Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand gemeente Vught 2005

Geldend van 02-06-2005 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005

Intitulé

Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand gemeente Vught 2005

De raad van de gemeente Vught;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 januari 2005;

gelet op het advies van de commissie Samenleving van 31 januari 2005;

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand;

gezien het advies van het Platform Minima, Ouderen en Gehandicapten van 15 december 2004;

b e s l u i t :

vast te stellen de

"Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand gemeente Vught 2005"

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Cliënt: de persoon met een algemene uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand ( WWB.

  • b.

    Cliëntenraad WWB: De werkgroep van het platform Minima, Ouderen en Gehandicapten die de functie vervult van Cliëntenraad om de cliëntenparticipatie WWB in Vught vorm te geven en die daarvoor zelfstandig gevraagd en ongevraagd advies uitbrengt aan het college over beleid en utvoering van de WWB;

  • c.

    Platform M.O.G: het platform Minima, Ouderen en Gehandicapten in Vught;

  • d.

    Witte zetel: een tijdelijke niet stemgerechtigde zetel in de cliëntenraad WWB benodigd als extra menskracht voor een specifieke klus of vanwege een specifieke deskundigheid.

  • e.

    WWB: de Wet werk en bijstand;

  • f.

    College: het college van burgemeester en wethouders;

  • g.

    Coördinerend ambtenaar cliëntenparticipatie: door het college aangewezen ambtenaar die fungeert als aanspreekpunt voor de communicatie met de cliëntenraad WWB.

Artikel 2. De Cliëntenraad WWB

  • 1. Er is een organisatie voor cliëntenparticipatie genaamd "Cliëntenraad WWB".

  • 2. De Cliëntenraad WWB heeft tot taak om het college gevraagd en ongevraagd te adviseren over de in artikel 3 genoemde beleidsterreinen en over de uitvoeringspraktijk daarvan.

  • 3. De Cliëntenraad WWB heeft als zelfstandig naar buiten optredende werkgroep van het platform M.O.G. wel haar organisatorische en financiële inbedding in het platform. De cliëntenraad bestaat uit minimaal 4 leden waaronder een coördinator. Deze leden worden door het platform MOG aangewezen en hebben specifieke deskundigheid op de genoemde beleidsterreinen en affiniteit met de doelgroepen van deze beleidsterreinen. Zo mogelijk worden ze uit Vughtse cliëntenorganisaties aangezocht.

  • 4. Het lidmaatschap van de Cliëntenraad WWB is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad dan wel het college van burgemeester en wethouders.

  • 5. Indien noodzakelijk vanwege de omvang van de adviestaak of specifieke kennis op één van de adviesterreinen kan de voorzitter van het platform M.O.G. op verzoek van de Cliëntenraad WWB gedurende een bepaalde tijd extra leden ( non professionals) aan de cliëntenraad toevoegen op de zogenaamde witte zetels.

  • 6. Bij de toelichting of verdediging van de aan het college uitgebrachte adviezen wijst de Cliëntenraad WWB een woordvoerder aan.

Artikel 3. De beleidsterreinen

In het kader van cliëntenparticipatie WWB wordt de cliëntenraad WWB betrokken bij:

  • a.

    beleid met betrekking tot het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid voor personen als bedoeld in artikel 7 lid 1 van de Wet Werk en Bijstand. Dit gaat om personen die algemene bijstand ontvangen, personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) en niet-uitkeringsgerechtigden ( Nuggers);

  • b.

    beleid met betrekking tot het doelmatig en rechtmatig verstrekken van gemeentelijke uitkeringen WWB;

  • c.

    het Minimabeleid i.c. de beleids- en uitvoeringsregels waarin de gemeente eigen beleidsruimte heeft;

  • d.

    de Cliëntenraad WWB heeft geen taak bij de behandeling van klachten, bezwaren en andere aangelegenheden van individuele cliënten.

Artikel 4. De werkwijze

  • 1. In het kader van cliëntenparticipatie vraagt het college de Cliëntenraad WWB schriftelijk om advies over zaken die betrekking hebben op de hiervoor genoemde beleidsterreinen.

  • 2. De Cliëntenraad WWB is gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college over zaken die betrekking hebben op de genoemde beleidsterreinen.

  • 3. Het advies als bedoeld in artikel 1 wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het uit te brengen advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 4. De Cliëntenraad WWB brengt binnen vier weken na de adviesaanvraag advies uit aan het college. Een gemotiveerde afwijking van deze termijn kan in onderling overleg worden afgesproken.

  • 5. Door of namens het college van B&W worden jaarlijks met de cliëntenraad WWB afspraken gemaakt over:

    • a.

      de onderwerpen waarover de cliëntenraad WWB geconsulteerd wordt;

    • b.

      de wijze en het moment waarop de cliëntenraad WWB in het beleidsvormingsproces wordt betrokken.

  • 6. Indien het belang van de zaak daartoe aanleiding geeft, vindt bij de aanbieding van het advies overleg plaats tussen de Cliëntenraad WWB en (een vertegenwoordiging van) het college.

  • 7. In het geval het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Cliëntenraad WWB, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens de motieven daarvoor worden genoemd.

  • 8. Namens het college wijst de afdeling Samenlevingszaken een coördinerend ambtenaar cliëntenparticipatie aan als aanspreekpunt voor de communicatie met de Cliëntenraad WWB.

  • 9. De Cliëntenraad WWB komt minimaal 4 keer per jaar bijeen in een regulier overleg en voorts zoveel als nodig is voor haar adviestaken. De agenda wordt opgesteld door de coördinator van de Cliëntenraad WWB.

  • 10. Onderwerpen van de zijde van de gemeente voor de agenda van het reguliere overleg worden uiterlijk 1 week van tevoren schriftelijk aangeleverd door de coördinerend ambtenaar cliëntenparticipatie.

  • 11. De vergaderstukken, evenals andere relevante informatie voor het overleg worden tijdig aan de deelnemers van de Cliëntenraad WWB verzonden met een kopie aan de voorzitter van het platform M.O.G.

  • 12. Tussen de portefeuillehouder en de Cliëntenraad WWB vindt minimaal 1 keer per jaar een structureel overleg plaats. Dit kan gecombineerd worden met het reguliere overleg van de cliëntenraad WWB.

  • 13. Van het overleg met de Cliëntenraad WWB (inclusief de afspraken en wederzijdse adviezen) wordt verslag gemaakt. Ingeval van uitgebrachte adviezen door de cliëntenraad WWB zal de coördinerend ambtenaar cliëntenparticipatie binnen zes weken reageren met een beargumenteerde verantwoording van de resultaten van de adviezen van de cliëntenraad WWB.

  • 14. Door het college wordt zorggedragen voor de verstrekking van alle nodige informatie aan de cliëntenraad WWB om beleid en uitvoering van zaken in de genoemde beleidsterreinen te begrijpen en om alle ontwikkelingen daarin te kunnen volgen.

  • 15. Niet georganiseerde cliënten van de afdeling Samenlevingszaken zaken kunnen eventuele inbreng voor de cliëntenraad WWB schriftelijk inbrengen via de coördinerend ambtenaar cliëntenparticipatie. Van deze mogelijkheid wordt in nieuwsbrieven en publicaties melding gemaakt.

  • 16. Het staat de Cliëntenraad WWB vrij om vertegenwoordigers van specifieke groepen te betrekken bij de Cliëntenraad WWB, zodra dit voor de behandeling van actuele onderwerpen door haar van belang wordt geacht. Deze op verzoek van de cliëntenraad door de voorzitter van het M.O.G. aangewezen personen bezetten daarvoor een witte zetel en hebben een adviserende stem in de cliëntenraad WWB.

  • 17. De coördinator van de Cliëntenraad WWB kan indien hij/zij dit wenselijk acht, besluiten tot mondelinge inspraak van individuele cliënten nadat deze zich via de coördinerend ambtenaar cliëntenparticipatie hebben aangemeld.

Artikel 5. Faciliteiten

Burgemeester en wethouders stellen aan het platform M.O.G. ten behoeve van de Cliëntenraad WWB middelen ter beschikking voor de volgende activiteiten:

  • -

    gemaakte onkosten van de leden van de cliëntenraad WWB;

  • -

    vergoeding voor deskundigheidsbevordering;

  • -

    aanschaf van documentatie, literatuur en vaktijdschriften;

  • -

    faciliteiten voor het verzorgen van voorlichting en pr;

  • -

    vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen.

Artikel 6. Slotbepalingen

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet met betrekking tot cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand beslissen burgemeester en wethouders na overleg met de Cliëntenraad WWB.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand gemeente Vught 2005".

  • 3. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht per 1 januari 2005 in werking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Vught
in zijn openbare vergadering van 17 februari 2005.
de griffier,
drs. H.C. De Visch Eijbergen
de voorzitter,
J.de Groot