Regeling vervallen per 25-05-2020

Verordening van de Rekenkamercommissie van waterschap Hollandse Delta

Geldend van 25-05-2020 t/m 24-05-2020

Intitulé

Verordening van de Rekenkamercommissie van waterschap Hollandse Delta

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Waterschap: waterschap Hollandse Delta;

    • b.

      Verenigde Vergadering: Verenigde Vergadering van het waterschap;

    • c.

      College: college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap;

    • d.

      Rekenkamercommissie: de Rekenkamercommissie van het waterschap;

    • e.

      Voorzitter: de voorzitter van de Rekenkamercommissie;

    • f.

      Secretaris-directeur: secretaris-directeur van het waterschap;

    • g.

      Concerncontroller: concerncontroller van het waterschap.

Artikel 2 Taak van de Rekenkamercommissie

De Rekenkamercommissie onderzoekt de activiteiten van het waterschap om inzicht te geven in de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid daarvan. Een door de Rekenkamercommissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening.

Artikel 3 Samenstelling, benoeming en aftreedvolgorde

  • 1.

    De Rekenkamercommissie is een Rekenkamercommissie die door de Verenigde Vergadering wordt ingesteld.

  • 2.

    De Rekenkamercommissie bestaat uit drie leden, waaronder de voorzitter.

  • 3.

    De Verenigde Vergadering benoemt de voorzitter en de leden van de Rekenkamercommissie. De leden, waaronder de voorzitter, zijn externe leden.

  • 4.

    De Rekenkamercommissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 5.

    De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 6.

    De Rekenkamercommissie stelt een rooster van aftreden vast voor de leden op zodanige wijze dat niet alle leden gelijktijdig aftreden. In verband hiermee kunnen de leden, in afwijking van het bepaalde in het vijfde lid, voor een periode korter dan vier jaar worden benoemd.

  • 7.

    Indien het lidmaatschap van een lid eindigt vóór het einde van zijn benoemingstermijn, treedt zijn opvolger af op het moment dat de benoemingstermijn van het vertrekkende lid zou zijn afgelopen.

  • 8.

    De leden kunnen ten hoogste één maal herbenoemd worden.

Artikel 4 Eed

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de Rekenkamercommissie, in handen van de dijkgraaf, de volgende eed (verklaring en belofte) af:

“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de Rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de Rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig. (Dat verklaar en beloof ik.)”

Artikel 5 Nevenfuncties

  • 1.

    De leden van de Rekenkamercommissie maken openbaar welke andere functies zij vervullen.

  • 2.

    Openbaarmaking geschiedt door ter inzage legging van een opgave van de in het eerste lid bedoelde functies.

  • 3.

    Een lid van de Rekenkamercommissie is niet tevens:

    • a.

      Minister;

    • b.

      b. Staatssecretaris;

    • c.

      c. lid van de Raad van State;

    • d.

      d. lid van de Algemene Rekenkamer;

    • e.

      e. Nationale Ombudsman;

    • f.

      f. Substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale Ombudsman;

    • g.

      g. Commissaris van de Koning van de provincie waarin het waterschap is gelegen;

    • h.

      h. Gedeputeerde van de provincie waarin het waterschap is gelegen;

    • i.

      i. Secretaris van de provincie waarin het waterschap is gelegen;

    • j.

      j. Griffier van de provincie waarin het waterschap is gelegen;

    • k.

      k. Burgemeester van een gemeente die in het gebied van het waterschap is gelegen;

    • l.

      l. Ambtenaar, door of vanwege het waterschapsbestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt;

    • m.

      m. Ambtenaar, door of vanwege de provincie of het Rijk aangesteld, tot wiens taak het behoort het verrichten van werkzaamheden in het kader van het toezicht op het waterschap.

  • 4.

    Een lid van de Rekenkamercommissie mag niet:

    • a.

      a. Als advocaat, procureur of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van het waterschap of het waterschapsbestuur dan wel ten behoeve van de wederpartij van het waterschap of het waterschapsbestuur;

    • b.

      b. Als gemachtigde in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van het waterschap of het waterschapsbestuur;

    • c.

      c. Als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het met het waterschap aangaan van:

      • i.

        overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d;

      • ii.

        overeenkomsten tot het leveren van onroerende goederen aan het waterschap;

    • d.

      Rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aan gaan betreffende:

      • i.

        Het aannemen van werk ten behoeve van het waterschap;

      • ii.

        Het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van het waterschap;

      • iii.

        Het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan het waterschap;

      • iv.

        Het verhuren van roerende zaken aan het waterschap;

      • v.

        Het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van het waterschap;

      • vi.

        Het van het waterschap onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen;

      • vii.

        Het onderhands huren of pachten van het waterschap.

  • 5.

    5. Van het vierde lid, sub d, kan de Verenigde Vergadering ontheffing verlenen.

Artikel 6 Ontslag

  • 1.

    De Verenigde Vergadering ontslaat de leden van de Rekenkamercommissie.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      Op eigen verzoek;

    • b.

      Indien de termijn waarvoor hij is benoemd eindigt;

    • c.

      Bij aanvaarding van een functie die naar het oordeel van de Verenigde Vergadering onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Rekenkamercommissie zoals bedoeld in het vorige artikel;

    • d.

      Wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel zulk een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      Indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • f.

      Indien het lid door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie als lid van de Rekenkamercommissie te vervullen.

Artikel 7 Vergoeding leden

  • 1.

    De leden ontvangen een vergoeding voor de werkzaamheden die zij voor de Rekenkamer-commissie verrichten.

  • 2.

    De vergoeding voor de leden bedraagt € 277,95 per vergadering en €346,94 (prijspeil juli 2020) voor de voorzitter. Dit bedrag wordt jaarlijks verhoogd met het in de begroting opgenomen percentage voor loonstijging.

  • 3.

    De leden kunnen voor verrichte werkzaamheden in het kader van een onderzoek ten behoeve van de Rekenkamercommissie een uurvergoeding ontvangen van € 64,13 (prijspeil juli 2020). Dit bedrag wordt jaarlijks verhoogd met het in de begroting opgenomen percentage voor loonstijging.

  • 4.

    De leden ontvangen de fiscaal onbelaste vergoeding voor reiskosten.

  • 5.

    De vergoeding bedoeld in het eerste lid komt ten laste van het budget van de Rekenkamer-commissie.

Artikel 8 Onderwerpselectie en onderzoeksopzet

  • 1.

    Vanuit het overlegtussen de commissie MBH en de Rekenkamercommissie kunnen onderwerpen worden aangedragen voor de onderzoekagenda van de Rekenkamercommissie.

  • 2.

    De Rekenkamercommissie stelt vervolgens een onderzoeksplan met te onderzoeken onderwerpen op, formuleert bij elk onderzoek de probleemstelling, stelt de onderzoeksopzet vast en zendt deze voor kennisneming aan de Verenigde Vergadering.

Artikel 9 Werkwijze

  • 1.

    De Rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens het door haar vastgestelde onderzoeksprotocol.

  • 2.

    De Rekenkamercommissie kan besluiten de Verenigde Vergadering tussentijds te informeren over de voortgang van het onderzoek.

  • 3.

    De Rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het waterschapsbestuur en bij alle ambtenaren van het waterschap die mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen, die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het waterschapsbestuur en de ambtenaren van het waterschap zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de Rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4.

    De Rekenkamercommissie kan zich laten adviseren door de concerncontroller.

  • 5.

    De Rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid; haar rapporten zijn openbaar.

  • 6.

    De Rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de Rekenkamercommissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe deskundigheid inschakelen.

  • 8.

    De Rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun reactie aan de Rekenkamercommissie te geven op de juistheid en volledigheid van het concept-onderzoeksrapport. Betrokkenen zijn in elk geval degenen, wier taakuitvoering (mede) onderwerp van onderzoek is of is geweest. De Rekenkamercommissie bepaalt wie voorts als betrokkenen worden aangemerkt. De Rekenkamercommissie zendt vervolgens het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen, inclusief eventuele aanvullingen naar aanleiding van de reactie van betrokkenen, naar het college en de Verenigde Vergadering.

  • 9.

    VERVALLEN

  • 10.

    Het college draagt zorg voor een besluitvormende oplegnotitie voor behandeling van de resultaten van het onderzoek in de desbetreffende commissie en de Verenigde Vergadering.

  • 11.

    De Rekenkamer zendt jaarlijks haar jaarverslag en haar onderzoeksplan ter kennisgeving aan de Verenigde Vergadering.

Artikel 10 Ambtelijke ondersteuning

De Rekenkamercommissie wordt bij haar werkzaamheden ondersteund door een door de secretaris-directeur aan te wijzen ambtelijk secretaris.

Artikel 11 Budget

  • 1.

    De Rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het eerst lid bedoelde budget worden de kosten gebracht betreffende:

    • a.

      De vergoedingen aan de leden;

    • b.

      De externe deskundigen die eventueel door de Rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • c.

      Overige uitgaven die de Rekenkamercommissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

Artikel 12 Evaluatie

Deze verordening wordt geëvalueerd vóór de waterschapsverkiezingen in maart 2023. Deze evaluatie strekt zich tevens uit tot de werking van Rekenkamercommissie.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag nadat zij is vastgesteld.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening van de Rekenkamercommissie”.