Verordening van het algemeen bestuur van het Waddenfonds houdende instellen commissie Verordening adviescommissie rechtsbescherming Waddenfonds

Geldend van 15-02-2014 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 04-01-2013

Intitulé

Verordening adviescommissie rechtsbescherming Waddenfonds

(laatstelijk gewijzigd bij besluit van het algemeen bestuur van 16 januari 2014)

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Waddenfonds;

gelet op:

  • .

    artikel 24, eerste en tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • .

    artikel 22, eerste en tweede lid, van de gemeenschappelijke regeling Waddenfonds;

  • .

    artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht en

  • .

    het voorstel van het dagelijks bestuur en de voorzitter

BESLUIT

tot instelling van:

  • 1.

    een vaste commissie van advies aan het algemeen en het dagelijks bestuur voor de behandeling van bezwaarschriften en

  • 2.

    een vaste commissie van advies aan het algemeen en het dagelijks bestuur en de voorzitter voor de behandeling van klachten,

en daartoe de navolgende verordening vast te stellen:

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    bezwaar: bezwaar als bedoeld in artikel 1:5, eerste lid, van de wet;

  • c.

    klacht: klacht als bedoeld in artikel 9:1 van de wet;

  • d.

    ambtenaar: een ambtenaar, een gewezen ambtenaar of een daarmee op grond van diens werkzaamheden gelijk te stellen persoon met wie een arbeidsovereenkomst is gesloten naar burgerlijk recht, ook na het beëindigen van deze arbeidsovereenkomst.

Artikel 2 Instelling en samenstelling adviescommissie

  • 1. Er is een adviescommissie voor de behandeling van:

    • a.

      een bezwaar tegen een besluit van het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur;

    • b.

      een klacht over een gedraging van of toe te rekenen aan het bestuur van de gemeenschappelijke regeling.

  • 2. De adviescommissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden, die geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de deelnemers aan dan wel het bestuur van de gemeenschappelijke regeling.

Artikel 3 Lidmaatschap adviescommissie

  • 1. Het dagelijks bestuur benoemt, schorst en ontslaat de voorzitter en de leden van de adviescommissie, met inbegrip van hun plaatsvervangers.

  • 2. Benoeming vindt plaats voor een periode van ten hoogste vier jaren. De voorzitter en de leden kunnen eenmaal worden herbenoemd.

  • 3. Het lidmaatschap van de commissie eindigt na het verstrijken van de termijn waarvoor benoeming heeft plaatsgevonden en voorts:

    • a.

      op verzoek van de voorzitter of het betrokken lid, met inbegrip van hun plaatsvervangers;

    • b.

      op het moment dat de voorzitter of een lid deel uit gaat maken van of werkzaam wordt onder verantwoordelijkheid van de deelnemers dan wel het bestuur van de gemeenschappelijke regeling en

    • c.

      bij besluit van het dagelijks bestuur.

  • 4. De aftredende voorzitter en leden blijven, met uitzondering van het bepaalde in het derde lid, onderdeel b, hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 4 Kamers

  • 1. De adviescommissie kan kamers instellen en stelt voor elke kamer vast welke categorieën bezwaarschriften of klachten door haar zullen worden behandeld.

  • 2. De adviescommissie stelt in elk geval een algemene kamer in voor de advisering over bezwaarschriften ter zake van subsidiezaken en klachten en een ambtenarenkamer voor de advisering over bezwaarschriften ter zake van rechtspositionele besluiten.

Artikel 5 Secretaris

  • 1. Het dagelijks bestuur benoemt de secretaris van de adviescommissie en één of meer plaatsvervangers..

  • 2. De secretaris draagt zorg voor terugkoppeling van leerpunten uit de behandeling van bezwaarschriften en klachten naar het bestuur, de ambtelijke organisatie van de gemeenschappelijke regeling en de uitvoeringsorganisatie.

Artikel 6 Vergoedingen

De leden ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden en reis- en verblijfkosten overeenkomstig hoofdstuk IV van de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden provincie Fryslân 2011.

Hoofdstuk 2 Procedure en bevoegdheden

Artikel 7 Bevestiging ontvangst

  • 1. Een bezwaarschrift of klacht wordt, met de daarbij overgelegde stukken, zo spoedig mogelijk in handen van de adviescommissie gesteld.

  • 2. De secretaris bevestigt schriftelijk de ontvangst van een bezwaarschrift of klacht.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheid ingevolge artikel 6.6, wat betreft het stellen van een termijn aan de indiener, wordt voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de adviescommissie.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter wint alle voor een zorgvuldige voorbereiding van de advisering over het bezwaar of de klacht gewenste inlichtingen in.

  • 2. De voorzitter kan ambtshalve of op verzoek van de adviescommissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen op de hoorzitting te verschijnen.

  • 3. De voorzitter kan het inwinnen van inlichtingen opdragen aan de secretaris.

Artikel 10 Het horen

  • 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van het horen, waarbij belanghebbenden en het verwerend bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de adviescommissie te laten horen.

  • 2. De commissie kan het horen opdragen aan de voorzitter of een lid dat geen deel uitmaakt van of werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de deelnemers aan dan wel het bestuur van de gemeenschappelijke regeling.

  • 3. Indien de commissie met toepassing van artikel 7:3 van de wet besluit af te zien van het horen, wordt hiervan mededeling gedaan aan belanghebbenden en het verwerend bestuursorgaan.

  • 4. De voorzitter bepaalt de orde op de hoorzitting.

  • 5. Het horen door de adviescommissie is openbaar, tenzij de adviescommissie beslist dat het horen niet in het openbaar plaatsvindt.

  • 6. Belanghebbenden en het verwerend bestuursorgaan kunnen de adviescommissie verzoeken dat het horen niet in het openbaar plaatsvindt.

  • 7. Het horen van belanghebbenden en het verwerend bestuursorgaan door de ambtenarenkamer is niet openbaar.

Artikel 11 Verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet bevat in elk geval:

    • a.

      de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid;

    • b.

      een zakelijke weergave van hetgeen ter zitting is besproken;

    • c.

      een opgave van de op de zitting overgelegde bescheiden.

  • 2. Indien het horen geheel of gedeeltelijk niet in het openbaar heeft plaatsgevonden, of indien belanghebbenden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 3. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 12 Nader onderzoek

  • 1. De adviescommissie kan, na de hoorzitting, maar voordat het advies wordt uitgebracht, nader onderzoek doen.

  • 2. Uit het nader onderzoek bekend geworden nieuwe feiten of omstandigheden worden aan belanghebbende(n) en het verwerend bestuursorgaan meegedeeld. De adviescommissie kan hen uitnodigen hierop te reageren.

  • 3. Op het horen als bedoeld in artikel 7:9 van de wet is het bepaalde in deze verordening zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 Raadkamer en advies

  • 1. De raadkamer waarin de adviescommissie beraadslaagt en beslist over het door haar uit te brengen advies is niet openbaar.

  • 2. De adviescommissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de voorzitter. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies voor de te nemen beslissing is gemotiveerd.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 14 Uitbrengen advies

Het advies wordt, onder medezending van het verslag van het horen, uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen, alsmede aan belanghebbenden.

Hoofdstuk 3 Aanvullende bepaling inzake klachten

Artikel 15 Klachtadviesprocedure

  • 1. Na ontvangst van de klacht onderzoekt het bestuursorgaan per omgaande en binnen twee weken of aan de klacht tegemoet kan worden gekomen.

  • 2. Indien niet binnen twee weken na ontvangst naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet is gekomen wordt de klacht in handen van de adviescommissie gesteld en wordt de in afdeling 9.1.3 van de wet geregelde procedure gevolgd.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 16 Niet-voorzienbare gevallen

De adviescommissie beslist in de gevallen waarin de wet en deze verordening niet voorzien.

Artikel 17 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening adviescommissie rechtsbescherming Waddenfonds.

  • 2. Deze verordening wordt bekendgemaakt in de van overheidswege uitgegeven bladen van de provincies Fryslân, Groningen en Noord-Holland.

  • 3. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het provinciaal blad van de provincie Fryslân.

Ondertekening

Leeuwarden, 6 december 2012
mw. C. Schokker-Strampel, voorzitter
drs. A.F. van de Klundert, secretaris