Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Vlaardingen houdende regels omtrent heling van toepassing op handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen Helingbeleid gemeente Vlaardingen

Geldend van 02-03-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Vlaardingen houdende regels omtrent heling van toepassing op handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen Helingbeleid gemeente Vlaardingen

De burgemeester van Vlaardingen,

gelet op

afdeling 12 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2014 en artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit

  • I.

    het “Helingbeleid gemeente Vlaardingen” vast te stellen;

  • II.

    dat dit besluit in werking treedt op de dag na publicatie.

Beleid heling van toepassing op handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen

Aanleiding

In Vlaardingen is veiligheid een belangrijk onderdeel van het gemeentelijk beleid. In het Integraal Veiligheidsplan 2016-2019 is een veilige woon- en leefomgeving benoemd als een van de prioriteiten van het veiligheidsbeleid. Hierbij wordt specifiek de aanpak en het terugdringen van High Impact Criminaliteit (HIC) genoemd. Het gaat dan om die criminaliteit die diep ingrijpt op de persoonlijke levenssfeer van burgers: geweldsdelicten, straatroof, overvallen en woninginbraak. De ambitie van het veiligheidsbeleid in Vlaardingen is een substantiële afname van HIC-delicten.

De gemeente Vlaardingen trekt daarin samen op met de politie. De politie Eenheid Rotterdam investeert in de repressieve aanpak van heling om het daders van HIC-delicten zo moeilijk mogelijk te maken om gestolen goederen te verkopen. Gebleken is dat heling van goederen vaak gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit. Het plaatsvinden van dergelijke activiteiten heeft een aanzuigende werking op het ontstaan van soortgelijke illegale handel in de omgeving. Daarnaast neemt het veiligheidsgevoel in de omgeving af en brengt het maatschappelijke onrust met zich mee.

Ook handelaren hebben een grote verantwoordelijkheid in de strijd tegen heling. De gemeente Vlaardingen heeft daarom in aanvulling op landelijke wetgeving specifieke regels opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen (hierna: APV). Naast het strafrecht biedt hiermee ook het bestuursrecht mogelijkheden om heling een halt toe te roepen.

Doel

Doelstelling van het bestuurlijk handhavingsarrangement voor heling is de naleving van de geldende wet- en regelgeving door handelaren om zo de afzetmarkt te verkleinen voor goederen die afkomstig zijn van een misdrijf. High Impact Criminaliteit wordt daarmee bestreden met als uiteindelijke doel de openbare orde en het woon- en leefklimaat in Vlaardingen te beschermen.

Wettelijk kader

Handelaren moeten voldoen aan bepaalde verplichtingen bij de uitoefening van hun beroep. Het Wetboek van Strafrecht (hierna: WvSr) bevat strafbare feiten die voornamelijk samenhangen met de inkoop van goederen. In de APV zijn daarnaast regels opgenomen ten aanzien van de verkoop van goederen en de meldingsplicht van handelaren indien zij zich nieuw vestigen in de gemeente. Door deze regelgeving wordt een beroep gedaan op de handelaar om te allen tijde een actieve rol te vervullen in het voorkomen van handel in gestolen goederen, de politie te ondersteunen in de opsporing naar deze goederen en een bijdrage te leveren aan het teruggeven van deze goederen aan de rechtmatige eigenaar.

Op de handel in gebruikte en ongeregelde goederen zijn de bepalingen van afdeling 12 van de APV, artikel 437, 437 bis en 437 ter WvSr en het bijbehorende Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht van toepassing. Op grond hiervan zijn alle handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen verplicht om een doorlopend in- en verkoopregister bij te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die zij in- en verkopen of op andere wijze overdragen of voorhanden hebben.

Daarnaast is in de artikelen 416, 417 en 417 bis WvSr een aantal strafbare feiten opgenomen dat samenhangt met de handel in goederen. Het betreft hier die gevallen waarin een handelaar zich schuldig maakt aan heling.

Inkoopregister

De verplichtingen voor een handelaar met betrekking tot het inkoopregister zijn opgenomen in het Wetboek van Strafrecht en het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. De handhaving van deze strafrechtelijke regels behoort tot de bevoegdheid van de politie en het Openbaar Ministerie. Dit beleid heeft dan ook geen betrekking op de handhaving daarvan.

De burgemeester is wel bevoegd op grond van artikel 2.54, lid 1 APV een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf geheel of gedeeltelijk te sluiten in het belang van de openbare orde. Bij het aantreffen van gestolen goederen kan de burgemeester dus overgaan tot een sluiting. Dit artikel is niet van toepassing op horecabedrijven, maar wel op winkel- en bedrijfspanden.

Verkoopregister

In artikel 2.80 en 2.81 APV zijn de verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister opgenomen en de plicht om een goed gedurende een aantal dagen in bewaring te houden. Dit beleid heeft betrekking op de bestuursrechtelijke handhaving van deze regels. Om invulling te geven aan de bestuursrechtelijke handhaving van de verplichtingen zijn de verschillende overtredingen schematisch weergegeven en gekoppeld aan handhavend optreden middels een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang (sluiting). Een sluitingsmaatregel wordt gebaseerd op artikel 2.54 APV.

Handhavingsarrangement

Het handhavingsarrangement voorziet in:

  • -

    duidelijkheid voor handelaren in de maatregelen die kunnen worden genomen bij het niet naleven van de wet- en regelgeving;

  • -

    maatregelen die aansluiten op de werkingssfeer van de wet- en regelgeving ter voorkoming van heling en de bevoegdheden van de burgemeester ter bescherming van de openbare orde, veiligheid en het woon- en leefklimaat;

  • -

    systematisch opgebouwde maatregelen die rekening houden met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit en aansluiting vinden bij overig handhavingsbeleid van de gemeente Vlaardingen. Hierbij geldt dat in eerste instantie altijd een waarschuwing wordt gegeven en dat bij herhaling van de overtreding binnen een bepaalde periode de sanctie stapsgewijs wordt verhoogd. Dit is anders als bij een eerste constatering gestolen goederen worden aangetroffen. Dit leidt direct tot een (tijdelijke) sluiting van het pand.

Overtreding

1e constatering

2e constatering

3e constatering

Art. 2.81 a en c APV

Niet voldoen aan meldingsplicht of kenteken

 

Bestuurlijke waarschuwing

Last onder dwangsom € 1.000

Sluiting 1 week

 

Art. 281 b APV

Geen medewerking verlenen aan toezichthouder bij controle register

 

Bestuurlijke waarschuwing

Sluiting 1 week

 

Sluiting 1 maand

Art. 2.81 d APV

Niet voldoen aan voorschriften in bewaring houden van een goed

 

Bestuurlijke waarschuwing

Sluiting 1 week

 

Sluiting 1 maand

Art. 2.80

Niet of niet correct bijhouden verkoopregister

 

Bestuurlijke waarschuwing

Sluiting tussen 1 week en 1 maand

 

Sluiting 3 maanden

Het verwerven van een goed van een minderjarige

 

Bestuurlijke waarschuwing

Sluiting 1 week

Sluiting 1 maand

Heling

Sluiting 3 maanden

Sluiting 6 maanden

Sluiting 12 maanden

 

Toelichting op overtredingen

Misdrijven waarmee goederen worden verworven, zoals straatroven, overvallen en woninginbraken hebben een grote impact op het woon- en leefklimaat en tasten de openbare orde en de veiligheid aan. De beschreven overtredingen in het handhavingsarrangement brengen het risico met zich mee dat de handel in goederen afkomstig van dit soort misdrijven wordt gefaciliteerd. Wanneer wordt geconstateerd dat de handelaar één of meerdere overtredingen uit het handhavingsarrangement begaat, kan dit leiden tot sluiting van het pand. Met de sluiting wordt beoogd eventuele handel in gestolen goederen ongedaan te maken, het gebruik en de bekendheid van het pand als een pand waar strafbare feiten worden gepleegd te doorbreken, recidive te voorkomen, de openbare orde in de omgeving van de bedrijven te herstellen en verdere nadelige effecten van de handel op het openbare leven en andere lokale omstandigheden ongedaan te maken. Daarnaast krijgt de handelaar tijdens de periode van sluiting de gelegenheid om de bedrijfsvoering te verbeteren om herhaling van strafbare feiten te voorkomen.

Naast overtredingen die zijn beschreven in de APV zijn in het handhavingsarrangement ook overtredingen opgenomen uit het Wetboek van Strafrecht. Hierna worden enkele overtredingen nader toegelicht.

In- en verkoopregister

Het niet voldoen aan de voorschriften met betrekking tot het in- en verkoopregister biedt, aan onder andere criminelen, de mogelijkheid om gestolen goederen te verkopen, achter te laten, te stallen of anderszins buiten het maatschappelijk verkeer te brengen om deze vervolgens te bewerken, door te verkopen of anderszins voordeel te halen uit deze gestolen goederen, zonder hierbij geregistreerd te worden. Door het niet op juiste wijze of niet volledig bijhouden van een in- en verkoopregister wordt de opsporing naar heling bemoeilijkt, hetgeen zeer onwenselijk is.

De politie kan aan de hand van aangiftes controleren of goederen die als gestolen geregistreerd staan, zijn terug te vinden in het in- en verkoopregister. Alle aanwezige gebruikte en ongeregelde goederen moeten dan ook worden geregistreerd. Dit is van belang om de herkomst van alle goederen te kunnen achterhalen. Dan kan namelijk worden gecontroleerd in hoeverre de goederen die zijn opgenomen in het register overeenkomen met de feitelijke inventaris van de handelaar. Bij een onvolledige registratie kan het blijven voorkomen dat niet duidelijk is wat de herkomst van bepaalde goederen is. Pas als alle goederen geregistreerd staan kan daadwerkelijk worden uitgesloten dat de handelaar gestolen goederen in bezit heeft of doorverkoopt. Hiermee wordt de handelaar dus zelf ook beter beschermd.

Het verwerven van een goed van een minderjarige

Ook minderjarigen (onder de 18 jaar) maken zich schuldig aan misdrijven waarbij goederen worden buitgemaakt en/of verworven. Om voor deze groep barrières op te werpen tegen het plegen van HIC-delicten, de afzetmarkt voor buitgemaakte goederen te verkleinen en daarmee succesbeleving met het plegen van misdrijven een halt toe te roepen is het inkopen van minderjarigen wettelijk niet toegestaan en opgenomen in het handhavingsarrangement.

Termijn werking overtreding

Als binnen een jaar na een overtreding opnieuw een overtreding wordt geconstateerd wordt de volgende stap gezet binnen de tabel. Een overtreding blijft vervolgens vijf jaar meetellen. Dit betekent dat als in de periode na een jaar, maar binnen vijf jaar, opnieuw een overtreding wordt geconstateerd, de genomen handhavingsstap wordt herhaald.

Afwijkingsbevoegdheid

De burgemeester heeft bij de besluitvorming over een te treffen bestuurlijke maatregel een inherente afwijkingsbevoegdheid. De stappen in het handhavingsarrangement gelden daarbij als uitgangspunt. Als de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven dan kan de burgemeester afwijken van deze uitgangspunten. Zo kan bijvoorbeeld worden besloten om een stap over te slaan en meteen een maatregel te treffen zonder eerst te waarschuwen, terwijl dit wel in het arrangement als stap is opgenomen.

Deze feiten en omstandigheden kunnen aanleiding zijn om af te wijken van het arrangement:

  • -

    er is sprake van meerdere overtredingen uit het handhavingsarrangement;

  • -

    er is sprake van meerdere en/of zwaardere strafbare feiten;

  • -

    het voorhanden hebben van een goed afkomstig van een misdrijf;

  • -

    omvang en eventuele gevolgen van de overtreding;

  • -

    verwijtbaar gedrag van de handelaar.

Belangenafweging

Bij het nemen van een besluit over een bestuurlijke maatregel weegt de burgemeester het belang van de ondernemer en overige belanghebbenden af tegen het belang van de openbare orde. De openbare orde weegt daarbij zwaar. De openbare orde kan in bepaalde gevallen zijn aangetast zonder dat er direct sprake is van een strafrechtelijke overtreding. Hierbij kan men denken aan goederen die te goeder trouw zijn gekocht, maar mogelijk afkomstig zijn van diefstal.

Naast de naleving van de geldende wet- en regelgeving kijkt de burgemeester ook naar de invloed van de onderneming op haar omgeving. Een handelaar heeft in die zin een zogenaamde ‘risicoaansprakelijkheid’. Bijvoorbeeld wanneer de onderneming als (bekende) afzetmarkt dient voor gestolen goederen. Het soort, de hoeveelheid en/of de locatie van de aangetroffen gestolen goederen, net als de frequentie waarmee dit soort goederen wordt aangetroffen spelen hierin voor de mate van aantasting van de openbare orde een belangrijke rol. Daarnaast wordt in de afweging ook meegenomen op welke wijze de inkoper aantoonbaar invulling geeft aan zijn ‘onderzoeksplicht’ voorafgaande aan de inkoop van goederen. In de afweging wordt dan meegenomen welke voorzorgsmaatregelen een handelaar heeft genomen om te voorkomen dat gestolen goederen worden ingekocht. Van een handelaar mag worden verwacht dat deze zich bewust is van het feit dat de handel in gebruikte en ongeregelde goederen verantwoordelijkheden met zich mee brengt ten aanzien van het voorkomen van handel in gestolen goederen.

Mandaat aan de politiechef van politie Eenheid Rotterdam

Op basis van het Wetboek van Strafrecht en de APV is de burgemeester bevoegd om het in- en verkoopregister te waarmerken. Deze bevoegdheid kan de burgemeester mandateren. Gelet op de strafrechtelijke aard van heling is deze bevoegdheid gemandateerd aan de opsporingsambtenaren van politie eenheid Rotterdam.

Afbakening

Dit handhavingsarrangement is niet van toepassing voor zover daarin wordt voorzien door het “Handhavingsarrangement gemeenten Vlaardingen en Maassluis”.

Inwerkingtreding

Dit beleid treedt in werking op de dag na publicatie en kan worden aangehaald als “Helingbeleid gemeente Vlaardingen”.

Ondertekening

Vlaardingen, 13 februari 2018

De burgemeester van Vlaardingen,

mr. A.M.M. Jetten MSc