Regeling vervallen per 01-01-2011

Mandaatbesluit secretaris-directeur

Geldend van 01-01-2009 t/m 04-11-2009

Aanhef

HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN VAN WATERSCHAP RIVIERENLAND;

overwegende dat,

het algemeen bestuur in zijn vergadering van 28 november 2008 een delegatiebesluit heeft genomen en een mandaatregeling heeft vastgesteld, waarin de randvoorwaarden voor het mandaat worden gegeven;

het uit oogpunt van efficiency wenselijk is om diverse bevoegdheden die zijn neergelegd bij het college van dijkgraaf en heemraden uit te oefenen door een aan het college ondergeschikte medewerker, voor zover dat in overeenstemming is met de aard en inhoud van die bevoegdheden;

het mandaatbesluit secretaris-directeur, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 7 augustus 2008, aanpassing behoeft en daarom een nieuw besluit moet worden vastgesteld, waarmee het oude besluit komt te vervallen;

het wenselijk is, dat het college van dijkgraaf en heemraden mandaat verleent aan de secretaris-directeur ten aanzien van de uitoefening van bevoegdheden die behoren tot het werkgebied van de afdelingen en het Projectbureau Voorbereiding Dijkverbetering;

dit besluit uitvoering geeft aan artikel 3, eerste lid, van de Algemene mandaatregeling Waterschap Rivierenland 2009;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Waterschapswet, het Reglement voor waterschap Rivierenland en de Wet op de ondernemingsraden,

BESLUIT:

I aan de secretaris-directeur mandaat, volmacht en machtiging te verlenen voor:

Het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen

  • 1. het verkrijgen, vervreemden en bezwaren van onroerende zaken tot een maximum van € 50.000,--;

  • 2. het vestigen, wijzigen en beëindigen van zakelijke rechten;

  • 3. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake  het huren, verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van roerende en onroerende zaken;

  • 4. het afsluiten van verzekeringen;

  • 5. het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten inzake werken, leveringen of diensten;

  • 6. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen, met inbegrip van de correspondentie daarover;

  • 7. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet bescherming persoonsgegevens en de Inspraakverordening voor Waterschap Rivierenland 2006;

  • 8. het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen op grond van de bevoegdheden als bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden.

Aanbestedingen

  • 9. het doen van aanbestedingen en het nemen van beslissingen in een aanbestedingsprocedure, zoals het vaststellen van projectdocumenten en het gunnen.

Het voeren van (buiten)gerechtelijke procedures

  • 10. het aangaan en voeren van rechtsgedingen, alsmede het aangaan en voeren van gedingen voor buitengerechtelijke instanties (waaronder arbitrage), alsmede beslissingen om geschillen te beëindigen door schikking, al dan niet door inschakeling van mediation;

  • 11. het gebruik maken van inspraakmogelijkheden, zoals het indienen van zienswijzen conform de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht.

Verkeersbesluiten

  • 12. het nemen van verkeersbesluiten op grond van artikel 18 Wegenverkeerswet 1994;

  • 13. het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van ontheffingen op grond van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • 14. het nemen van besluiten in het kader van de overdracht van een verplichting tot onderhoud van een weg door een gemeente of een waterschap aan een gemeente of waterschap ingevolge artikel 18a Wegenwet, voor zover het betreft de overdracht van weggedeelten in verband met het wijzigen van de bebouwde komgrens.

Vergunningverlening

  • 15. het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van ontheffingen en vergunningen, met uitzondering van ontheffingen en vergunningen aan het waterschap zelf, alsmede het al dan niet accepteren van meldingen.

Handhaving

  • 16. de toepassing van (spoed)bestuursdwang en dwangsom, alsmede het nemen van besluiten inzake gedogen en verzoeken tot handhaving, tenzij sprake is van: 

    • handhaving ten opzichte van andere overheden; 

    • situaties waarbij bestuurders van een waterschap betrokken zijn; 

    • bestuurlijk gevoelige zaken;

  • 17. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake de toepassing van bestuursdwang in verband met de schouw van B-watergangen, dijken en wegen;

  • 18. het doen van een aanzegging tot het opleggen van de gedoogplicht ingevolge artikel 9 Waterstaatswet 1900;

  • 19. het bij dwangbevel van de overtreder invorderen van de gemaakte kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, alsmede het bij dwangbevel invorderen van verbeurde dwangsommen op grond van de artikelen 5:26 en 5:33 Awb;

  • 20. het verlenen van onafhankelijke waterkwaliteitsverklaringen in het kader van toezicht en opsporing;

  • 21. Het aanwijzen van toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 van de Awb.

Beslissing op bezwaar

  • 22. het nemen van besluiten op bezwaar voor zover er geen advies van de adviescommissie noodzakelijk is in de volgende gevallen:

    • het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is;

    • het bezwaar kennelijk ongegrond is.

Rechtspositionele besluiten  

  • 23.

    • a.

      het nemen van besluiten over de toepassing van regelingen inzake sectorale en decentrale secundaire arbeidsvoorwaarden op de direct en indirect onder zijn verantwoordelijkheid werkende medewerkers; 

    • b.

      aanstelling van personeel binnen de vastgestelde formatie en ontslag op eigen verzoek, met uitzondering van de directeuren; 

    • c.

      invullen van de formatie van de afdelingen binnen het door het algemeen bestuur vastgestelde formatie/budget.

Bestuurlijk

  • 24. de voorbereiding en uitvoering van bestuursbesluiten, met inbegrip van de correspondentie daarover;

  • 25. het voeren van overleg in het kader van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.

Overig   

  • 26. het behandelen en afdoen van schadeclaims; voor zover het betreft schadeclaims in het kader van dijkverbetering, met inachtneming van het advies van de bouwkundige en/of de taxatiecommissie;

  • 27. het aansprakelijk stellen van derden;

  • 28. het aanvragen van subsidies en sponsorgelden;

  • 29. het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van subsidies en sponsorgelden, alsmede de (verdere) uitvoering van de subsidieverordeningen;

  • 30. het afsluiten van feitelijke transacties op grond van de in de begroting opgenomen treasuryparagraaf. 

II Inwerkingtreding:

  • a.

    dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2009;

  • b.

    met de inwerkingtreding van dit besluit wordt het mandaatbesluit secretaris-directeur van 7 augustus 2008 ingetrokken.

III De volgende voorwaarden vast te stellen waaronder de bevoegdheden gemandateerd worden:

  • a.

    van de besluiten genoemd onder 10 wordt het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk in kennis gesteld, voor zover artikel 86, vierde lid, van de Waterschapswet dit vereist;

  • b.

    de gemandateerde oefent zijn bevoegdheden uit met inachtneming van de Algemene mandaat-regeling Waterschap Rivierenland 2009;

  • c.

    de gemandateerde oefent zijn bevoegdheden slechts uit voor zover hierdoor de (onder)mandaten van andere medewerkers niet worden aangetast.

IV Plaatsvervanging:

bij afwezigheid van de secretaris-directeur worden diens bevoegdheden uitgeoefend door een van de andere directeuren.

Aldus besloten in de vergadering van het college van dijkgraaf en heemraden op 18 december 2008.

de secretaris-directeur,  drs. H.C. Jongmans.

de dijkgraaf, ir. G.N. Kok.