Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR10007
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR10007/1
Regeling vervallen per 01-01-2015
Verordening Adviescommissie Bezwaar en Beroep
Geldend van 15-03-2004 t/m 31-12-2014
Intitulé
Verordening Adviescommissie Bezwaar en BeroepVerordening Adviescommissie Bezwaar en Beroep
Het algemeen bestuur van de ISD Midden–Langstraat gevestigd te Waalwijk
gelet op de wenselijkheid over te gaan tot instelling van een Adviescommissie Bezwaar en Beroep;
mede gelet op artikelen 84 en 165 gemeentewet en artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht
b e s l u i t :
vast te stellen de Verordening Adviescommissie Bezwaar en Beroep.
Hoofdstuk 1: BEGRIPSOMSCHRIJVING
Artikel 1
het DB het dagelijks bestuur van de ISD
het AB het algemeen bestuur van de ISD
het college het college van de gemeente Heusden, Loon op Zand en / of Waalwijk
raad de gemeenteraad van de gemeente Heusden, Loon op Zand en of Waalwijk
commissie de Adviescommissie Bezwaar en en Beroep die gelet op de samenstelling dient te voldoen aan de eisen van artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht terzake het zijn adviescommissie voor de behandeling van bezwaren
voorzitter de voorzitter van de Adviescommissie bezwaar en beroep
lid een lid van de Adviescommissie bezwaar en beroep
de directeur de directeur van de ISD Midden-Langstraat
bezwaarschrift een op schrift gesteld bezwaar als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht
Hoofdstuk 2: SAMENSTELLING VAN DE COMMISSIE
Artikel 2
-
1. De commissie bestaat uit een voorzitter en vier leden.
-
2. De commissie bestaat uit 2 afgevaardigden uit de gemeente Waalwijk, 2 afgevaardigden uit de gemeente Heusden en 1 afgevaardigde uit de gemeente Loon op Zand.
-
3. De voorzitter en de leden worden benoemd door het DB. Van de voorzitter en de leden wordt een bijdrage tot de werkzaamheden van de commissie verwacht, vanuit hun kennis van of ervaring in de bevordering van het maatschappelijk welzijn.
-
4. Het DB benoemt de voorzitter en de commissie wijst uit haar midden een plaatsvervanger aan.
-
5. De voorzitter van de commissie is niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het DB en het AB zulks conform artikel 7:13 eerste lid sub b van de Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk 3: ZITTINGSDUUR
Artikel 3
-
1. Elke vier jaren treden alle leden van de commissie af en wel volgens een namens het DB op te maken schema van aftreden, dat zodanig wordt opgesteld dat jaarlijks bij toerbeurt niet meer dan één lid van de commissie aftreedt.
-
2. Elke vier jaren treedt de voorzitter van de commissie af.
-
3. Het in het vorige lid bedoelde periodieke aftreden vindt plaats op de eerste januari van enig kalenderjaar.
-
4. Een lid, dat ter voorziening in een tussentijdse vacature is benoemd, heeft zitting gedurende vier jaren gerekend vanaf het moment waarop in de tussentijdse vacature werd voorzien. Zonodig stelt de commissie in verband hiermee het in lid 1 bedoelde rooster bij.
-
5. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.
-
6. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
-
7. Elke vacature deelt de commissie binnen veertien dagen na het ontstaan van die vacature, mede aan het DB.
-
8. De voorzitter en de leden kunnen na de zittingsperiode van vier jaar worden herbenoemd.
Hoofdstuk 4: BENOEMING
Artikel 4
-
1. Het DB stelt de benoemde binnen twee weken schriftelijk op de hoogte van zijn of haar benoeming, zulks onder de mededeling, dat de benoemde binnen tien dagen na verzending van het benoemingsbericht van de aanvaarding mededeling moet doen.
-
2. De benoemde laat binnen tien dagen na verzending van het benoemingsbericht aan het DB weten of de benoeming wordt aangenomen. Indien binnen de gestelde termijn geen bericht is ontvangen, wordt de benoeming geacht niet te zijn aanvaard.
-
3. Ingeval de benoeming niet is aangenomen dient een hernieuwde voordracht plaats te vinden.
Hoofdstuk 5: ONTSLAG
Artikel 5
Het DB is bevoegd aan de leden van de commissie ongevraagd ontslag te verlenen. Het daartoe strekkende besluit wordt bekendgemaakt aan het betrokken lid en in afschrift aan de commissie medegedeeld.
Hoofdstuk 6: VERGOEDING VOOR HET BIJWONEN VAN VERGADERINGEN
Artikel 6
-
1. De voorzitter en de leden van de commissie genieten een door het DB vastgestelde vergoeding.
-
2. Teneinde iedere schijn van ongewenste vermenging van belangen te vermijden, aanvaarden zij geen gift, beloning, provisie of enig voordeel hoe ook genaamd en in welke vorm ook, terzake van handelingen waarbij de commissie is betrokken , zulks met uitzondering van de door het college vastgestelde vergoeding, vermeerderd met een reiskostenvergoeding, dat zij genieten voor het bijwonen van de vergadering.
Hoofdstuk 7: SECRETARIS
Artikel 7
-
1. Als secretaris van de commissie treedt op de directeur, of een door hem aan te wijzen vervanger.
-
2. De secretaris is de commissie behulpzaam bij alles wat tot de competentie van de commissie behoort. Al hetgeen in dat verband ter overweging en advisering in de vergadering van de commissie dient te worden gebracht, wordt door de secretaris behoorlijk voorbereid.
Hoofdstuk 8: BEVOEGDHEDEN
Artikel 8
-
1. De commissie adviseert het DB desgevraagd omtrent de toepassing van de wet en de beleidsregelingen.
-
2. Het DB vraagt in ieder geval advies omtrent ingekomen bezwaarschriften. In een bijlage is opgenomen ingevolge welke wet en beleidsregelingen advies wordt gevraagd.
-
3. Het horen vindt plaats door een hoorcommissie, zijnde de voorzitter of een door hem aangewezen lid van de adviescommissie. De secretaris verzorgt de verslaglegging.
-
4. De adviezen van de commissie worden schriftelijk uitgebracht en wel zo spoedig mogelijk.
-
5. De van de commissie uitgaande stukken worden steeds bij eerstvolgende plenaire vergadering ondertekend door de voorzitter en secretaris.
Hoofdstuk 9: INGEDIEND BEZWAARSCHRIFT
Artikel 9
-
1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.
-
2. Het bezwaarschrift met het uitgebracht ambtelijk advies wordt zo spoedig mogelijk in de handen van de commissie gesteld.
Hoofdstuk 10: UITOEFENING BEVOEGDHEDEN
Artikel 10
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie;
- a.
artikel 2:1, tweede lid;
- b.
artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;
- c.
artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;
- d.
artikel 7:4, tweede lid.
Hoofdstuk 11: VOORONDERZOEK
Artikel 11
-
1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.
-
2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het DB vereist.
Hoofdstuk 12: HOORZITTING
Artikel 12
-
1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.
-
2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van Algemene wet bestuursrecht.
-
3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid, onder b, besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden.
Hoofdstuk 13: UITNODIGING HOORZITTING
Artikel 13
-
1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden ten minste één week voor de hoorzitting schriftelijk uit.
-
2. De hoorzittingen zijn niet openbaar.
Hoofdstuk 14: VERGADERINGEN
Artikel 14
1 De commissie vergadert tenminste tweemaal per maand, en voorts zo vaak als door de voorzitter wordt nodig geoordeeld.
2 De vergaderingen worden belegd door de voorzitter, die zorgt dat ieder lid spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste tweemaal 24 uur voor het houden van de vergadering schriftelijk wordt opgeroepen.
3 De stukken, op een uitgeschreven vergadering betrekking hebbende, worden tenminste tweemaal 24 uur voor het tijdstip van vergaderingen aan de leden toegezonden.
4 Tenzij de voorzitter anders bepaalt, worden de vergaderingen van de commissie gehouden ten kantore van de afdeling.
Hoofdstuk 15: VERGADERQUORUM EN BESLUITVORMING
Artikel 15
1 Voor het houden van de vergadering is de aanwezigheid van meer dan de helft van de in de commissie zitting hebbende personen vereist, onder wie in elk geval de voorzitter danwel zijn plaatsvervanger. Een advies komt tot stand met een gewone meerderheid van stemmen.
2 De leden van de commissie nemen niet deel aan beraadslagingen en stemmingen over aangelegenheden die hen rechtstreeks of middellijk aangaan, of waarbij zij als gemachtigde zijn betrokken.
3 De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.
4 De commissie oefent haar bevoegdheden uit met inachtneming van de geldende regelgeving en
overeenkomstig de richtlijnen van het DB.
Hoofdstuk 16: GEHEIMHOUDING
Artikel 16
De leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen als zodanig ter kennis komt.
Hoofdstuk 17: CITEERTITEL
Artikel 17
De verordening kan worden aangehaald als: “Verordening Adviescommissie Bezwaar en Beroep”.
Hoofdstuk 18: INWERKINGTREDING
Artikel 18
Deze regeling treedt in werking op 15 maart 2004.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur van de ISD Midden-Langstraat in zijn vergadering van 15 maart 2004.
Het algemeen bestuur van de ISD Midden-Langstraat,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl