodig hebben: Velsen Noord en Velserbroek als het gaat om overlast(beleving). In Velsen Noord gaat de aandacht voor veiligheid samen met de herstructurering van de wijk.

Jeugd is als prioriteit gekozen, omdat de overlast en criminaliteit door jongeren in Velsen om meer aandacht vragen. Overlast van jeugd staat in de top 3 van overlasttypen in Velsen. Jongeren worden vooral aangehouden voor vernielingen en vandalisme. Daarnaast past de keuze van het thema binnen de landelijke lijn die is ingezet.

4.1 VEILIGE WOON- EN LEEFOMGEVING

Het thema veilige woon- en leefomgeving bundelt veiligheidsthema’s die direct met de alledaagse kwaliteit van wonen en leven in buurten en wijken te maken hebben. Thema’s zijn bijvoorbeeld overlast tussen bewoners, verloedering, woninginbraak, fietsendiefstal maar ook huiselijk geweld en overlast van drugs- en alcoholgeweld.

De onveiligheid binnen dit veld heeft een heel herkenbaar karakter. Het gaat om verschijnselen waar iedereen mee te maken kan krijgen en die o.a. in de leefbaarheidsmonitor worden gemeten.

De hoofddoelstelling voor dit thema is:

  • het verbeteren van de leefbaarheid in de wijk en

  • het verbeteren van de veiligheid in de wijk.

Deze zijn verder tot de volgende SMART doelen uitgewerkt.

  • Het percentage bewoners dat in Velsen aangeeft overlast te hebben van jongeren blijft gehandhaafd op 18 procent (dit betekent dat er extra inzet moet worden gedaan omdat het aantal gemelde gevallen van overlast toeneemt).

  • Het percentage bewoners van Velsen dat zich in 2014 in de eigen woonbuurt onveilig voelt is ten opzichte van dat percentage in 2009 verbeterd en gedaald tot 20 procent (2009: 22%)

  • Handhaving van aantal woninginbraken in 2014 op het niveau van 2009: 227

  • Het aantal vernielingen blijft in 2014 gehandhaafd op het niveau van 2009 van 980 geregistreerde meldingen

  • Het percentage bewoners van Velsen dat slachtoffer is geworden van vernieling (van auto’s e.d.) is niet gestegen ten opzichte van het slachtofferschap in 2009

  • Handhaving van het aantal geregistreerde aangiften van delicten in 2014 van het niveau van 2009 (geweld, mishandeling, bedreiging en openbare dronkenschap)

  • In 2014 is huiselijk geweld zichtbaarder gemaakt en het aantal meldingen (meldpunt huiselijk geweld) gestegen ten opzichte van 2009. 3Speerpunten 2011-2014

De speerpunten voor de komende jaren zijn:

  • Wijkgericht werken: De gemeente maakt de komende jaren samen met de partners in de stad en de inwoners werk van wijkgericht werken. De wijkthema’s zijn hier: veilig, heel, sociaal en schoon. Op basis van analyses van de wijkproblematiek worden wijkplannen opgesteld. In de wijkplannen staan de activiteiten die voor die wijk worden uitgevoerd om de wijk leefbaar en veilig te houden. Aandacht in de wijken gaat naar vernieling, overlast jongeren, het ontplooien van wijkinitiatieven en het entameren van een dialoog tussen jongeren en overlastmelders. Versterking van de wijkteams, met betrokkenheid van de burgers, is een belangrijk aandachtspunt voor de komende jaren;

  • Keurmerk Veilig Wonen: Het keurmerk veilig wonen heeft tot doel om middels een zorgvuldig ontwerp en beheer van te bouwen en/of te herinrichten woonomgeving, de kans op nagenoeg alle vormen van kleine criminaliteit zoals woninginbraak, diefstal fiets- en bromfiets, vernieling, vandalisme en dergelijke tegen te gaan. Het keurmerk draagt in belangrijke mate bij aan de verbetering van de sociale veiligheid in de openbare ruimte en de directe woonomgeving, door sociale en fysieke drempels op te werpen tegen potentiële daders en daarmee criminaliteit en angstgevoelens te reduceren. Onderdeel hiervan zijn het continueren van afspraken met woningcorporaties om hotspots te voorzien van verlichting en adequaat hang- en sluitwerk;

  • Inzicht in aard geweld en mishandeling. De komende jaren willen de gemeente en haar partners beter zicht krijgen op de aard, locaties en tijdstippen van geweldsdelicten alsmede slachtoffer en daderprofielen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen delicten op straat en delicten tijdens evenementen. De reden is dat aard, omvang en dader- en slachtofferprofielen verschillen. Bij delicten tijdens evenementen blijkt het overigens vaak te gaan om bezoekers van evenementen die niet in Velsen woonachtig zijn;

  • Bredere aandacht voor huiselijk geweld. In het kader van de aanpak huiselijk geweld is voorlichting over het meldpunt nodig. Het doel is om meldingen van huiselijk geweld laagdrempelig(er) te maken door voorlichting aan allochtone groepen en op scholen. Daarnaast wordt werk gemaakt van een eenduidige registratie en uitwisseling van informatie tussen partners. Speciale aandacht gaat naar gezinnen met kinderen. Een effectief middel in de aanpak van huiselijk geweld is de Wet Tijdelijk Huisverbod.

  • Uitvoeren van het handhavingsprogramma. In 2009 is de Kadernota Handhaving 2009-2012 vastgesteld. Deze nota geeft inzicht in de bestuurlijke handhaving in Velsen en geeft voor de komende jaren de kaders van het handhavingsbeleid aan. Kernpunt daarbij is de overgang van een ad hoc benadering rond handhaving naar een pro-actieve, programmatische handhaving, transparant en consequent met als doel veiligheid en leefbaarheid voor de inwoners. In de uitvoeringsprogramma’s wordt overigens inzichtelijk gemaakt welke inzet de partners op het gebeid van handhaving verrichten.

4.2 BEDRIJVIGHEID EN VEILIGHEID

In de opzet van het Kernbeleid Veiligheid zoals ontwikkeld door de VNG is bedrijvigheid en veiligheid als thema benoemd. Voor het bedrijfsleven is het belangrijk om in de bedrijfsvoering niet geconfronteerd te worden met criminaliteit.

Veiligheid is een deelaspect van het stimuleren van een aantrekkelijk vestigings- en ondernemersklimaat. Voor bezoekers en ondernemers moet het goed toeven zijn in Velsen. Winkeldiefstallen en overvallen dragen daar niet aan bij.

Voor dit thema zijn de volgende doelen opgesteld:

  • Het aantal meldingen van horecaoverlast is in 2014 gedaald met 10 procent ten opzichte van 2009 tot 63. 4• Het aantal diefstallen uit bedrijven en het aantal winkeldiefstallen blijft in 2014 gehandhaafd op niveau van 2009: respectievelijk 69 en 73. (toename van het aantal diefstallen zal o.a. voorkomen worden door preventieactiviteiten). 5

Speerpunten 2011-2014

De speerpunten voor de komende jaren zijn:

  • • De komende jaren wordt ingezet op het niet verder laten toenemen van het aantal diefstallen op en in bedrijven. Een belangrijk punt daarbij is het verhogen van de aangiftebereidheid van bedrijven. In de regio is centrale spil het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC). Bedrijven, gemeente, politie en brancheorganisaties (VNO NCW, Kamer van Koophandel) werken aan een veilig en goed ondernemersklimaat. De gemeente Velsen is in 2009 gaan participeren in het RPC. Het RPC is daarmee onder regie van de gemeente Velsen een belangrijke uitvoeringspartner als het gaat om bedrijvigheid en veiligheid. Via het RPC worden programmatisch activiteiten ontplooid die bijdragen aan een veilig ondernemersklimaat. Daarbij gaat het om het organiseren van overvaltrainingen, het wijzen op de eigen verantwoordelijkheid van ondernemers en het uitwisselen van kennis en informatie. Zo heeft het RPC de afgelopen jaren in regiogemeenten de Keurmerken Veilig Ondernemen uitgevoerd (bijvoorbeeld Samen Veilig Ondernemen in Haarlem). Deze systematiek (of onderdelen daarvan) zal ook in Velsen voor de afzonderlijke winkelcentra worden uitgevoerd, waarbij maatwerk voorop staat;

  • • Bij horecaoverlast zal een onderscheid worden gemaakt tussen overlast van de reguliere horeca en overlast tijdens evenementen. Bij overlast van reguliere horeca gaat de aandacht de komende jaren naar de aanpak van loop- en slooproutes. Aandachtsgebieden zijn de overlast van het buiten roken en het indrinken door jongeren. Bij overlast van evenementen zoekt de gemeente een evenwichtige balans tussen een uitnodigend evenementbeleid en de veiligheid voor bezoekers en organisatoren in relatie tot handhavingscapaciteit. Evenementen bieden gelegenheid tot culturele uitingen en dragen bij aan een positief imago van de gemeente. De gemeente heeft een uitnodigend evenementenbeleid. Een belangrijke rol is weggelegd voor de evenementencoördinator en het gezamenlijk opstellen van de evenementenkalender. De gemeente vervult een regierol bij het organiseren van overleg met betrokken hulpdiensten en andere betrokkenen in het kader van de openbare orde en veiligheid;

  • • Dialoog met jongeren over winkeldiefstal. Met een preventieve aanpak wil de gemeente jongeren vroegtijdig bewust maken dat winkeldiefstal een crimineel delict is dat niet door de maatschappij wordt geaccepteerd. Winkeliers leiden grote financiële schade ten gevolge van winkeldiefstal, maar ook de politie ondervindt extra werk door deze problematiek. Voorlichting geven aan leerlingen is een preventief instrument om winkeldiefstal in de beoogde doelgroep te voorkomen.

4.3 JEUGD EN VEILIGHEID

De jeugd heeft de toekomst. Het is een maatschappelijk gegeven dat jeugd overlast bezorgt en zich niet altijd gedraagt zoals van hen verwacht wordt. Het is van belang dat de jeugd op tijd wordt gecorrigeerd om erger te voorkomen.

Het thema jeugd en veiligheid bevat veiligheidsproblemen, die specifiek met jeugd te maken hebben. Onderwerpen zijn o.a. overlast, criminele jeugdgroepen en veiligheid in en om school. De politie heeft in Velsen de jeugdgroepen geïnventariseerd in het kader van de SOM-aanpak. De volgende jeugdgroepen zijn in kaart gebracht: normrespecterende jeugd, hinderlijke jeugd, overlastgevende jeugd en criminele jeugd. Deze inventarisatie wordt regelmatig geactualiseerd.

Voor dit thema zijn de volgende doelen opgesteld:

  • Het percentage bewoners dat in Velsen aangeeft overlast te hebben van jongeren blijft gehandhaafd op 18 procent

  • Het aantal vernielingen verricht door jongeren in de leeftijdscategorie van 12-17 jaar neemt af of blijft maximaal gelijk.

  • Het gebruik van alcohol van jongeren neemt af met 5 % ten opzichte van 2009 (het Emovo-onderzoek 2009; percentage jongeren dat drinkt 47: doelstelling 42 % ; percentage “binge” (regelmatige) drinkers 33%; doelstelling 28%)

Speerpunten 2011-2014

De speerpunten voor de komende jaren zijn:

  • Het scherper zicht krijgen op het aantal gepleegde delicten door jongeren, soort locaties en tijdstippen en daderprofielen (geslacht, leeftijd);

  • Benutten en waar nodig aanscherpen van de reguliere overlegvormen ;

  • Invullen van de rol en betrokkenheid van Velsen in het Veiligheidshuis Kennemerland. Eind 2009 is in Haarlem het veiligheidshuis Kennemerland geopend. Een veiligheidshuis is een lokaal of regionaal samenwerkingsverband tussen verschillende veiligheidspartners gericht op een integrale, probleemgerichte aanpak om de objectieve en subjectieve sociale veiligheid te bevorderen. De gemeente Velsen participeert in dit veiligheidshuis. Met name zal ingezet worden op de preventie van jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit en probleemjongeren. De gemeente Velsen zal de betrokkenheid in de verschillende casusoverleggen samen met het Veiligheidshuis verder stroomlijnen en afstemmen met de districtelijke samenwerking (bijvoorbeeld JCO);

  • Samenwerking aanpak bestrijding overlast alcohol en drugs: alcoholgebruik onder jongeren is landelijk een punt van zorg. De gemeente zal de komende jaren een eigen alcohol en drugsbeleid opstellen en samen met de partners uitvoeren; Uit het Emovo onderzoek dat in 2009 is gehouden, is naar voren gekomen dat het percentage jongeren dat alcohol drinkt 47 procent bedraagt en het percentage “binge-drinkers” (regelmatige drinkers) 33 %. De doelstelling voor de 2014 is om beide percentages met 5% te laten afnemen: 42% voor de jongeren die alcohol drinken en 28% voor de binge-drinkers.

  • Project Veilig in en om de School (VIOS): Met het project veilige school werken gemeenten, politie en onderwijsinstellingen gezamenlijk succesvol aan een leefbaar klimaat binnen en rondom de scholen. Dit project wordt de komende jaren voortgezet. Speciale aandacht gaat naar overlast, het tegengaan van alcohol- en drugsgebruik en pestgedrag.

4.4 FYSIEKE VEILIGHEID

In het Kernbeleid Veiligheid van de VNG is het thema fysieke veiligheid nadrukkelijk benoemd. De (technische) inrichting en het gebruik van de openbare ruimte kunnen onveilige situaties veroorzaken. Het is de bedoeling dat vanuit verschillende invalshoeken wordt bevorderd dat de fysieke veiligheid wordt geoptimaliseerd.

Het veld fysieke veiligheid gaat over onveiligheid, die samenhangt met vervoer gevaarlijke stoffen, verkeer, gebouwen en natuur.

Onderwerpen zijn verkeersveiligheid, externe veiligheid, brandveiligheid en natuurrampen. De voorbereiding op rampenbestrijding is hier een belangrijk onderwerp.

Voor het thema Fysieke Veiligheid zijn de volgende doelen opgesteld:

  • Vasthouden van het aantal geregistreerde letselongevallen (ziekenhuisgeregistreerden) in de periode 2011-2014 van gemiddeld 97.

  • Het inventariseren van de fysieke veiligheidsrisico’s in de gemeente en vormgeven van risicocommunicatie samen met inwoners en bedrijven.

  • Verder uitbouwen van de kwaliteit (professionalisering) van de netwerken rondom fysieke veiligheid, crisisbeheersing en lokale incidenten in het haven-en industriegebied

  • Monitoring route gevaarlijke stoffen om zicht te verkrijgen in gevaarlijke situaties

  • Kritische integrale uitvoering van vergunningverlening en handhaving (bouwregelgeving, inspecties en controles)

Speerpunten 2011-2014

De speerpunten voor de komende jaren zijn:

  • In het kader van het verkeers- en vervoersbeleid heeft de gemeente een Lokaal Verkeers- en Vervoersplan opgesteld. Daarbinnen is aandacht voor verkeersveiligheid. Daarbij gaat het om de inrichting van 50 en 30 km zones en veiligheid rondom scholen. Politie en de handhavers van de gemeente Velsen dragen zorg voor de handhaving rondom parkeeroverlast en te hard rijden. Ook de Gordel, Rood licht, Alcohol, Snelheid en Helm (GRASH) controles passen in dit kader.

  • Op het terrein van externe veiligheid is sprake van een nauwe samenwerking tussen gemeente (Vergunningen en uitvoering), de Milieudienst IJmond en de brandweer. Partijen werken aan de verdere integrale aanpak van de advisering en handhaving van het ruimtelijke beleid. Daarbij hebben de betrokken instanties hun eigen activiteiten. Zo adviseert de Milieudienst bij bestemmingsplannen en evenementen en voert inspecties uit. De afdeling Vergunning en Uitvoering van de gemeente is verantwoordelijk voor vergunningverlening en inspecties. De Milieudienst IJmond voert in nauwe samenwerking met de brandweer jaarlijks controles uit in en rondom bedrijven. Daarmee zijn ook de gebruiks- en groepsrisico's in kaart gebracht. Waar nodig treden de handhavende instanties op (bijvoorbeeld in het Zijkanaal B). Ook de routes van gevaarlijke stoffen zijn in kaart gebracht (inclusief risico’s) en vindt periodieke monitoring plaats. Speerpunten voor de komende jaren zijn de controles op sloop-, bouw-, en illegale bewoningactiviteiten in het haven en industriegebied. Daarbij wordt geïnvesteerd op het in kaart brengen van de witte vlekken. Een ander speerpunt is het monitoren van de gevaarlijke stoffen en de constructieve veiligheid (als onderdeel van vergunningverlening). De gemeente anticipeert op relevante ontwikkelingen, zoals de EURO-codes (Europese constructieve voorschriften). Aangesloten wordt verder bij de speerpunten in de Kadernota Handhaven in Velsen 2009-2012, waarbij het gaat om het thema Leefbaarheid en Veiligheid: horecaoverlast, jeugdoverlast, illegale onderhuur sociale woningen en parkeerexcessen.

  • Bij het thema crisisbeheersing is vooral sprake van regionaal beleid. Zo is in de Wet op de Veiligheidsregio’s vastgelegd dat iedere veiligheidsregio een beleidsplan moet vaststellen, en dat de gemeente dient te beschikken over rampen- en crisisplannen. In Velsen is een aantal bedrijven gevestigd, dat vanuit veiligheidsperspectief extra aandacht vraagt. Gedacht kan hier worden aan Tata Steel en Linde Gas Benelux. Voor deze bedrijven is een rampbestrijdingsplan opgesteld, zodat inzichtelijk is hoe er gehandeld wordt in het geval van een incident. Gelet op het risicoprofiel is er voor het Noordzeekanaal een incidentenbestrijdingsplan opgesteld en voor Schiphol een rampbestrijdingsplan. De gemeente Velsen beschikt over de vereiste rampen- en crisisplannen en er vindt regelmatig afstemming plaats tussen de betrokken organisaties. In het kader van Havenveiligheid en de bedrijven in het gebied rondom het Noordzeekanaal zijn diverse plannen opgesteld (interregionaal Coördinatieplan Noordzeekanaal, Havenveiligheidsplan) en vindt frequent overleg plaats in diverse gremia (platform van burgemeesters, Taskforce Havenveiligheid).

  • De aandacht van de brandweer gaat uit naar vormen van onveiligheid die samenhangen met gevaarlijke stoffen, verkeer, gebouwen en natuur. Thema’s waar de brandweer zich op richt zijn: externe veiligheid, brandveiligheid en natuurrampen. Een belangrijke maatregel op het veld fysieke veiligheid betreft de voorbereiding op de rampenbestrijding.

4.5 INTEGRITEIT EN VEILIGHEID

In het Kernbeleid Veiligheid van de VNG wordt integriteit en veiligheid als thema benoemd. Het thema gaat over de bedreigingen voor de samenleving door radicalisering, georganiseerde criminaliteit en non-integer bestuurlijk handelen.

Vooral de integriteit van het bestuur, inclusief bestuurlijke aanpak van criminaliteit en onderwerpen als discriminatie en polarisatie/radicalisering worden in dit thema benoemd.

Voor het thema Integriteit zijn de volgende doelen opgesteld:

  • Minimaliseren van polarisatie en radicalisering (voor zover aan de orde) 6

  • Vroegtijdig signaleren van organisatiecriminaliteit en georganiseerde criminaliteit

  • Minimaliseren non-integer bestuurlijk handelen

  • Terugdringen van gevallen van discriminatie

Speerpunten 2011-2014

De speerpunten voor de komende jaren zijn:

  • Vroegtijdig signaleren van polarisatie, radicalisering en terrorisme: momenteel zijn er geen signalen dat er sprake is van polarisatie en radicalisering. Een centrale registratie hiervan vindt binnen de gemeente Velsen echter niet plaats. Er zijn geen reële terroristische dreigingen voor Velsen. Desalniettemin blijven de partners alert op signalen van terrorisme, onder meer in het kader van Havenveiligheid. Ook zal de gemeente haar partners zoals onderwijsinstellingen stimuleren om actief op signalen te letten van polarisatie, radicalisering. Om meer inzicht te verkrijgen in de problematiek zullen in de leefbaarheidsmonitor 2011 vragen worden opgenomen (met betrekking tot polarisatie en radicalisering) om meer inzicht te verkrijgen in de Velsense situatie terzake.

  • Aanpak van organisatiecriminaliteit: bij organisatiecriminaliteit gaat het om informatie over ondernemers die over de schreef gaan of over lokale branches waarin organisatiecriminaliteit vaak voorkomt. Bijvoorbeeld bedrijven die met illegale vreemdelingen werken, het witwassen van zwart geld of andere vormen van belastingontduiking en fraude door ondernemers. In dit kader maakt de gemeente Velsen gebruik van de mogelijkheden van de wet BIBOB en kan zij –indien gewenst- advies bij het bureau BIBOB inwinnen. Naast organisatiecriminaliteit zijn er de CSV's (criminele samenwerkingsverbanden). Zoals gezegd is niet gebleken dat deze CSV’s binnen Velsen actief zijn. Ten behoeve van het bestrijden van de georganiseerde criminaliteit is het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) het programma ‘Bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad’ gestart. Een belangrijke rol daarbij is weggelegd voor de Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC’s), die als informatieknooppunt en expertisecentrum gaan optreden voor alle aangesloten provincies, gemeenten, het openbaar ministerie (OM), politie, de bijzondere opsporingsdiensten, Belastingdienst en andere (semi)overheden. Samen met de versterking van preventie, controle, opsporing en vervolging moet dit leiden tot een krachtiger bestrijding van de georganiseerde criminaliteit. Het doel van de RIEC’s is:

  • o

    voorkomen dat criminelen door de overheid worden gefaciliteerd;

  • o

    voorkomen dat vermenging ontstaat tussen onder- en bovenwereld;

  • o

    doorbreken van economische machtsposities, die zijn opgebouwd met behulp van op criminele wijze vergaard kapitaal. Het RIEC wisselt informatie uit en stemt handhavend optreden af, zorgt voor expertise en kennis in diverse bestuurlijke processen en ondersteunt gemeenten. De gemeente Velsen is aangesloten bij het RIEC Kennemerland.

  • Integer bestuur: in de komende periode wordt een integriteitsbeleid verder ingevuld. Er is een openbare lijst van nevenfuncties van burgemeester en wethouders. Bij nieuwe medewerkers wordt de ambtseed afgenomen. Het verplicht afleggen van een eed of belofte zorgt er voor dat er vanaf de indiensttreding aandacht is voor het integriteitaspect van de functie. De gemeenteraad heeft diverse bijeenkomsten gehad waar het thema bestuurlijke integriteit is besproken.

  • Discriminatie: in 2011 wordt een lokaal antidiscriminatiebeleid opgesteld en ter vaststelling aan de raad aangeboden.

6

5 ORGANISATIE

5.1 HET COLLEGE VAN B EN W

De bestuurlijke verantwoordelijkheid en regie over het Openbare Orde en (integraal) veiligheidsbeleid ligt bij de burgemeester. De burgemeester is wettelijk belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid en draagt daarvoor de bestuurlijke verantwoordelijkheid. In relatie tot zijn wettelijke taken heeft de burgemeester ook een belangrijke rol in de (bestuurlijke) coördinatie van het integraal veiligheidsbeleid.

Het verhogen van veiligheid hangt ook sterk samen met andere gemeentelijke beleidsvelden, zoals het jeugdbeleid, het volksgezondheidbeleid en het mobiliteitsbeleid. Daarvoor zijn de betreffende portefeuillehouders verantwoordelijk. Dit betekent uiteindelijk dat het totale college van B en W verantwoording draagt voor het integrale veiligheidsbeleid.

Het college van B en W organiseert twee keer per jaar een themabijeenkomst met de gemeenteraad over veiligheid. In een van die bijeenkomsten vindt bespreking van de resultaten van dat jaar plaats, de recente relevante ontwikkelingen en worden de plannen voor het opvolgende jaar voorgelegd aan de gemeenteraad. Daarbij wordt de bespreking van het jaarplan van het basisteam van de politie ook geagendeerd.

5.2 ROL GEMEENTERAAD

De gemeenteraad stelt de kaders vast alsmede de prioriteiten en beoordeelt de resultaten en het rendement van de inzet van middelen voor het integraal veiligheidsbeleid én voor beleidsvelden die daarmee een duidelijke relatie hebben, zoals het jeugdbeleid, het volksgezondheidbeleid en het mobiliteitsbeleid. Dit gebeurt middels de Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2014. Jaarlijks stelt het college een jaarplan Veiligheid op. De gemeenteraad controleert aan het eind van het jaar welke resultaten geboekt zijn en of de gemeente op koers ligt met het bereiken van de doelen uit dit programma Integrale Veiligheid. Elk jaar stelt het college daartoe tenminste een voortgangsrapportage op over de resultaten van het uitvoeringplan van dat desbetreffende jaar.

5.3 VEILIGHEID BINNEN DE GEMEENTELIJKE ORGANISATIE

Veiligheid is de verantwoordelijkheid van de hele gemeentelijke organisatie. De afdeling Algemene Zaken voert de regie op het veiligheidsbeleid. Daarnaast voert zij ook een aantal zaken uit in het kader van veiligheid. Elke twee weken vindt er portefeuillehouders overleg plaats tussen de burgemeester, teamchef van de politie en het hoofd Algemene Zaken. Dit wordt ambtelijk voorbereid door de afdeling Algemene Zaken met de politie (en waar nodig schuiven andere afdelingen aan). Eén keer in de zes weken is er portefeuillehoudersoverleg Jeugd en Veiligheid.

Om de voortgang op het integrale veiligheidsbeleid te bewaken komt een werkgroep Veiligheid elke zes weken bijeen. De werkgroep wordt voorgezeten door het hoofd Algemene Zaken en bestaat verder uit de thematrekkers van het veiligheidsbeleid. Deze thematrekkers zijn afkomstig uit de vakafdelingen. De thematrekkers kunnen de relevante beleidsontwikkelingen koppelen aan de veiligheidsthema’s. Deze werkgroep coördineert de voortgang van de IVB-nota en jaagt activiteiten aan. Bovendien bereidt de werkgroep de voortgangsrapportages aan de Raad en externe partners voor. Zij houdt een overall beeld van alle lopende activiteiten en knelpunten op het brede gebied van veiligheid. Ook worden daar de relevante vakmatige ontwikkelingen en de impact daarvan voor het thema Veiligheid besproken.

5.4 PARTNERS IN VEILIGHEID

De verantwoordelijkheid voor het beleid en uitvoering van deze nota ligt niet uitsluitend bij de gemeente. Bijna geen enkel maatschappelijk vraagstuk is meer door één organisatie – ook niet de gemeente – op te lossen. Coalitievorming vergroot het realisatievermogen van de gemeente. De gemeente is voor het welslagen van het veiligheidsbeleid afhankelijk van een groot aantal andere partijen. Politie, maatschappelijke organisaties, bedrijven en de burgers zijn strategische partners. Om te komen tot een gedragen en goed uitgevoerd veiligheidsbeleid is samenwerking met deze partners van groot belang. Door hen te betrekken bij de veiligheid wordt naast bewustwording ook verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid gestimuleerd.

Betrokken partners in het veiligheidsbeleid zijn o.a.:

  • (Verenigingen van) bedrijven en winkels

  • Brandweer

  • Bureau Halt

  • GGD Kennemerland

  • Inwoners van de gemeente Velsen

  • OM

  • Onderwijsinstellingen

  • Politie

  • Sportverenigingen

  • Veiligheidsregio Kennemerland

  • Welzijnsinstellingen

  • Wooncorporaties

Op alle fronten zal inbreng en afstemming gezocht worden met burgers (via de wijkplatforms en afzonderlijke dialogen), ondernemers en schoolbesturen. Daarbij wordt ook gewezen op de eigen verantwoordelijkheid van de betreffende actoren. Jaarlijks organiseert de gemeente een themabijeenkomst veiligheid, waarvoor zij haar partners in de stad breed uitnodigt. Tijdens die bijeenkomst wordt de voortgang van de Kadernota en de jaarlijkse actieplannen besproken. Aan de hand van deze discussie stelt de gemeente het komende jaarplan Veiligheid op.

5.5 VEILIGHEIDSCYCLUS

De gemeente Velsen werkt met de plan-do-check-act-cyclus. In de ‘plan’-fase formuleert het college van de voorliggende Kadernota jaarlijks een uitvoeringsplan, het Jaarplan Integraal Veiligheidsbeleid. Vervolgens wordt in de ‘do’-fase het beleid op de aangewezen onderwerpen actief ter hand genomen, in nauwe samenwerking met betrokken afdelingen en partners. In de ‘check’-fase wordt de voortgang van de doelstellingen uit het jaarplan gemonitord en indien nodig bijgestuurd. De veiligheidsmonitor krijgt een impuls door nog meer gebruik te maken van gegevens van de veiligheidpartners. Het college legt tenminste jaarlijks verantwoording aan de raad af en daarmee kunnen desgewenst keuzes gemaakt worden voor nieuwe accenten in het veiligheidsbeleid voor het volgende jaar. Deze worden vervolgens weer verankerd in de uitvoeringspraktijk: de ‘act’-fase.

De gehele cyclus moet aansluiten op de begrotingscyclus. Dat betekent dat het jaarplan wordt aangeboden aan de raad, waarbij samenhang wordt bevorderd met de jaarlijkse discussie in de raad over het jaarplan van de politie, team Velsen.

Het veiligheidsbeeld van de gemeente Velsen zoals opgenomen in deze Kadernota, gebaseerd op de politiegegevens, de leefbaarheidsmonitor en andere bronnen verschijnt tweejaarlijks. De eerstvolgende presentatie van dit beeld vindt daarmee halverwege de looptijd van deze Kadernota, plaats in 2012. Dit biedt dan input voor de programmabegroting. Op basis van de check-fase dienen eventueel de doelen bijgesteld te worden dan wel wordt extra budget gevraagd om de doelen te realiseren.

5.6 COMMUNICATIE

De gemeente Velsen hecht aan het informeren van partners en andere betrokkenen over veiligheid. Communicatie is van cruciaal belang waar het gaat om een beleidsterrein waarbij zo veel (verschillende) partners zijn betrokken en dat volop in de belangstelling staat.

Door middel van communicatie zal worden ingespeeld op de verschillen tussen objectieve en subjectieve veiligheid in bepaalde gebieden. Uit het veiligheidsbeeld blijkt dat in een aantal gebieden burgers zich onveilig voelen terwijl hier gezien de objectieve veiligheid geen reden voor is. Het omgekeerde komt ook voor: objectief gezien is het onveilig terwijl men dat niet zo ervaart.

Daarnaast zal er per uit te voeren project een communicatietraject worden gestart zodat duidelijk is wat door wie wordt gedaan en welke resultaten zijn geboekt. We sluiten hierbij zoveel mogelijk aan bij de werkwijze van het wijkgericht werken.

Om door middel van communicatie zowel de burger als de eerder genoemde veiligheidspartners direct te betrekken en te informeren bij activiteiten wordt een aantal communicatiemiddelen ingezet:

  • Persberichten en artikelen in de huis-aan-huisbladen

  • Actuele informatie op de website: www.velsen.nl (waarbij ook beleidsstukken en actualiteiten in het Velsense veiligheidsbeleid te downloaden zijn)

  • Buurtbijeenkomsten en thema-avonden.

  • Voortgangsrapportages en enquêtes.

  • Interviews met lokale omroep, plaatselijke media en landelijke media.

  • Informatievoorziening via andere veiligheidskanalen (o.a. CCV-website).

5.7 FINANCIËN

Ten aanzien van de financiën geldt dat het van belang is een onderscheid te maken tussen de reguliere werkzaamheden (going concern) en de projecten uit het jaarplan. De reguliere werkzaamheden worden gefinancierd vanuit de afdelingsbudgetten. Het gaat hierbij vooral om de financiële middelen die gepaard gaan met de inzet van het eigen personeel. Bij projectactiviteiten is/wordt vooraf de financiële dekking geregeld.

5.8 RELATIE MET WIJKGERICHTE DIENSTVERLENING EN BURGERPARTICIPATIE

Wijkgerichte dienstverlening en burgerparticipatie.

Veiligheidsbeleid is mede bepalend voor de wijkgerichte dienstverlening.

De doelen en ambities zoals verwoord in deze nota worden o.a. gerealiseerd via de activiteiten, die in de Jaarplannen worden genoemd. Deze activiteiten worden gezamenlijk met de partners, die o.a. ook vertegenwoordigd zijn in de wijkteams (wijkgerichte dienstverlening) integraal uitgewerkt. Daarnaast is het de bedoeling dat de reguliere werkzaamheden van de partners ook een bijdrage leveren aan het realiseren van de doelen.

De wijkteams, die verantwoordelijk zijn voor de (afstemming van de) dagelijkse werkzaamheden met betrekking tot de thema’s schoon, heel, veilig en sociaal en de uitvoering van de wijkplannen, kunnen te maken krijgen met de afspraken, die in het kader van het Integraal Veiligheidsbeleid zijn gemaakt. Ze zullen bij hun werkzaamheden rekening dienen te houden met de Kadernota en de Jaarplannen.

In de wijkplannen worden ook activiteiten genoemd, die een bijdrage leveren aan het realiseren van de doelen en de activiteiten van het Jaarplan.

Voor de vertegenwoordigers van de wijkplatformen in de wijkteams zal in overleg met de overige deelnemers van de wijkteams, een gezamenlijke bijeenkomst worden georganiseerd om hen te informeren over de Kadernota + Jaarplan en de relatie met de wijkgerichte dienstverlening zodat zij inzicht krijgen in de beoogde aanpak.

Jaarlijks wordt er een nieuw Jaarplan opgesteld, waarin ook de betrokkenheid van de wijkteams en de bewoners tot uitdrukking zal worden gebracht. Deze betrokkenheid zal vooral aan de orde zijn bij concrete projecten.

Onlangs zijn er spelregels vastgelegd in de nota "We houden contact" in het kader van burgerparticipatie en in de nota De wijkgerichte dienstverlening in Velsen voor actieve betrokkenheid van de burgers bij de ontwikkelingen in de gemeente. Uiteraard zal er invulling worden gegeven aan dit beleid en zal bewaakt worden dat de bewoners, vooral op wijkniveau, betrokken worden bij de uitvoering van de Kadernota.

Over een aantal onderwerpen zal nadere besluitvorming plaats vinden of zij onderwerp zijn van burgerparticipatie. Hiertoe wordt op gemeentelijk niveau een lijst opgesteld. Er zijn overigens ook onderwerpen, die niet geschikt zijn voor burgerparticipatie. Dit zijn met name de onderwerpen op het gebied van de veiligheid waarvoor de professionals wettelijke verantwoordelijkheid dragen.

Voorbeelden hiervan zijn het bestrijden van criminaliteit en de het redden van mensen.

Bijlage 1; gebruikte bronnen.pdf (versie geldig sinds: 29-11-2011; PDF-bestand; grootte: 24.02 kB)

Voetnoten

*1

De misdaadscore per gemeente wordt bepaald door de positie van die gemeente op de landelijke ranglijsten van tien delicten. Deze delicten zijn: woninginbraak, diefstal van een motorvoertuig, bedreiging, mishandeling, straatroof, overval, vernieling, diefstal uit garage/schuur, diefstal uit een auto en zakkenrollen. De eerste zes genoemde tellen dubbel zo zwaar mee. De scores zijn relatief: het aantal delicten is afgezet tegen het inwoneraantal. Zo ontstaat de kans op het plaatsvinden van een delict. Het overzicht biedt een beeld van de (on)veiligheid van een gemeente in 2008.

3

4.1.

De toekomstcijfers “prognoses” genoemd in 4.1. zijn afgeleid uit de Leefbaarheidsmonitor 2009 en de aangiftecijfers van de politie. In overleg met o.a. de politie zijn smart doelen gesteld, die passend in de systhematiek van het Kernbeleid Veiligheid, gehaald dienen te worden. Dit is de uitdaging.

De leefbaarheids en veiligheidssituatie wordt verbeterd door integraal aan de geformuleerde doelen te werken.

4

Er wordt integraal door de verantwoordelijke partners gewerkt aan terugdringen van horecaoverlast, waarbij het streven erop gericht is om het aantal overlastsituaties te verminderen.

5

Voor diefstallen uit bedrijven en het aantal winkeldiefstallen is de prognose c.q. het streven om het aantal diefstallen op hetzelfde niveau te houden. Hierbij wordt rekening gehouden dat het aantal aangiften te laag is omdat niet in alle gevallen aangifte wordt gedaan.

[6] Er wordt eerst geinventariseerd o.a. via de leefbaarheidsmonitor 2011 hoe de situatie in Velsen is m.b.t. polarisatie en radicalisering. Indien daartoe aanleiding is worden de doelen bijgesteld.