Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling verlof WerkSaam Westfriesland

Geldend van 10-07-2015 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Regeling verlof WerkSaam Westfriesland

Deze regeling is van toepassing op:

De ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 onder a van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) en de medewerker die valt onder de regeling Werkpartner (niet gesubsidieerd).

De WSW-medewerkers worden verwezen naar de eigen CAO en de medewerkers die een ander gesubsidieerd dienstverband in Werkpartner hebben vallen onder een eigen regeling.

Artikel 1. Doel van de regeling

In deze regeling is vastgelegd hoe wordt omgegaan met verlofuren.

Artikel 2. Koop en verkoop verlofuren

De medewerker kan eenmaal per jaar een verzoek indienen om extra vakantie-uren te kopen of te verkopen. Dit zijn twee van de uitruilmogelijkheden van het cafetariamodel: de medewerker ruilt geld voor extra vrije tijd of de medewerker ruilt vrije tijd voor geld.

Artikel 2.1 Verkoop verlofuren

Verlofuren boven het wettelijk minimum van 144 uur per jaar met een maximum van 72 uur, exclusief de uren die van voorgaande jaren zijn opgespaard, mogen 1 keer per jaar verkocht worden. Werknemers met een parttime dienstverband naar rato.

Artikel 2.2 Koop verlofuren

De medewerker mag 1 keer per kalender jaar maximaal 72 uur kopen, werknemers met een parttime dienstverband naar rato.

Artikel 2.3 Indienen verzoek

Een verzoek tot verkoop en koop van uren wordt ingediend bij de direct leidinggevende.

Na goedkeuring van de leidinggevende, handelt de HR-adviseur het verzoek verder administratief af.

Uiterste datum van indiening verzoek tot verkoop of koop uren: 1 november van het jaar, waarin het verlofrecht is toegekend. De uren worden gekocht en verkocht tegen het uurtarief van het moment waarop het recht ontstaan is, dus 1 januari van het betreffende jaar.

Artikel 4. Verplicht verlof

Uiterlijk in december treedt de directie in overleg met de Ondernemingsraad omtrent het voor het volgende jaar vast te stellen verplicht verlof.

Artikel 5. Opbouw en opname verlof tijdens ziekte

De volledige vakantierechten worden gedurende de laatste 6 maanden van de arbeidsongeschiktheid opgebouwd. Bij arbeidsongeschiktheid langer dan 6 maanden, wordt over de meerdere maanden alleen het wettelijke verlof opgebouwd. Tijdens het verlof vervalt de re-integratieverplichting van de medewerker. Als de medewerker tijdens ziekte op vakantie wil gaan, dan bespreekt hij/zij dit eerst met de leidinggevende. Deze zal, indien nodig, met de bedrijfsarts overleggen.

Wanneer de medewerker ziek wordt tijdens vakantie meldt hij of zij dit zo snel mogelijk bij de leidinggevende. In dit geval is de medewerker verplicht zich onder behandeling te stellen van een arts. Een door deze arts ondertekende verklaring wordt na terugkeer bij de leidinggevende of de bedrijfsarts ingeleverd.

Artikel 6. Verjaring verlof

Met ingang van 1 januari 2015, dienen alle werknemers hun wettelijke vakantiedagen (144 uur per jaar bij een volledig dienstverband) binnen 6 maanden na het jaar van opbouw op te nemen. Eventueel uitstaand wettelijk verlof hierna, wordt als verjaard beschouwd.

In verband met deze wijziging worden alle per 31.12.2014. openstaande verlofaanspraken omgezet naar bovenwettelijke verlofuren. Voor het bovenwettelijk verlof blijft de verjaringstermijn van 5 jaar van kracht.

Artikel 7. Vaststelling en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling verlof’ en treedt in werking op 1 januari 2015. Het bevoegd gezag beslist in gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 7 januari 2015.

De secretaris, M. Olierook

De voorzitter, A.J. de Jong