Algemene Subsidieverordening Vervoerregio Amsterdam

Geldend van 29-07-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Algemene Subsidieverordening Vervoerregio Amsterdam

1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze Verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    bijzondere subsidieverordening: verordening van de regioraad, waarin onder andere geregeld wordt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt;

  • c.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam, als bedoeld in artikel 16 van de Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam;

  • d.

    deelnemende gemeente: een aan de Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam deelnemende gemeente, als bedoeld in artikel 1 van de Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam;

  • e.

    regioraad: de regio van de Vervoerregio Amsterdam, als bedoeld in artikel 16 van de Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam;

  • f.

    Vervoerregio Amsterdam: de plusregio, op grond van hoofdstuk XI van de Wet gemeenschappelijke regelingen, als bedoeld in artikel 1 van de Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam.

Artikel 2 Toepasselijkheid

Deze verordening is van toepassing op het verstrekken van subsidies, tenzij en voor zover bij bijzondere subsidieverordening daarin is voorzien. Titel 4.2 van de Awb is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3 Bevoegdheid tot subsidieverstrekking

Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het nemen van beslissingen op grond van deze verordening.

Artikel 4 Ontvanger subsidie

  • 1. Subsidies worden uitsluitend verstrekt aan privaatrechtelijke en publiekrechtelijke rechtspersonen.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen bepalen dat subsidie wordt verstrekt aan anderen dan bedoeld in het eerste lid.

2 Verdeling subsidies

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1. Indien in de door de regioraad vastgestelde begroting of in een daarvan deel uitmakende bijlage een begrotingspost is opgenomen die blijkens de daarbij behorende omschrijving uitsluitend is bestemd als subsidie ten behoeve van een bepaalde activiteit, geldt deze begrotingspost als subsidieplafond voor die activiteit.

  • 2. Indien uit de omschrijving van de begrotingspost niet zonder meer blijkt dat deze uitsluitend is bestemd als subsidie ten behoeve van een bepaalde activiteit, kan ten behoeve van die activiteit een subsidieplafond worden vastgesteld.

  • 3. Een subsidieplafond kan ook worden vastgesteld voor de op grond van een bijzondere subsidieverordening te verstrekken subsidies.

Artikel 6 Wijze van verdeling

  • 1. Het dagelijks bestuur kan bepalen hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2. Tenzij het dagelijks bestuur de wijze van verdeling heeft bepaald, worden aanvragen voor subsidie in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst daarvan.

  • 3. Onvolledige aanvragen worden niet betrokken bij de verdeling van het beschikbare bedrag.

3 Subsidieverstrekking

Artikel 7 Systeem van subsidieverlening

Indien een subsidie wordt aangevraagd voorafgaand aan of vóór de afloop van het project, de activiteit of het tijdvak waarvoor de subsidie wordt gevraagd, wordt voorafgaand aan de subsidievaststelling een beschikking omtrent subsidieverlening gegeven.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

  • 1. Subsidies worden verstrekt met inachtneming van de eisen van soberheid en doelmatigheid.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan regels stellen ten aanzien van de definiëring en de berekening van de subsidiabele kosten.

  • 3. Subsidies bedragen ten hoogste 100% van de op grond van het tweede lid berekende subsidiabele kosten.

  • 4. Geen subsidie wordt verstrekt indien voor hetzelfde project, dezelfde activiteit en/of dezelfde kosten reeds uit anderen hoofde door een ander subsidie is verstrekt.

  • 5. Indien voor de subsidiabele kosten reeds door een ander subsidie is verstrekt, wordt slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt, dat het totale bedrag aan subsidie niet meer bedraagt dan het in het tweede lid genoemde percentage van de subsidiabele kosten.

  • 6. Directe reguliere apparaatskosten zijn van subsidiëring uitgesloten.

Artikel 9 Aanvraag tot subsidieverlening

  • 1. Het dagelijks bestuur kan termijnen vaststellen voor het indienen van aanvragen om subsidie.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan nadere regels stellen ten aanzien van gegevens die bij de aanvraag moeten worden verstrekt.

  • 3. Voor de aanvraag en het verstrekken van gegevens worden de formulieren gebruikt die het dagelijks bestuur daarvoor kan vaststellen.

  • 4. Een onvolledige aanvraag tot subsidieverlening of aanvraag tot subsidievaststelling wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4:5 Awb, niet in behandeling genomen.

Artikel 10 Beslistermijn aanvraag tot subsidieverlening

  • 1. Op een aanvraag tot subsidieverlening wordt beslist binnen tien weken na ontvangst daarvan.

  • 2. Beslistermijnen voor subsidieverlening kunnen eenmaal met dezelfde termijn worden verlengd. Hiervan wordt terstond schriftelijke mededeling gedaan aan de aanvrager.

Artikel 11 Weigeringsgronden subsidieverlening

Naast hetgeen is bepaald in art. 4:35 van de Awb kan de subsidie in elk geval geheel of gedeeltelijk worden geweigerd, indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten het belang van de Vervoerregio Amsterdam onvoldoende dienen;

  • b.

    de activiteiten niet passen binnen de beleidsdoelstellingen van de Vervoerregio Amsterdam;

  • c.

    de subsidie niet noodzakelijk is om de activiteiten uit te voeren;

  • d.

    de subsidie niet doeltreffend of doelmatig zal worden besteed;

  • e.

    de aanvrager doelstellingen nastreeft of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • f.

    de verstrekking moet worden aangemerkt als steunmaatregel in de zin van artikel 87 en 88 van het EG-verdrag en als onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt.

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger is in elk geval verplicht:

    • a.

      om medewerking te verlenen aan een door of vanwege het dagelijks bestuur te verrichten onderzoek naar de besteding van de subsidie;

    • b.

      op verzoek van het dagelijks bestuur alle bescheiden en inlichtingen te verschaffen die nodig zijn om te beoordelen of hij voldoet aan de subsidieverplichtingen;

    • c.

      om medewerking te verlenen aan een vordering van inzage in gegevens die ten grondslag liggen aan de beoordeling van de gevoerde administratie over enig jaar, door een door het dagelijks bestuur aan te wijzen accountant;

    • d.

      om de medewerking te verlenen aan een toezichthouder die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden;

    • e.

      het dagelijks bestuur onmiddellijk schriftelijk te informeren over wijzigingen in de activiteiten of andere feiten en omstandigheden waarvan hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat zij invloed kunnen hebben op de aanspraak op subsidie.

  • 2. Voorts kunnen onder andere verplichtingen worden opgelegd met betrekking tot de wijze waarop over de verrichte activiteiten gerapporteerd wordt.

Artikel 13 Toezichthouders

  • 1. Een of meer toezichthouders kunnen worden aangewezen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de aan de ontvanger van de subsidie opgelegde verplichtingen.

  • 2. De toezichthouder beschikt niet over de bevoegdheden, vermeld in de artikelen 5:18 en 5:19 van de Awb.

Artikel 14 Vermogensvorming

  • 1. In de gevallen, genoemd in artikel 4:41, tweede lid Awb, is de subsidieontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor een vergoeding verschuldigd.

  • 2. De vergoeding bedraagt maximaal het bedrag waarmee de subsidie heeft bijgedragen aan de vermogensvorming in verhouding tot de andere middelen die daaraan hebben bijgedragen.

  • 3. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van alle vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken, wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger is ontvangen.

  • 4. De waardebepaling van een onroerende zaak geschiedt door drie deskundigen. Het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de subsidieontvanger wijzen elk een deskundige aan, die in onderling overleg een derde deskundige aanwijzen.

4 Subsidievaststelling

Artikel 15 Aanvraag om subsidievaststelling

  • 1. De subsidieontvanger dient de aanvraag tot vaststelling van subsidie in binnen zes maanden na afronding van het project, resp. de activiteit of na afloop van het tijdvak waarvoor de subsidie wordt gevraagd.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan nadere regels stellen ten aanzien van de gegevens die bij de aanvraag om vaststelling moeten worden verstrekt.

Artikel 16 Beslistermijn aanvraag tot subsidievaststelling

Het dagelijks bestuur stelt de subsidie vast binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling.

5 Voorschotverlening en betaling

Artikel 17 Bevoegdheid voorschotverlening

Het dagelijks bestuur kan voorschotten verlenen.

Artikel 18 Betaling subsidies

  • 1. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling binnen zes weken na de subsidievaststelling uitgekeerd.

  • 2. Het subsidiebedrag kan worden verrekend met een vordering van de Vervoerregio Amsterdam op de subsidieontvanger.

6 Subsidieverstrekking van per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen

Artikel 19 Toepassing Algemene wet bestuursrecht

Tenzij in een bijzondere subsidieverordening anders is bepaald is op per boekjaar verstrekte subsidies afdeling 4.2.8 Awb van toepassing.

7 Slotbepalingen

Artikel 20 Hardheidsclausule

Het dagelijks bestuur kan een of meer bepalingen van deze of een bijzondere subsidieverordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van deze of die bijzondere subsidieverordening, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag nadat zij is bekend gemaakt en werkt terug tot en met 1 januari 2008.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Algemene subsidieverordening Vervoerregio Amsterdam (2008)’.