Regeling vervallen per 24-04-2012

Brandbeveiligingsverordening 2012

Geldend van 01-04-2012 t/m 23-04-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2012

Intitulé

De raad van de gemeente Vlieland,

Overwegende dat het Bouwbesluit per 1 april 2012 is gewijzigd.

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april 2012

gezien de ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, kenmerk ECGR/U201200218 d.d. 16 februari 2012

gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio’s en de aanpassing daarop (Stb. 2010, 145 en 146), en het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676)

B E S L U I T:

  • 1.

    Vast te stellen de brandbeveiligingsverordening 2012 per 1 april 2012

  • 2.

    In te trekken de brandbeveiligingsverordening Vlieland van 30 augustus 2010

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die

    geen bouwwerk is;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal,

    die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren,

Artikel 2 Verbodsbepaling

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiks-

    vergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:

    • a.

      meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn of,

    • b.

      aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal

      worden verschaft of,

    • c.

      aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.

  • 2.

    Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden met inachtneming

    van het gestelde in de paragrafen 3 en 4.

  • 3.

    Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde

    voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is

    verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de

    omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de

gebruiksvergunning.

4.Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

Artikel 3 Weigeringgronden

Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van

gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan

worden bereikt.

Artikel 4 Gebruikseisen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de artikelen 1.16, 1.17 en 6.5 en in de afdelingen 6.5, 6.6, 7.1 en 7.2 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 5 Brandveiligheidsvoorzieningen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de afdelingen 6.7 en 6.8 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn, met uitzondering van de artikelen 6.28, 6.29 en 6.39, van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet- vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 6 Melden van brand en broei

Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de

brandweer te melden.

Artikel 7 Bossen, duinen, heidevelden, venen

De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan

de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een duin, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b van de Woningwet, en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.

Artikel 8 Bestuurlijke boete

Overtreding van de regels van deze verordening kan worden beboet met een bestuurlijke

boete van maximaal het bedrag, genoemd in de Arbeidsomstandighedenwet artikel 34, vierde lid, onder 1 °.

Artikel 9 Overgangsrecht

  • 1. Vergunningen die zijn verleend onder werking van de brandveiligheidsverordening 2010 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om

    vergunning op grond van de brandbeveiligingsverordening 2010 is ingediend waarop nog

    niet is beslist, wordt daarop die verordening toegepast.

  • 3. Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning

    krachtens de brandbeveiligingsverordening 2010 wordt beslist met toepassing van die

    verordening.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Brandbeveiligingsverordening 2012.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 april 2012

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raad van de gemeente Vlieland in zijn openbare
vergadering van 23 april 2012
de raadsgriffier de voorzitter
mr. R.A. Lanting Y.J. Haan