Regeling vervallen per 21-07-2015

Reglement van orde voor de vaste commissies

Geldend van 01-01-2009 t/m 26-08-2009

Vaste adviescommissie

Artikel 1

  • 1. De volgende vaste commissies uit het algemeen bestuur brengen gevraagd en ongevraagd advies uit aan het dagelijks bestuur:

  • - commissie Algemene Beleids- en Bestuurlijke Zaken: deze commissie adviseert over strategisch beleid en algemene bestuurlijke en juridische zaken;

  • - commissie Waterbeheer: deze commissie adviseert over tactisch-operationele zaken uit watersysteem en waterketen;

  • - commissie Financiën en Bedrijfsvoering: deze commissie adviseert over financiële en bedrijfsvoeringszaken.

  • 2. Het algemeen bestuur kan, op voordracht van het dagelijks bestuur, besluiten om naast de in het eerste lid van dit artikel genoemde vaste commissies nog andere vaste commissies in te stellen.  

Adviezen

Artikel 2

  • 1. Het dagelijks bestuur vraagt aan de commissie of de commissies wiens aandachtsgebied het betreft, advies over zaken, waarvan het voornemens is een besluit aan het algemeen bestuur te vragen. Daarnaast vraagt het dagelijks bestuur de commissie(s) in voorkomende gevallen om advies in de voorfase van de besluitvorming, bij voorbeeld over de strategische kaders waarbinnen voorstellen voor het algemeen bestuur moeten worden uitgewerkt en bij het maken van scenario-keuzes.  

  • 2. Indien de adviesvraag betrekking heeft op meerdere aandachtsgebieden, bepaalt het dagelijks bestuur aan welke commissie(s) de adviesvraag wordt voorgelegd.  

  • 3. Het dagelijks bestuur kan ook advies vragen over andere zaken, dan genoemd in het eerste lid van dit artikel.  

  • 4. Het dagelijks bestuur vermeldt tegelijk met de voorstellen aan het algemeen bestuur de door de vaste commissies uitgebrachte adviezen en de reactie daarop van het dagelijks bestuur. 

  • 5. Een commissielid kan de voorzitter verzoeken om een commissie over een bepaald onderwerp ongevraagd advies uit te laten brengen. Indien de voorzitter met dit verzoek instemt, bepaalt hij in welke commissievergadering het desbetreffende onderwerp wordt geagendeerd. Indien een meerderheid van de commissieleden het verzoek ondersteunt, wordt het onderwerp in elk geval geagendeerd. De voorzitter bepaalt dan in welke commissievergadering dit gebeurt.

Samenstelling, benoeming en ontslag

artikel 3

  • 1. De vaste commissies worden telkens voor de duur van één zittingsperiode van het algemeen bestuur door het algemeen bestuur samengesteld.

  • 2. De vaste commissies zijn als volgt samengesteld:

  • a. één lid uit de categorie ‘agrariërs en overig ongebouwd’

  • b. één lid uit de categorie ‘natuurterreinbeheerders’

  • c. één lid uit de categorie ‘bedrijven’

  • d. één lid uit iedere belangengroepering 1 binnen de categorie ‘ingezetenen’.

  • De bemensing van deze zetels is binnen iedere categorie en belangengroepering flexibel.

  • 3. De leden van de vaste commissies zijn lid van het algemeen bestuur, maar niet van het dagelijks bestuur.

  • 4. Ieder vaste commissie heeft een voorzitter die door het dagelijks bestuur uit zijn midden wordt aangewezen.

  • 5. De voorzitter van een vaste commissie wordt bij afwezigheid vervangen door een door het dagelijks bestuur uit zijn midden aangewezen lid.

  • 6. Een door de secretaris-directeur aangewezen ambtenaar treedt op als secretaris van een vaste commissie.

  • 7. De secretaris-directeur en door hem aan te wijzen ambtenaren treden op als ambtelijk adviseur van een vaste commissie.

  • 8. De watergraaf kan desgewenst vaste commissies, de voorzitters ervan gehoord, in gecombineerde vergadering bijeenroepen. Hij bepaalt daarbij wie als voorzitter zal optreden. De bepalingen van dit reglement zijn op deze gecombineerde vergadering van overeenkomstige toepassing.

Openbaarheid

Artikel 4

  • 1. De vergaderingen of gedeelten van vergaderingen van de vaste commissies zijn, met uitzondering van de situaties zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel, openbaar.

  • 2. Indien de voorzitter van de vaste commissie of één derde deel van de aanwezige leden het nodig vindt, worden de deuren van het vergaderlokaal gesloten waarna de vergadering beslist of met gesloten deuren zal worden beraadslaagd.

  • 3. Over hetgeen in een besloten vergadering is besproken of besloten, worden geen mededelingen gedaan in het openbaar.

  • 4. De aankondiging van een vergadering gebeurt op dezelfde wijze als de aankondiging van de openbare vergadering van het algemeen bestuur.

Gelegenheid tot spreken

Artikel 5

  • 1. De voorzitter stelt toehoorders bij een openbare vergadering op hun verzoek in de gelegenheid gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord te voeren, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden.

  • 2. Het woord kan worden gevoerd over alle geagendeerde en alle niet-geagendeerde onderwerpen, tenzij er sprake is van

  • a. een besluit van het bestuur waartegen een (bestuurs)rechtelijke procedure open staat of heeft opengestaan;

  • b. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

  • c. een onderwerp waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan 

        of kon worden ingediend;

  • d. niet-geagendeerde onderwerpen waarover al in een vorige vergadering van het algemeen

        bestuur of in een commissievergadering het woord gevoerd kon worden of het woord is

        gevoerd.

  • 3. Het in het eerste lid bedoelde verzoek dient uiterlijk 48 uur voor het begin van de vergadering schriftelijk of elektronisch bij de voorzitter te worden ingediend, onder vermelding van het punt waarover men het woord wil voeren. Dit kunnen ook niet-geagendeerde onderwerpen zijn.

    De verzoeker vermeldt in zijn verzoek zijn naam, adres en telefoonnummer.

  • 4. Indien verzocht is het woord te mogen voeren, schorst de voorzitter onmiddellijk na de opening de vergadering en stelt de toehoorders, in de volgorde waarin zij hun verzoek hebben ingediend, in de gelegenheid het woord te voeren. De voorzitter kan van de volgorde afwijken indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Voor ieder van de toehoorders die in de gelegenheid zijn gesteld het woord te voeren, geldt een spreektijd van maximaal vijf minuten. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn.

  • 6. De toehoorder voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid van de commissie doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de toehoorder.

  • 7. Nadat van de gelegenheid het woord te voeren is gebruik gemaakt, heropent de voorzitter de vergadering.

Wijze en besluitvorming

Artikel 6

  • 1. De voorzitter roept een vaste commissie zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk één week voor de vergadering, in vergadering bijeen met aanduiding van de datum, het tijdstip, de plaats en het onderwerp waarover aan het dagelijks bestuur advies wordt uitgebracht.

  • 2. Op verzoek van tenminste twee leden van het dagelijks bestuur of een meerderheid van de commissie roept de voorzitter een vaste commissie bijeen.

  • 3. De secretaris maakt notulen van de commissievergadering. De vaststelling van de notulen vindt in de regel plaats aan het begin van de vergadering die volgt op de  vergadering waarop de notulen betrekking hebben. De notulen worden na vaststelling door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 4. In een vergadering, waarin niet meer dan de helft van de leden aanwezig is, kunnen geen besluiten worden genomen over een door de commissie uit te brengen (gemeenschappelijk) advies.

  • 5. Alle besluiten over het door de commissie uit te brengen advies worden genomen bij een meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.

  • 6. In gevallen, betrekking hebbende op de orde in de vergaderingen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter.

Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 7

  • 1. Dit reglement wordt aangehaald als Reglement van Orde voor de vaste commissies 2009.

  • 2. Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2009.

  • 3. Op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit vervalt het Reglement voor de vaste commissies 2005.

  • Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 1 oktober 2008.

  • mr. drs. P.C.G. Glas                                                                         drs. R.E. Viergever

  • voorzitter                                                                                           secretaris


Noot
1

[Toelichting: Een belangengroepering kan dus ook bestaan uit een eenmansfractie]